11.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 240/14


VERORDENING (EG) Nr. 828/2009 VAN DE COMMISSIE

van 10 september 2009

tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2009/2010 tot en met 2014/2015, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer en de raffinage van suikerproducten van tariefpost 1701 in het kader van preferentiële overeenkomsten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 156, juncto artikel 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (2), en met name op artikel 9, lid 5,

Gelet op Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 552/97 en (EG) nr. 1933/2006 van de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1100/2006 en (EG) nr. 964/2007 van de Commissie (3), en met name op artikel 11, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1528/2007 vervallen de invoerrechten voor tariefpost 1701 op 1 oktober 2009 voor de regio’s en de staten die in bijlage I bij die verordening zijn vermeld. Als de invoer evenwel de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1528/2007 vastgestelde dubbele drempel bereikt, mag deze preferentiële behandeling worden geschorst voor de in bijlage I bij die verordening vermelde regio’s of staten die niet tot de minst ontwikkelde landen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008 behoren. Overeenkomstig artikel 9, lid 2, moet een regionale vrijwaringsdrempel worden vastgesteld.

(2)

Krachtens artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 732/2008 worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van tariefpost 1701 met ingang van 1 oktober 2009 volledig geschorst voor de landen die volgens bijlage I bij die verordening voor de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen in aanmerking komen.

(3)

Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 732/2008 is voor de periode van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2015 voor de invoer van producten van tariefpost 1701 een invoercertificaat nodig.

(4)

Om de procedure voor de afgifte van die certificaten te vereenvoudigen, moet elk referentienummer gekoppeld zijn aan een land dat in bijlage I bij de onderhavige verordening is opgenomen. Om frauduleuze aanvragen te voorkomen, moet deze lijst beperkt worden tot die landen waarvan is geconstateerd dat zij momenteel suiker naar de Europese Unie uitvoeren of dat in de toekomst kunnen doen. Elk land dat momenteel niet in bijlage I bij de onderhavige verordening, maar wel in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 of in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008 is vermeld, kan in bijlage I bij de onderhavige verordening worden opgenomen. Daartoe moet een dergelijk land bij de Commissie een verzoek indienen om in bijlage I bij de onderhavige verordening te worden opgenomen.

(5)

Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (4) moet van toepassing zijn voor de krachtens de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

(6)

Om alle marktdeelnemers een eenvormige en billijke behandeling te garanderen moet de periode worden vastgesteld waarin de certificaataanvragen mogen worden ingediend en de certificaten moeten worden afgegeven.

(7)

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (5) moeten de marktdeelnemers bij de lidstaten waarin zij voor btw-doeleinden zijn geregistreerd, een bewijs indienen dat zij gedurende een bepaalde periode suiker hebben verhandeld. Daarnaast moeten evenwel ook marktdeelnemers die zijn erkend krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (6), aan de handel in preferentiële suiker kunnen deelnemen.

(8)

Voor suiker die met het oog op raffinage wordt ingevoerd, is specifiek toezicht door de lidstaten vereist. Daarom moeten de marktdeelnemers al in de invoercertificaataanvraag vermelden of de ingevoerde suiker voor raffinage bestemd is of niet.

(9)

Om speculatie met of het verhandelen van invoercertificaten te voorkomen en te garanderen dat de aanvrager commerciële contacten met het uitvoerende derde land heeft, moeten de invoercertificaataanvragen vergezeld gaan van een uitvoerdocument dat door een bevoegde autoriteit van het uitvoerende derde land is afgegeven voor dezelfde hoeveelheid als die welke in de invoercertificaataanvraag is vermeld.

(10)

Overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 732/2008 en artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1528/2007 moet de importeur zich ertoe verbinden de producten van tariefpost 1701 te kopen tegen een prijs die niet lager is dan 90 % van de in artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde referentieprijs (op cif-basis).

(11)

Als de hoeveelheden waarvoor invoercertificaataanvragen zijn ingediend, de in artikel 9, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1528/2007 vastgestelde hoeveelheden overschrijden, moeten de lidstaten bij de afgifte van de certificaten een toewijzingscoëfficiënt toepassen die door de Commissie wordt vastgesteld op een wijze die vergelijkbaar is met wat hierover in Verordening (EG) nr. 1301/2006 is bepaald. Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1528/2007 moet die coëfficiënt op regionaal niveau worden berekend.

