26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 771/2009 VAN DE COMMISSIE
van 25 augustus 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007, wat bepaalde handelsnormen voor de sector groenten en fruit betreft
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 103 bis en artikel 121, onder a), in samenhang met artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2) is, met betrekking tot de bepalingen inzake de handelsnormen, met ingang van 1 juli 2009 aanzienlijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1221/2008 van de Commissie (3). Niettemin moet duidelijkheid worden verschaft over een pas ingevoerde bepaling over producten die worden uitgesloten van de toepassing van de algemene handelsnorm. |
(2) |
Krachtens artikel 53, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 vindt de berekening van de waarde van de in de handel gebrachte productie voor de referentieperiode plaats conform de wetgeving die geldt tijdens de in dat artikel bedoelde referentieperiode. Dit beginsel dient tevens te worden toegepast op de waarde van de in de handel gebrachte productie van producentengroeperingen. |
(3) |
In 2008 heeft de „Working Party on Agricultural Quality Standards” (Werkgroep kwaliteitsnormen voor landbouwproducten) van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN/ECE) de normen van de UN/ECE voor sla, krulandijvie, andijvie, peren en tomaten herzien. Om onnodige handelsbelemmeringen te voorkomen dienen de op Gemeenschapsniveau bestaande specifieke handelsnormen voor groenten en fruit dezelfde te zijn als de normen van de UN/ECE. Daarom moeten de bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 vastgestelde specifieke normen voor de hierboven genoemde soorten groenten en fruit in overeenstemming te worden gebracht met de nieuwe normen van de UN/ECE. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1580/2007 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3, lid 3 ter, onder a), wordt vervangen door:
|
2) |
Aan artikel 44 wordt het volgende lid 3 toegevoegd: „3. De waarde van de in de handel gebrachte productie wordt berekend conform de wetgeving die geldt tijdens de periode waarvoor de steun wordt aangevraagd.”; |
3) |
De delen 4, 6 en 10 van deel B van bijlage I worden vervangen door de tekst in de delen A, B en C van de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 augustus 2009.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
(3) PB L 336 van 13.12.2008, blz. 1.
BIJLAGE
DEEL A
„Deel 4: Handelsnorm voor sla, krulandijvie en andijvie
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op:
— |
sla van de variëteiten (cultivars) van:
|
— |
kruisingen van deze variëteiten, en
|
die bestemd is voor levering als vers product aan de consument.
Deze norm is niet van toepassing op voor industriële verwerking bestemde producten en op als losse bladeren gepresenteerde producten, noch op sla met kluit en op slaplanten in potten.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In deze norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen de producten na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten de producten in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; geen producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver en gebruiksklaar, dat wil zeggen nagenoeg vrij van grond of ander substraat en van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
turgescent, |
— |
niet geschoten, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of vreemde smaak. |
Voor sla is een roodachtige verkleuring, veroorzaakt door lage temperaturen tijdens de groeiperiode, toegestaan, tenzij hierdoor het uiterlijk in aanzienlijke mate nadelig wordt beïnvloed.
De stronk moet onmiddellijk onder de onderste bladeren zijn afgesneden en het snijvlak moet glad zijn.
De producten moeten normaal ontwikkeld zijn. De producten moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
De producten worden ingedeeld in de twee hieronder omschreven klassen:
i) Klasse I
In deze klasse ingedeelde producten moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerken vertonen die eigen zijn aan de variëteit of het handelstype, en met name de typische kleur ervan bezitten.
De producten moeten tevens als volgt zijn:
— |
goed gevormd, |
— |
vast, rekening houdend met de teeltwijze en het soort product, |
— |
vrij van beschadiging of aantasting die de eetbaarheid nadelig beïnvloedt, |
— |
vrij van vorstschade. |
Kropsla van deze klasse moet één enkele, goed gevormde krop hebben. Bij glassla mag de krop minder goed gevormd zijn.
Bindsla moet een hart hebben, dat echter wel kleiner mag zijn.
