15.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/52


VERORDENING (EU) Nr. 1219/2009 VAN DE COMMISSIE

van 14 december 2009

tot vaststelling van bepalingen voor de toepassing, in 2010, van de tariefcontingenten voor de invoer van „baby beef”-producten van oorsprong uit Kroatië, Bosnië en Herzegovina, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Servië, Kosovo en Montenegro

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 144, lid 1, en artikel 148, onder a), in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad van 18 september 2000 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1763/1999 en (EG) nr. 6/2000 (2) is voorzien in een jaarlijks preferentieel tariefcontingent van 1 500 ton „baby beef”-producten van oorsprong uit Bosnië en Herzegovina, en van 9 175 ton „baby beef”-producten van oorsprong uit Montenegro en de douanegebieden van Servië en Kosovo (3).

(2)

In het kader van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2005/40/EG, Euratom van de Raad en de Commissie (4), de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2004/239/EG, Euratom van de Raad en de Commissie (5) en de Interimovereenkomst met Montenegro, die is goedgekeurd bij Besluit 2007/855/EG van de Raad van 15 oktober 2007 inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (6), en de Interimovereenkomst met Bosnië en Herzegovina, die is goedgekeurd bij Besluit 2008/474/EG van de Raad van 16 juni 2008 inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (7), zijn jaarlijkse preferentiële tariefcontingenten voor „baby beef” van respectievelijk 9 400 ton, 1 650 ton, 800 ton en 1 500 ton vastgesteld.

(3)

In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2248/2001 van de Raad van 19 november 2001 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, en de Interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië (8) en in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 153/2002 van de Raad van 21 januari 2002 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, en de Interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (9), is bepaald dat gedetailleerde uitvoeringsbepalingen voor de concessies inzake „baby beef” moeten worden vastgesteld.

(4)

Voor controledoeleinden is in Verordening (EG) nr. 2007/2000 bepaald dat voor invoer in het kader van de „baby beef”-contingenten voor Bosnië en Herzegovina en de douanegebieden van Servië en Kosovo een echtheidscertificaat moet worden overgelegd waarin wordt verklaard dat de goederen van oorsprong zijn uit het land van afgifte en dat zij volkomen beantwoorden aan de definitie in bijlage II bij die verordening. Met het oog op harmonisatie moet ook voor invoer in het kader van de contingenten „baby beef” van oorsprong uit Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Montenegro worden bepaald dat een echtheidscertificaat moet worden overgelegd waarin wordt verklaard dat de goederen van oorsprong zijn uit het land van afgifte en dat zij volkomen beantwoorden aan de definitie in bijlage III bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kroatië, bijlage III bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, of bijlage II bij de Interimovereenkomst met Montenegro. Voorts dienen het model voor deze echtheidscertificaten en de bepalingen voor het gebruik daarvan te worden vastgesteld.

(5)

Voor het beheer van het desbetreffende contingent moet van invoercertificaten worden gebruikgemaakt. Daartoe zijn, behoudens andersluidende bepalingen in de onderhavige verordening, de bepalingen van toepassing die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (10) en bij Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie van 21 april 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees (11).

(6)

Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (12) bevat nadere bepalingen over invoercertificaataanvragen, de status van de aanvragers, de afgifte van invoercertificaten en de mededelingen van de lidstaten aan de Commissie. Bij die verordening is de geldigheid van de certificaten beperkt tot en met de laatste dag van de invoertariefcontingentperiode. Verordening (EG) nr. 1301/2006 is van toepassing op de op grond van de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten, onverminderd de bij de onderhavige verordening vastgestelde aanvullende voorschriften en afwijkingen.

(7)

Met het oog op een deugdelijk beheer van de invoer van de desbetreffende producten mogen de invoercertificaten pas worden afgegeven na verificatie, met name van de gegevens op de echtheidscertificaten.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2010 worden de volgende tariefcontingenten geopend:

a)

9 400 ton „baby beef”, uitgedrukt in geslacht gewicht, van oorsprong uit Kroatië;

b)

1 500 ton „baby beef”, uitgedrukt in geslacht gewicht, van oorsprong uit Bosnië en Herzegovina;

c)

1 650 ton „baby beef”, uitgedrukt in geslacht gewicht, van oorsprong uit de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

d)

9 175 ton „baby beef”, uitgedrukt in geslacht gewicht, van oorsprong uit de douanegebieden van Servië en Kosovo;

e)

800 ton „baby beef”, uitgedrukt in geslacht gewicht, van oorsprong uit Montenegro.

