28.11.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 313/40 |
VERORDENING (EG) Nr. 1152/2009 VAN DE COMMISSIE
van 27 november 2009
tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen en tot intrekking van Beschikking 2006/504/EG
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name op artikel 53, lid 1, onder b), ii),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 2006/504/EG van de Commissie van 12 juli 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen wegens de risico’s van verontreiniging van deze producten met aflatoxinen (2) is herhaaldelijk ingrijpend gewijzigd. Enkele bepalingen moeten opnieuw ingrijpend worden gewijzigd, met name om rekening te houden met ontwikkelingen in verband met de verontreiniging van bepaalde onder die beschikking vallende producten met aflatoxinen. Omdat de bepalingen rechtstreeks toepasselijk moeten zijn en verbindend in al hun onderdelen, moet Beschikking 2006/504/EG worden vervangen door deze verordening. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (3) stelt ter bescherming van de volksgezondheid toelaatbare maximumgehalten voor aflatoxinen in levensmiddelen vast. Voor bepaalde levensmiddelen uit bepaalde landen blijken deze maximumgehalten herhaaldelijk te worden overschreden. Een dergelijke verontreiniging vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid in de Gemeenschap en daarom moeten op communautair niveau bijzondere voorwaarden worden vastgesteld. |
(3) |
Voor de bescherming van de volksgezondheid is het belangrijk dat uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen die een significante hoeveelheid levensmiddelen bevatten waarop deze verordening betrekking heeft, ook onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Om de handhaving van de controles op verwerkte en uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen te vergemakkelijken en tegelijkertijd de doeltreffendheid van de controles op een hoog niveau te houden, moet de drempel voor controles van uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen worden verhoogd. Om dezelfde reden moet de grens van 5 kg voor zendingen die niet onder het toepassingsgebied vallen, worden verhoogd tot 20 kg. De bevoegde autoriteiten kunnen steekproefsgewijze controles uitvoeren op de aanwezigheid van aflatoxinen in uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen waarin het gehalte aan levensmiddelen waarop deze verordening betrekking heeft, minder dan 20 % is. Wanneer uit monitoringgegevens blijkt dat uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen die minder dan 20 % onder deze verordening vallende levensmiddelen bevatten, herhaaldelijk niet in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving inzake maximumgehalten aan aflatoxinen, moeten deze drempels worden herzien. |
(4) |
De code van de gecombineerde nomenclatuur (GN) voor bepaalde onder deze verordening vallende categorieën levensmiddelen is gewijzigd. Daarom moeten de GN-codes in deze verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
Uit de ervaring is gebleken dat de bijkomende voorwaarden voor de invoer van zendingen paranoten in de dop uit Brazilië die niet aan de voorwaarden voldoen, niet langer nodig zijn omdat dergelijke zendingen kunnen worden behandeld in overeenstemming met de algemene bepalingen voor zendingen die niet aan de voorwaarden voldoen, zodat deze bijkomende voorwaarden moeten worden ingetrokken. De overgangsbepalingen voor de invoer van levensmiddelen uit de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot laboratoria die niet door het USDA worden erkend voor de analyse van aflatoxinen, moeten worden ingetrokken omdat zij niet langer nodig zijn. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (4) bevat voorschriften voor het gebruik van een gemeenschappelijk document van binnenkomst voor de vooraanmelding van zendingen en voor informatie over de officiële controles die zijn uitgevoerd. Het gebruik van dat document moet worden geregeld en er moeten specifieke richtsnoeren voor de invulling ervan ten behoeve van deze verordening worden vastgesteld. |
(7) |
Gezien het aantal en de aard van de kennisgevingen in het kader van het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders, het volume van de handel, het resultaat van inspecties door het Voedsel- en Veterinair Bureau en het resultaat van controles, moeten de bestaande controlefrequenties worden herzien. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Toepassingsgebied
1. Deze verordening is van toepassing op de invoer van de volgende levensmiddelen en daaruit afgeleide verwerkte en uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen:
a) |
de volgende levensmiddelen van oorsprong of verzonden uit Brazilië:
|
b) |
de volgende levensmiddelen van oorsprong of verzonden uit China
|
c) |
de volgende levensmiddelen van oorsprong of verzonden uit Egypte:
|
d) |
de volgende levensmiddelen van oorsprong of verzonden uit Iran:
|
e) |
de volgende levensmiddelen van oorsprong of verzonden uit Turkije:
|
f) |
de volgende levensmiddelen van oorsprong of verzonden uit de Verenigde Staten van Amerika, die vallen onder het in mei 2006 door de Almond Board of California opgezette Voluntary Aflatoxin Sampling Plan:
|
g) |
de volgende uit de Verenigde Staten van Amerika ingevoerde levensmiddelen, die niet onder het Voluntary Aflatoxin Sampling Plan vallen:
|
2. Lid 1 is niet van toepassing op zendingen levensmiddelen met een brutogewicht van niet meer dan 20 kg of op verwerkte en uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen die minder dan 20 % van de in de lid 1, onder b) tot en met g), bedoelde levensmiddelen bevatten.
