25.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/3


VERORDENING (EG) Nr. 548/2009 VAN DE COMMISSIE

van 24 juni 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 760/2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de toestemming voor het gebruik van caseïne en caseïnaten bij de bereiding van kaas betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 121, onder i), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 100 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009 van de Raad van 19 januari 2009 houdende wijzigingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid door wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 320/2006, (EG) nr. 1405/2006, (EG) nr. 1234/2007, (EG) nr. 3/2008 en (EG) nr. 479/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 1883/78, (EEG) nr. 1254/89, (EEG) nr. 2247/89, (EEG) nr. 2055/93, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 2596/97, (EG) nr. 1182/2005 en (EG) nr. 315/2007 (2) is voorzien in de mogelijkheid om steun te verlenen voor tot caseïne of caseïnaten verwerkte ondermelk.

(2)

Nu artikel 119 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bij Verordening (EG) nr. 72/2009 is gewijzigd, is niet langer toestemming vooraf nodig voor het gebruik van caseïne en caseïnaten bij de bereiding van kaas, tenzij op grond van artikel 100 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 steun wordt betaald en de Commissie besluit te bepalen dat voor het gebruik van caseïne en caseïnaten bij de bereiding van kaas wel toestemming moet worden gevraagd.

(3)

Wanneer overeenkomstig artikel 100 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 steun wordt vastgesteld voor in de Gemeenschap geproduceerde, tot caseïne en caseïnaten verwerkte ondermelk, moeten de uitvoeringsbepalingen voor het verlenen van die toestemming worden nageleefd.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 760/2008 van de Commissie (3) zijn regels vastgesteld voor de toestemming vooraf voor het gebruik van caseïne en caseïnaten die op grond van artikel 119 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 moest worden gegeven voordat dat artikel bij Verordening (EG) nr. 72/2009 werd gewijzigd. Gezien de huidige situatie, waarin de steun op nul is vastgesteld en de toestemming vooraf niet langer verplicht is, moet de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 760/2008 worden gewijzigd om de voorwaarden voor de toepassing van die regels vast te stellen.

(5)

Bijgevolg moet Verordening (EG) nr. 760/2008 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De voorgestelde wijziging moet van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2009, de datum waarop ook de betrokken wijzigingen van Verordening (EG) nr. 72/2009 van toepassing worden.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 760/2008 wordt vervangen door:

„1.   Bij deze verordening worden de regels vastgesteld voor het verlenen van toestemming voor het gebruik van caseïne en caseïnaten bij de bereiding van kaas wanneer:

a)

overeenkomstig artikel 100 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 een steunbedrag is vastgesteld, en

b)

dat gebruik noodzakelijk wordt geacht voor de bereiding van kaas als bepaald in artikel 119 van die verordening.

Die toestemming wordt op verzoek van de betrokken bedrijven verleend voor twaalf maanden, mits vooraf een schriftelijke verbintenis wordt aangegaan tot aanvaarding en naleving van de bepalingen van artikel 3 van de onderhavige verordening.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juni 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 30 van 31.1.2009, blz. 1.

(3)  PB L 205 van 1.8.2008, blz. 22.