De volgnummers van de in de eerste alinea bedoelde contingenten zijn respectievelijk 09.4503, 09.4504, 09.4505, 09.4198 en 09.4199.

Voor de afboeking op deze contingenten wordt 100 kilogram levend gewicht gelijkgesteld met 50 kilogram geslacht gewicht.

2.   Bij invoer in het kader van de in lid 1 bedoelde contingenten bedraagt het douanerecht 20 % van het advaloremrecht en 20 % van het specifieke recht, zoals is vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief.

3.   In het kader van de in lid 1 bedoelde contingenten kunnen uitsluitend de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2007/2000, de in bijlage III bij de met Kroatië gesloten Stabilisatie- en associatieovereenkomst, de in bijlage III bij de met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië gesloten Stabilisatie- en associatieovereenkomst, en de in bijlage II bij de Interimovereenkomst met Montenegro en de in bijlage II bij de Interimovereenkomst met Bosnië en Herzegovina bedoelde levende dieren en aanbiedingsvormen van vlees van de volgende GN-codes worden ingevoerd:

ex 0102 90 51, ex 0102 90 59, ex 0102 90 71 en ex 0102 90 79,

ex 0201 10 00 en ex 0201 20 20,

ex 0201 20 30,

ex 0201 20 50.

Artikel 2

Behoudens andersluidende bepalingen in de voorliggende verordening zijn hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1301/2006 en de Verordeningen (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 382/2008 van toepassing.

Artikel 3

1.   In vak 8 van de certificaataanvraag en het certificaat moet het land of het douanegebied van oorsprong worden vermeld en het woord „ja” worden aangekruist. Het certificaat verplicht tot invoer uit dat land of douanegebied.

In vak 20 van de certificaataanvraag en het certificaat moet een van de in bijlage I opgenomen vermeldingen worden aangebracht.

2.   Het originele exemplaar van het overeenkomstig artikel 4 opgestelde echtheidscertificaat en een afschrift ervan moeten aan de bevoegde instantie worden overgelegd samen met de aanvraag voor het eerste invoercertificaat dat op basis van dit echtheidscertificaat wordt aangevraagd.

Binnen de grenzen van de in het echtheidscertificaat vermelde hoeveelheid kan dit certificaat voor de afgifte van verschillende invoercertificaten worden gebruikt. In dat geval zorgt de bevoegde autoriteit ervoor dat:

a)

het echtheidscertificaat telkens voor de toegewezen hoeveelheid wordt geviseerd;

b)

de invoercertificaten die betrekking hebben op dat echtheidscertificaat op dezelfde dag worden afgegeven.

3.   De bevoegde autoriteiten mogen de invoercertificaten pas afgeven nadat zij hebben geverifieerd dat alle gegevens op het echtheidscertificaat overeenstemmen met de van de Commissie in de desbetreffende wekelijkse mededelingen ontvangen informatie. Na deze verificatie wordt het invoercertificaat onverwijld afgegeven.

Artikel 4

1.   Elke invoercertificaataanvraag in het kader van de in artikel 1 bedoelde contingenten moet vergezeld gaan van een door de in bijlage II vermelde autoriteiten van het land of douanegebied van uitvoer afgegeven echtheidscertificaat waarin wordt verklaard dat de producten van oorsprong zijn uit het desbetreffende land of douanegebied en dat zij beantwoorden aan de definitie in, al naar het geval, bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2007/2000, bijlage III bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kroatië, bijlage III bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, bijlage II bij de Interimovereenkomst met Montenegro, of bijlage II bij de Interimovereenkomst met Bosnië en Herzegovina.

2.   De echtheidscertificaten worden, overeenkomstig het in de bijlagen III tot en met VIII vastgestelde model voor het desbetreffende land of het desbetreffende douanegebied van uitvoer, opgesteld in de vorm van een origineel met twee afschriften, die worden gedrukt en ingevuld in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap. Zij mogen eveneens worden gedrukt en ingevuld in de officiële taal of in een van de officiële talen van het land of douanegebied van uitvoer.

Het staat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de invoercertificaataanvraag wordt ingediend, vrij een vertaling van het certificaat te eisen.

3.   Het origineel en de afschriften van het echtheidscertificaat worden in machineschrift of met de hand worden ingevuld. In het laatste geval worden zij met zwarte inkt en in drukletters ingevuld.

