5.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 203/52


RICHTLIJN 2009/68/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 juli 2009

betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen

(Gecodificeerde versie)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 79/532/EEG van de Raad van de Raad van 17 mei 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

(2)

Richtlijn 79/532/EEG is één van de bijzondere richtlijnen van het bij Richtlijn 74/150/EEG van de Raad van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen geregelde EG-typegoedkeuringssysteem, thans geregeld in Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan (5) en stelt de technische voorschriften vast betreffende het ontwerp en de constructie van landbouw- of bosbouwtrekkers met betrekking tot de verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen. Deze technische voorschriften beogen de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten, teneinde de uitvoering van de bij Richtlijn 2003/37/EG geregelde EG-goedkeuringsprocedure ten aanzien van elk type trekker mogelijk te maken. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 2003/37/EG betreffende land- of bosbouwtrekkers, aanhangwagens en verwisselbare getrokken machines, alsmede de systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan op de onderhavige richtlijn van toepassing.

(3)

Richtlijn 2009/61/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (6) heeft de gemeenschappelijke voorschriften betreffende de installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen vastgesteld. Die verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen vertonen dezelfde kenmerken als die van motorvoertuigen en derhalve kunnen de inrichtingen waarvoor een EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk is verleend overeenkomstig de reeds ter zake vastgestelde richtlijnen in het kader van de EG-typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, tevens voor trekkers worden gebruikt.

(4)

Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder „trekker” (landbouw- of bosbouwtrekker) verstaan ieder motorvoertuig op wielen of rupsbanden met ten minste twee assen, voornamelijk bestemd voor tractiedoeleinden en in het bijzonder ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde werktuigen, machines of aanhangwagens die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd. De trekker kan zijn ingericht voor het vervoer van een lading en van meerijders.

2.   Deze richtlijn geldt slechts voor de in lid 1 omschreven trekkers, gemonteerd op luchtbanden en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid die ligt tussen 6 en 40 km/h.

Artikel 2

De lidstaten mogen de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring van een trekker niet weigeren om redenen die verband houden met de volgende lichten of reflectoren, indien deze het in bijlage I bedoelde EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk dragen en overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2009/61/EG zijn aangebracht:

a)

de koplichten voor groot licht en/of dimlicht, alsmede de elektrische gloeilampen voor deze koplichten;

b)

de markeringslichten;

c)

de breedtelichten;

d)

de achterlichten;

e)

de stoplichten;

f)

de richtingaanwijzers;

g)

de retroflectoren;

h)

de achterkentekenplaatverlichting;

i)

de mistlichten vóór, alsmede de lampen daarvan;

j)

de mistlichten achter;

k)

de achteruitrijlichten;

l)

de parkeerlichten.

Artikel 3

De lidstaten mogen de inschrijving niet weigeren of de verkoop, het in het verkeer brengen of het gebruik van een trekker niet verbieden om redenen die verband houden met de volgende lichten of reflectoren, indien deze het in bijlage I bedoelde EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk dragen en overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2009/61/EG zijn aangebracht:

a)

de koplichten voor groot licht en/of dimlicht, alsmede de elektrische gloeilampen voor deze koplichten;

b)

de markeringslichten;

c)

de breedtelichten;

d)

de achterlichten;

e)

de stoplichten;

f)

de richtingaanwijzers;

g)

de retroflectoren;

h)

de achterkentekenplaatverlichting;

i)

de mistlichten vóór, alsmede de lampen daarvan;

j)

de mistlichten achter;

k)

de achteruitrijlichten;

l)

de parkeerlichten.

Artikel 4

De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de voorschriften van bijlage I aan de technische vooruitgang aan te passen, worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 20, lid 3, van Richtlijn 2003/37/EG bedoelde procedure.

Artikel 5

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 6

Richtlijn 79/532/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijnen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 7

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2009.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

E. ERLANDSSON


(1)  PB C 162 van 25.6.2008, blz. 40.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 17 juni 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 juni 2009.

(3)  PB L 145 van 13.6.1979, blz. 16.

(4)  Zie bijlage II, deel A.

(5)  PB L 171 van 9.7.2003, blz. 1.