Bij krulandijvie en andijvie moet het hart geel van kleur zijn.
ii) Klasse II
Tot deze klassen behoren producten die niet in klasse I kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
De producten moeten als volgt zijn:
— |
tamelijk goed gevormd, |
— |
vrij van beschadiging of aantasting die de eetbaarheid in ernstige mate nadelig beïnvloedt. |
Op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
geringe verkleuring, |
— |
lichte beschadigingen door plagen. |
Kropsla van deze klasse moet een krop hebben, maar deze mag kleiner zijn. Bij glassla mag de krop geheel ontbreken.
Bindsla hoeft geen hart te hebben.
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
De sortering geschiedt naar gewicht per eenheid.
A. Minimumgewicht
Voor de klassen I en II bedraagt het minimumgewicht:
|
Vollegrond |
Glasteelt |
Kropsla, met uitzondering van „ijsbergsla”, en bindsla, met uitzondering van „gem-sla” |
150 g |
100 g |
„IJsbergsla” |
300 g |
200 g |
Snijsla en „gem-sla” |
100 g |
100 g |
Krulandijvie en andijvie |
200 g |
150 g |
B. Uniformiteit
a) Sla
In alle klassen mag het grootste verschil in gewicht tussen de lichtste en de zwaarste krop in de verpakking niet meer bedragen dan:
— |
40 g wanneer de lichtste krop minder dan 150 g weegt; |
— |
100 g wanneer de lichtste krop tussen 150 g en 300 g weegt; |
— |
150 g wanneer de lichtste krop tussen 300 g en 450 g weegt; |
— |
300 g wanneer de lichtste krop meer dan 450 g weegt. |
b) Krulandijvie en andijvie
In alle klassen mag het grootste verschil in gewicht tussen de lichtste en de zwaarste krop in de verpakking niet meer bedragen dan 300 g.
IV. TOLERANTIES
In iedere partij zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse I
In totaal mag 10 % van het aantal stuks bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse II. Niet meer dan in totaal 1 % van het binnen deze tolerantie vallende aantal stuks mogen producten zijn die noch aan de kwaliteiteisen van klasse II, noch aan de minimumeisen voldoen. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten.
ii) Klasse II
In totaal mag 10 % van het aantal stuks bestaan uit producten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen mag in totaal 10 % van het aantal stuks afwijken van de sorteringsvoorschriften, op voorwaarde dat het gewicht van deze afwijkende kroppen niet meer dan 10 % hoger of lager is dan het vereiste gewicht.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit producten van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit en dezelfde grootte.
Producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen mogen echter samen in een verkoopeenheid (1) worden verpakt, op voorwaarde dat de producten in het mengsel van uniforme kwaliteit zijn en voor elke betrokken kleur, variëteit en/of handelstype uniform zijn wat de oorsprong betreft.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de producten goed beschermen. De producten moeten met inachtneming van de verpakkingsomvang en -soort zonder bovenmatige leemten of druk zijn verpakt.
Het binnenin de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet schoon zijn en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingen mogen geen vreemde substanties bevatten.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid (2) moeten op éénzelfde kant duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
Verpakker en/of verzender/verscheper:
— |
naam en fysiek adres (bijv. straat/plaats/regio/postcode en, indien verschillend van het land van oorsprong, land) of |
— |
een officieel door de nationale autoriteit erkende code (3). |
B. Aard van het product
— |
„Kropsla”, „bataviasla”, „ijsbergsla”, „bindsla”, „snijsla”, (of bijvoorbeeld, in voorkomend geval: „eikenbladsla”, „lollo bionda”, „lollo rossa”), „krulandijvie”, „andijvie” of een synoniem voor een van deze producten, wanneer de inhoud van buitenaf niet zichtbaar is |
— |
Eventueel de vermelding „gem-sla” of een synoniem |
— |
Eventueel de vermelding „glassla” of een andere passende vermelding |
— |
Naam van de variëteit (facultatief) |
— |
Wanneer het verkoopeenheden betreft met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen, de vermelding „Mengsel van verschillende soorten sla” of een gelijkwaardige vermelding. Indien het product van buitenaf niet zichtbaar is, moeten de in de verkoopeenheid voorkomende kleuren, variëteiten of handelstypen worden vermeld. |
C. Oorsprong van het product
— |
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam. |
— |
Wanneer het verkoopeenheden met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen van verschillende oorsprong betreft, moet dicht bij de betrokken kleur, de betrokken variëteit en/of het betrokken handelstype elk land van oorsprong worden vermeld. |
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Grootte, door vermelding van een minimumgewicht per stuk of van het aantal stuks |
— |
Nettogewicht (facultatief). |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingen wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingen mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingen op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.”