(12)

Door artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1528/2007 verhoogt de kans dat de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1528/2007 vastgestelde hoeveelheden worden overschreden. Daarom moet de Commissie verslag uitbrengen over de toepassing van het transitoire vrijwaringsmechanisme voor suiker en, indien nodig, passende voorstellen formuleren. Dat verslag moet een overzicht bevatten van de invoerstromen tijdens de eerste verkoopseizoenen waarin deze verordening van toepassing is, alsmede een analyse van de toekomstige handelsontwikkelingen en een evaluatie van de risico’s op overschrijdingen en de daarbij betrokken hoeveelheden.

(13)

De drempels voor het beheer van het transitoire vrijwaringsmechanisme voor suiker zijn gebaseerd op de invoer tijdens een bepaald verkoopseizoen. Bijgevolg moeten de invoercertificaten geldig zijn van 1 oktober tot en met 30 september.

(14)

Op grond van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1528/2007 geldt de afschaffing van de invoerrechten alleen voor importeurs die een prijs betalen welke niet lager is dan 90 % van de referentieprijs op cif-basis. In de internationale handel houden dergelijke contracten in dat de importeur volledig voor de suiker verantwoordelijk is vanaf de datum van lading. Voor certificaten die tot en met 30 september geldig zijn en waarvoor de suiker uiterlijk op 15 september is geladen, kan een kleine vertraging in de logistieke keten die niet aan overmacht te wijten is, ertoe leiden dat de fysieke invoer pas na 30 september plaatsvindt. Om te voorkomen dat het volledige invoerrecht van 419 EUR per ton moet worden betaald en dat de zekerheid wordt verbeurd, moeten de importeurs de mogelijkheid krijgen om suiker die uiterlijk op 15 september van een bepaald verkoopseizoen op basis van een voor dat verkoopseizoen afgegeven invoercertificaat is geladen, in te voeren. Daarom moeten de lidstaten de geldigheidsduur van het invoercertificaat verlengen als de importeur kan aantonen dat de suiker uiterlijk op 15 september is geladen.

(15)

Het onderscheid tussen „voor raffinage bestemde suiker” en „niet voor raffinage bestemde suiker” heeft niets te maken met het onderscheid tussen witte en ruwe suiker als omschreven in de punten 1 en 2 van deel II van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1234/2007. Daarom moeten de GN-codes worden vastgesteld van de producten die op grond van elke groep invoercertificaten mogen worden ingevoerd.

(16)

Met het oog op een deugdelijk beheer van de overeenkomsten moet de Commissie tijdig in het bezit zijn van de betrokken gegevens.

(17)

Krachtens artikel 153, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 worden invoercertificaten tijdens de eerste drie maanden van elk verkoopseizoen alleen aan voltijdraffinaderijen afgegeven, en wel op voorwaarde dat de in artikel 153, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde maximumhoeveelheid niet wordt overschreden. In die periode van drie maanden mogen alleen voltijdraffinaderijen invoercertificaataanvragen voor voor raffinage bestemde suiker indienen. Die certificaten moeten gelden tot het einde van het verkoopseizoen waarvoor zij zijn afgegeven.

(18)

De lidstaten moeten controleren of de verplichting om de suiker te raffineren wordt nagekomen. Als de oorspronkelijke titularis van het invoercertificaat geen bewijs van raffinage kan voorleggen, moet een boete worden betaald.

(19)

Alle ingevoerde suiker die door een erkende marktdeelnemer wordt geraffineerd, moet zijn ingevoerd met een invoercertificaat voor voor raffinage bestemde suiker. Voor hoeveelheden waarvoor geen bewijs van raffinage kan worden voorgelegd, moet een boete worden opgelegd.

(20)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

1.   Bij deze verordening worden voor de verkoopseizoenen 2009/2010 tot en met 2014/2015 uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de invoer van de producten van tariefpost 1701 als bedoeld in:

a)

artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1528/2007;

b)

artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 732/2008.

2.   De invoer uit derde landen die behoren tot de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008 opgesomde minst ontwikkelde landen (MOL), ongeacht of zij deel uitmaken van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) of niet (NIET-ACS-landen), is rechten- en quotavrij en op de ingevoerde producten worden de referentienummers aangebracht die zijn aangegeven in deel I van bijlage I bij de onderhavige verordening.

