14.1.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 9/31 |
RICHTLIJN 2009/1/EG VAN DE COMMISSIE
van 7 januari 2009
tot wijziging van Richtlijn 2005/64/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing, met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2005/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing, en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 6, lid 2, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2005/64/EG is een van de bijzondere richtlijnen in de context van de EG-typegoedkeuringsprocedure die is vastgesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (2). |
(2) |
Er moeten gedetailleerde voorschriften worden vastgesteld om in het kader van de voorafgaande beoordeling van de fabrikant, als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 2005/64/EG, te kunnen nagaan of de materialen die worden gebruikt voor de fabricage van een voertuigtype voldoen aan de bepalingen van artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (3). |
(3) |
Er moet met name voor worden gezorgd dat de bevoegde autoriteiten in staat zijn om in verband met de herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing na te gaan of er contractuele regelingen tussen de betrokken fabrikant van het voertuig en zijn leveranciers bestaan en dat de in dergelijke regelingen vervatte voorschriften naar behoren worden meegedeeld. |
(4) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zij in overeenstemming met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang — motorvoertuigen, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IV bij Richtlijn 2005/64/EG wordt gewijzigd door invoeging van een nieuw lid 4:
„4.1. |
Voor de voorafgaande beoordeling uit hoofde van artikel 6 van Richtlijn 2005/64/EG moet de fabrikant van het voertuig aantonen dat via contractuele regelingen met zijn leveranciers wordt gezorgd voor de naleving van artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG. |
4.2. |
Voor de voorafgaande beoordeling uit hoofde van artikel 6 van Richtlijn 2005/64/EG moet de fabrikant van het voertuig procedures vaststellen om in staat te zijn:
|
4.3. |
Voor de uitvoering van de leden 4.1 en 4.2 moet de fabrikant van het voertuig in overeenstemming met het bevoegde orgaan gebruikmaken van ISO 9000/14000 of een ander gestandaardiseerd kwaliteitsborgingsprogramma.”. |
Artikel 2
Als aan de voorschriften van Richtlijn 2005/64/EG, als gewijzigd bij deze richtlijn, niet wordt voldaan, weigeren de lidstaten met ingang van 1 januari 2012 om redenen in verband met de herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing van motorvoertuigen EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring voor nieuwe voertuigtypen te verlenen.
Artikel 3
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 3 februari 2010 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 4 februari 2010.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 januari 2009.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vicevoorzitter
(1) PB L 310 van 25.11.2005, blz. 10.
(2) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.
(3) PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.