DEEL B
„Deel 6: Handelsnorm voor peren
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op perenvariëteiten (cultivars) van Pyrus communis L. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen peren na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten peren van alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; geen producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
vrij van aantasting van het vruchtvlees door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of vreemde smaak. |
De peren moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
verder kunnen rijpen totdat ze de juiste, bij de kenmerken van de betrokken variëteit behorende rijpheidsgraad hebben bereikt, |
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Peren worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde peren moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit hebben en een intact steeltje hebben.
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn, en de schil moet vrij zijn van ruige ruwschilligheid.
De vruchten mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen aan de schil die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
De peren mogen niet stenig zijn.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde peren moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit hebben (4).
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn, en de schil moet vrij zijn van ruige ruwschilligheid.
Individuele vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe afwijking in vorm, |
— |
een geringe afwijking in ontwikkeling, |
— |
lichte kleurafwijkingen, |
— |
geringe afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
— |
lichte kneuzingen die niet groter mogen zijn dan 1 cm2. |
Het steeltje mag licht beschadigd zijn.
De peren mogen niet stenig zijn.
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren peren die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Het vruchtvlees moet vrij zijn van ernstige afwijkingen.
Op voorwaarde dat de peren nog hun essentiële kenmerken op het gebied van kwaliteit, houdbaarheid en presentatie bezitten, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
afwijkingen in vorm, |
— |
afwijkingen in ontwikkeling, |
— |
kleurafwijkingen, |
— |
lichte ruige ruwschilligheid, |
— |
afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
— |
lichte kneuzingen die niet groter mogen zijn dan 2 cm2. |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Peren worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede.
Per klasse geldt de volgende minimumgrootte:
|
„Extra” |
Klasse I |
Klasse II |
Variëteiten met grote vruchten |
60 mm |
55 mm |
55 mm |
Overige variëteiten |
55 mm |
50 mm |
45 mm |
In de bijlage bij deze norm opgenomen zomerperen hoeven niet aan de eisen inzake minimumgrootte te voldoen.
Om te garanderen dat de vruchten in één verpakking homogeen van grootte zijn, mag het verschil in diameter tussen die vruchten niet meer bedragen dan:
— |
5 mm voor vruchten van de klasse „Extra” en voor op rijen en in lagen gerangschikte vruchten van de klassen I en II |
— |
10 mm voor los in de verpakking of in de voor de consument bestemde verpakking aangeboden vruchten van klasse I. |
Los in de verpakking of de voor de consument bestemde verpakking aangeboden vruchten van klasse II hoeven qua grootte niet homogeen te zijn.
IV. TOLERANTIES
Er gelden kwaliteits- en groottetoleranties voor elke partij producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
In totaal mag 5 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse I. Niet meer dan in totaal 0,5 % van de binnen deze tolerantie vallende peren mogen producten zijn die voldoen aan de kwaliteitseisen van klasse II.
ii) Klasse I
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse II. Niet meer dan in totaal 1 % van de binnen deze tolerantie vallende peren mogen producten zijn die noch aan de kwaliteiteisen van klasse II, noch aan de minimumeisen voldoen. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten. Deze tolerantie geldt echter niet voor peren zonder steeltje.
iii) Klasse II
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten.