3.   De invoer uit ACS-landen die niet behoren tot de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008 opgesomde minst ontwikkelde landen (NIET-MOL), is rechtenvrij met dien verstande dat hiervoor het transitoire vrijwaringsmechanisme voor suiker geldt overeenkomstig de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1528/2007 bedoelde bepalingen, en op de ingevoerde producten worden de referentienummers aangebracht die zijn aangegeven in deel II van bijlage I bij de onderhavige verordening.

Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1528/2007 wordt in deel II van bijlage I bij de onderhavige verordening voor elk verkoopseizoen een regionale vrijwaringsdrempel vastgesteld.

4.   Een land dat in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 of in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008 is opgenomen, komt in aanmerking om te worden toegevoegd aan bijlage I bij de onderhavige verordening. Daartoe moet een dergelijk land bij de Commissie een verzoek indienen om in bijlage I bij de onderhavige verordening te worden opgenomen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „gewicht tel quel”: het gewicht van de suiker in ongewijzigde staat;

b)   „raffinage”: de verwerking van in de punt 2 van deel II van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 gedefinieerde ruwe suiker tot de in punt 1 van datzelfde deel II gedefinieerde witte suiker, alsmede alle gelijkwaardige technische bewerkingen die op witte, onverpakte suiker worden toegepast.

HOOFDSTUK II

INVOERCERTIFICATEN

Artikel 3

Toepasselijkheid van Verordening (EG) nr. 376/2008

Verordening (EG) nr. 376/2008 is van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

Artikel 4

Invoercertificaataanvragen en invoercertificaten

1.   De invoercertificaataanvragen worden elke week ingediend, van maandag tot en met vrijdag vanaf de tweede maandag van september die voorafgaat aan het verkoopseizoen waarvoor de certificaten worden aangevraagd.

Van vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) tot vrijdag 1 januari 2010 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) mogen geen aanvragen worden ingediend.

2.   Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 is van overeenkomstige toepassing. Het in dat artikel bedoelde bewijs mag evenwel niet worden geëist van marktdeelnemers die zijn erkend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 952/2006.

3.   De invoercertificaataanvragen en de invoercertificaten bevatten de volgende vermeldingen:

a)

in vak 8: het land van oorsprong (een van de in bijlage I bij deze verordening opgesomde landen),

waarbij de vermelding „ja” wordt aangekruist;

b)

in vak 16, één GN-code van 8 cijfers;

c)

in de vakken 17 en 18: de hoeveelheid suiker, uitgedrukt in wittesuikerequivalent;

d)

in vak 20:

i)

„voor raffinage bestemde suiker” of „niet voor raffinage bestemde suiker”;

ii)

ten minste één van de in deel A van bijlage V opgenomen vermeldingen;

iii)

het betrokken verkoopseizoen;

e)

in vak 24: ten minste een van de in deel B van bijlage V opgenomen vermeldingen.

4.   De invoercertificaataanvraag gaat vergezeld van:

a)

het bewijs dat de aanvrager per ton van de in vak 17 van het certificaat vermelde hoeveelheid suiker een zekerheid van 20 EUR heeft gesteld;

b)

het origineel van het uitvoercertificaat volgens het in bijlage III opgenomen model dat door de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer is afgegeven voor een hoeveelheid die gelijk is aan die in de certificaataanvraag;

c)

als het om voor raffinage bestemde suiker gaat, de verbintenis van de aanvrager om de betrokken hoeveelheden suiker te raffineren vóór het einde van de derde maand na die waarin het betrokken invoercertificaat verstrijkt;

d)

voor de verkoopseizoenen 2009/2010, 2010/2011 en 2011/2012, de toezegging van de aanvrager om de suiker te kopen tegen een prijs die niet lager is dan 90 % van de referentieprijs (op cif-basis) die in artikel 8, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voor het betrokken verkoopseizoen is vastgesteld, en een bindend document betreffende de transactie, dat door zowel de koper als de leverancier is ondertekend.

Het onder b) bedoelde uitvoercertificaat mag worden vervangen door een door de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer afgegeven gewaarmerkte kopie van het bewijs van oorsprong als bedoeld in artikel 14 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 voor de landen die zijn vermeld in bijlage I bij die verordening of in de artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (7) voor de landen die niet zijn vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007, maar wel in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008.