Artikel 2
Definities
Voor de uitvoering van deze verordening zijn de definities in de artikelen 2 en 3 van Verordening (EG) nr. 178/2002 en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) van toepassing.
Voorts wordt verstaan onder:
a) |
„aangewezen punten van invoer”, de door de bevoegde autoriteit aangewezen punten via welke de in artikel 1 bedoelde levensmiddelen in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd; |
b) |
„eerste punt van binnenkomst”, het punt waar een zending voor het eerst fysiek de Gemeenschap binnenkomt. |
Artikel 3
Invoer in de Gemeenschap
Zendingen van de in artikel 1 bedoelde levensmiddelen (hierna „levensmiddelen” genoemd) mogen alleen in overeenstemming met de in deze verordening neergelegde procedures in de Gemeenschap worden ingevoerd.
Artikel 4
Gezondheidscertificaat en resultaten van bemonstering en analyse
1. Levensmiddelen die voor invoer in de Gemeenschap worden aangeboden, gaan vergezeld van de bemonsterings- en analyseresultaten en van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model in bijlage I, ingevuld, ondertekend en geverifieerd door een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van:
a) |
het Ministério da Agricultura, Pecuária e Abastecimento (MAPA) voor levensmiddelen uit Brazilië; |
b) |
de State Administration for Entry-Exit Inspection and Quarantine van de Volksrepubliek China voor levensmiddelen uit China; |
c) |
het Egyptische ministerie van Landbouw voor levensmiddelen uit Egypte; |
d) |
het Iraanse ministerie van Volksgezondheid voor levensmiddelen uit Iran; |
e) |
het directoraat-generaal Bescherming en controle van het ministerie van Landbouw en plattelandsaangelegenheden van de Republiek Turkije voor levensmiddelen uit Turkije; |
f) |
het United States Department of Agriculture (USDA) voor levensmiddelen uit de Verenigde Staten van Amerika. |
2. Gezondheidscertificaten worden opgesteld in een officiële taal van het land van uitvoer en een officiële taal van het land van invoer.
De betrokken bevoegde autoriteiten kunnen besluiten een andere taal te gebruiken die begrijpelijk is voor de betrokken certificerende of controlerende ambtenaren.
3. Het in lid 1 bedoelde gezondheidscertificaat is tot uiterlijk vier maanden na de datum van afgifte geldig voor de invoer van levensmiddelen in de Gemeenschap.
4. De bemonstering en de analyse, als bedoeld in lid 1, moeten worden verricht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie (6) of een gelijkwaardige methode.
5. Elke zending levensmiddelen is voorzien van een code die overeenkomt met de code van de bemonsterings- en analyseresultaten en het gezondheidscertificaat, als bedoeld in lid 1. Die code wordt op elke afzonderlijke zak of andere soort verpakking van de zending aangegeven.
6. In afwijking van lid 1 tot en met 5 mogen zendingen levensmiddelen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder g), in de Gemeenschap worden ingevoerd zonder dat zij vergezeld gaan van de bemonsterings- en de analyseresultaten en een gezondheidscertificaat.
Artikel 5
Vooraanmelding van zendingen
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven of hun vertegenwoordigers melden de fysieke aankomst van de zending op het eerste punt van binnenkomst vooraf aan, onder opgave van de vermoedelijke datum en tijd alsmede de aard van de zending.