Binnen deze tolerantie mag ten hoogste 2 % van het aantal of het gewicht de volgende afwijkingen vertonen:
— |
lichte beschadiging of niet-dichtgegroeide scheuren, |
— |
zeer lichte sporen van rot, |
— |
aanwezigheid van levende parasieten in de vrucht en/of aantasting van het vruchtvlees door parasieten. |
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen:
a) |
van de vruchten die aan uniformiteitsregels moeten voldoen, mag 10 % van het aantal of het gewicht voldoen aan de sorteringsvoorschriften van de grootteklasse onmiddellijk boven of beneden de op de verpakking vermelde grootteklasse, waarbij de vruchten in de kleinste toegestane groottesortering maximaal 5 mm kleiner mogen zijn dan het minimum; |
b) |
van de vruchten die niet aan uniformiteitsregels hoeven te voldoen, mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit vruchten die kleiner zijn dan de vastgestelde minimumgrootte, waarbij deze vruchten maximaal 5 mm kleiner mogen zijn dan die minimumgrootte. |
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit peren van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit, dezelfde kwaliteit, dezelfde grootte (wanneer sortering plaatsvindt) en dezelfde rijpingsgraad.
Bovendien moeten de vruchten in de klasse „Extra” uniform van kleur zijn.
Peren van duidelijk verschillende variëteiten mogen echter samen in een verkoopeenheid (5) worden verpakt, op voorwaarde dat de producten in het mengsel van uniforme kwaliteit zijn en voor elke betrokken variëteit homogeen zijn wat de oorsprong betreft.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakking moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de peren goed beschermen.
Het binnenin de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet schoon zijn en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
Het op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
De verpakkingen mogen geen vreemde substanties bevatten.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid (6) moeten op éénzelfde kant duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
Verpakker en/of verzender/verscheper:
— |
naam en fysiek adres (bijv. straat/plaats/regio/postcode en, indien verschillend van het land van oorsprong, land) of |
— |
een officieel door de nationale autoriteit erkende code (7). |
B. Aard van het product
— |
„Peren”, indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is. |
— |
Naam van de variëteit. In het geval van verkoopeenheden die verschillende perenvariëteiten bevatten, de naam van de diverse in de verpakking aanwezige variëteiten. |
C. Oorsprong van het product
— |
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam. In het geval van verkoopeenheden die duidelijk verschillende perenvariëteiten van verschillende oorsprong bevatten, moet bij de naam van elke betrokken variëteit het land van oorsprong worden vermeld. |
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Groottesortering of, voor op rijen en in lagen gerangschikte vruchten, aantal stuks. Als de groottesortering wordt vermeld, wordt deze als volgt aangegeven:
|
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingen wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingen mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingen op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
Aanhangsel
Groottesorteringscriteria voor peren
L |
= |
variëteiten met grote vruchten |
SP |
= |
zomerpeer, waarvoor geen minimumgrootte is vereist |
Niet-uitputtende lijst van variëteiten met grote vruchten en zomerperen
De variëteiten met kleine vruchten en de andere variëteiten die niet in de lijst zijn vermeld, mogen in de handel worden gebracht mits zij voldoen aan de in afdeling III van de norm vastgestelde sorteringsvoorschriften.
Bepaalde in de onderstaande lijst vermelde variëteiten mogen in de handel worden gebracht onder handelsbenamingen waarvoor in één of meerdere landen een bescherming is aangevraagd of verkregen. De eerste en de tweede kolom van onderstaande tabel bevatten geen dergelijke namen van handelsmerken. In de derde kolom is, uitsluitend ter informatie, een aantal bekende handelsmerken vermeld.
