5.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/6


BESLUIT VAN DE RAAD

van 30 november 2009

tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina

(2009/891/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De betrekkingen tussen Bosnië-Herzegovina en de Europese Unie (EU) ontwikkelen zich in het kader van het stabilisatie- en associatieproces en het Europees partnerschap; op 16 juni 2008 hebben Bosnië-Herzegovina en de Commissie een stabilisatie- en associatieovereenkomst en de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken ondertekend.

(2)

Sinds het vierde kwartaal van 2008 wordt de Bosnische economie steeds harder geraakt door de internationale economische en financiële crisis, hetgeen tot een afnemende productie, een dalend handelsverkeer en teruglopende begrotingsontvangsten heeft geleid.

(3)

De economische stabilisatie en het herstel van Bosnië-Herzegovina worden ondersteund door de financiële bijstand van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In mei 2009 hebben de Bosnische autoriteiten met het IMF overeenstemming bereikt over een nieuw programma in het kader waarvan over een periode van drie jaar 1,15 miljard EUR zou worden uitbetaald. Het programma is in juli 2009 door de raad van bestuur van het IMF goedgekeurd.

(4)

In het licht van de versomberende economische situatie en vooruitzichten heeft Bosnië-Herzegovina om aanvullende communautaire macrofinanciële bijstand verzocht.

(5)

Aangezien er volgens de aannames van het IMF in 2010 van een resterend financieringstekort op de betalingsbalans sprake is, wordt de toekenning van macrofinanciële bijstand als een passende reactie aangemerkt op het verzoek van Bosnië-Herzegovina om in de huidige uitzonderlijke omstandigheden parallel met het lopende IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. Tevens wordt verwacht dat de onderhavige financiële bijstand de financieringsbehoefte van de overheidsbegroting zal helpen verminderen.

(6)

Met het oog op een efficiënte bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap in het kader van deze financiële bijstand moet Bosnië-Herzegovina passende maatregelen nemen voor de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot de bijstand. Er moet eveneens worden gezorgd voor controles door de Commissie en audits door de Rekenkamer.

(7)

De uitbetaling van de communautaire financiële bijstand laat de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet.

(8)

Deze bijstand moet door de Commissie in overleg met het Economisch en Financieel Comité worden beheerd.

(9)

Het Verdrag voorziet voor de vaststelling van het onderhavige besluit in geen andere bevoegdheden van die van artikel 308,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   De Gemeenschap stelt Bosnië-Herzegovina macrofinanciële bijstand beschikbaar in de vorm van een leningsfaciliteit met een hoofdsom van ten hoogste 100 miljoen EUR en een maximale gemiddelde looptijd van 15 jaar om de economische stabilisatie van Bosnië-Herzegovina te ondersteunen en de in het kader van het lopende IMF-programma vastgestelde budgettaire en betalingsbalansbehoefte te lenigen.

2.   Hiertoe wordt de Commissie gemachtigd namens de Gemeenschap de nodige middelen op te nemen.

3.   De uitbetaling van de communautaire financiële bijstand wordt door de Commissie, in nauwe samenwerking met het Economisch en Financieel Comité, beheerd op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en Bosnië-Herzegovina.

4.   De financiële bijstand van de Gemeenschap wordt voor twee jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 2, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming. Indien de omstandigheden daartoe nopen, kan de Commissie evenwel, na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité, besluiten de beschikbaarheidsperiode met maximaal één jaar te verlengen.

Artikel 2

1.   De Commissie wordt gemachtigd om, na overleg met het Economisch en Financieel Comité, met de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina overeenstemming te bereiken over de aan de communautaire macrofinanciële bijstand te verbinden economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Deze voorwaarden stroken met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en Bosnië-Herzegovina. De gedetailleerde financiële voorwaarden van de bijstand worden vastgelegd in een tussen de Commissie en de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina te sluiten leningsovereenkomst.

2.   Tijdens de tenuitvoerlegging van de communautaire financiële bijstand controleert de Commissie de deugdelijkheid van de voor deze bijstand relevante financiële en administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Bosnië-Herzegovina.

3.   De Commissie onderzoekt periodiek of het economische beleid van Bosnië-Herzegovina verenigbaar is met de doelstellingen van de communautaire bijstand en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden economische beleidsvoorwaarden is voldaan. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, wanneer nodig, met het Economisch en Financieel Comité.

Artikel 3

1.   De communautaire financiële bijstand wordt door de Commissie aan Bosnië-Herzegovina beschikbaar gesteld in twee leningstranches, mits aan de voorwaarden van lid 2 is voldaan. De omvang van de leningstranches wordt in het memorandum van overeenstemming vastgelegd.

2.   De Commissie besluit tot de uitbetaling van de tranches bij een bevredigende naleving van de economische beleidsvoorwaarden die in het memorandum van overeenstemming zijn overeengekomen. De tweede tranche wordt niet eerder dan drie maanden na de eerste tranche uitbetaald.

3.   De communautaire middelen worden aan de centrale bank van Bosnië-Herzegovina uitgekeerd. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder andere betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoefte, kan de tegenwaarde ervan in plaatselijke valuta aan de Schatkisten van Bosnië-Herzegovina en haar entiteiten als eindbegunstigden worden overgemaakt.

Artikel 4

1.   De in dit besluit bedoelde communautaire transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro, worden met dezelfde valutadatum afgesloten en mogen voor de Gemeenschap geen looptijdtransformatie, valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico met zich brengen.

2.   Indien Bosnië-Herzegovina daarom verzoekt, neemt de Commissie de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de voorwaarden verbonden aan de opgenomen leningen een overeenkomstige clausule voorkomt.

3.   De Commissie kan, op verzoek van Bosnië-Herzegovina en wanneer de omstandigheden een gunstigere rente op de lening mogelijk maken, haar oorspronkelijk opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de gemiddelde looptijd van de betrokken opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van het op de dag van deze herfinancieringen of herstructureringen uitstaande bedrag.

4.   Alle kosten die de Gemeenschap bij het sluiten en uitvoeren van de in dit besluit bedoelde transacties maakt, komen ten laste van Bosnië-Herzegovina.

5.   Het Economisch en Financieel Comité wordt in kennis gesteld van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 5

De communautaire financiële bijstand wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1) en de uitvoeringsvoorschriften (2) daarvan. In het bijzonder wordt in het memorandum van overeenstemming en in de leningsovereenkomst die met de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina moeten worden gesloten, bepaald dat Bosnië-Herzegovina passende maatregelen moet vaststellen met het oog op de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de bijstand. Tevens wordt bepaald dat de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), het recht heeft controles ter plaatse te verrichten en dat de Rekenkamer het recht heeft om, eventueel ter plaatse, audits uit te voeren.

Artikel 6

Uiterlijk op 31 augustus van elk jaar doet de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag toekomen over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar. In dit verslag wordt het verband gespecificeerd tussen de in een krachtens artikel 2, lid 1, te sluiten memorandum van overeenstemming vastgelegde beleidsvoorwaarden, de actuele economische en budgettaire prestaties van Bosnië-Herzegovina en het besluit van de Commissie om de bijstandstranches uit te betalen.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

B. ASK


(1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(2)  Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).