Daartoe vullen zij deel I van het in artikel 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 669/2009 bedoelde gemeenschappelijk document van binnenkomst (GDB) in en zenden dat ten minste één werkdag vóór de fysieke aankomst van de zending naar de bevoegde autoriteit op het eerste punt van binnenkomst.
Voor het invullen van het GDB in het kader van deze verordening houden exploitanten van levensmiddelenbedrijven rekening met de richtsnoeren in bijlage II.
Artikel 6
Aangewezen punten van invoer
1. De bevoegde autoriteiten in de lidstaten zien erop toe dat de aangewezen punten van invoer aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) |
er is goed opgeleid personeel voor de uitvoering van de officiële controles op zendingen levensmiddelen aanwezig; |
b) |
er zijn gedetailleerde instructies voor de bemonstering en de verzending van de monsters naar het laboratorium overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EG) nr. 401/2006 beschikbaar; |
c) |
het is mogelijk om op het aangewezen punt van invoer in een overdekte ruimte te lossen en te bemonsteren; indien de zending moet worden vervoerd om elders te worden bemonsterd, is het mogelijk om de zending levensmiddelen vanaf het aangewezen punt van invoer onder officiële controle van de bevoegde autoriteit te plaatsen; |
d) |
er zijn opslagruimten en entrepots beschikbaar om de tegengehouden zendingen levensmiddelen in goede omstandigheden op te slaan in afwachting van de resultaten van de analyse; |
e) |
er zijn loshulpmiddelen en adequate bemonsteringsapparatuur beschikbaar; |
f) |
er is een officieel laboratorium voor de analyse van aflatoxinen beschikbaar dat zodanig gelegen is dat de monsters er binnen korte tijd heen kunnen worden gebracht en dat in staat is de analyse binnen een redelijke termijn uit te voeren. |
2. De lidstaten houden een bijgewerkte lijst van de aangewezen punten van invoer bij en maken deze openbaar. De lidstaten delen de aangewezen punten van invoer aan de Commissie mede.
3. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen er zorg voor dat de zending levensmiddelen wordt gelost wanneer dat nodig is voor een representatieve bemonstering.
In het geval van een bijzonder transport of bijzondere vormen van verpakking moeten zij de officiële inspecteur geschikte bemonsteringsapparatuur ter beschikking stellen indien het niet mogelijk is om met de gebruikelijke bemonsteringsapparatuur representatieve monsters te nemen.
Artikel 7
Officiële controles
1. Alle officiële controles voorafgaande aan de vrijgave voor het vrije verkeer in de Gemeenschap en de invulling van het gemeenschappelijk document van binnenkomst worden verricht binnen 15 werkdagen na het tijdstip waarop de zending voor invoer wordt aangeboden en fysiek voor bemonstering op het aangewezen punt van invoer beschikbaar is.
2. De bevoegde autoriteit op het eerste punt van binnenkomst ziet erop toe dat de documenten van de voor invoer in de Gemeenschap bestemde levensmiddelen worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat aan de in artikel 4 bedoelde voorschriften in verband met de bemonsterings- en de analyseresultaten en het gezondheidscertificaat wordt voldaan.
Wanneer een zending levensmiddelen niet vergezeld gaat van de bemonsterings- en analyseresultaten en het gezondheidscertificaat, als bedoeld in artikel 4, lid 1, mag deze de Gemeenschap niet binnenkomen voor invoer in de Gemeenschap en wordt zij naar het land van oorsprong teruggezonden dan wel vernietigd.
3. De bevoegde autoriteit op het eerste punt van binnenkomst verleent toestemming voor de overbrenging van de zending naar een aangewezen punt van invoer nadat de in lid 2 bedoelde controles naar tevredenheid zijn voltooid. Het oorspronkelijke certificaat vergezelt de zending gedurende de overbrenging.
4. De bevoegde autoriteit op het aangewezen punt van invoer neemt met de in lid 5 aangegeven frequentie en overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EG) nr. 401/2006 bij bepaalde zendingen een monster voor een analyse van de verontreiniging met aflatoxine B1 en de totale aflatoxineverontreiniging voordat de zendingen in het vrije verkeer worden gebracht.