(6)  Zie bladzijde 19 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE I

1.

Koplichten voor groot licht en/of dimlicht, alsmede elektrische gloeilampen voor deze koplichten:

 

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/761/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende koplichten van motorvoertuigen voor groot licht en/of dimlicht, alsmede betreffende lichtbronnen (gloeilampen en andere) voor gebruik in goedgekeurde verlichtingseenheden van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (1).

 

Het bepaalde in Richtlijn 76/761/EEG geldt ook voor de goedkeuring van speciale koplichten voor landbouw- en bosbouwtrekkers die bestemd zijn voor het verkrijgen van zowel een ongedimde als een gedimde lichtbundel en die een diameter (D) hebben van minder dan 160 mm, met de volgende wijzigingen:

a)

de in punt 2.1 van bijlagen II tot en met VI, VIII en IX bij Richtlijn 76/761/EEG vastgestelde minima voor de verlichtingssterkte worden verlaagd volgens de verhouding

((D – 45)/(160 – 45))2

maar mogen niet minder bedragen dan de volgende absolute minima:

3 lux, in punt 75 R, of in punt 75 L;

5 lux, in punt 50 R, of in punt 50 L;

1,5 lux, in zone IV.

Noot: Is het zichtbare vlak van het koplicht niet rond, dan is de diameter gelijk aan de diameter van de cirkel die eenzelfde oppervlakte beslaat als het nuttige zichtbare vlak van het koplicht;

b)

in plaats van het symbool CR van punt 5.2.3.5 van bijlage I bij Richtlijn 76/761/EEG wordt op het koplicht het symbool M aangebracht in een driehoek met een naar beneden gerichte hoek.

2.

Markeringslichten, breedtelichten, achterlichten en stoplichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/758/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende markeringslichten, breedtelichten, achterlichten, stoplichten, dagrijlichten en zijmarkeringslichten van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (2).

3.

Richtingaanwijzers:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/759/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende richtingaanwijzers van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (3).

4.

Retroflectoren:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/757/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende retroreflectoren voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (4).

5.

Achterkentekenplaatverlichting:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/760/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de achterkentekenplaatverlichting van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (5).

6.

Voormistlichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/762/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende voormistlichten voor motorvoertuigen (6).

7.

Mistlichten achter:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 77/538/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de mistlichten achter van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (7).

8.

Achteruitrijlichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 77/539/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende acheruitrijlichten van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (8).

9.

Parkeerlichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 77/540/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende parkeerlichten van motorvoertuigen (9).


(1)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 96.

(2)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 54.

(3)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 71.

(4)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 32.

(5)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 85.

(6)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 122.

(7)  PB L 220 van 29.8.1977, blz. 60.

(8)  PB L 220 van 29.8.1977, blz. 72.

(9)  PB L 220 van 29.8.1977, blz. 83.


BIJLAGE II

DEEL A

Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

(bedoeld in artikel 6)

Richtlijn 79/532/EEG van de Raad

(PB L 145 van 13.6.1979, blz. 16)

 

Richtlijn 82/890/EEG van de Raad

(PB L 378 van 31.12.1982, blz. 45)

uitsluitend wat de verwijzing naar Richtlijn 79/532/EEG in artikel 1, lid 1, betreft

Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 277 van 10.10.1997, blz. 24)

uitsluitend wat de verwijzing naar Richtlijn 79/532/EEG in artikel 1, eerste streepje, betreft

DEEL B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing

(bedoeld in artikel 6)

Richtlijn

Omzettingstermijn

Toepassingsdatum

79/532/EEG

21 november 1980

82/890/EEG

21 juni 1984

97/54/EG

22 september 1998

23 september 1998


BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

Richtlijn 79/532/EEG

De onderhavige richtlijn

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, aanhef en slotwoorden

Artikel 2, aanhef

Artikel 2, streepjes

Artikel 2, punten a) t/m l)

Artikel 3, aanhef en slotwoorden

Artikel 3, aanhef

Artikel 3, streepjes

Artikel 3, punten a) t/m l)

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5, lid 1

Artikel 5, lid 2

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 8

Bijlage

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III