Variëteit |
Synoniem |
Handelsbenaming |
Grootte |
Abbé Fétel |
Abate Fetel |
|
L |
Abugo o Siete en Boca |
|
|
SP |
Aka |
|
|
SP |
Alka |
|
|
L |
Alsa |
|
|
L |
Amfora |
|
|
L |
Alexandrine Douillard |
|
|
L |
Bergamotten |
|
|
SP |
Beurré Alexandre Lucas |
Lucas |
|
L |
Beurré Bosc |
Bosc, Beurré d’Apremont, Empereur Alexandre, Kaiser Alexander |
|
L |
Beurré Clairgeau |
|
|
L |
Beurré |
Hardenpont |
|
L |
Beurré Giffard |
|
|
SP |
Beurré précoce Morettini |
Morettini |
|
SP |
Blanca de Aranjuez |
Agua de Aranjuez, Espadona, Blanquilla |
|
SP |
Carusella |
|
|
SP |
Castell |
Castell de Verano |
|
SP |
Colorée de Juillet |
Bunte Juli |
|
SP |
Comice rouge |
|
|
L |
Concorde |
|
|
L |
Condoula |
|
|
SP |
Coscia |
Ercolini |
|
SP |
Curé |
Curato, Pastoren, Del cura de Ouro, Espadon de invierno, Bella de Berry, Lombardia de Rioja, Batall de Campana |
|
L |
D’Anjou |
|
|
L |
Dita |
|
|
L |
D. Joaquina |
Doyenné de Juillet |
|
SP |
Doyenné d’hiver |
Winterdechant |
|
L |
Doyenné du Comice |
Comice, Vereinsdechant |
|
L |
Erika |
|
|
L |
Etrusca |
|
|
SP |
Flamingo |
|
|
L |
Forelle |
|
|
L |
Général Leclerc |
|
Amber Grace™ |
L |
Gentile |
|
|
SP |
Golden Russet Bosc |
|
|
L |
Grand champion |
|
|
L |
Harrow Delight |
|
|
L |
Jeanne d’Arc |
|
|
L |
Joséphine |
|
|
L |
Kieffer |
|
|
L |
Klapa Mīlule |
|
|
L |
Leonardeta |
Mosqueruela, Margallon, Colorada de Alcanadre, Leonarda de Magallon |
|
SP |
Lombacad |
|
Cascade® |
L |
Moscatella |
|
|
SP |
Mramornaja |
|
|
L |
Mustafabey |
|
|
SP |
Packham’s Triumph |
Williams d’Automne |
|
L |
Passe Crassane |
Passa Crassana |
|
L |
Perita de San Juan |
|
|
SP |
Pérola |
|
|
SP |
Pitmaston |
Williams Duchesse |
|
L |
Précoce de Trévoux |
Trévoux |
|
SP |
Président Drouard |
|
|
L |
Rosemarie |
|
|
L |
Suvenirs |
|
|
L |
Santa Maria |
Santa Maria Morettini |
|
SP |
Spadoncina |
Agua de Verano, Agua de Agosto |
|
SP |
Taylors Gold |
|
|
L |
Triomphe de Vienne |
|
|
L |
Vasarine Sviestine |
|
|
L |
Williams Bon Chrétien |
Bon Chrétien, Bartlett, Williams, Summer Bartlett |
|
L |
DEEL C
„Deel 10: Handelsnorm voor tomaten
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op tomatenvariëteiten (cultivars) van Lycopersicum esculentum Mill die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
Er worden bij tomaten vier handelstypen onderscheiden:
— |
„ronde” tomaten, |
— |
„geribde” tomaten, |
— |
„langwerpige” tomaten, |
— |
„kerstomaten” (inclusief „cocktailtomaten”). |
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In deze norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen tomaten na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten tomaten in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
vrij van aantasting van het vruchtvlees door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of vreemde smaak. |
Bij tomaten in trossen moet de steel vers zijn, gezond, zuiver en vrij van bladeren en zichtbare vreemde stoffen.
Tomaten moeten zo ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Tomaten worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde tomaten moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Het vruchtvlees moet stevig zijn, en de vorm, het uiterlijk en de ontwikkeling moeten kenmerkend zijn voor de variëteit.
De kleur van de tomaten, die de rijpheidsgraad aangeeft, moet zodanig zijn dat de tomaten kunnen beantwoorden aan de hierboven onder punt A, laatste alinea, vastgestelde eisen.
Tomaten mogen geen „groene kraag” hebben en geen andere afwijkingen vertonen dan zeer lichte oppervlakkige afwijkingen van de vruchthuid, op voorwaarde dat deze het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde tomaten moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten voldoende stevig zijn en de voor de variëteit kenmerkende eigenschappen bezitten.
