4.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/1


VERORDENING (EG) Nr. 1187/2009 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2009

tot vaststelling van specifieke bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten

(herschikking)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 161, lid 3, artikel 170 en artikel 171, lid 1, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 zijn onder andere algemene voorschriften betreffende de toekenning van de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten vastgesteld om met name het toezicht mogelijk te maken op de naleving van de voor de restituties geldende maxima in waarde en in volume. Voor de toepassing van deze algemene regels zijn uitvoeringsbepalingen vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1282/2006 van de Commissie van 17 augustus 2006 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2).

(2)

Verordening (EG) nr. 1282/2006 is verschillende malen ingrijpend gewijzigd (3). In verband met nieuwe wijzigingen moet duidelijkheidshalve een herschikking van deze verordening plaatsvinden.

(3)

Op grond van de overeenkomst inzake de landbouw (4) die tijdens de Uruguayronde, die deel uitmaakt van de handelsbesprekingen in het kader van de GATT, is gesloten en bij Besluit 94/800/EG van de Raad (5), is goedgekeurd (hierna de „overeenkomst inzake de landbouw” genoemd), is de toekenning van restituties bij de uitvoer van landbouwproducten, met inbegrip van zuivelproducten, voor elke periode van twaalf maanden vanaf 1 juli 1995 onderworpen aan in volume en in waarde uitgedrukte maxima. Om te waarborgen dat deze maxima in acht worden genomen, moet de afgifte van uitvoercertificaten worden gevolgd en moeten procedures worden goedgekeurd voor de toewijzing van de hoeveelheden die met restitutie mogen worden uitgevoerd.

(4)

Om voor restitutie in aanmerking te komen, moeten de producten voldoen aan de eisen van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (6) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (7), met name inzake de bereiding in een erkende inrichting en de inachtneming van de in bijlage II, sectie I, van Verordening (EG) nr. 853/2004 bedoelde bepalingen inzake identificatiemerken.

(5)

Om ervoor te zorgen dat de maxima adequaat worden nageleefd, mag geen restitutie worden betaald voor de hoeveelheid waarmee de in het certificaat vermelde hoeveelheid wordt overschreden.

(6)

De geldigheidsduur van de uitvoercertificaten moet worden vastgesteld.

(7)

Om voor een nauwkeurige controle van de uitgevoerde producten te zorgen en het gevaar van speculatieve activiteiten te minimaliseren, moet de mogelijkheid tot wijziging van het product waarvoor een certificaat is afgegeven, worden beperkt.

(8)

In artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 612/2009 van 7 juli 2009 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (8) zijn de bepalingen vastgesteld voor het gebruik van uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie voor uitvoer van een product dat valt onder een andere code van twaalf cijfers dan die welke in vak 16 van het certificaat is vermeld. Die bepalingen zijn in een bepaalde sector slechts van toepassing wanneer productcategorieën als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (9) en productgroepen in de zin van artikel 4, lid 2, eerste alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 612/2009 zijn gedefinieerd.

(9)

Voor de sector melk en zuivelproducten zijn productcategorieën gedefinieerd onder verwijzing naar de categorieën als bedoeld in de overeenkomst inzake de landbouw. Voor een goed beheer van de regeling moet dit gebruik van de categorieën worden voortgezet. Ter wille van de vereenvoudiging en de volledigheid dienen de productgroepen als bedoeld in artikel 4, lid 2, eerste alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 612/2009 te worden vervangen en gebaseerd op de codes van de gecombineerde nomenclatuur. Wanneer het daadwerkelijk uitgevoerde product niet overeenstemt met het in vak 16 van het uitvoercertificaat vermelde product, zijn de algemene bepalingen van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 612/2009 van toepassing. Om discriminatie tussen marktdeelnemers die onder de bestaande regeling uitvoeren, en die welke op grond van de onderhavige verordening uitvoeren, te voorkomen, kan die bepaling op verzoek van de titularis met terugwerkende kracht worden toegepast.

(10)

Om het de marktdeelnemers mogelijk te maken aan de door derde landen geopende inschrijvingen deel te nemen, zonder evenwel de inachtneming van de volumebeperkingen in gevaar te brengen, moet een stelsel van voorlopige certificaten worden ingevoerd dat de gunningnemers recht geeft op een definitief certificaat. Om ervoor te zorgen dat dergelijke certificaten correct worden gebruikt, moet worden bepaald dat voor sommige uitvoertransacties met restitutie het land van bestemming verplicht is.

(11)

Om op basis van de door de lidstaten aan de Commissie meegedeelde gegevens toezicht te kunnen houden op het afgeven van certificaten, moet worden bepaald dat de certificaten pas na een bepaalde termijn worden afgegeven. Voor een goede werking van de regeling, en met name voor een billijke toewijzing van de hoeveelheden binnen de door de overeenkomst inzake de landbouw opgelegde maxima, moet worden voorzien in diverse beheersmaatregelen, en vooral in de bevoegdheid om de afgifte van de certificaten te schorsen en om op de gevraagde hoeveelheden zo nodig een toewijzingscoëfficiënt toe te passen.

(12)

De uitvoer van producten in het kader van voedselhulpacties moet worden vrijgesteld van bepaalde eisen ten aanzien van de afgifte van uitvoercertificaten.

(13)

Voor zuivelproducten met toegevoegde suiker, waarvan de prijs wordt bepaald door de prijs van de bestanddelen, moet een op het procentuele aandeel van de verschillende bestanddelen gebaseerde methode voor het bepalen van de restitutie worden vastgesteld. Om echter het beheer van de restituties voor deze producten te vergemakkelijken, en met name de toepassing van de maatregelen om inachtneming van de uitvoerverbintenissen in het kader van de overeenkomst inzake de landbouw te garanderen, moet een maximumhoeveelheid verwerkte sacharose worden vastgesteld waarvoor een restitutie kan worden toegekend. Voor het sacharosegehalte van deze producten moeten 43 gewichtspercenten van het volledige product als representatief worden beschouwd.

(14)

Artikel 12, lid 5, onder c), van Verordening (EG) nr. 612/2009 voorziet in de mogelijkheid om restituties toe te kennen voor de bestanddelen van oorsprong uit de Gemeenschap van smeltkaas die in het kader van de regeling voor actieve veredeling wordt vervaardigd. Met het oog op een goede werking van en een doeltreffende controle op de toepassing van deze specifieke maatregel moeten enige bijzondere bepalingen worden vastgesteld.

(15)

In het kader van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada (10), die bij Besluit 95/591/EG van de Raad (11) is goedgekeurd, is overlegging van een door de Gemeenschap afgegeven uitvoercertificaat verplicht voor kaas waarvoor de preferentiële voorwaarden bij invoer in Canada worden toegepast. De wijze van afgifte van dat certificaat moet worden vastgesteld.

(16)

Wat het uit de overeenkomst inzake de landbouw voortvloeiende extra contingent voor de invoer van kaas uit de Gemeenschap in de Verenigde Staten betreft, is voorzien in de mogelijkheid voor de Gemeenschap om de importeurs aan te wijzen die in het kader van dit contingent kaas kunnen invoeren. Om de Gemeenschap in staat te stellen de waarde van het contingent te maximaliseren, moet worden voorzien in een procedure voor de aanwijzing van de importeurs op basis van de toewijzing van de uitvoercertificaten voor de betrokken producten.

(17)

In de economische partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (12), waarvan de ondertekening en de voorlopige toepassing zijn goedgekeurd bij Besluit 2008/805/EG van de Raad (13), is bepaald dat de Gemeenschap haar deel van het tariefcontingent moet beheren volgens een uitvoercertificatenregeling Daarom moet de procedure voor de toekenning van certificaten worden vastgesteld. Als garantie dat de in de Dominicaanse Republiek ingevoerde producten onder het contingent vallen, en bij wijze van koppeling tussen de ingevoerde producten en de in het uitvoercertificaat vermelde producten, moet de exporteur bij de invoer een gewaarmerkte kopie overleggen van de uitvoeraangifte, die bepaalde gegevens moet bevatten.