5.   De originelen van de in lid 4, onder b), bedoelde uitvoercertificaten of de in lid 4, tweede alinea, bedoelde gewaarmerkte kopieën worden bewaard door de bevoegde autoriteit van de lidstaat.

6.   Als wordt geconstateerd dat een document dat een aanvrager overeenkomstig lid 4 heeft ingediend, valse gegevens bevat en als die gegevens doorslaggevend zijn voor de toekenning van de preferentiële invoercertificaten, sluiten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de aanvrager voor het betrokken en het daaropvolgende verkoopseizoen uit van de regeling voor het aanvragen van certificaten, tenzij de aanvrager, ten genoegen van de bevoegde autoriteit, aantoont dat dit niet aan grove nalatigheid zijnerzijds te wijten is of dat dit het gevolg is van overmacht of van een kennelijke fout.

Artikel 5

Transitoir vrijwaringsmechanisme voor suiker

1.   Als voor de referentienummers 09.4231 tot en met 09.4247 certificaataanvragen worden ingediend voor een totale hoeveelheid van meer dan 3,5 miljoen ton en voor de referentienummers 09.4241 tot en met 09.4247 certificaataanvragen worden ingediend voor een totale hoeveelheid die groter is dan de in bijlage II voor het betrokken verkoopseizoen vermelde hoeveelheid, stelt de Commissie voor de referentienummers 09.4241 tot en met 09.4247 een toewijzingscoëfficiënt vast die de lidstaten toepassen op de hoeveelheden die zijn vermeld in elke aanvraag voor deze referentienummers.

De toewijzingscoëfficiënt voor een referentienummer wordt berekend in verhouding tot de voor dat referentienummer en het betrokken verkoopseizoen in het kader van de regionale vrijwaringsdrempel beschikbare hoeveelheid.

Als na toepassing van de toewijzingscoëfficiënten op de wekelijkse aanvragen de certificaataanvragen voor de referentienummers 09.4231 tot en met 09.4247 betrekking hebben op een hoeveelheid van minder dan 3,5 miljoen ton of de certificaataanvragen voor de referentienummers 09.4241 tot en met 09.4247 betrekking hebben op een hoeveelheid die kleiner is dan de in bijlage II voor het betrokken verkoopseizoen bedoelde hoeveelheid, wordt het grootste verschil aan de hand van een toewijzingscoëfficiënt van minder dan 100 % over de referentienummers 09.4241 tot en met 09.4247 verdeeld in verhouding tot de wekelijkse hoeveelheid die niet is toegewezen voor die referentienummers. Voor die referentienummers wordt de toewijzingscoëfficiënt herberekend rekening houdend met deze verhoogde toewijzing.

Het algoritme voor de berekening van de toewijzingscoëfficiënt is vastgesteld in bijlage IV.

2.   Als overeenkomstig lid 1 toewijzingscoëfficiënten worden vastgesteld, schorst de Commissie tot het einde van het verkoopseizoen de indiening van de certificaataanvragen voor de referentienummers waarvoor de regionale vrijwaringsdrempel is bereikt. De Commissie heft de schorsing evenwel op en staat opnieuw aanvragen toe wanneer er overeenkomstig de in artikel 9, lid 3, bedoelde mededelingen opnieuw hoeveelheden ter beschikking zijn.

3.   De Commissie brengt vóór 31 maart 2013 verslag uit over de toepassing van het transitoire vrijwaringsmechanisme voor suiker en formuleert, indien nodig, passende voorstellen. In dit verslag wordt rekening gehouden met de handel in suiker uit in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde derde landen.

Artikel 6

Afgifte van invoercertificaten

1.   Op donderdag of uiterlijk vrijdag van elke week geven de lidstaten certificaten af voor de in de voorgaande week ingediende en overeenkomstig artikel 9, lid 1, meegedeelde aanvragen, in voorkomend geval rekening houdend met de door de Commissie overeenkomstig artikel 5, lid 1, vastgestelde toewijzingscoëfficiënt.

Voor hoeveelheden die niet zijn meegedeeld, worden geen invoercertificaten afgegeven.

