1.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/91


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2009

betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor het jaar 2010 aan bepaalde communautaire referentielaboratoria op het gebied van voeder- en levensmiddelencontroles

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 9343)

(Slechts de teksten in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Spaanse en de Zweedse taal zijn authentiek)

(2009/863/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name op artikel 32, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aan de communautaire referentielaboratoria op het gebied van voeder- en levensmiddelencontroles kan een financiële bijdrage van de Gemeenschap worden toegekend overeenkomstig artikel 28 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (2).

(2)

Verordening (EG) nr. 1754/2006 van de Commissie van 28 november 2006 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van financiële steun van de Gemeenschap aan de communautaire referentielaboratoria voor diervoeders, levensmiddelen en diergezondheid (3) bepaalt dat de financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt toegekend op voorwaarde dat de goedgekeurde werkprogramma’s efficiënt worden uitgevoerd en de begunstigden de vereiste gegevens binnen de vastgestelde termijnen meedelen.

(3)

Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1754/2006 worden de relaties tussen de Commissie en elk communautair referentielaboratorium vastgelegd in een partnerschapsovereenkomst, die vergezeld gaat van een meerjarig werkprogramma.

(4)

De Commissie heeft de door de communautaire referentielaboratoria ingediende werkprogramma’s en bijbehorende begrotingsramingen voor het jaar 2010 geëvalueerd.

(5)

Bijgevolg moet een financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de aangewezen communautaire referentielaboratoria worden toegekend met het oog op de medefinanciering van hun activiteiten voor het vervullen van de in Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken. De financiële bijdrage van de Gemeenschap moet 100 % bedragen van de subsidiabele kosten zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1754/2006.

(6)

Verordening (EG) nr. 1754/2006 stelt de subsidievoorwaarden voor de door de communautaire referentielaboratoria georganiseerde workshops vast. Zij beperkt ook de financiële steun tot maximaal 32 deelnemers aan workshops. Afwijkingen van deze beperking moeten overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1754/2006 worden toegestaan aan sommige communautaire referentielaboratoria die met het oog op de maximale rentabiliteit van hun workshops steun voor meer dan 32 deelnemers nodig hebben. Er kunnen afwijkingen worden toegestaan ingeval een communautair referentielaboratorium het leiderschap en de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de organisatie van een workshop met een ander communautair referentielaboratorium.

(7)

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (4) moeten programma’s om dierziekten uit te roeien of te bewaken (veterinaire maatregelen) worden gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). Voorts bepaalt artikel 13, tweede alinea, van die verordening dat in deugdelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen de door de lidstaten en door de begunstigden van steun uit het ELGF verrichte uitgaven voor administratieve en personeelskosten voor onder Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (5) vallende maatregelen en programma’s door het ELGF worden gefinancierd. Met het oog op de financiële controles zijn de artikelen 9, 36 en 37 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van toepassing.

(8)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Laboratoire d’Études et de Recherches sur la Qualité des Aliments et sur les Procédés Agroalimentaires (LERQAP) van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (AFSSA) in Maisons-Alfort (Frankrijk) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse en het testen van melk en melkproducten.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 302 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 23 000 EUR.

Artikel 2

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Bilthoven (Nederland) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op zoönosen (salmonella).

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 354 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 30 000 EUR.

Artikel 3

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Laboratorio de Biotoxinas Marinas, Agencia Española de Seguridad Alimentaria (Ministerio de Sanidad y Consumo) in Vigo (Spanje) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de monitoring van mariene biotoxines.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 260 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 25 000 EUR.

Artikel 4

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het laboratorium van het Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science in Weymouth (Verenigd Koninkrijk) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de monitoring van virale en bacteriologische besmettingen bij tweekleppige weekdieren.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 265 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 35 000 EUR.

Artikel 5

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Laboratoire d’Études et de Recherches sur la Qualité des Aliments et sur les Procedés Agroalimentaires (LERQAP) van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (AFSSA) in Maisons-Alfort (Frankrijk) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op Listeria monocytogenes.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 309 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 22 500 EUR.

Artikel 6

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Laboratoire d’Études et de Recherches sur la Qualité des Aliments et sur les Procédés Agroalimentaires (LERQAP) van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (AFSSA) in Maisons-Alfort (Frankrijk) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op coagulasepositieve stafylokokken, inclusief Staphylococcus aureus.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 291 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 22 500 EUR.

