24.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 348/76


VERORDENING (EG) Nr. 1345/2008 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 2008

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2136/89 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke normen voor het in de handel brengen van sardineconserven en van verkoopbenamingen voor conserven van sardines en van sardineachtigen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (1), en met name op artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 104/2000 voorziet in de mogelijkheid om gemeenschappelijke normen vast te stellen voor het in de handel brengen van visserijproducten in de Gemeenschap, met name om het handelsverkeer op basis van eerlijke mededinging te vergemakkelijken. Dergelijke normen kunnen met name betrekking hebben op de etikettering.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2136/1989 van de Raad (2) zijn gemeenschappelijke normen voor het in de handel brengen van sardineconserven en verkoopbenamingen voor conserven van sardines en van sardineachtigen vastgesteld.

(3)

Omdat de conserven die in de Gemeenschap in de handel worden gebracht en worden aangeboden op dezelfde wijze als sardineconserven steeds verscheidener worden, is het noodzakelijk de consumenten degelijk te informeren over de identiteit en de voornaamste kenmerken van de producten. Daarom dienen de momenteel geldende voorschriften inzake de verkoopbenamingen van conserven die op dezelfde wijze als sardineconserven in de Gemeenschap in de handel worden gebracht en worden aangeboden, te worden gewijzigd.

(4)

Daarbij dient rekening te worden gehouden met de in 2007 gewijzigde Codexnorm STAN94 van de Codex Alimentarius, alsmede met de bijzondere voorwaarden die gelden op de markt van de Gemeenschap.

(5)

Met het oog op de transparantie van de markt, de eerlijke mededinging en de variëteit van het aanbod, moet de soort Strangomera bentincki worden toegevoegd aan de lijst van voor de bereiding van conserven van sardineachtigen toegestane soorten.

(6)

Om de identificatie van sardineachtigen te verbeteren, moeten ter onderscheiding de wetenschappelijke naam van de soort en het geografische gebied waar de betrokken soort is gevangen, worden vermeld.

(7)

De bij deze verordening vastgestelde voorschriften moeten worden toegepast onverminderd het bepaalde in Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (3).

(8)

Verordening (EEG) nr. 2136/89 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Om de marktdeelnemers in de gelegenheid te stellen zich naar de nieuwe voorschriften te schikken, moet worden voorzien in een overgangsperiode voor het in de handel brengen van producten die aan de momenteel geldende versie van Verordening (EEG) nr. 2136/89 voldoen.

(10)

Het Comité van beheer voor visserijproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2136/89 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan artikel 1 bis, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„k)

Strangomera bentincki”.

2.

Artikel 7 bis wordt vervangen door:

„Artikel 7 bis

1.   Onverminderd het bepaalde in Richtlijn 2000/13/EG, mogen conserven van sardineachtigen in de Gemeenschap in de handel worden gebracht onder een verkoopbenaming waarin naast het woord „sardines” ook de wetenschappelijke benaming van de soort en het geografische gebied waar de soort is gevangen, worden vermeld.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde verkoopbenaming wordt vermeld op de recipiënt van de conserven van sardineachtigen, moet deze duidelijk en goed waarneembaar worden aangebracht.

3.   De wetenschappelijke benaming van de soort moet steeds de geslachtsaanduiding (eigennaam) en een specifiek epitheton, in het Latijn, omvatten.

4.   Het geografische gebied wordt aangegeven met een van de in de eerste kolom van de bijlage opgenomen namen, rekening houdend met de omschrijving van het overeenkomstige gebied in de tweede kolom van de bijlage.

5.   Onder één verkoopbenaming mag slechts één soort in de handel worden gebracht.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Producten die voldeden aan het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2136/89 voordat deze bij de onderhavige verordening is gewijzigd, mogen nog in de handel worden gebracht tot 1 november 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 december 2008.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22.

(2)  PB L 212 van 22.7.1989, blz. 79.

(3)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.


BIJLAGE

Naam en omschrijving van de geografische gebieden

Naam van het geografische gebied als bedoeld in artikel 7 bis, lid 1

Omschrijving van het gebied (1)

Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan

FAO-gebied 21

Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (2)

FAO-gebied 27

Oostzee

FAO-gebied 27.IIId

Centraalwestelijk deel van de Atlantische Oceaan

FAO-gebied 31

Centraaloostelijk deel van de Atlantische Oceaan

FAO-gebied 34

Zuidwestelijk deel van de Atlantische Oceaan

FAO-gebied 41

Zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan

FAO-gebied 47

Middellandse Zee

FAO-gebieden 37.1, 37.2 en 37.3

Zwarte Zee

FAO-gebied 37.4

Indische Oceaan

FAO-gebieden 51 en 57

Stille Oceaan

FAO-gebieden 61, 67, 71, 77, 81, 87

Antarctica

FAO-gebieden 48, 58 en 88

Noordelijke IJszee

FAO-gebied 18


(1)  Jaarboek van de FAO. Visserijstatistieken. Vangsten. Vol. 86/1. 2000.

(2)  Met uitzondering van de Oostzee.