2.   De certificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte of vanaf 1 oktober van het verkoopseizoen waarvoor zij zijn afgegeven, naar gelang welke datum de laatste is.

De certificaten zijn geldig tot het einde van de derde maand na de begindatum van de geldigheidsduur, maar uiterlijk tot en met 30 september van het verkoopseizoen waarvoor zij zijn afgegeven.

Artikel 7

Verlenging van de geldigheidsduur van de invoercertificaten

Voor invoercertificaten die geldig zijn tot en met 30 september van een verkoopseizoen, verlengt de bevoegde instantie van de lidstaat van afgifte, op verzoek van de titularis van het invoercertificaat, de geldigheidsduur van het invoercertificaat tot en met 31 oktober op voorwaarde dat de titularis ten genoegen van die bevoegde instantie van de lidstaat van afgifte aantoont, bijvoorbeeld door middel van de vrachtbrief, dat de suiker uiterlijk op 15 september van dat verkoopseizoen was geladen. Uiterlijk op de eerste werkdag van de week na de verlenging van de geldigheidsduur stellen de lidstaten de Commissie van deze verlenging in kennis.

Artikel 8

In het vrije verkeer brengen

Invoercertificaten waarop in vak 20 de vermelding „voor raffinage bestemde suiker” is aangebracht, mogen worden gebruikt voor de invoer van producten van de GN-codes 1701 11 10, 1701 91 00, 1701 99 10 of 1701 99 90.

Invoercertificaten waarop in vak 20 de vermelding „niet voor raffinage bestemde suiker” is aangebracht, mogen worden gebruikt voor de invoer van producten van de GN-codes 1701 11 90, 1701 91 00, 1701 99 10 of 1701 99 90.

Artikel 9

Mededelingen aan de Commissie

1.   De lidstaten delen de Commissie tussen vrijdag, 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), en de daaropvolgende maandag, 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), de hoeveelheden suiker, ook indien nihil, mee waarvoor overeenkomstig artikel 4 invoercertificaataanvragen zijn ingediend.

2.   De lidstaten delen de Commissie tussen vrijdag, 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), en de daaropvolgende maandag, 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), de hoeveelheden suiker, ook indien nihil, mee waarvoor sinds de voorgaande donderdag overeenkomstig artikel 6 invoercertificaten zijn afgegeven.

3.   De lidstaten delen de Commissie tussen vrijdag, 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), en de daaropvolgende maandag, 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), de hoeveelheden, ook indien nihil, mee waarvoor invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten afgeschreven hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten waren afgegeven.

4.   De in de leden 1, 2 en 3 vermelde hoeveelheden worden uitgesplitst naar referentienummer, land van oorsprong, GN-code van acht cijfers en het betrokken verkoopseizoen en naargelang het gaat om voor raffinage bestemde suiker of niet. Zij worden uitgedrukt in kilogram wittesuikerequivalent.

5.   De lidstaten delen de Commissie vóór 1 maart met betrekking tot het voorgaande verkoopseizoen de hoeveelheden suiker mee die daadwerkelijk zijn geraffineerd, uitgesplitst naar referentienummer en land van oorsprong en uitgedrukt in kilogram gewicht tel quel en in wittesuikerequivalent.

6.   De mededelingen worden elektronisch doorgezonden volgens de modellen en methoden die de Commissie ter beschikking van de lidstaten stelt.

7.   De lidstaten verstrekken gegevens over de hoeveelheden producten die in het vrije verkeer zijn gebracht overeenkomstig artikel 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

HOOFDSTUK III

TRADITIONELE LEVERINGSBEHOEFTEN

Artikel 10

Regeling voltijdraffinaderijen

1.   Invoercertificaten voor voor raffinage bestemde suiker waarvan de geldigheidsduur begint te lopen tijdens de eerste drie maanden van elk verkoopseizoen, mogen alleen door voltijdraffinaderijen worden aangevraagd. In afwijking van artikel 6, lid 2, tweede alinea, zijn dergelijke certificaten geldig tot het einde van het verkoopseizoen waarvoor zij zijn afgegeven.

2.   Als vóór 1 januari van elk verkoopseizoen de aanvragen voor invoercertificaten voor voor raffinage bestemde suiker voor dat verkoopseizoen betrekking hebben op een hoeveelheid die even groot is als of groter is dan de in artikel 153, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde hoeveelheid, deelt de Commissie de lidstaten mee dat de limiet van de traditionele leveringsbehoeften voor dat verkoopseizoen op communautair niveau is bereikt.