(18)

Met betrekking tot dat contingent zijn in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 de subsidiabiliteitscriteria voor certificaataanvragen in het kader van de twee delen van het contingent vastgesteld. Aanvragen in het kader van deel b) van het contingent kunnen worden ingediend voor een vaste hoeveelheid, onafhankelijk van de handelsresultaten. Het aantal aanvragen uit hoofde van deel a) van het contingent neemt gestaag toe en de hoeveelheid waarvoor aanvragen mogen worden ingediend, zijn afhankelijk van de exportprestaties in de afgelopen jaren. Door het overaanbod van melkpoeder op de wereldmarkt in de afgelopen jaren is de door de Dominicaanse Republiek ingevoerde hoeveelheid van oorsprong uit de Gemeenschap gedaald, met als gevolg een daling van de hoeveelheden waarvoor aanvragen in het kader van deel a) kunnen worden ingediend. Derhalve is het dienstig toe te staan dat voor deel a) in aanmerking komende aanvragers kunnen kiezen voor deel b). Aanvragen in het kader van beide delen van het contingent moeten evenwel worden uitgesloten.

(19)

Met het oog op een optimaal gebruik van het contingent en om de administratieve belasting van exporteurs te verlichten, dient de afwijking waarbij het uitvoercertificaat ook kan worden gebruikt voor een ander product met een productcode van 12 cijfers dan het in vak 16 van het certificaat vermelde product, ook te gelden voor uitvoer naar de Dominicaanse Republiek indien voor beide producten hetzelfde uitvoerrestitutiebedrag wordt gegeven en indien beide producten tot dezelfde productgroep behoren, of indien beide producten tot dezelfde productcategorie behoren.

(20)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Deze verordening voorziet in:

a)

de algemene bepalingen betreffende de certificaten en de restituties voor de uitvoer uit de Gemeenschap van de in deel XVI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde producten;

b)

de specifieke bepalingen betreffende de uitvoer van de onder a) bedoelde producten uit de Gemeenschap naar bepaalde derde landen.

Artikel 2

De Verordeningen (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 612/2009 zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

HOOFDSTUK II

ALGEMENE REGELS

Artikel 3

Om voor restitutie in aanmerking te komen, moeten de in deel XVI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde producten voldoen aan de desbetreffende eisen van Verordening (EG) nr. 852/2004 en Verordening (EG) nr. 853/2004, met name inzake de bereiding in een erkende inrichting en de inachtneming van de in bijlage II, sectie I, van Verordening (EG) nr. 853/2004 bedoelde bepalingen inzake identificatiemerken.

Artikel 4

1.   De toe te passen restitutie is die welke geldt op de dag waarop het uitvoercertificaat of, in voorkomend geval, het voorlopige certificaat wordt aangevraagd.

2.   Met betrekking tot certificaataanvragen met vaststelling vooraf van de restitutie voor de in deel XVI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde producten, die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 376/2008 zijn ingediend op de woensdag en de donderdag volgende op het einde van elke inschrijvingsperiode als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 619/2008 van de Commissie (14), wordt de op die donderdag volgende werkdag als de datum van indiening beschouwd.

3.   In vak 7 van de certificaataanvragen en van de certificaten moeten het land van bestemming en de code van het land of gebied van bestemming worden vermeld volgens de nomenclatuur van landen en gebieden voor de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap en van de handel tussen de lidstaten die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 (15) van de Commissie.

Artikel 5

1.   De productcategorieën als bedoeld in de overeenkomst inzake de landbouw in het kader van GATT-akkoorden van de Uruguayronde (hierna „de overeenkomst inzake de landbouw” genoemd) worden vastgesteld in bijlage I bij deze verordening.

2.   De productgroepen als bedoeld in artikel 4, lid 2, eerste alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 612/2009 worden vastgesteld in bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 6

1.   In vak 16 van de certificaataanvragen en van de certificaten wordt de productcode van twaalf cijfers van de restitutienomenclatuur vermeld wanneer een restitutie wordt gevraagd, of de productcode van acht cijfers van de gecombineerde nomenclatuur wanneer geen restitutie wordt gevraagd. Behalve in de gevallen als omschreven in de leden 2 en 3, geldt het certificaat alleen voor het aldus aangeduide product.

2.   In afwijking van lid 1 is een uitvoercertificaat ook geldig voor de uitvoer van een ander product met een productcode van twaalf cijfers dan het in vak 16 van het certificaat vermelde product, indien voor beide producten hetzelfde uitvoerrestitutiebedrag wordt gegeven en indien beide producten tot dezelfde in bijlage I vastgestelde productcategorie behoren.

3.   In afwijking van lid 1 is een uitvoercertificaat ook geldig voor de uitvoer van een ander product met een productcode van twaalf cijfers dan het in vak 16 van het certificaat vermelde product, indien beide producten tot dezelfde in bijlage II vastgestelde productgroep behoren.

In dat geval wordt de toe te kennen restitutie berekend overeenkomstig artikel 4, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 612/2009.

Artikel 7

Uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de dag van afgifte ervan in de zin van artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008 tot en met:

a)

de laatste dag van de vierde maand na die van afgifte, voor producten van GN-code 0402 10;

b)

de laatste dag van de vierde maand na die van afgifte, voor producten van GN-code 0405;

c)

de laatste dag van de vierde maand na die van afgifte, voor producten van GN-code 0406;

d)

de laatste dag van de vierde maand na die van afgifte, voor de overige in deel XVI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde producten;

e)

de datum waarop moet zijn voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit een inschrijving als bedoeld in artikel 8, lid 1, van de onderhavige verordening, en uiterlijk tot en met de laatste dag van de achtste maand na die waarin het in artikel 8, lid 3, van de onderhavige verordening bedoelde definitieve certificaat is afgegeven.

Artikel 8

1.   In het kader van een in een derde land gehouden inschrijving door een overheidsinstelling of een publiekrechtelijke instelling zoals bedoeld in artikel 47, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008, met uitzondering van inschrijvingen voor producten van GN-code 0406, kunnen de marktdeelnemers een voorlopig uitvoercertificaat aanvragen voor de hoeveelheid waarop hun offerte betrekking heeft, mits zij een zekerheid stellen.

De zekerheid voor voorlopige certificaten bedraagt 75 % van het bedrag dat overeenkomstig artikel 9 van de onderhavige verordening is berekend, met een minimum van 5 euro per 100 kg.

De marktdeelnemer levert het bewijs dat de instelling die de inschrijving houdt, een overheidsinstelling of een publiekrechtelijke instelling is.

2.   De voorlopige certificaten worden afgegeven op de vijfde werkdag na die waarop de aanvraag is ingediend, voor zover geen bijzondere maatregelen als bedoeld in artikel 10, lid 2, zijn genomen.

3.   In afwijking van artikel 47, lid 5, van Verordening (EG) nr. 376/2008 is de termijn voor de in dat artikel bedoelde mededeling 60 dagen.

Voordat deze termijn is verstreken, vraagt de marktdeelnemer het definitieve uitvoercertificaat aan, dat hem wordt afgegeven tegen overlegging van het bewijs dat de betrokken levering aan hem is gegund.

Tegen overlegging van een bewijs dat de offerte is afgewezen of dat de levering is gegund voor een kleinere hoeveelheid dan die welke in het voorlopige certificaat is vermeld, wordt de zekerheid naargelang van het geval geheel of gedeeltelijk vrijgegeven.

4.   De in de leden 2 en 3 bedoelde certificaataanvragen worden ingediend overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 376/2008.

5.   De bepalingen van dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 10, zijn van toepassing op de definitieve uitvoercertificaten.