5. De in lid 4 bedoelde bemonstering voor analyse moet worden uitgevoerd:
a) |
op 100 % van de zendingen levensmiddelen uit Brazilië; |
b) |
op circa 20 % van de zendingen levensmiddelen uit China; |
c) |
op circa 20 % van de zendingen levensmiddelen uit Egypte; |
d) |
op circa 50 % van de zendingen levensmiddelen uit Iran; |
e) |
op circa 10 % van de zendingen voor elke categorie hazelnoten en afgeleide producten uit Turkije als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder e), ii) en e), iv) tot en met e), viii), op circa 20 % van de zendingen voor elke categorie gedroogde vijgen en afgeleide producten uit Turkije als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder e), i) en e), iv) tot en met e), vii), en op circa 50 % van de zendingen voor elke categorie pistaches en afgeleide producten uit Turkije als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder e), iii) tot en met e), vii); |
f) |
steekproefsgewijs voor zendingen levensmiddelen uit de Verenigde Staten van Amerika als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder f); |
g) |
op elke zending levensmiddelen uit de Verenigde Staten van Amerika als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder g). |
6. Na beëindiging van de controles verrichten de bevoegde autoriteiten voor de door hen uitgevoerde controles de volgende handelingen:
a) |
zij vullen het desbetreffende gedeelte van deel II van het gemeenschappelijk document van binnenkomst (GDB) in; |
b) |
zij voegen hierbij de bemonsterings- en analyseresultaten; |
c) |
zij stempelen en ondertekenen het origineel van het GDB; |
d) |
zij maken en bewaren een kopie van het ondertekende en afgestempelde GDB. |
Voor het invullen van het GDB in het kader van deze verordening houdt de bevoegde autoriteit rekening met de richtsnoeren in bijlage II.
7. Het origineel van het GDB vergezelt de zending gedurende haar overbrenging totdat zij in het vrije verkeer is gebracht.
8. Zendingen kunnen pas in het vrije verkeer worden gebracht nadat de exploitant van het levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger een gemeenschappelijk document van binnenkomst of het elektronische equivalent ervan, dat door de bevoegde autoriteit wordt ingevuld zodra alle officiële controles zijn uitgevoerd en bevredigende resultaten van de eventueel vereiste materiële controles bekend zijn, aan de douaneautoriteiten heeft overgelegd.
9. De lidstaten brengen elke drie maanden verslag uit aan de Commissie over alle analyseresultaten van officiële controles op zendingen levensmiddelen. Dat verslag wordt ingediend in de maand die volgt op het betrokken kwartaal.
Artikel 8
Splitsing van zendingen
Zendingen mogen niet worden gesplitst voordat alle officiële controles zijn uitgevoerd en het GDB door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 7 is ingevuld.
Indien de zending naderhand wordt gesplitst, wordt een gewaarmerkte kopie van het GDB bij elk deel van de zending gevoegd totdat het in het vrije verkeer wordt gebracht.
Artikel 9
Aanvullende voorwaarden met betrekking tot de invoer van levensmiddelen uit de Verenigde Staten van Amerika
1. Wat de invoer uit de Verenigde Staten van Amerika betreft, moet de in artikel 4, lid 1, bedoelde analyse worden uitgevoerd door een door het USDA erkend laboratorium voor de analyse van aflatoxinen.
2. In het in artikel 4, lid 1, bedoelde gezondheidscertificaat, dat de in artikel 1, lid 1, onder f), bedoelde zendingen levensmiddelen vergezelt, wordt verwezen naar het Voluntary Aflatoxin Sampling Plan.
Artikel 10
Kosten
Alle kosten in verband met de officiële controles, zoals die van bemonstering, analyse, opslag en alle maatregelen die worden genomen wanneer de levensmiddelen niet aan de eisen voldoen, komen voor rekening van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf.
Artikel 11
Intrekking
Beschikking 2006/504/EG wordt hierbij ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 12
Overgangsbepalingen
In afwijking van artikel 4, lid 1, staan de lidstaten de invoer van zendingen van in artikel 1, lid 1, bedoelde levensmiddelen toe wanneer die het land van oorsprong vóór 1 juli 2010 hebben verlaten en vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat als bedoeld in Beschikking 2006/504/EG.
Artikel 13
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 november 2009.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.
(2) PB L 199 van 21.7.2006, blz. 21.
(3) PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5.
(4) PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11.
(5) PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.
(6) PB L 70 van 9.3.2006, blz. 12.