Vanaf de datum van die mededeling is lid 1 niet van toepassing voor het betrokken verkoopseizoen.

Artikel 11

Bewijs van raffinage en boetes

1.   Elke oorspronkelijke titularis van een invoercertificaat voor voor raffinage bestemde suiker legt, uiterlijk zes maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur van het betrokken invoercertificaat, aan de lidstaat van afgifte en ten genoegen van die lidstaat een bewijs over dat de raffinage heeft plaatsgevonden binnen de in artikel 4, lid 4, onder c), vastgestelde termijn.

Als geen dergelijk bewijs wordt overgelegd, betaalt de aanvrager, behalve in uitzonderlijke gevallen van overmacht, vóór 1 juni na het betrokken verkoopseizoen voor de betrokken hoeveelheden suiker een bedrag dat overeenstemt met 500 EUR per ton.

2.   Elke overeenkomstig artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 erkende suikerproducent deelt vóór 1 maart na het betrokken verkoopseizoen aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat mee welke hoeveelheden suiker hij in dat verkoopseizoen heeft geraffineerd, met vermelding van:

a)

de hoeveelheden suiker die overeenstemmen met invoercertificaten voor voor raffinage bestemde suiker;

b)

de in de Gemeenschap geproduceerde hoeveelheden suiker, en de gegevens van het erkende bedrijf dat die suiker heeft geproduceerd;

c)

de andere hoeveelheden suiker en de oorsprong ervan.

De producenten betalen, behalve in uitzonderlijke gevallen van overmacht, vóór 1 juni na het betrokken verkoopseizoen een bedrag dat overeenstemt met 500 EUR per ton voor de in de eerste alinea, onder c), bedoelde hoeveelheden suiker waarvoor niet ten genoegen van de lidstaat kan worden aangetoond dat zij geraffineerd zijn.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALING

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing tot en met 30 september 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 september 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 348 van 31.12.2007, blz. 1.

(3)  PB L 211 van 6.8.2008, blz. 1.

(4)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(5)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(6)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39.

(7)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


BIJLAGE I

REFERENTIENUMMERS

Deel I:   Minst ontwikkelde landen

Benaming van de groep

Derde land

Referentienummer

NIET-ACS-MOL

Bangladesh

Cambodja

Laos

Nepal

09.4221

ACS-MOL

Benin

Democratische Republiek Kongo

Ethiopië

Madagaskar

Malawi

Mozambique

Senegal

Sierra Leone

Sudan

Tanzania

Togo

Zambia

09.4231


Deel II:   Landen die niet tot de minst ontwikkelde landen behoren

Regio

Derde land

Referentienummer

Regionale vrijwaringsdrempel

2009/2010

(in tonnen wittesuikerequivalent)

Regionale vrijwaringsdrempel

2010/2011

(in tonnen wittesuikerequivalent)

Regionale vrijwaringsdrempel

2011/2012

2012/2013

2013/2014

2014/2015

(in tonnen wittesuikerequivalent)

Centraal-Afrika-NIET-MOL

 

09.4241

10 186,1

10 186,1

10 186,1

Westelijk Afrika-NIET-MOL

Ivoorkust

09.4242

10 186,1

10 186,1

10 186,1

SADC-NIET-MOL

Swaziland

09.4243

166 081,2

174 631,9

192 954,5

EAC-NIET-MOL

Kenia

09.4244

12 907,9

13 572,4

14 996,5

ESA-NIET-MOL

Mauritius

Zimbabwe

09.4245

544 711,6

572 755,9

632 850,9

STILLE OCEAAN-NIET-MOL

Fiji

09.4246

181 570,5

190 918,6

210 950,3

CARIFORUM-NIET-MOL

Barbados

Belize

Dominicaanse Republiek

Guyana

Jamaica

Trinidad en Tobago

09.4247

454 356,6

477 749,0

527 875,6


BIJLAGE II

2009/2010

(in tonnen wittesuikerequivalent)

2010/2011

(in tonnen wittesuikerequivalent)

2011/2012

2012/2013

2013/2014

2014/2015

(in tonnen wittesuikerequivalent)