6.   Voor de overeenkomstig dit artikel afgegeven certificaten is het in artikel 4, lid 3, bedoelde land van bestemming een verplichte bestemming als bedoeld in artikel 26, lid 5, van Verordening (EG) nr. 612/2009.

Artikel 9

De in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde zekerheid is gelijk aan het hierna vermelde percentage van het restitutiebedrag voor de betrokken productcode dat geldt op de dag van indiening van de uitvoercertificaataanvraag:

a)

15 % voor producten van GN-code 0405;

b)

15 % voor producten van GN-code 0402 10;

c)

15 % voor producten van GN-code 0406;

d)

15 % voor de andere in deel XVI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 vermelde producten.

Het bedrag van de zekerheid mag echter niet minder bedragen dan 5 euro per 100 kg.

Behalve voor zuivelproducten met toegevoegde suiker, is het in de eerste alinea bedoelde restitutiebedrag het bedrag zoals dit is berekend voor de totale hoeveelheid van het betrokken product.

Voor zuivelproducten met toegevoegde suiker wordt het in de eerste alinea bedoelde restitutiebedrag berekend door de totale hoeveelheid van het betrokken volledige product te vermenigvuldigen met de per kilogram zuivelproduct geldende restitutie.

Artikel 10

1.   Uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie worden afgegeven op de vijfde werkdag na die waarop de aanvraag is ingediend, mits de hoeveelheden waarvoor de certificaten zijn aangevraagd, zijn meegedeeld overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 562/2005 van de Commissie (16) en mits geen maatregelen als bedoeld in lid 2, onder a) en b), van het onderhavige artikel zijn genomen.

2.   Als de afgifte van uitvoercertificaten ertoe zou leiden of dreigen te leiden dat de beschikbare begrotingsmiddelen worden overschreden of dat, in de betrokken periode van twaalf maanden of in een overeenkomstig artikel 11 van de onderhavige verordening vast te stellen kortere periode, de maximumhoeveelheden die met restitutie kunnen worden uitgevoerd, volledig worden opgebruikt, rekening houdend met artikel 169 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, dan wel tot gevolg zou hebben dat de continuïteit van de uitvoer in het resterende deel van de betrokken periode niet meer kan worden gegarandeerd, kan de Commissie zonder raadpleging van het in artikel 195, lid 1, van die verordening bedoelde Comité:

a)

op de gevraagde hoeveelheden een toewijzingscoëfficiënt toepassen;

b)

de in behandeling zijnde aanvragen waarvoor de uitvoercertificaten nog niet zijn afgegeven, volledig of gedeeltelijk afwijzen;

c)

de indiening van certificaataanvragen gedurende ten hoogste vijf werkdagen schorsen; de schorsing kan worden verlengd volgens de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure.

Indien de in de eerste alinea, onder a), bedoelde coëfficiënt lager is dan 0,4, kan de aanvrager binnen drie werkdagen na de dag waarop het besluit tot vaststelling van de coëfficiënt is bekendgemaakt, verzoeken zijn certificaataanvraag te annuleren en de zekerheid vrij te geven.

In het in de eerste alinea, onder c), bedoelde geval zijn de tijdens de schorsingsperiode ingediende certificaataanvragen niet ontvankelijk.

De in de eerste alinea bedoelde maatregelen kunnen worden vastgesteld per of gedifferentieerd naar productcategorie, bestemming of groep van bestemmingen.

Bij de toepassing van de eerste alinea wordt voor het betrokken product rekening gehouden met de seizoengebonden spreiding van het handelsverkeer, met de marktsituatie en vooral met de ontwikkeling van de marktprijzen en de daaruit voortvloeiende uitvoervoorwaarden.

3.   De in lid 2 bedoelde maatregelen kunnen ook worden vastgesteld wanneer de uitvoercertificaataanvragen betrekking hebben op hoeveelheden die de normaal beschikbare hoeveelheden voor een bestemming of een groep bestemmingen overschrijden of dreigen te overschrijden, en wanneer afgifte van de gevraagde certificaten een risico inhoudt van speculatie, vervalsing van de concurrentie tussen de marktdeelnemers, dan wel verstoring van het betrokken handelsverkeer of van de communautaire markt.

4.   Indien certificaataanvragen worden geweigerd of de gevraagde hoeveelheden worden verminderd, wordt de zekerheid onmiddellijk vrijgegeven voor de hoeveelheid waarvoor niet op de aanvraag wordt ingegaan.

Artikel 11

Wanneer de totale hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd, zodanig zijn dat de maximumhoeveelheden die gedurende de betrokken periode van twaalf maanden met restitutie kunnen worden uitgevoerd, voortijdig dreigen te worden opgebruikt, kan volgens de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure worden besloten die maximumhoeveelheden over nader te bepalen perioden te spreiden.

Artikel 12

Indien de uitgevoerde hoeveelheid groter is dan de in het certificaat vermelde hoeveelheid, geeft het teveel geen recht op betaling van de restitutie.

Hiertoe wordt in vak 22 van het certificaat de volgende vermelding aangebracht: „Betaling van de restitutie beperkt tot de in de vakken 17 en 18 vermelde hoeveelheid”.

Artikel 13

Artikel 10 geldt niet voor de afgifte van de uitvoercertificaten die worden aangevraagd voor voedselhulpleveranties als bedoeld in artikel 10, lid 4, van de overeenkomst inzake de landbouw.

Artikel 14

1.   Voor zuivelproducten met toegevoegde suiker is de toe te kennen restitutie gelijk aan de som van de volgende elementen:

a)

een element om rekening te houden met de hoeveelheid zuivelproducten;

b)

een element om, tot een maximum van 43 gewichtspercenten van het volledige product, rekening te houden met de hoeveelheid toegevoegde sacharose.

2.   Het in lid 1, onder a), bedoelde element wordt berekend door het vaste bedrag van de restitutie te vermenigvuldigen met het procentuele gehalte aan zuivelproducten van het volledige product.

3.   Het in lid 1, onder b), bedoelde element wordt berekend door het sacharosegehalte van het volledige product, tot een maximum van 43 %, te vermenigvuldigen met het basisbedrag van de restitutie dat voor de in bijlage I, deel III, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde producten, geldt op de dag waarop het certificaat wordt aangevraagd.

Artikel 15

1.   De in artikel 12, lid 5, onder c), van Verordening (EG) nr. 612/2009 bedoelde aanvragen om uitvoercertificaten voor producten van de sector melk en zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van producten van GN-code 0406 30, gaan vergezeld van een kopie van de machtiging om van de betrokken douaneregeling gebruik te maken.

2.   In vak 20 van de certificaataanvragen en van de certificaten voor de uitvoer van de in lid 1 bedoelde melk en zuivelproducten wordt verwezen naar dit artikel.

3.   De lidstaten nemen in het kader van de in lid 1 bedoelde douaneregeling de nodige maatregelen voor de bepaling van en de controle op kwaliteit en hoeveelheid van de in dat lid bedoelde producten waarvoor een restitutie is aangevraagd, alsmede voor de toepassing van de geldende bepalingen betreffende het recht op de restitutie.

HOOFDSTUK III

SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN

AFDELING 1

Uitvoer naar Canada

Artikel 16

1.   Voor de uitvoer van kaas naar Canada in het kader van het contingent als bedoeld in de tussen de Europese Gemeenschap en Canada gesloten overeenkomst, die is goedgekeurd bij Besluit 95/591/EG, moet een uitvoercertificaat worden overgelegd.

2.   Een certificaataanvraag kan slechts in aanmerking worden genomen indien de aanvrager:

a)

schriftelijk verklaart dat alle onder hoofdstuk 4 van de gecombineerde nomenclatuur vallende grondstoffen die zijn gebruikt voor de vervaardiging van de producten waarvoor de aanvraag wordt gedaan, volledig in de Gemeenschap zijn verkregen;

b)

zich er schriftelijk toe verbindt om op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle aanvullende bewijzen te verstrekken die deze autoriteiten met het oog op de afgifte van het certificaat nodig achten, en om in voorkomend geval in te stemmen met elke controle door deze autoriteiten van de boekhouding betreffende en de omstandigheden bij de vervaardiging van de betrokken producten.