BIJLAGE I
Gezondheidscertificaat voor de invoer in de Europese Gemeenschap van
… (1)
Code van de zending: …
Certificaatnummer: …
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. NNN/2009 van de Commissie tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen en tot intrekking van Beschikking 2006/504/EG, CERTIFIEERT …
…
… (in artikel 4, lid 1, bedoelde bevoegde autoriteit)
dat de …
… (levensmiddelen bedoeld in artikel 1)
van deze zending bestaande uit …
…
… (beschrijving van de zending, product, aantal en soort verpakkingen, bruto- of nettogewicht)
ingeladen te … (plaats van inlading)
door … (gegevens van de vervoerder)
met bestemming … (plaats en land van bestemming)
afkomstig van bedrijf …
… (naam en adres van het bedrijf)
in overeenstemming met goede hygiënische praktijken zijn geproduceerd, gesorteerd, op- en overgeslagen, verwerkt, verpakt en vervoerd.
Van deze zending zijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie op … (datum) monsters genomen, die op … (datum)
in het … (naam laboratorium)
aan laboratoriumanalyses zijn onderworpen teneinde de verontreiniging met aflatoxine B1 en de totale aflatoxineverontreiniging te bepalen. Nadere gegevens met betrekking tot de bemonstering, de toegepaste analysemethoden en alle resultaten zijn aangehecht.
Dit certificaat is geldig tot …
Gedaan te … op …
Stempel en handtekening van de gemachtigde vertegenwoordiger van de bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 4, lid 1
(1) Product en land van oorsprong.
BIJLAGE II
Richtsnoeren voor het gebruik van het GDB overeenkomstig deze verordening in het geval van voor verontreiniging met aflatoxinen vatbare levensmiddelen die worden ingevoerd uit derde landen
Algemeen: |
Wanneer het GDB overeenkomstig deze verordening wordt gebruikt, moet „APB” steeds gelezen worden als „eerste punt van binnenkomst” of „aangewezen punt van invoer”, zoals bepaald in de richtsnoeren voor elk van de vakken. „Controlepunt” moet steeds worden gelezen als „aangewezen punt van invoer”. Vul het document in in hoofdletters. De richtsnoeren hebben telkens betrekking op het met het nummer aangegeven vak. |
Deel I Dit deel moet worden ingevuld door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger, tenzij anders aangegeven.
Vak I.1. |
Verzender: naam en volledig adres van de natuurlijke of rechtspersoon (exploitant van het levensmiddelenbedrijf) die de zending verzendt. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen. |
Vak I.2. |
Alle drie velden in dit vak moeten worden ingevuld door de autoriteiten van het aangewezen punt van invoer zoals omschreven in artikel 2. Vermeld een GDB-referentienummer in het eerste veld, en de naam en het nummer van het aangewezen punt van invoer in respectievelijk het tweede en het derde veld. |
Vak I.3. |
Geadresseerde: naam en volledig adres van de natuurlijke of rechtspersoon (exploitant van het levensmiddelenbedrijf) voor wie de zending bestemd is. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen. |
Vak I.4. |
Voor de zending verantwoordelijke persoon (ook agent, declarant of exploitant van het levensmiddelenbedrijf): naam en volledig adres van degene die met de zending belast is wanneer deze bij het eerste punt van binnenkomst wordt aangeboden en die namens de importeur de nodige aangiften bij de bevoegde autoriteiten doet. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen. |
Vak I.5. |
Land van oorsprong: het land van oorsprong van de goederen, waar zij worden geteeld, geoogst of geproduceerd. |
Vak I.6. |
Land van verzending: het land waar de zending is geladen in het vervoermiddel waarmee zij uiteindelijk naar de Gemeenschap is gebracht. |
Vak I.7. |
Importeur: naam en volledig adres. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen. |
Vak I.8. |
Plaats van bestemming: leveringsadres in de Gemeenschap. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen. |
Vak I.9. |
Aankomst op het APB (vermoedelijke datum): de datum waarop de zending naar verwachting bij het eerste punt van binnenkomst zal aankomen. |
Vak I.10. |
Documenten: vermeld de datum van afgifte en het nummer van de officiële documenten waarvan de zending in voorkomend geval vergezeld gaat. |
Vak I.11. |