Artikel 7

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Istituto Superiore di Sanità (ISS) in Rome (Italië) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op Escherichia coli, inclusief verocytotoxine-producerende E. coli (VTEC).

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 250 381 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 20 000 EUR.

Artikel 8

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Statens Veterinärmedicinska Anstalt (SVA) in Uppsala (Zweden) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de monitoring van Campylobacter.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 275 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 30 000 EUR.

Artikel 9

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Istituto Superiore di Sanità (ISS) in Rome (Italië) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op parasieten (met name Trichinella, Echinococcus en Anisakis).

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 312 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 30 000 EUR.

Artikel 10

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Fødevareinstitut, Danmarks Tekniske Universitet (DTU), in Kopenhagen (Denemarken) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de monitoring van antimicrobiële resistentie.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 370 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 27 000 EUR.

Artikel 11

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Centre Wallon de Recherches agronomiques (CRA-W) in Gembloux (België) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op dierlijke eiwitten in diervoeders.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 525 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 30 000 EUR.

Artikel 12

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Bilthoven (Nederland) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot residuen van bepaalde stoffen, opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG van de Raad (6) en bedoeld in bijlage VII, afdeling I, punt 12, onder a), van Verordening (EG) nr. 882/2004.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 450 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 25 000 EUR.

Artikel 13

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Laboratoire d’Études et de Recherches sur les Médicaments Vétérinaires et les Désinfectants van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments in Fougères (Frankrijk) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot residuen van bepaalde stoffen, opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG en bedoeld in bijlage VII, afdeling I, punt 12, onder a), van Verordening (EG) nr. 882/2004.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 450 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 25 000 EUR.

Artikel 14

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Bundesamt für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit (BVL) in Berlijn (Duitsland) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot residuen van bepaalde stoffen, opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG en bedoeld in bijlage VII, afdeling I, punt 12, onder a), van Verordening (EG) nr. 882/2004.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 450 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 25 000 EUR.

Artikel 15

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Istituto Superiore di Sanità in Rome (Italië) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot residuen van bepaalde stoffen, opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG en bedoeld in bijlage VII, afdeling I, punt 12, onder a), van Verordening (EG) nr. 882/2004.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 275 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 25 000 EUR.

Artikel 16

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Chemisches und Veterinäruntersuchungsamt (CVUA) in Freiburg (Duitsland) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong en producten met een hoog vetgehalte.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 198 900 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 25 000 EUR.

Artikel 17

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Fødevareinstitut, Danmarks Tekniske Universitet (DTU), in Kopenhagen (Denemarken) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen in graangewassen en diervoeders.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 198 900 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 25 000 EUR.

Artikel 18

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Laboratorio Agrario de la Generalitat Valenciana (LAGV)/Grupo de Residuos de Plaguicidas de la Universidad de Almería (PRRG) in Spanje voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen in fruit en groenten, met inbegrip van producten met een hoog water- en zuurgehalte.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 445 840 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 45 000 EUR.

In afwijking van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1754/2006 kan het in lid 1 vermelde laboratorium aanspraak maken op financiële steun voor de deelname van maximaal 50 personen aan een van de in lid 2 van dit artikel vermelde workshops, aangezien het een gezamenlijke workshop zal organiseren.

Artikel 19

De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Chemisches und Veterinäruntersuchungsamt (CVUA) in Stuttgart (Duitsland) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen met „single residue”-methoden.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 352 000 EUR.

Artikel 20

1.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage aan het Chemisches und Veterinäruntersuchungsamt (CVUA) in Freiburg (Duitsland) voor het vervullen van de in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde functies en taken met betrekking tot de analyse van en het testen op dioxinen en pcb’s in levensmiddelen en diervoeders.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 bedraagt die financiële bijdrage ten hoogste 432 000 EUR.

2.   Naast het in lid 1 vastgestelde maximumbedrag verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het in lid 1 vermelde laboratorium voor de organisatie van workshops. Die bijdrage bedraagt maximaal 55 410 EUR.

Artikel 21

De in de artikelen 1 tot en met 21 bedoelde financiële bijdrage van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de subsidiabele kosten zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1754/2006.