Artikel 17

In de certificaataanvraag en het certificaat worden de volgende gegevens opgenomen:

a)

in vak 7, de vermelding „CANADA — CA”;

b)

in vak 15, de omschrijving volgens de gecombineerde nomenclatuur op het niveau van zes cijfers voor de producten van de GN-codes 0406 10, 0406 20, 0406 30 en 0406 40 en op het niveau van acht cijfers voor de producten van GN-code 0406 90. In vak 15 van de certificaataanvraag en het certificaat mogen niet meer dan zes aldus omschreven producten worden opgenomen;

c)

in vak 16, de GN-code van acht cijfers, alsmede het in kg uitgedrukte gewicht voor elk in vak 15 vermeld product. Het certificaat is slechts voor de aldus aangegeven producten en hoeveelheden geldig;

d)

in de vakken 17 en 18, de in vak 16 bedoelde totale hoeveelheid producten;

e)

in vak 20, naargelang van het geval, één van de volgende vermeldingen:

„Kaas bestemd om rechtstreeks naar Canada te worden uitgevoerd. Artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1187/2009. Contingent voor (het jaar) …”,

„Kaas bestemd om rechtstreeks/via New York naar Canada te worden uitgevoerd. Artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1187/2009. Contingent voor (het jaar) …”.

Wordt de kaas naar Canada vervoerd via derde landen, dan moeten deze landen in plaats van of samen met New York worden vermeld;

f)

in vak 22, de vermelding „zonder uitvoerrestitutie”.

Artikel 18

1.   Het certificaat wordt onmiddellijk na de indiening van een ontvankelijke aanvraag afgegeven. Op verzoek van de aanvrager wordt een gewaarmerkte kopie van het certificaat afgegeven.

2.   Het certificaat is geldig vanaf de dag van de afgifte ervan in de zin van artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008, tot en met 31 december volgende op de afgiftedatum.

Van 20 tot en met 31 december afgegeven certificaten zijn echter geldig van 1 januari tot en met 31 december van het daaropvolgende jaar. In dat geval moet dat volgende jaar overeenkomstig artikel 17, onder e), van de onderhavige verordening in vak 20 van de certificaataanvraag en het certificaat worden vermeld.

Artikel 19

1.   Een uitvoercertificaat dat overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 376/2008 voor afschrijving en visering aan de bevoegde autoriteit wordt voorgelegd, kan voor slechts één enkele uitvoeraangifte worden gebruikt. Zodra de uitvoeraangifte is overgelegd, is het certificaat volledig gebruikt.

2.   De titularis van het uitvoercertificaat zorgt ervoor dat een gewaarmerkte kopie van het uitvoercertificaat aan de bevoegde Canadese autoriteit wordt voorgelegd bij het aanvragen van de invoervergunning.

3.   In afwijking van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 376/2008 kunnen de certificaten niet worden overgedragen.

Artikel 20

Het bepaalde in hoofdstuk II is niet van toepassing.

AFDELING 2

Uitvoer naar de Verenigde Staten

Artikel 21

Volgens de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure kan worden besloten producten van GN-code 0406 naar de Verenigde Staten te exporteren in het kader van de volgende contingenten:

a)

het uit de overeenkomst inzake de landbouw voortvloeiende extra contingent;

b)

de tariefcontingenten die oorspronkelijk uit de Tokioronde voortvloeiden en die door de Verenigde Staten in lijst XX van de Uruguayronde aan Oostenrijk, Finland en Zweden zijn toegekend;

c)

de tariefcontingenten die oorspronkelijk uit de Uruguayronde voortvloeiden en die door de Verenigde Staten in lijst XX van de Uruguayronde aan Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije zijn toegekend.

Artikel 22

1.   Bij elke uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten in het kader van de in artikel 21 bedoelde contingenten wordt overeenkomstig deze afdeling een uitvoercertificaat overgelegd.

In vak 16 van de uitvoercertificaataanvragen en van de certificaten wordt de productcode van acht cijfers van de gecombineerde nomenclatuur vermeld. Het certificaat is echter ook geldig voor alle andere onder GN-code 0406 vallende codes.

2.   Marktdeelnemers kunnen binnen een in het in artikel 21 bedoelde besluit vast te stellen termijn een uitvoercertificaat aanvragen voor de uitvoer van de in dat artikel bedoelde producten in het daaropvolgende kalenderjaar, mits zij overeenkomstig artikel 9 een zekerheid stellen.

3.   Aanvragers van uitvoercertificaten voor de productgroepen en de contingenten die in het in artikel 21 bedoelde besluit worden aangeduid als 16-, 22-Tokio, 16-, 17-, 18-, 20-, 21- en 22-Uruguay, 25-Tokio en 25-Uruguay, moeten het bewijs leveren dat zij de producten van het betrokken contingent in ten minste één van de drie voorafgaande jaren hebben uitgevoerd naar de Verenigde Staten en dat hun aangewezen importeur een dochterbedrijf van de aanvrager is.

Het in de eerste alinea bedoelde bewijs van handel wordt geleverd overeenkomstig artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (17).

4.   Aanvragers van uitvoercertificaten moeten in hun aanvragen de volgende gegevens vermelden:

a)

de omschrijving van de groep onder het Amerikaanse contingent vallende producten volgens de aanvullende aantekeningen 16 tot en met 23 en 25 bij hoofdstuk 4 van het Harmonized Tariff Schedule of the United States;

b)

de omschrijving van de producten volgens het Harmonized Tariff Schedule of the United States;

c)

de naam en het adres van de door de aanvrager aangewezen importeur in de Verenigde Staten.

5.   Aanvragen voor uitvoercertificaten gaan vergezeld van een verklaring van de aangewezen importeur dat hij voldoet aan de voorwaarden die in de Verenigde Staten gelden voor de afgifte van invoercertificaten voor de in artikel 21 bedoelde producten.

Artikel 23

1.   Wanneer de aanvragen voor uitvoercertificaten voor een productgroep of een contingent als bedoeld in artikel 21 de voor het betrokken jaar beschikbare hoeveelheid overtreffen, past de Commissie een uniforme toewijzingscoëfficiënt toe op de hoeveelheden waarvoor een aanvraag is ingediend.

De hoeveelheid die voortvloeit uit de toepassing van de coëfficiënt, wordt afgerond op de naastgelegen lagere kilogram.

Voor de afgewezen aanvragen of voor de hoeveelheden boven die welke zijn toegewezen, wordt de zekerheid in haar geheel dan wel gedeeltelijk vrijgegeven.

2.   Wanneer de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt tot gevolg zou hebben dat certificaten worden toegewezen voor minder dan 10 ton per aanvraag, wijst de betrokken lidstaat de desbetreffende beschikbare hoeveelheden per contingent toe door loting. De lidstaat verloot certificaten voor 10 ton elk onder de aanvragers aan wie als gevolg van de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt minder dan 10 ton zou zijn toegewezen.

Wanneer bij de bepaling van de te verloten kavels van 10 ton, hoeveelheden van minder dan 10 ton resteren, worden deze hoeveelheden gelijkelijk over die kavels verdeeld voordat de loting plaatsvindt.

Wanneer de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt tot gevolg zou hebben dat een hoeveelheid van minder dan 10 ton resteert, wordt die hoeveelheid als een enkele kavel beschouwd.

De zekerheid voor de aanvragen waaraan bij de toewijzing door loting geen certificaten toevallen, wordt onmiddellijk vrijgegeven.

3.   Wanneer certificaten worden aangevraagd voor hoeveelheden producten die de in artikel 21 bedoelde contingenten voor het betrokken jaar niet overschrijden, kan de Commissie door toepassing van een toewijzingscoëfficiënt de resterende hoeveelheden aan de aanvragers toewijzen in verhouding tot de ingediende aanvragen.