Het certificaat meet 210 bij 297 millimeter. Het te gebruiken papier weegt minstens 40 g per m2. De kleur van het origineel is wit, die van het eerste afschrift roze en die van het tweede afschrift geel.

4.   Elk certificaat draagt een individueel volgnummer, gevolgd door de naam van het land of van het douanegebied van afgifte.

Op de afschriften komen hetzelfde volgnummer en dezelfde naam voor als op het origineel.

5.   De certificaten zijn alleen geldig als ze naar behoren zijn geviseerd door de in bijlage II vermelde instantie van afgifte.

6.   Het certificaat is naar behoren geviseerd als datum en plaats van afgifte zijn vermeld, het stempel van de instantie van afgifte is aangebracht en het is ondertekend door de daartoe gemachtigde persoon of personen.

Artikel 5

1.   Een instantie van afgifte mag alleen in de lijst van bijlage II worden opgenomen als:

a)

zij als zodanig is erkend door het desbetreffende land of douanegebied van uitvoer;

b)

zij zich ertoe verbindt de in de certificaten vermelde gegevens te verifiëren;

c)

zij zich ertoe verbindt de Commissie ten minste wekelijks alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de verificatie van de in de echtheidscertificaten vermelde gegevens, met name het certificaatnummer, de exporteur, de geadresseerde, het land van bestemming, het product (levende dieren/vlees), het nettogewicht en de datum van ondertekening.

2.   De lijst in bijlage II wordt door de Commissie herzien wanneer niet meer aan de in lid 1, onder a), vermelde voorwaarde is voldaan of wanneer een instantie van afgifte een of meer van haar verplichtingen niet nakomt of wanneer een nieuwe instantie van afgifte wordt aangewezen.

Artikel 6

De geldigheidsduur van de echtheids- en de invoercertificaten bedraagt drie maanden, te rekenen vanaf de respectieve data van afgifte.

Artikel 7

Het desbetreffende land of douanegebied van uitvoer bezorgt de Commissie een specimen van de afdruk van de door hun instanties van afgifte gebruikte stempels, alsook naam en handtekening van de tot het ondertekenen van de echtheidscertificaten gemachtigde personen. De Commissie geeft deze informatie door aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Artikel 8

1.   In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee:

a)

uiterlijk op 28 februari 2011, de producthoeveelheden, ook als deze nul bedragen, waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven gedurende de voorgaande invoertariefcontingentperiode;

b)

uiterlijk op 30 april 2011, de producthoeveelheden, ook als deze nul bedragen, waarvoor invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten zijn afgegeven.

2.   Uiterlijk op 30 april 2011 delen de lidstaten de Commissie de producthoeveelheden mee die tijdens de voorgaande invoertariefcontingentperiode daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht.

3.   De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde mededelingen worden gedaan zoals is aangegeven in de bijlagen IX, X en XI bij deze verordening en daarbij wordt gebruikgemaakt van de in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008 opgenomen productcategorieën.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 december 2009.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 240 van 23.9.2000, blz. 1.

(3)  Kosovo zoals omschreven in Resolutie 1244/1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

(4)  PB L 26 van 28.1.2005, blz. 1.

(5)  PB L 84 van 20.3.2004, blz. 1.

(6)  PB L 345 van 28.12.2007, blz. 1.

(7)  PB L 169 van 30.6.2008, blz. 10.

(8)  PB L 304 van 21.11.2001, blz. 1.

(9)  PB L 25 van 29.1.2002, blz. 16.

(10)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(11)  PB L 115 van 29.4.2008, blz. 10.

(12)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE I

In artikel 3, lid 1, bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

‘Baby beef’ (Регламент (ЕC) № 1219/2009)

:

in het Spaans

:

‘Baby beef’ [Reglamento (UE) no 1219/2009]

:

in het Tsjechisch

:

‘Baby beef’ (Nařízení (EU) č. 1219/2009)

:

in het Deens

:

‘Baby beef’ (Forordning (EU) nr. 1219/2009)

:

in het Duits

:

‘Baby beef’ (Verordnung (EU) Nr. 1219/2009)

:

in het Ests

:

‘Baby beef’ (Määrus (EL) nr 1219/2009)

:

in het Grieks

:

‘Baby beef’ [Κανονισμός (ΕE) αριθ. 1219/2009]