Artikel 22

Deze beschikking is gericht tot:

voor melk en melkproducten: Laboratoire d’Études et de Recherches sur la Qualité des Aliments et sur les Procédés Agroalimentaires (LERQAP) van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (AFSSA), 23 avenue du Général de Gaulle, 94700 Maisons-Alfort, Frankrijk;

voor de analyse van en het testen op zoönosen (salmonella): Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Postbus 1, Antonie van Leeuwenhoeklaan 9, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, Nederland;

voor de monitoring van mariene biotoxinen: Laboratorio de Biotoxinas Marinas, Agencia Española de Seguridad Alimentaria (Ministerio de Sanidad y Consumo), Estación Marítima, s/n, 36200 Vigo, Spanje;

voor de monitoring van virale en bacteriologische besmettingen bij tweekleppige weekdieren: Laboratory of the Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science (CEFAS), Weymouth laboratory, Barrack Road, The Nothe, Weymouth, Dorset, DT4 8UB, Verenigd Koninkrijk;

voor Listeria monocytogenes: Laboratoire d’Études et de Recherches sur la Qualité des Aliments et sur les Procédés Agroalimentaires (LERQAP) van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (AFSSA), 23 avenue du Général de Gaulle, 94700 Maisons-Alfort, Frankrijk;

voor coagulasepositieve stafylokokken, inclusief Staphylococcus aureus: Laboratoire d’Études et de Recherches sur la Qualité des Aliments et sur les Procédés Agroalimentaires (LERQAP) van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (AFSSA), 23 avenue du Général de Gaulle, 94700 Maisons-Alfort, Frankrijk;

voor Escherichia coli, inclusief verocytotoxine-producerende E. coli (VTEC): Istituto Superiore di Sanità (ISS), Viale Regina Elena 299, 00161 Roma, Italië;

voor Campylobacter: Statens Veterinärmedicinska Anstalt (SVA), Ulls väg 2 B, 751 89 Uppsala, Zweden;

voor parasieten (met name Trichinella, Echinococcus en Anisakis): Istituto Superiore di Sanità (ISS), Viale Regina Elena 299, 00161 Roma, Italië;

voor antimicrobiële resistentie: Fødevareinstituttet, Danmarks Tekniske Universitet (DTU), Bülowsvej 27, 1790 Copenhagen V, Denemarken;

voor dierlijke eiwitten in diervoeders: Centre Wallon de Recherches agronomiques (CRA-W), Chaussée de Namur 24, 5030 Gembloux, België;

voor residuen: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Postbus 1, Antonie van Leeuwenhoeklaan 9, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, Nederland;

voor residuen: Laboratoire d’Études et de Recherches sur les Médicaments Vétérinaires et les Désinfectants van het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments (AFSSA), Site de Fougères, BP 90203, 35302 Fougères, Frankrijk;

voor residuen: Bundesamt für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit, Postfach 100214, Mauerstrasse 39-42, 10562 Berlin, Duitsland;

voor residuen: Istituto Superiore di Sanità (ISS), Viale Regina Elena 299, 00161 Roma, Italië;

voor de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong: Chemisches und Veterinäruntersuchungsamt (CVUA), Postfach 100462, Bissierstrasse 5, 79114 Freiburg, Duitsland;

voor de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen in graangewassen: Fødevareinstituttet, Danmarks Tekniske Universitet (DTU), Department of Food Chemistry, Moerkhoej Bygade 19, 2860 Soeborg, Denemarken;

voor de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen in fruit en groenten: Laboratorio Agrario de la Generalitat Valenciana (LAGV)/Grupo de Residuos de Plaguicidas de la Universidad de Almería (PRRG), Ctra. Sacramento s/n, La Canada de San Urbano, 04120 Almería, Spanje;

voor de analyse van en het testen op residuen van bestrijdingsmiddelen met „single residue”-methoden: Chemisches und Veterinäruntersuchungsamt (CVUA), Postfach 1206, Schaflandstrasse 3/2, 70736 Stuttgart, Duitsland;

voor de analyse van en het testen op dioxinen en pcb’s in levensmiddelen en diervoeders: Chemisches und Veterinäruntersuchungsamt (CVUA), Postfach 100462, Bissierstrasse 5, 79114 Freiburg, Duitsland.

Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.

(3)  PB L 331 van 29.11.2006, blz. 8.

(4)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(5)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

(6)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10.