Vervoermiddel: kruis het vakje aan voor het vervoermiddel waarmee de goederen aankomen. Identificatie: vermeld alle gegevens betreffende het vervoermiddel. Voor vliegtuigen het vluchtnummer. Voor schepen de naam van het schip. Voor wegvoertuigen het kentekennummer en eventueel ook het nummer van de aanhanger. Voor vervoer per spoor de identificatiegegevens van de trein en het wagonnummer. Referenties van documenten: nummer van de luchtvrachtbrief, de zeevrachtbrief of commercieel registratienummer van de trein of het voertuig. |
Vak I.12. |
Omschrijving van de goederen: geef een gedetailleerde omschrijving van de goederen; gebruik hiervoor de terminologie van artikel 1. |
Vak I.13. |
Goederencode (GS-code): volgens het geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie. |
Vak I.14. |
Brutogewicht: totaal gewicht in kg of t. Dit wordt omschreven als de totale massa van de producten inclusief de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen, maar exclusief transportcontainers en andere transportmiddelen. Nettogewicht: gewicht van het product zelf in kg of t, exclusief de verpakking. Dit wordt omschreven als de massa van de producten zelf zonder de onmiddellijke verpakkingen of andere verpakkingen. |
Vak I.15. |
Aantal colli: het aantal verpakkingseenheden waaruit de zending bestaat. |
Vak I.16. |
Temperatuur: kruis de passende vervoer-/opslagtemperatuur aan. |
Vak I.17. |
Aard van de verpakking: vermeld de aard van de verpakking van de producten. |
Vak I.18. |
Goederen bestemd voor: kruis het passende vakje aan, naargelang de goederen bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder voorafgaande sortering of materiële behandeling (kruis in dat geval „menselijke consumptie” aan), of voor menselijke consumptie na een dergelijke behandeling (kruis in dat geval „verdere verwerking” aan), of voor gebruik als diervoeder (kruis in dat geval „diervoeders” aan). In het laatste geval is deze verordening niet van toepassing. |
Vak I.19. |
Zegelnummer en containernummer: vermeld alle zegelnummers en containernummers voor zover dat relevant is. |
Vak I.20. |
Voor overbrenging naar controlepunt: kruis dit vak aan indien de zending bestemd is voor invoer (zie vak I.22); vermeld het aangewezen punt van invoer. |
Vak I.21. |
Niet van toepassing. |
Vak I.22. |
Voor invoer: kruis dit vak aan indien de zending bestemd is voor invoer. |
Vak I.23. |
Niet van toepassing. |
Vak I.24. |
Vervoermiddel naar controlepunt: kruis het vervoermiddel aan dat wordt gebruikt voor de overbrenging naar het aangewezen punt van invoer. |
Deel II Dit deel moet door de bevoegde autoriteit worden ingevuld.
Algemeen: |
Vak II.1 moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit van het aangewezen punt van invoer. De vakken II.2 tot en met II.9 moeten worden ingevuld door de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de controle van de documenten. De vakken II.10 tot en met II.21 moeten worden ingevuld door de bevoegde autoriteit van het aangewezen punt van invoer. |
Vak II.1. |
Referentienummer van het GDB: gebruik hetzelfde referentienummer als in vak I.2. |
Vak II.2. |
Referentie van het douanedocument: voor gebruik door de douanediensten indien nodig. |
Vak II.3. |
Documentencontrole: in te vullen voor alle zendingen. |
Vak II.4. |
Zending geselecteerd voor materiële controles: niet van toepassing in het kader van deze verordening. |
Vak II.5. |
TOEGELATEN voor overbrenging: indien de zending na een bevredigende controle van de documenten is toegelaten voor overbrenging naar een aangewezen punt van invoer, kruist de bevoegde autoriteit van het eerste punt van binnenkomst het vakje aan en vermeldt zij het aangewezen punt van invoer waarnaar de zending moet worden overgebracht voor een eventuele materiële controle (in aansluiting op informatie gegeven in vak I.20). |
Vak II.6. |
NIET TOEGELATEN: indien de zending na een onbevredigende controle van de documenten niet is toegelaten voor overbrenging naar een aangewezen punt van invoer, kruist de bevoegde autoriteit van het eerste punt van binnenkomst het vakje aan en geeft zij duidelijk aan welke maatregel moet worden genomen in geval van afwijzing van de zending. Het adres van de inrichting van bestemming in geval van „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” en „Gebruik voor ander doel” moet in vak II.7 worden vermeld. |