In dat geval moeten de marktdeelnemers de bevoegde autoriteit binnen een week na de bekendmaking van de aangepaste toewijzingscoëfficiënt in kennis stellen van de extra hoeveelheid die zij aanvaarden, en wordt de gestelde zekerheid dienovereenkomstig verhoogd.

Artikel 24

1.   De Commissie deelt de namen van de in artikel 22, lid 4, onder c), bedoelde aangewezen importeurs mee aan de autoriteiten van de Verenigde Staten.

2.   Wanneer onder omstandigheden die geen reden geven tot twijfel over de goede trouw waarmee de marktdeelnemer de in artikel 22, lid 5, bedoelde verklaring heeft ingediend, geen invoercertificaat voor de betrokken hoeveelheden wordt toegewezen aan de aangewezen importeur, kan de lidstaat de marktdeelnemer toestemming geven om een andere importeur aan te wijzen, op voorwaarde dat deze laatste voorkomt in de lijst die overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel is meegedeeld aan de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten.

De lidstaat stelt de Commissie zo spoedig mogelijk van de wijziging van de aangewezen importeur in kennis en de Commissie geeft deze informatie door aan de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten.

Artikel 25

Uitvoercertificaten worden afgegeven uiterlijk op 15 december van het jaar dat voorafgaat aan het contingentjaar voor de hoeveelheden waarvoor de certificaten worden toegewezen.

De certificaten zijn geldig van 1 januari tot en met 31 december van het contingentjaar.

In vak 20 van de certificaataanvragen en van de certificaten wordt de volgende vermelding aangebracht:

„Uit te voeren naar de Verenigde Staten van Amerika: Contingent voor (het jaar) … — hoofdstuk III, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 1187/2009”.

De overeenkomstig dit artikel afgegeven certificaten zijn uitsluitend voor de in artikel 21 bedoelde uitvoer geldig.

De zekerheden voor de uitvoercertificaten worden vrijgegeven na gelijktijdige overlegging van het in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde bewijs en het in artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 612/2009 bedoelde vervoersdocument waarin de Verenigde Staten als bestemming worden vermeld.

Artikel 26

De bepalingen van hoofdstuk II zijn van toepassing, met uitzondering van de artikelen 7 en 10.

AFDELING 3

Uitvoer naar de Dominicaanse Republiek

Artikel 27

1.   Voor de uitvoer naar de Dominicaanse Republiek van melkpoeder binnen het contingent dat is vastgesteld bij aanhangsel 2 van bijlage III bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, moet aan de bevoegde autoriteiten van de Dominicaanse Republiek een gewaarmerkte kopie van het overeenkomstig deze afdeling afgegeven uitvoercertificaat en voor elke zending een naar behoren geviseerde kopie van de uitvoeraangifte worden voorgelegd.

2.   De uitvoercertificaten worden bij voorrang afgegeven voor melkpoeder van de volgende codes van de restitutienomenclatuur:

0402 10 11 9000,

0402 10 19 9000,

0402 21 11 9900,

0402 21 19 9900,

0402 21 91 9200,

0402 21 99 9200.

De producten moeten volledig in de Gemeenschap zijn verkregen. Op verzoek van de bevoegde autoriteiten verstrekt de aanvrager alle aanvullende bewijzen die deze autoriteiten met het oog op de afgifte van het certificaat nodig achten, en stemt hij in voorkomend geval in met elke controle door deze autoriteiten van de boekhouding betreffende en de omstandigheden bij de vervaardiging van de betrokken producten.

Artikel 28

1.   Het in artikel 27, lid 1, bedoelde contingent bedraagt 22 400 ton per op 1 juli ingaande periode van twaalf maanden. Dit contingent wordt gesplitst in twee delen:

a)

het eerste deel, dat gelijk is aan 80 % of 17 920 ton, wordt verdeeld over de exporteurs van de Gemeenschap die kunnen bewijzen dat zij in ten minste drie van de vier kalenderjaren vóór de periode voor de indiening van de aanvragen producten als bedoeld in artikel 27, lid 2, naar de Dominicaanse Republiek hebben uitgevoerd;

b)

het tweede deel, dat gelijk is aan 20 % of 4 480 ton, wordt gereserveerd voor de andere dan de onder a) bedoelde aanvragers die bij de indiening van de aanvraag kunnen bewijzen dat zij sedert ten minste twaalf maanden zuivelproducten van hoofdstuk 4 van de gecombineerde nomenclatuur met derde landen verhandelen en in het btw-register van een lidstaat zijn ingeschreven.

Het in de eerste alinea bedoelde bewijs van handel wordt geleverd overeenkomstig artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006.

2.   De aanvragen om uitvoercertificaten kunnen per aanvrager betrekking hebben op ten hoogste:

a)

voor het in lid 1, onder a), genoemde deel, een hoeveelheid die gelijk is aan 110 % van de totale hoeveelheid in artikel 27, lid 2, bedoelde producten die in één van de drie kalenderjaren vóór de periode voor de indiening van de aanvragen naar de Dominicaanse Republiek is uitgevoerd;

b)

voor het in lid 1, onder b), genoemde deel, 600 ton in totaal.

Exporteurs die in aanmerking komen voor deel a), kunnen evenwel kiezen voor deel b) in plaats van voor deel a).

Aanvragen die de onder a) en b) vastgestelde maxima overschrijden, worden afgewezen.

3.   Om in aanmerking te worden genomen, mag per productcode van de restitutienomenclatuur slechts één enkele uitvoercertificaataanvraag worden ingediend en moeten alle aanvragen terzelfder tijd bij de bevoegde autoriteit van één enkele lidstaat worden ingediend.

Uitvoercertificaataanvragen kunnen slechts in aanmerking worden genomen indien de aanvrager bij de indiening ervan:

a)

een zekerheid stelt overeenkomstig artikel 9;

b)

voor het in lid 1, onder a), genoemde deel opgave doet van de hoeveelheid in artikel 27, lid 2, bedoelde producten die hij in één van de drie kalenderjaren vóór de in lid 1, onder a), bedoelde periode naar de Dominicaanse Republiek heeft uitgevoerd, en ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat het bewijs van deze uitvoer levert. In dit verband wordt de marktdeelnemer van wie de naam in de desbetreffende uitvoeraangifte is vermeld, als de exporteur beschouwd;

c)

voor het in lid 1, onder b), genoemde deel ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat bewijst dat hij aan de daarin vastgestelde voorwaarden voldoet.

Artikel 29

De periode voor de indiening van de certificaataanvragen loopt van 1 tot en met 10 april van elk jaar voor het contingent dat geldt voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar.

Voor de toepassing van artikel 4, lid 1, worden alle aanvragen die binnen de vastgestelde termijn zijn ingediend, beschouwd als aanvragen die zijn ingediend op de eerste dag van de periode voor de indiening van de certificaataanvragen.

Artikel 30

In de certificaataanvragen en de certificaten zelf worden de volgende gegevens opgenomen:

a)

in vak 7, de vermelding „Dominicaanse Republiek — DO”;

b)

in de vakken 17 en 18, de hoeveelheid waarop de aanvraag of het certificaat betrekking heeft;

c)

in vak 20, een van de in bijlage III opgenomen vermeldingen.

De overeenkomstig deze afdeling afgegeven certificaten verplichten tot uitvoer naar de Dominicaanse Republiek.

Artikel 31

1.   De lidstaten doen uiterlijk op de vijfde werkdag na de periode voor de indiening van de certificaataanvragen, met gebruikmaking van een formulier volgens het model in bijlage IV, aan de Commissie een mededeling toekomen waarin voor elk van de twee delen van het contingent per productcode van de restitutienomenclatuur is vermeld voor welke hoeveelheden certificaten zijn aangevraagd, of in voorkomend geval is aangegeven dat geen aanvragen zijn ontvangen.