1 380 000

1 450 000

1 600 000


BIJLAGE III

Model voor het uitvoercertificaat als bedoeld in artikel 4, lid 4, onder b)

Image


BIJLAGE IV

I.   Definities:

TACPLDC= gecumuleerde hoeveelheid van de wekelijkse aanvragen voor de ACS_MOL-landen (referentienummer 09.4231)

N= referentienummer voor ACS-NIET-MOL-landen (09.4241 tot en met 09.4247)

RSTN= regionale vrijwaringsdrempel voor referentienummer N

WAN= hoeveelheden die tijdens een week voor referentienummer N zijn aangevraagd

CWAN= gecumuleerde hoeveelheden die tijdens een week voor referentienummer N zijn aangevraagd, zonder rekening te houden met de laatste mededeling

ACN= toewijzingscoëfficiënt voor referentienummer N

RESQ= resthoeveelheid die na toepassing van de ACN moet worden verdeeld

RESQN= resthoeveelheid voor referentienummer N

II.   Berekening van de in artikel 5, lid 1, bedoelde toewijzingscoëfficiënt

II.1.

Voor elke N:

ACN = ((RSTN – CWAN)/WAN * 100) %

Als ACN negatief is, wordt ACN op 0 % vastgesteld.

Als ACN 100 % is of meer, wordt ACN op 100 % vastgesteld.

II.2.

Als

(TACPLDC + Σ (CWAN + ACN * WAN) voor alle regio’s met een RST) minder bedraagt dan 3,5 miljoen ton

OF

Σ ((CWAN + ACN * WAN) voor alle regio’s met een RST) minder bedraagt dan RST

dan:

RESQ = ten hoogste

3,5 miljoen ton – (TACPDLC + Σ ((CWAN + ACN * WAN) voor alle regio’s met een RST))

en

RST – Σ ((CWAN + ACN * WAN) voor alle regio’s met een RST)

Als ACN kleiner is dan 100 %:

RESQN = RESQ * (((1 – ACN) * WAN)/(Σ (((1 – ACN) * WAN) voor referentienummers met ACN < 100 %)))

„nieuwe ACN” = ((„oude ACN”*WAN) + RESQN)/WAN


BIJLAGE V

A.   In artikel 4, lid 3, onder d) ii), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Прилагане на Регламент (ЕО) № 828/2009, ВОО/СИП. Референтен номер [вписва се референтен номер в съответствие с приложение I]

:

in het Spaans

:

Aplicación del Reglamento (CE) no 828/2009, TMA/AAE. Número de referencia [el número de referencia se incluirá conforme a lo dispuesto en el anexo I]

:

in het Tsjechisch

:

Použití nařízení (ES) č. 828/2009, EBA/EPA. Referenční číslo (vloží se referenční číslo v souladu s přílohou I)

:

in het Deens

:

Anvendelse af forordning (EF) nr. 828/2009 EBA/EPA. Referencenummer [referencenummer skal indsættes i overensstemmelse med bilag I]

:

in het Duits

:

Anwendung der Verordnung (EG) Nr. 828/2009, EBA/EPA. Referenznummer [Referenznummer gemäß Anhang I einfügen]

:

in het Ests

:

Kohaldatakse määrust (EÜ) nr 828/2009, EBA/EPA. Viitenumber [lisatakse vastavalt I lisale]

:

in het Grieks

:

Εφαρμογή του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 828/2009, EB A/ΕΡΑ. Αύξων αριθμός (να συμπληρώνεται ο αύξων αριθμός σύμφωνα με το παράρτημα Ι)

:

in het Engels

:

Application of Regulation (EC) No 828/2009, EBA/EPA. Reference number [reference number to be inserted in accordance with Annex I]

:

in het Frans

:

Application du règlement (CE) no 828/2009, EBA/APE. Numéro de référence (numéro de référence à insérer conformément à l’annexe I)

:

in het Italiaans

:

Applicazione del regolamento (CE) n. 828/2009, EBA/APE. Numero di riferimento (inserire in base all’allegato I)

:

in het Lets

:

Regulas (EK) Nr. 828/2009 piemērošana, EBA/EPA. Atsauces numurs [jāieraksta atsauces numurs saskaņā ar I pielikumu]