Vak II.7. |
Gegevens betreffende de gecontroleerde bestemmingen (II.6): vermeld in voorkomend geval het erkenningsnummer en adres (of scheepsnaam en haven) voor alle bestemmingen waar verdere controle van de zending vereist is, bijvoorbeeld voor vak II.6 „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”. |
Vak II.8. |
Volledige identificatie van het APB en officieel stempel: vermeld de volledige identificatie van het eerste punt van binnenkomst en breng het officiële stempel van de bevoegde autoriteit ter plekke aan. |
Vak II.9. |
Officiële inspecteur: handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit op het eerste punt van binnenkomst. |
Vak II.10. |
Niet van toepassing. |
Vak II.11. |
Overeenstemmingscontrole: kruis de vakjes aan om aan te geven of de overeenstemmingscontroles zijn uitgevoerd en wat daarvan het resultaat was. |
Vak II.12. |
Fysieke controle: vermeld hier het resultaat van de fysieke controles. |
Vak II.13. |
Laboratoriumtests: kruis het vakje aan om aan te geven of de zending is geselecteerd voor monsterneming en analyse. Getest op: vermeld voor welke stoffen (aflatoxine B1 en/of totaal) en met welke analytische methode een laboratoriumtest is uitgevoerd. Resultaten: vermeld de resultaten van de laboratoriumtest en kruis het desbetreffende vakje aan. |
Vak II.14. |
TOEGELATEN om in het vrije verkeer te worden gebracht: kruis het vakje aan wanneer de zending in de Gemeenschap in het vrije verkeer kan worden gebracht. Kruis een van de vakjes („Menselijke consumptie”, „Verdere verwerking”, „Diervoeders”of „Ander”) aan om het verdere gebruik aan te geven. |
Vak II.15. |
Niet van toepassing. |
Vak II.16. |
NIET TOEGELATEN: kruis het vakje aan wanneer de zending is afgewezen wegens het onbevredigende resultaat van de overeenstemmingstest of de fysieke test. Geef in dat geval duidelijk de uit te voeren maatregel aan door een van de vakjes aan te kruisen („Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”). Het adres van de inrichting van bestemming moet worden vermeld in vak II.18. |
Vak II.17. |
Redenen voor de weigering: kruis het passende vakje aan. Gebruik dit vak voor zover nodig om relevante informatie toe te voegen. |
Vak II.18. |
Gegevens betreffende de gecontroleerde bestemmingen (II.16): vermeld in voorkomend geval het erkenningsnummer en adres (of scheepsnaam en haven) voor alle bestemmingen waar een nadere controle van de zending vereist is naar aanleiding van de informatie in vak II.16. |
Vak II.19. |
Zending opnieuw verzegeld: gebruik dit vak wanneer het originele zegel op een zending vernietigd is bij het openen van de container. Er moet een geconsolideerde lijst van alle in dit verband gebruikte zegels worden bewaard. |
Vak II.20. |
Volledige identificatie van het APB/controlepunt en officieel stempel: vermeld de volledige identificatie van het aangewezen punt van invoer en breng het officiële stempel van de bevoegde autoriteit op het aangewezen punt van invoer aan. |
Vak II.21. |
Officiële inspecteur: vermeld naam (in hoofdletters), datum van afgifte en handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit op het aangewezen punt van invoer. |
Deel III Dit deel moet door de bevoegde autoriteit worden ingevuld.
Vak III.1. |
Gegevens betreffende de terugzending: de bevoegde autoriteit op het eerste punt van binnenkomst of het aangewezen punt van invoer vermeldt het gebruikte vervoermiddel, de identificatie ervan, het land van bestemming en de datum van terugzending, zodra deze gegevens bekend zijn. |
Vak III.2. |
Follow-up: vermeld in voorkomend geval de voor het toezicht verantwoordelijke eenheid van de plaatselijke bevoegde autoriteit in geval van „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel” van de zending. De bevoegde autoriteit vermeldt hier het resultaat van de aankomst van de zending en de overeenstemming ervan. |
Vak III.3. |
Officiële inspecteur: handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit op het aangewezen punt van invoer in geval van „Terugzending”. Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit ter plaatse in geval van „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”. |