26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 254/71


VERORDENING (EG) Nr. 888/2009 VAN DE COMMISSIE

van 25 september 2009

tot verlening van een vergunning voor zinkchelaat van het hydroxy-analoog van methionine als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name op artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de verleningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor het in de bijlage bij deze verordening opgenomen preparaat ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten zijn bij de aanvraag verstrekt.

(3)

De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor het preparaat zinkchelaat van het hydroxy-analoog van methionine als toevoegingsmiddel in de categorie „nutritionele toevoegingsmiddelen” voor mestkippen.

(4)

Uit het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) van 2 april 2009 blijkt dat zinkchelaat van het hydroxy-analoog van methionine voor mestkippen geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu (2). De EFSA kwam eveneens tot de conclusie dat aan dat product als toevoegingsmiddel voor mestkippen geen andere risico's verbonden zijn die op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 de verlening van een vergunning in de weg zouden staan. Overeenkomstig dat advies in combinatie met het advies van 16 april 2008 (3) kan het gebruik van dat preparaat als bron van biobeschikbaar zink worden beschouwd en voldoet het aan de criteria van een nutritioneel toevoegingsmiddel voor mestkippen. De EFSA beveelt aan om passende maatregelen te nemen met het oog op de veiligheid van de gebruiker. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde communautaire referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van het preparaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „verbindingen van sporenelementen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 september 2009.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  The EFSA Journal (2009) 1042, blz. 1-8.

(3)  The EFSA Journal (2008) 694, blz. 1-16.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Maximumgehalte van het element (Zn) in mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie nutritionele toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verbindingen van sporenelementen

3b6.10

Zinkchelaat van het hydroxy-analoog van methionine

 

Karakterisering van het toevoegingsmiddel:

 

Zinkchelaat van het hydroxy-analoog van methionine met ten minste 16 % zink en 80 % (2-hydroxy-4-methylthio)butaanzuur

 

Minerale olie: ≤ 1 %

 

Analysemethode (1):

Atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) overeenkomstig EN 15510:2007

Mestkippen

 

150 (totaal)

1.

Het toevoegingsmiddel wordt in de vorm van een voormengsel in diervoeder verwerkt.

2.

Voor de veiligheid van de gebruiker: bij hantering moeten ademhalingsbescherming, veiligheidsbril en -handschoenen worden gedragen.

16 oktober 2019


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het communautaire referentielaboratorium: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/crl-feed-additives