Zij moeten vrij zijn van scheuren en van zichtbare „groene kragen”. De vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe afwijking in vorm, |
— |
lichte kleurafwijkingen, |
— |
geringe afwijkingen aan de vruchthuid, |
— |
zeer lichte kneuzingen. |
„Geribde” tomaten mogen bovendien de volgende afwijkingen vertonen:
— |
dichtgegroeide scheurtjes van ten hoogste 1 cm lengte, |
— |
kleine uitwassen, |
— |
geringe navelvorming, zonder verkurking, |
— |
verkurkt navelvormig bloemlitteken met een oppervlakte van ten hoogste 1 cm2, |
— |
zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad), dat evenwel niet langer mag zijn dan 2/3 van de grootste diameter van de vrucht. |
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren tomaten die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Zij moeten redelijk stevig zijn (eventueel iets minder stevig dan tomaten van klasse I) en mogen geen scheurtjes vertonen die niet zijn dichtgegroeid.
Op voorwaarde dat de tomaten nog hun kenmerkende eigenschappen inzake kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn evenwel de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
afwijkingen in vorm, ontwikkeling en kleur, |
— |
afwijkingen aan de vruchthuid of kneuzingen, op voorwaarde dat deze de vrucht niet ernstig aantasten, |
— |
dichtgegroeide scheurtjes van ten hoogste 3 cm lengte voor ronde, geribde en langwerpige tomaten. |
„Geribde” tomaten mogen bovendien de volgende afwijkingen vertonen:
— |
grotere uitwassen dan voor klasse I, mits er geen sprake is van misvormingen, |
— |
navelvorming, |
— |
verkurkt navelvormig bloemlitteken met een oppervlakte van ten hoogste 2 cm2, |
— |
zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad). |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Tomaten worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede, naar gewicht of naar aantal stuks.
De onderstaande bepalingen gelden niet voor tomaten in trossen en zijn facultatief voor klasse II.
Om uniformiteit in grootte te garanderen:
a) |
geldt qua verschil in diameter tussen tomaten in dezelfde verpakkingseenheid:
Indien groottesorteringscodes worden toegepast, dienen de in de volgende tabel aangegeven codes en schalen in acht te worden genomen:
|
b) |
Voor naar gewicht of naar aantal stuks gesorteerde tomaten, dient het verschil is grootte in overeenstemming te zijn met het bepaalde onder a). |
IV. TOLERANTIES
Er gelden kwaliteits- en groottetoleranties voor elke partij producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
In totaal mag 5 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse I. Niet meer dan in totaal 0,5 % van de binnen deze tolerantie vallende tomaten mogen producten zijn die voldoen aan de kwaliteiteisen van klasse II.
ii) Klasse I
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse II. Niet meer dan in totaal 1 % van de binnen deze tolerantie vallende tomaten mogen producten zijn die noch aan de kwaliteiteisen van klasse II, noch aan de minimumeisen voldoen. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten. Voor tomaten in trossen mag 5 % van het aantal of het gewicht bestaan uit tomaten die van de steel zijn losgekomen.
iii) Klasse II
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten. Voor tomaten in trossen mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit tomaten die van de steel zijn losgekomen.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen mag 10 % van het aantal of het gewicht de grootte van de sortering onmiddellijk boven of beneden de aangegeven sortering hebben.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakking moet uniform zijn en moet bestaan uit tomaten van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit en dezelfde groottesortering (wanneer sortering plaatsvindt).
Tomaten van de klassen „Extra” en I moeten praktisch uniform zijn qua rijpheid en kleur. Bovendien moet voor „langwerpige” tomaten de lengte voldoende uniform zijn.
Tomaten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen mogen echter samen in een verkoopeenheid (8) worden verpakt, op voorwaarde dat de producten in het mengsel van uniforme kwaliteit zijn en voor elke betrokken kleur, variëteit en/of handelstype uniform zijn wat de oorsprong betreft.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakking moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de tomaten goed beschermen.
