9.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/1


VERORDENING (EG) Nr. 1197/2009 VAN DE RAAD

van 30 november 2009

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2115/2005 tot vaststelling van een herstelplan voor zwarte heilbot in het kader van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2115/2005 van de Raad (1) voorziet in de tenuitvoerlegging van het herstelplan voor zwarte heilbot dat is goedgekeurd in het kader van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (hierna „NAFO” genoemd).

(2)

Tijdens haar 29e jaarvergadering in september 2007 heeft de NAFO een aantal wijzigingen van dit herstelplan aangenomen. Deze wijzigingen hebben betrekking op verscherpte maatregelen inzake rapportage van de vangsten en aanvullende controlemaatregelen ter versterking van de inspecties op zee van vaartuigen die het gereglementeerde gebied van de NAFO binnenvaren en verlaten.

(3)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van de in het herstelplan ingevoerde wijzigingen, dient Verordening (EG) nr. 2115/2005 bijgevolg te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2115/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 5 bis

Binnenvaart in het gereglementeerde gebied van de NAFO

1.   In artikel 5, lid 1, bedoelde vissersvaartuigen mogen het gereglementeerde gebied van de NAFO slechts binnenvaren om er op zwarte heilbot te vissen, indien zij:

a)

minder dan 50 t vangsten aan boord hebben, of

b)

voldoen aan het bepaalde in de leden 2, 3 en 4.

2.   Vissersvaartuigen met 50 t of meer vangsten van buiten het gereglementeerde gebied van de NAFO aan boord, delen via e-mail of fax ten laatste 72 uur vóór binnenvaart in het gereglementeerde gebied van de NAFO, de volgende gegevens mee aan het NAFO-secretariaat:

a)

de hoeveelheid aan boord gehouden vangsten,

b)

de positie (lengtegraad/breedtegraad) waar het vaartuig volgens de kapitein vermoedelijk met vissen zal beginnen, en

c)

de geschatte tijd van aankomst op die positie.

3.   Een inspectievaartuig dat naar aanleiding van de in lid 2 bedoelde mededeling laat weten van plan te zijn een inspectie uit te voeren, deelt met het oog op het uitvoeren van die inspectie de coördinaten van een controlepunt mee aan het betrokken vissersvaartuig. Het controlepunt is niet meer dan 60 zeemijl verwijderd van de positie waar het vissersvaartuig volgens de kapitein vermoedelijk met vissen zal beginnen.

4.   Het in lid 2 bedoelde vissersvaartuig mag in de volgende gevallen met vissen beginnen:

a)

indien het daartoe een kennisgeving ontvangt van het NAFO-secretariaat;

b)

indien het, na de overeenkomstig lid 3 uitgevoerde inspectie, van het inspectievaartuig bericht ontvangt dat het met vissen mag beginnen;

c)

indien het inspectievaartuig binnen drie uur na aankomst van het vissersvaartuig op het overeenkomstig lid 3 aangewezen controlepunt, nog niet met de inspectie is begonnen;

d)

indien het tegen het moment van binnenvaart in het gereglementeerde gebied van de NAFO noch van het NAFO-secretariaat, noch van een inspectievaartuig bericht heeft ontvangen dat een inspectievaartuig van plan is een inspectie overeenkomstig lid 3 uit te voeren.”.

2)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1, onder b), wordt vervangen door:

„b)

de vijfdaagse hoeveelheden zwarte heilbot, inclusief nulaangiften. Deze mededeling vindt voor de eerste maal plaats niet later dan aan het einde van de tiende dag na de datum waarop het vaartuig NAFO-deelgebied 2 en de sectoren 3KLMNO is binnengevaren,”;

b)

de leden 2 en 3 worden vervangen door:

„2.   Na ontvangst sturen de lidstaten de in lid 1 bedoelde mededelingen door aan de Commissie. De Commissie stuurt de in lid 1, onder b), bedoelde mededeling onverwijld door aan het NAFO-secretariaat.

3.   Wanneer ervan uit wordt gegaan dat met de overeenkomstig lid 2 meegedeelde vangsten zwarte heilbot 75 % van de toegewezen quota van de lidstaten is opgebruikt, delen de kapiteins de in lid 1, onder b), bedoelde gegevens elke drie dagen mee.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitster

B. ASK


(1)  PB L 340 van 23.12.2005, blz. 3.