:

in het Engels

:

‘Baby beef’ (Regulation (EU) No 1219/2009)

:

in het Frans

:

‘Baby beef’ [Règlement (UE) no 1219/2009]

:

in het Italiaans

:

‘Baby beef’ [Regolamento (UE) n. 1219/2009]

:

in het Lets

:

‘Baby beef’ (Regula (ES) Nr. 1219/2009)

:

in het Litouws

:

‘Baby beef’ (Reglamentas (ES) Nr. 1219/2009)

:

in het Hongaars

:

‘Baby beef’ (1219/2009/EU rendelet)

:

in het Maltees

:

‘Baby beef’ (Regolament (UE) Nru 1219/2009)

:

in het Nederlands

:

‘Baby beef’ (Verordening (EU) nr. 1219/2009)

:

in het Pools

:

‘Baby beef’ (Rozporządzenie (UE) nr 1219/2009)

:

in het Portugees

:

‘Baby beef’ [Regulamento (UE) n.o 1219/2009]

:

in het Roemeens

:

‘Baby beef’ [Regulamentul (UE) nr. 1219/2009]

:

in het Slowaaks

:

‘Baby beef’ [Nariadenie (EÚ) č. 1219/2009]

:

In het Sloveens

:

‘Baby beef’ (Uredba (EU) št. 1219/2009)

:

in het Fins

:

‘Baby beef’ (Asetus (EU) N:o 1219/2009)

:

in het Zweeds

:

‘Baby beef’ (Förordning (EU) nr 1219/2009)


BIJLAGE II

Instanties van afgifte:

Republiek Kroatië: Croatian Agricultural Agency, Poljana Križevačka 185, 48260 Križevci, Croatia.

Bosnië en Herzegovina:

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië: Univerzitet Sv. Kiril I Metodij, Institut za hrana, Fakultet za veterinarna medicina, „Lazar Pop-Trajkov 5-7”, 1000 Skopje

Montenegro: Veterinary Directorate, Bulevar Svetog Petra Cetinjskog br.9, 81000 Podgorica, Montenegro

Douanegebied van Servië (1): „YU Institute for Meat Hygiene and Technology, Kacanskog 13, Belgrade, Yugoslavia.”

Douanegebied van Kosovo:


(1)  Met uitzondering van Kosovo volgens Resolutie 1244/1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.


BIJLAGE III

Image


BIJLAGE IV

Image


BIJLAGE V

Image


BIJLAGE VI

Image


BIJLAGE VII

Image


BIJLAGE VIII

Image


BIJLAGE IX

Mededeling van (afgegeven) invoercertificaten — Verordening (EG) nr. 1219/2009

Lidstaat: …

Toepassing van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1219/2009

Producthoeveelheden waarvoor een invoercertificaat is afgegeven

Van: … tot: …


Volgnummer

Productcategorie of -categorieën (1)

Hoeveelheid

(productgewicht in kilogram of aantal stuks)

09.4503

 

 

09.4504

 

 

09.4505

 

 

09.4198

 

 

09.4199

 

 


(1)  Productcategorie of -categorieën als is aangegeven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.


BIJLAGE X

Mededeling van invoercertificaten (ongebruikte hoeveelheden) — Verordening (EG) nr. 1219/2009

Lidstaat: …

Toepassing van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1219/2009

Producthoeveelheden waarvoor het invoercertificaat niet is gebruikt

Van: … tot: …


Volgnummer

Productcategorie of -categorieën (1)

Ongebruikte hoeveelheid

(productgewicht in kilogram of aantal stuks)

09.4503

 

 

09.4504

 

 

09.4505

 

 

09.4198

 

 

09.4199

 

 


(1)  Productcategorie of -categorieën als is aangegeven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.


BIJLAGE XI

Mededeling van hoeveelheden in het vrije verkeer gebrachte producten — Verordening (EG) nr. 1219/2009

Lidstaat: …

Toepassing van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1219/2009

In het vrije verkeer gebrachte producthoeveelheden:

Van: … tot: … (invoertariefcontingentperiode).


Volgnummer

Productcategorie of -categorieën (1)

In het vrije verkeer gebrachte producthoeveelheden

(productgewicht in kilogram of aantal stuks)

09.4503

 

 

09.4504

 

 

09.4505

 

 

09.4198

 

 

09.4199

 

 


(1)  Productcategorie of -categorieën als aangegeven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.