Het binnenin de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet schoon zijn en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingen mogen geen vreemde substanties bevatten.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakking (9) moeten, op één kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar, de volgende gegevens worden vermeld:
A. Identificatie
Verpakker en/of verzender/verscheper:
— |
naam en fysiek adres (bijv. straat/plaats/regio/postcode en, indien verschillende van het land van oorsprong, land) of |
— |
een officieel door de nationale autoriteit erkende code (10). |
B. Aard van het product
„Tomaten” of „tomaten in trossen” en het handelstype, indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is. Deze aanduidingen zijn in ieder geval verplicht voor „kerstomaten” (of „cocktailtomaten”), al dan niet in trossen.
— |
Wanneer het verkoopeenheden betreft met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen, de vermelding „Mengsel van tomaten” of een gelijkwaardige vermelding. Indien het product van buitenaf niet zichtbaar is, moeten de in de verkoopeenheid voorkomende kleuren, variëteiten of handelstypen worden vermeld. |
— |
Naam van de variëteit (facultatief). |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
Wanneer het verkoopeenheden met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen van verschillende oorsprong betreft, moet dicht bij de betrokken kleur, de betrokken variëteit en/of het betrokken handelstype elk land van oorsprong worden vermeld.
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Grootteklasse (wanneer sortering plaatsvindt), aangegeven door middel van de minimum- en maximumdiameter. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
— |
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingen wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingen mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingen op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd. |
(1) De verkoopeenheid moet voor aankoop in haar geheel zijn ontworpen.
(2) Voor rechtstreekse verkoop aan de consument voorverpakte verpakkingseenheden dienen niet aan deze aanduidingsvoorschriften, maar wel aan de betrokken nationale eisen te voldoen. De bedoelde aanduidingen moeten in elk geval wel voorkomen op de verpakking waarin dergelijke verpakkingseenheden worden vervoerd.
(3) Op grond van de nationale wetgeving van een aantal landen is de expliciete vermelding van naam en adres vereist. Wanneer echter een code wordt gebruikt, dient de vermelding „verpakker en/of verzender (of gelijkwaardige afkortingen)” dicht bij de code te worden aangegeven, waarbij de code moet worden voorafgegaan door de ISO 3166-lettercode voor het land/gebied van het erkennende land, indien dat verschillend is van het land van oorsprong.
(4) De niet-uitputtende lijst van variëteiten met grote vruchten en zomerperen is opgenomen in het aanhangsel bij deze norm.
(5) De verkoopeenheid moet voor aankoop in haar geheel zijn ontworpen.
(6) Voor rechtstreekse verkoop aan de consument voorverpakte verpakkingseenheden dienen niet aan deze aanduidingsvoorschriften, maar wel aan de betrokken nationale eisen te voldoen. De bedoelde aanduidingen moeten in elk geval wel voorkomen op de verpakking waarin dergelijke verpakkingseenheden worden vervoerd.
(7) Op grond van de nationale wetgeving van een aantal landen is de expliciete vermelding van naam en adres vereist. Wanneer echter een code wordt gebruikt, dient de vermelding „verpakker en/of verzender (of gelijkwaardige afkortingen)” dicht bij de code te worden aangegeven, waarbij de code moet worden voorafgegaan door de ISO 3166-lettercode voor het land/gebied van het erkennende land, indien dat verschillend is van het land van oorsprong.
(8) De verkoopeenheid moet voor aankoop in haar geheel zijn ontworpen.
(9) Voor rechtstreekse verkoop aan de consument voorverpakte verpakkingseenheden dienen niet aan deze aanduidingsvoorschriften, maar wel aan de betrokken nationale eisen te voldoen. De bedoelde aanduidingen moeten in elk geval wel voorkomen op de verpakking waarin dergelijke verpakkingseenheden worden vervoerd.
(10) Op grond van de nationale wetgeving van een aantal landen is de expliciete vermelding van naam en adres vereist. Wanneer echter een code wordt gebruikt, dient de vermelding „verpakker en/of verzender (of gelijkwaardige afkortingen)” dicht bij de code te worden aangegeven, waarbij de code moet worden voorafgegaan door de ISO-3166 lettercode voor het land/gebied van het erkennende land, indien dat verschillend is van het land van oorsprong.”