14.3.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 70/6


VERORDENING (EG) Nr. 198/2009 VAN DE COMMISSIE

van 10 maart 2009

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de statistiek- en tariefnomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, moeten bepalingen worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen op de gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd en die bij specifieke Gemeenschapswetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tariefmaatregelen en andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels moeten de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat de verkrijger van een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, deze inlichting voor een periode van drie maanden mag blijven gebruiken uit hoofde van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De bepalingen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De goederen die zijn omschreven in kolom 1 van de tabel in de bijlage worden onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld.

Artikel 2

Op de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de onderhavige verordening, kan gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, een beroep worden gedaan.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 maart 2009.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Artikel met afmetingen van ongeveer 4 m × 30 m, gemaakt van geweven draden plantaardig materiaal (zeegras).

De inslag bestaat uit twee ineen gedraaide draden plantaardig materiaal (zeegras) van een soort dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het vullen van kussens.

De ketting bestaat uit één gedraaide draad van gesponnen natuurlijke textielvezels van plantaardig materiaal (zeegrasvezels) (de draad meet meer dan 20 000 decitex).

Het artikel heeft een onderlaag van rubber met celstructuur.

(vloerbedekking van zeegras)

(Zie foto's nr. 648A en 648B. De foto's tonen een gedeelte dat uit het artikel is gesneden) (1)

4601 94 10

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 onder b), en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 1 op hoofdstuk 46, aantekening 1 op hoofdstuk 57, aantekening 3, onder A, punt e), op afdeling XI, en de tekst van de GN-codes 4601, 4601 94 en 4601 94 10.

Het artikel bestaat uit drie verschillende materialen:

1.

De twee ineengedraaide draden plantaardig materiaal (inslag) zijn gemaakt van plantaardige materialen van post 1404, van een soort dat hoofdzakelijk voor het vullen van kussens wordt gebruikt (zie de toelichting bij het geharmoniseerd systeem op post 1404, onder D, eerste alinea en derde alinea, onder 4), die verwijst naar een soort zeegras).

De plantaardige materialen worden verwerkt tot een soort koord dat gemaakt is van niet-geplette plantaardige materialen die door eenvoudig ineendraaien worden bijeengehouden en die als dusdanig producten zijn die gelijkenis vertonen met vlechten van post 4601 (zie de toelichting bij het geharmoniseerd systeem op post 4601 onder A, 2), b)) en „in een staat geschikt om te worden gevlochten” waardoor ze „vlechtstoffen” zijn in de zin van aantekening 1 op hoofdstuk 46.

2.

De enkele gedraaide draad van gesponnen natuurlijke textielvezels van plantaardig materiaal (ketting) is gemaakt van vezels die uit plantaardige materialen worden verkregen. De vezels worden bijeengehouden door ineendraaien (spinnen) (zie de toelichting bij het geharmoniseerd systeem op afdeling XI, Algemeen, onder (I) (B) (1) (i) (a)). Deze „gesponnen garens” moeten worden beschouwd als „garen” van post 5607 in de zin van aantekening 3, onder A, punt e), op afdeling XI, omdat de enkele gedraaide draad meer dan 20 000 decitex meet (zie ook het onderscheid tussen garen en draad in tabel I (type — van andere plantaardige vezels) in de toelichting bij het geharmoniseerd systeem op afdeling XI, Algemeen, (I) (B) (2) en de toelichting bij het geharmoniseerd systeem op post 5308, (A), tweede alinea, en de toelichting bij het geharmoniseerd systeem op post 5607, onder 1), eerste alinea).

3.

De onderlaag van rubber met een celstructuur van hoofdstuk 40 verleent het artikel niet zijn essentiële karakter in de zin van ARI 3, onder b), omdat zij zich onder het artikel bevindt en niet zichtbaar is wanneer het artikel op de grond ligt. Zij dient als ondersteuning, maakt het artikel stijver en verleent het zijn antislip eigenschap.

Het artikel moet worden ingedeeld als een product van vlechtstoffen dat gelijkenis vertoont met vlechten, omdat de ineengedraaide draden plantaardig materiaal (inslag) — die vlechtstoffen zijn van post 4601— het artikel zijn essentiële karakter verlenen in de zin van ARI 3, onder b). De ineengedraaide draden zijn veel talrijker dan de enkele textieldraden (ketting) en zij verlenen het product zijn bijzondere aanblik.

Bijgevolg kan het artikel niet worden ingedeeld als een vloerbedekking van textielstof van hoofdstuk 57 in de zin van aantekening 1 op hoofdstuk 57, omdat het blootgestelde oppervlak van het artikel niet van textielstof is maar hoofdzakelijk van producten die gelijkenis vertonen met vlechten van rubriek 4601.


Image

Image


(1)  De foto's zijn louter ter informatie.