:

in het Litouws

:

Taikomas reglamentas (EB) Nr. 828/2009, EBA/EPS. Eilės Nr. (eilės numeris įrašytinas pagal I priedą)

:

in het Hongaars

:

A(z) 828/2009/EK rendelet alkalmazása, EBA/GPM. Hivatkozási szám [hivatkozási szám az I. melléklet szerint]

:

in het Maltees

:

Applikazzjoni tar-Regolament (KE) Nru 828/2009, EBA/EPA. Numru ta’ referenza [in-numru ta’ referenza għandu jiddaħħal skont l-Anness I]

:

in het Nederlands

:

Toepassing van Verordening (EG) nr. 828/2009, EBA/EPO. Referentienummer [zie bijlage I]

:

in het Pools

:

Zastosowanie rozporządzenia (WE) nr 828/2009, EBA/EPA. Numer referencyjny [numer referencyjny należy wstawić zgodnie z załącznikiem I]

:

in het Portugees

:

Aplicação do Regulamento (CE) n.o 828/2009, TMA/APE. Número de referência [número de referência a inserir em conformidade com o anexo I]

:

in het Roemeens

:

Aplicarea Regulamentului (CE) nr. 828/2009, EBA/EPA. Număr de referință [a se introduce numărul de referință în conformitate cu anexa I]

:

in het Slowaaks

:

Uplatňovanie nariadenia (ES) č. 828/2009, EBA/EPA. Referenčné číslo (referenčné číslo sa vloží podľa prílohy I)

:

in het Sloveens

:

Uporaba Uredbe (ES) št. 828/2009, EBA/EPA. Zaporedna številka [vstaviti zaporedno številko v skladu s Prilogo I].

:

in het Fins

:

Asetuksen (EY) N:o 828/2009 soveltaminen, kaikki paitsi aseet/talouskumppanuussopimus. Viitenumero [viitenumero lisätään liitteen I mukaisesti]

:

in het Zweeds

:

Tillämpning av förordning (EG) nr 828/2009, EBA/EPA. Referensnummer [referensnumret ska anges i enlighet med bilaga I]

B.   In artikel 4, lid 3, onder e), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Мито „0“ — Регламент (ЕО) № 828/2009

:

in het Spaans

:

Derecho de aduana «0» — Reglamento (CE) no 828/2009,

:

in het Tsjechisch

:

Clo „0“ – nařízení (ES) č. 828/2009

:

in het Deens

:

Toldsats »0« — Forordning (EF) nr. 828/2009

:

in het Duits

:

Zollsatz „0“ — Verordnung (EG) Nr. 828/2009

:

in het Ests

:

Tollimaks „0” – määrus (EÜ) nr 828/2009

:

in het Grieks

:

Τελωνειακός δασμός «0» — Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 828/2009 της ΕΕ

:

in het Engels

:

Customs duty ‘0’ — Regulation (EC) No 828/2009

:

in het Frans

:

Droit de douane «0» — règlement (CE) no 828/2009

:

in het Italiaans

:

Dazio doganale nullo — Regolamento (CE) n. 828/2009

:

in het Lets

:

Muitas nodoklis ar “0” likmi – Regula (EK) Nr. 828/2009

:

in het Litouws

:

Muito mokestis „0“ – Reglamentas (EB) Nr. 828/2009

:

in het Hongaars

:

„0” vámtétel – 828/2009/EK rendelet

:

in het Maltees

:

Id-dazju tad-dwana “0” – Ir-Regolament (KE) Nru 828/2009

:

in het Nederlands

:

Douanerecht „0” — Verordening (EG) nr. 828/2009

:

in het Pools

:

Stawka celna „0” – rozporządzenie (WE) nr 828/2009

:

in het Portugees

:

Direito aduaneiro nulo — Regulamento (CE) n.o 828/2009

:

in het Roemeens

:

Taxă vamală „0” – Regulamentul (CE) nr. 828/2009

:

in het Slowaaks

:

Clo „0“ – nariadenie (ES) č. 828/2009

:

in het Sloveens

:

Carina „0“ – Uredba (ES) št. 828/2009

:

in het Fins

:

Tulli ”0” – Asetus (EY) N:o 828/2009

:

in het Zweeds

:

Tullsats ”0” – Förordning (EG) nr 828/2009