Voordat de certificaten worden afgegeven, verifiëren de lidstaten in het bijzonder de in de artikel 27, lid 2, en in artikel 28, leden 1 en 2, bedoelde gegevens.

Indien wordt geconstateerd dat onjuiste gegevens zijn verstrekt door een marktdeelnemer aan wie een certificaat is afgegeven, wordt het certificaat geannuleerd en wordt de zekerheid verbeurd.

2.   De Commissie beslist zo spoedig mogelijk in hoeverre voor de aangevraagde hoeveelheden certificaten kunnen worden afgegeven, en stelt de lidstaten daarvan in kennis.

Indien voor elk van de twee delen van het contingent het totaal van de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd, groter is dan de in artikel 28, lid 1, vastgestelde hoeveelheid, stelt de Commissie voor dat deel een toewijzingscoëfficiënt vast. De hoeveelheid die voortvloeit uit de toepassing van de coëfficiënt, wordt afgerond op de naastgelegen lagere kilogram.

Indien de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt voor een aanvrager tot een hoeveelheid van minder dan 20 ton leidt, kan deze aanvrager zijn certificaataanvraag intrekken. In dat geval stelt hij de bevoegde autoriteit daarvan in kennis binnen drie werkdagen na de bekendmaking van de beslissing van de Commissie. De betrokken zekerheid wordt onmiddellijk vrijgegeven. Binnen acht werkdagen na de bekendmaking van de beslissing van de Commissie deelt de bevoegde autoriteit aan de Commissie de hoeveelheden mee waarvoor de aanvragers hun aanvraag hebben ingetrokken en de zekerheid is vrijgegeven.

Indien de totale hoeveelheid waarop de certificaataanvragen betrekking hebben, kleiner is dan de hoeveelheid die voor de betrokken periode beschikbaar is, wijst de Commissie de resterende hoeveelheid toe op basis van objectieve criteria, waarbij zij met name rekening houdt met de certificaataanvragen voor alle producten van de GN-codes 0402 10, 0402 21 en 0402 29.

Artikel 32

1.   De certificaten worden op zijn vroegst op 1 juni en uiterlijk op 15 februari van het volgende jaar op verzoek van de marktdeelnemer afgegeven. Zij worden uitsluitend afgegeven aan marktdeelnemers van wie de certificaataanvragen overeenkomstig artikel 31, lid 1, zijn meegedeeld.

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk eind februari, met gebruikmaking van een formulier volgens het model in bijlage V, voor elk van de twee delen van het contingent mee voor welke hoeveelheden geen enkel certificaat is afgegeven.

2.   Overeenkomstig deze afdeling afgegeven uitvoercertificaten zijn geldig met ingang van de dag van daadwerkelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 tot en met 30 juni van het contingentjaar waarvoor het certificaat is aangevraagd.

3.   De zekerheid wordt slechts vrijgegeven in de volgende gevallen:

a)

na gelijktijdige overlegging van het in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde bewijs en het in artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 612/2009 bedoelde vervoersdocument waarin de Dominicaanse Republiek als bestemming wordt vermeld;

b)

voor de gevraagde hoeveelheden waarvoor geen certificaat kon worden afgegeven.

De zekerheid voor de niet-uitgevoerde hoeveelheid wordt verbeurd.

4.   In afwijking van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 376/2008 kunnen de certificaten niet worden overgedragen.

5.   Uiterlijk op 31 augustus doet de bevoegde autoriteit van de lidstaat, met gebruikmaking van een formulier volgens het model in bijlage VI, voor de in artikel 28, lid 1, bedoelde voorafgaande periode van twaalf maanden aan de Commissie opgave van de volgende hoeveelheden, uitgesplitst naar productcode van de restitutienomenclatuur:

de hoeveelheid die is toegewezen,

de hoeveelheid waarvoor certificaten zijn afgegeven,

de hoeveelheid die is uitgevoerd.

Artikel 33

1.   De bepalingen van hoofdstuk II zijn van toepassing, met uitzondering van de artikelen 7, 9 en 10.

2.   De in deze afdeling bedoelde mededelingen van de lidstaten worden langs elektronische weg gedaan overeenkomstig de daartoe door de Commissie aan de lidstaten gegeven instructies.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 34

1.   Verordening (EG) nr. 1282/2006 wordt ingetrokken.

Zij blijft evenwel van toepassing op vóór 1 januari 2010 aangevraagde uitvoercertificaten.

2.   Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 1282/2006 gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de in bijlage VIII opgenomen concordantietabel.

Artikel 35

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing op uitvoercertificaten die worden aangevraagd met ingang van 1 januari 2010.

Indien een belanghebbende marktdeelnemer vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening en vóór 1 mei 2010 een verzoek daartoe indient, is artikel 6 van toepassing op sinds 30 januari 2009 afgegeven certificaten.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 november 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 234 van 29.8.2006, blz. 4.

(3)  Zie bijlage VII.

(4)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.

(5)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1.

(6)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.

(7)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(8)  PB L 186 van 17.7.2009, blz. 1.

(9)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(10)  PB L 334 van 30.12.1995, blz. 33.

(11)  PB L 334 van 30.12.1995, blz. 25.

(12)  PB L 289 van 30.10.2008, blz. 3.

(13)  PB L 289 van 30.10.2008, blz. 1.

(14)  PB L 168 van 28.6.2008, blz. 20.

(15)  PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19.

(16)  PB L 95 van 14.4.2005, blz. 11.

(17)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE I

Productcategorieën als bedoeld in artikel 5, lid 1

Nummer

Omschrijving

GN-code

I

Boter, andere van melk afkomstige vetstoffen en zuivelpasta’s

0405 10

0405 20 90

0405 90

II

Mageremelkpoeder

0402 10

III

Kaas en wrongel

0406

IV

Andere zuivelproducten

0401

0402 21

0402 29

0402 91

0402 99

0403 10 11 tot en met 0403 10 39

0403 90 11 tot en met 0403 90 69

0404 90

2309 10 15

2309 10 19

2309 10 39

2309 10 59

2309 10 70

2309 90 35

2309 90 39

2309 90 49

2309 90 59

2309 90 70


BIJLAGE II

Productgroepen als bedoeld in artikel 5, lid 2

Nummer

GN-code

1

0401 30

2

0402 21

0402 29

3

0402 91

0402 99

4

0403 90

5

0404 90

6

0405

7

0406 10

8

0406 20

9

0406 30

10

0406 40

11

0406 90


BIJLAGE III

In artikel 30, onder c), bedoelde vermeldingen

—   in het Bulgaars: Глава III, раздел 3 от Регламент (ЕО) № 1187/2009:

тарифна квота за периода 1.7… г. — 30.6… г., за мляко на прах, съгласно допълнение II към приложение III към Споразумението за икономическо партньорство между държавите от КАРИФОРУМ, от една страна, и Европейската общност и нейните държави-членки, от друга страна, чието подписване и временно прилагане е одобрено с Решение 2008/805/ЕО на Съвета.]

—   in het Spaans: Capítulo III, sección 3, del Reglamento (CE) no 1187/2009:

contingente arancelario de leche en polvo del año 1.7.…-30.6.…, con arreglo al apéndice 2 del anexo III del Acuerdo de Asociación Económica entre los Estados del CARIFORUM, por una parte, y la Comunidad Europea y sus Estados miembros, por otra, cuya firma y aplicación provisional han sido aprobadas mediante la Decisión 2008/805/CE del Consejo.

—   in het Tsjechisch: kapitola III oddíl 3 nařízení (ES) č. 1187/2009:

celní kvóta na období od 1. 7. … do 30. 6. … pro sušené mléko podle dodatku 2 přílohy III Dohody o hospodářském partnerství mezi státy CARIFORA na jedné straně a Evropským společenstvím a jeho členskými státy na straně druhé, jejíž podpis a prozatímní uplatňování byly schváleny rozhodnutím Rady 2008/805/ES.

