7.1.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 3/19


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 22 december 2009

waarbij Ierland wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen ramingen te gebruiken

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10418)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2010/5/EU, Euratom)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gelet op Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name op artikel 6, lid 3,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 371 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (2) mogen bepaalde lidstaten bepaalde handelingen blijven vrijstellen. Die handelingen moeten in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de btw-grondslag van de eigen middelen.

(2)

Uit hoofde van artikel 371 van Richtlijn 2006/112/EG mag Ierland handelingen zoals omschreven in punt 10 van bijlage X, deel B, bij deze richtlijn blijven vrijstellen.

(3)

Ierland heeft de Commissie verzocht om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen ramingen te mogen gebruiken, aangezien het onmogelijk is de btw-grondslag van de eigen middelen voor handelingen zoals omschreven in punt 10 van bijlage X, deel B, bij de btw-richtlijn precies te berekenen. Een dergelijke berekening zou wellicht een inspanning van de administratie vergen die buiten verhouding staat tot de impact van de betrokken handelingen op de totale btw-middelengrondslag van Ierland. Ierland kan deze categorie handelingen becijferen aan de hand van ramingen. Ierland moet derhalve worden gemachtigd om de btw-middelengrondslag te berekenen aan de hand van ramingen, overeenkomstig artikel 6, lid 3, tweede streepje, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad.

(4)

Uit overwegingen van doorzichtigheid en rechtszekerheid is het aangewezen de geldigheidsduur van de machtiging in de tijd te beperken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ierland wordt gemachtigd de grondslag van de btw-middelen met ingang van 1 januari 2009 te berekenen aan de hand van ramingen voor de volgende categorie handelingen zoals omschreven in bijlage X, deel B, bij Richtlijn 2006/112/EG:

Personenvervoer (punt 10).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 tot 31 december 2013.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Ierland.

Gedaan te Brussel, 22 december 2009.

Voor de Commissie

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.

(2)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.