—   in het Deens: Kapitel III, afdeling 3, i forordning (EF) nr. 1187/2009:

toldkontingent for 1.7…-30.6… for mælkepulver i overensstemmelse med bilag III, tillæg 2, til den økonomiske partnerskabsaftale mellem Cariforumlandene på den ene side og Det Europæiske Fællesskab og dets medlemsstater på den anden side, hvis undertegnelse og midlertidige anvendelse blev godkendt ved Rådets afgørelse 2008/805/EF.

—   in het Duits: Kapitel III Abschnitt 3 der Verordnung (EG) Nr. 1187/2009:

Milchpulverkontingent für den Zeitraum 1.7.…—30.6.… gemäß Anhang III Anlage 2 des Wirtschaftspartnerschaftsabkommens zwischen den CARIFORUM-Staaten einerseits und der Europäischen Gemeinschaft und ihren Mitgliedstaaten andererseits, dessen Unterzeichnung und vorläufige Anwendung mit dem Beschluss 2008/805/EG des Rates genehmigt wurde.

—   in het Ests: määruse (EÜ) nr 1187/2009 III peatüki 3. jagu:

ühelt poolt CARIFORUMi riikide ning teiselt poolt Euroopa Ühenduse ja selle liikmesriikide vahelise majanduspartnerluslepingu (mille allakirjutamine ja esialgne kohaldamine on heaks kiidetud nõukogu otsusega 2008/805/EÜ) III lisa 2. liites on sätestatud piimapulbri tariifikvoot ajavahemikuks 1.7…–30.6….

—   in het Grieks: κεφάλαιο III, τμήμα 3 του κανονισμού (EΚ) αριθ. 1187/2009:

δασμολογική ποσόστωση 1.7…-30.6…, για το γάλα σε σκόνη σύμφωνα με το προσάρτημα 2 του παραρτήματος III της συμφωνίας οικονομικής εταιρικής σχέσης μεταξύ των κρατών CARIFORUM, αφενός, και της Ευρωπαϊκής Κοινότητας και των κρατών μελών της, αφετέρου, της οποίας η υπογραφή και η προσωρινή εφαρμογή εγκρίθηκε με την απόφαση 2008/805/EΚ του Συμβουλίου.

—   in het Engels: Chapter III, Section 3 of Regulation (EC) No 1187/2009:

tariff quota for 1.7…-30.6…, for milk powder according to Appendix 2 of Annex III to the Economic Partnership Agreement between the CARIFORUM States, of the one part, and the European Community and its Member States, of the other part, the signature and provisional application of which has been approved by Council Decision 2008/805/EC.

—   in het Frans: Chapitre III, Section 3, du règlement (CE) no 1187/2009:

contingent tarifaire pour la période du 1.7… au 30.6…, pour le lait en poudre conformément à l'appendice 2 de l'annexe III de l'accord de partenariat économique entre les États du Cariforum, d'une part, et la Communauté européenne et ses États membres, d'autre part, dont la signature et l'application provisoire ont été approuvées par la décision 2008/805/CE du Conseil.

—   in het Italiaans: capo III, sezione 3 del regolamento (CE) n. 1187/2009:

contingente tariffario per l'anno 1.7…-30.6…, per il latte in polvere ai sensi dell'appendice 2 dell'allegato III dell’accordo di partenariato economico tra gli Stati del CARIFORUM, da una parte, e la Comunità europea e i suoi Stati membri, dall’altra, la cui firma e la cui applicazione provvisoria sono state approvate con decisione 2008/805/CE del Consiglio.

—   in het Lets: Regulas (EK) Nr. 1187/2009 III nodaļas 3. iedaļā –

Tarifa kvota no 1. jūlija līdz 30. jūnijam piena pulverim saskaņā ar III pielikuma 2. papildinājumu Ekonomiskās partnerattiecību nolīgumā starp CARIFORUM valstīm no vienas puses un Eiropas Kopienu un tās dalībvalstīm no otras puses, kura parakstīšana un provizoriska piemērošana apstiprināta ar Padomes Lēmumu 2008/805/EK.

—   in het Litouws: Reglamento (EB) Nr. 1187/2009 III skyriaus 3 skirsnyje:

tarifinė kvota nuo … metų liepos 1 dienos iki … metų birželio 30 dienos pieno milteliams, numatyta CARIFORUM valstybių ir Europos bendrijos bei jos valstybių narių Ekonominės partnerystės susitarimo, kurio pasirašymas ir laikinas taikymas patvirtinti Tarybos sprendimu 2008/805/EB, III priedo 2 priedėlyje.

—   in het Hongaars: Az 1187/2009/EK rendelet III. fejezetének 3. szakasza:

az egyrészről a CARIFORUM-államok másrészről az Európai Közösség és tagállamai közötti gazdasági partnerségi megállapodás – amelynek aláírását és ideiglenes alkalmazását a 2008/805/EK tanácsi határozat hagyta jóvá – III. mellékletének 2. függeléke szerinti tejporra […] július 1-től […] június 30-ig vonatkozó vámkontingens.

—   in het Maltees: Il-Kaptiolu III, it-Taqsima 3 tar-Regolament (KE) Nru 1187/2009:

kwota tariffarja għal 1.7…-30.6…, għat-trab tal-ħalib skont l-Appendiċi 2 tal-Anness III għall-Ftehim ta’ Sħubija Ekonomika bejn l-Istati CARIFORUM, minn naħa waħda, u l-Komunità Ewropea u l-Istati Membri tagħha, min-naħa l-oħra, li l-iffirmar u l-applikazzjoni provviżorja tiegħu kienu approvati bid-Deċiżjoni tal-Kunsill 2008/805/KE.

—   in het Nederlands: hoofdstuk III, afdeling 3 van Verordening (EG) nr. 1187/2009:

tariefcontingent melkpoeder voor het jaar van 1.7.… t/m 30.6.… overeenkomstig aanhangsel 2 van bijlage III bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, waarvan de ondertekening en de voorlopige toepassing zijn goedgekeurd bij Besluit 2008/805/EG van de Raad.

—   in het Pools: rozdział III sekcja 3 rozporządzenia (WE) nr 1187/2009:

kontyngent taryfowy na okres od 1.7.… do 30.6.… na mleko w proszku zgodnie z dodatkiem 2 do załącznika III do Umowy o partnerstwie gospodarczym między państwami CARIFORUM z jednej strony, a Wspólnotą Europejską i jej państwami członkowskimi z drugiej strony, której podpisanie i tymczasowe stosowanie zostało zatwierdzone decyzją Rady 2008/805/WE.

—   in het Portugees: Secção 3 do capítulo III do Regulamento (CE) n.o 1187/2009:

Contingente pautal de leite em pó do ano 1.7.…-30.6.…, ao abrigo do apêndice 2 do anexo III do Acordo de Parceria Económica entre os Estados do Cariforum, por um lado, e a Comunidade Europeia e os seus Estados-Membros, por outro, cuja assinatura e aplicação a título provisório foram aprovadas pela Decisão 2008/805/CE do Conselho.

—   in het Roemeens: capitolul III secțiunea 3 din Regulamentul (CE) nr. 1187/2009:

contingent tarifar pentru anul 1.7…-30.6…, pentru lapte praf în conformitate cu apendicele 2 din anexa III la Acordul de parteneriat economic între statele CARIFORUM, pe de o parte, și Comunitatea Europeană și statele membre ale acesteia, pe de altă parte, ale cărui semnare și aplicare provizorie au fost aprobate prin Decizia 2008/805/CE a Consiliului.

—   in het Slowaaks: kapitola III oddiel 3 nariadenia (ES) č. 1187/2009:

colná kvóta na obdobie od 1. júla … do 30. júna … na sušené mlieko podľa dodatku 2 k prílohe III k Dohode o hospodárskom partnerstve medzi štátmi CARIFORUM-u na jednej strane a Európskym spoločenstvom a jeho členskými štátmi na druhej strane, ktorej podpísanie a predbežné vykonávanie sa schválilo rozhodnutím Rady 2008/805/ES.

—   in het Sloveens: poglavje III, oddelek 3 Uredbe (ES) št. 1187/2009:

Tarifna kvota za obdobje 1.7…–30.6… za mleko v prahu v skladu z Dodatkom 2 k Prilogi III k Sporazumu o gospodarskem partnerstvu med državami CARIFORUMA na eni strani ter Evropsko skupnostjo in njenimi državami članicami na drugi strani, katerega podpis in začasno uporabo je Svet odobril s Sklepom 2008/805/ES.

—   in het Fins: asetuksen (EY) N:o 1187/2009 III luvun 3 jaksossa:

Euroopan yhteisön ja sen jäsenvaltioiden sekä CARIFORUM-valtioiden talouskumppanuussopimuksen, jonka allekirjoittaminen ja väliaikainen soveltaminen on hyväksytty neuvoston päätöksellä 2008/805/EY, liitteessä III olevan lisäyksen 2 mukainen maitojauheen tariffikiintiö 1.7…–30.6… välisenä aikana.

—   in het Zweeds: Kapitel III, avsnitt 3 i förordning (EG) nr 1187/2009:

tullkvot för 1.7…–30.6… för mjölkpulver enligt tillägg 2 till bilaga III till avtalet om ekonomiskt partnerskap mellan Cariforum-staterna, å ena sidan, och Europeiska gemenskapen och dess medlemsstater, å andra sidan, vars undertecknande och provisoriska tillämpning godkändes genom rådets beslut 2008/805/EG.


BIJLAGE IV

DOMINICAANSE REPUBLIEK

Op grond van artikel 31, lid 1, te verstrekken gegevens

Lidstaat:

Gegevens voor de periode van 1 juli … tot en met 30 juni …

Contingent als bedoeld in artikel 28, lid 1, onder a)

Naam/Adres van de aanvrager

Referentiegegevens uitvoer naar de Dominicaanse Republiek

Aanvragen

(1)

Productcode van de restitutienomenclatuur

Uitgevoerde hoeveelheden

(ton)

Jaar van uitvoer

Productcode van de restitutienomenclatuur

Maximumhoeveelheid = 110 % van (3)

(ton)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

Totaal

 


Contingent als bedoeld in artikel 28, lid 1, onder b)

Naam/Adres van de aanvrager

Productcode van de restitutienomenclatuur

Aangevraagde hoeveelheid

(ton)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 


BIJLAGE V

DOMINICAANSE REPUBLIEK

Op grond van artikel 32, lid 1, te verstrekken gegevens

Lidstaat:

Gegevens voor de periode van 1 juli … tot en met 30 juni …

Contingent als bedoeld in artikel 28, lid 1, onder a)

Naam en adres van de exporteur

Code van de restitutienomenclatuur

Toegewezen hoeveelheden waarvoor geen enkel certificaat is afgegeven

(ton)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 


Contingent als bedoeld in artikel 28, lid 1, onder b)

Naam en adres van de exporteur

Code van de restitutienomenclatuur

Toegewezen hoeveelheden waarvoor geen enkel certificaat is afgegeven

(ton)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 


BIJLAGE VI

DOMINICAANSE REPUBLIEK

Op grond van artikel 32, lid 5, te verstrekken gegevens

Lidstaat:

Gegevens voor de periode van 1 juli … tot en met 30 juni …

Contingent als bedoeld in artikel 28, lid 1, onder a)

Code van de restitutienomenclatuur

Hoeveelheden waarvoor certificaten zijn toegewezen

(ton)

Hoeveelheden waarvoor certificaten zijn afgegeven

(ton)

Uitgevoerde hoeveelheden

(ton)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 


Contingent als bedoeld in artikel 28, lid 1, onder b)

Code van de restitutienomenclatuur

Hoeveelheden waarvoor certificaten zijn toegewezen

(ton)

Hoeveelheden waarvoor certificaten zijn afgegeven

(ton)

Uitgevoerde hoeveelheden

(ton)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 


BIJLAGE VII

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 1282/2006 van de Commissie

(PB L 234 van 29.8.2006, blz. 4)

 

Verordening (EG) nr. 1919/2006 van de Commissie

(PB L 380 van 28.12.2006, blz. 1)

Uitsluitend artikel 7 en bijlage IX

Verordening (EG) nr. 532/2007 van de Commissie

(PB L 125 van 15.5.2007, blz. 7)

Uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr. 240/2009 van de Commissie

(PB L 75 van 21.3.2009, blz. 3)

 

Verordening (EG) nr. 433/2009 van de Commissie

(PB L 128 van 27.5.2009, blz. 5)

 

Verordening (EG) nr. 740/2009 van de Commissie

(PB L 290 van 13.8.2009, blz. 3)

 


BIJLAGE VIII

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 1282/2006

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3, lid 2

Artikel 3

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 2

Artikel 4, lid 2

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 4

Artikel 6

Artikel 5

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 8

Artikel 7

Artikel 9, leden 1 tot en met 6

Artikel 8, leden 1 tot en met 6

Artikel 9, lid 7

Artikel 10, lid 1

Artikel 9

Artikel 10, lid 2

Artikel 11

Artikel 10

Artikel 12

Artikel 11

Artikel 13, lid 1

Artikel 12

Artikel 13, lid 2

Artikel 14

Artikel 13

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 14

Artikel 17

Artikel 15

Artikel 18

Artikel 16

Artikel 19

Artikel 17

Artikel 20

Artikel 18

Artikel 21, lid 1

Artikel 19, lid 1

Artikel 21, lid 2

Artikel 19, lid 2

Artikel 21, lid 3

Artikel 19, lid 3

Artikel 21, lid 4

Artikel 22, lid 1

Artikel 20

Artikel 22, lid 2

Artikel 23

Artikel 21

Artikel 24

Artikel 22

Artikel 25, lid 1, eerste alinea

Artikel 23, lid 1, eerste alinea

Artikel 23, lid 1, tweede alinea

Artikel 25, lid 1, tweede alinea

Artikel 23, lid 1, derde alinea

Artikel 25, lid 2

Artikel 23, lid 2

Artikel 25, lid 3

Artikel 23, lid 3

Artikel 26

Artikel 24

Artikel 27

Artikel 25

Artikel 28

Artikel 26

Artikel 29

Artikel 27

Artikel 30, lid 1

Artikel 28, lid 1

Artikel 30, lid 2, eerste alinea

Artikel 28, lid 2, eerste alinea

Artikel 28, lid 2, tweede alinea

Artikel 30, lid 2, tweede alinea

Artikel 28, lid 2, derde alinea

Artikel 30, lid 3

Artikel 28, lid 3

Artikel 31

Artikel 29

Artikel 32

Artikel 30

Artikel 33, lid 1

Artikel 31, lid 1

Artikel 33, lid 2, eerste alinea

Artikel 31, lid 2, eerste alinea

Artikel 33, lid 2, tweede alinea, eerste zin

Artikel 31, lid 2, tweede alinea, eerste zin

Artikel 31, lid 2, tweede alinea, tweede zin

Artikel 33, lid 2, tweede alinea, tweede tot en met vijfde zin

Artikel 31, lid 2, derde alinea

Artikel 33, lid 2, derde alinea

Artikel 31, lid 2, vierde alinea

Artikel 34

Artikel 32

Artikel 35, lid 1

Artikel 33, lid 1

Artikel 35, lid 2

Artikel 35, lid 3

Artikel 33, lid 2

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 34

Artikel 35

Bijlage I

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage II

Bijlage III

Bijlage IV

Bijlage III

Bijlage V

Bijlage IV

Bijlage VI

Bijlage V

Bijlage VII

Bijlage VI

Bijlage VIII

Bijlage VII

Bijlage VIII