23.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 345/24


VERORDENING (EG) Nr. 1327/2008 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2008

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op de artikelen 103 nonies en 127 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie (2) zijn uitvoeringsbepalingen betreffende producentenorganisaties in de sector groenten en fruit vastgesteld.

(2)

Om te garanderen dat alle producenten democratisch aan de besluitvorming over de producentenorganisatie kunnen deelnemen, moeten de lidstaten maatregelen kunnen nemen om de uitoefening van aan een rechtspersoon verleende bevoegdheden tot wijziging, goedkeuring of afwijzing van door een producentenorganisatie genomen beslissingen toe te staan, te beperken of te verbieden wanneer de betrokken producentenorganisatie een duidelijk omschreven onderdeel van die rechtspersoon vormt.

(3)

Krachtens artikel 32, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 kunnen de lidstaten het recht van niet-producerende leden van een producentenorganisatie om deel te nemen aan de stemming over besluiten inzake actiefondsen, beperken of verbieden. Met het oog op een flexibeler uitvoering van operationele deelprogramma's door unies van producentenorganisaties, is het wenselijk deze bepaling tevens toe te passen op in artikel 36, lid 2, van de genoemde verordening bedoelde leden van een unie van producentenorganisaties, die geen producentenorganisatie zijn. Bovendien moet in de verwijzing naar het recht op deelname aan stemmingen over actiefondsen omwille van de duidelijkheid worden verwezen naar beslissingen over operationele programma's, aangezien de beslissingen over de actiefondsen rechtstreeks door de producentenorganisatie worden genomen en niet door de unie van producentenorganisaties.

(4)

Omwille van de rechtszekerheid moet worden verduidelijkt dat de in artikel 103 bis, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun om de oprichting van producentengroeperingen te bevorderen en de administratieve werking ervan te vergemakkelijken, bestaat uit een forfaitaire betaling, en dat het gebruik van de steun niet in de steunaanvragen hoeft te worden aangetoond.

(5)

Krachtens artikel 52, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 mag slechts de productie van de leden van de producentenorganisatie, die door de producentenorganisatie zelf of overeenkomstig artikel 125 bis, lid 2, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 in de handel is gebracht, worden verrekend in de waarde van de in de handel gebrachte productie. Hierdoor kan de productie die door de leden zelf overeenkomstig de hierboven bedoelde bepalingen in de handel wordt gebracht, worden verrekend in de waarde van de in de handel gebrachte productie van de producentenorganisatie waarbij die leden zijn aangesloten, maar wordt de productie die de leden zelf overeenkomstig artikel 125 bis, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 in de handel brengen, van die verrekening uitgesloten. In het belang van de producentenorganisaties dient de productie die producenten rechtstreeks via een andere producentenorganisatie verkopen, te worden verrekend in de waarde van de in de handel gebrachte productie van die andere producentenorganisatie. De rechtstreeks door een producent zelf verkochte productie mag niet worden verrekend in de waarde van de in de handel gebrachte productie van de producentenorganisatie waarbij deze producent is aangesloten.

(6)

Met het oog op de rechtszekerheid moet worden verduidelijkt dat de in artikel 103 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde steun voor producentengroeperingen in bepaalde omstandigheden hoger mag zijn dan voor de maatregelen in het kader van het plattelandsontwikkelingsprogramma.

(7)

Krachtens artikel 60, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 is de steun voor milieuacties beperkt tot de maximumbedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (3). Bepaalde soorten milieuacties hebben niet noodzakelijk direct of indirect betrekking op een specifiek perceel. Om dergelijke acties van de beperking uit te sluiten, dient artikel 60, lid 2, te worden gewijzigd.

(8)

Krachtens artikel 63, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1580/2007 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat acties in het kader van operationele deelprogramma's volledig worden gefinancierd met bijdragen uit de actiefondsen van de aangesloten producentenorganisaties. Leden van een unie van producentenorganisaties, die geen producentenorganisatie zijn, dienen in de gelegenheid te worden gesteld financiering te verlenen voor acties of investeringen die door de unie van producentenorganisaties worden ondernomen, op voorwaarde dat deze leden producenten of coöperaties zijn. Krachtens artikel 36, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 mogen dergelijke producenten echter niet rechtstreeks baat hebben bij de door de Gemeenschap gefinancierde maatregelen, bijvoorbeeld als gevolg van schaalvoordelen.

(9)

Artikel 120 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 voorziet in sancties naar aanleiding van controles van het eerste niveau met betrekking tot het uit de markt nemen van producten. Met name in artikel 120, onder a), b) en c), wordt verwezen naar het vergoedingsbedrag. Met het oog op de duidelijkheid en de rechtszekerheid dient in plaats van aan het vergoedingsbedrag te worden gerefereerd aan de bijdrage van de Gemeenschap.

(10)

Krachtens artikel 103 septies, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 moeten de lidstaten een nationale strategie voor duurzame operationele programma's vaststellen. Omwille van de transparantie moet de in een bepaald jaar geldende nationale strategie worden geïntegreerd in het jaarverslag van de lidstaten, en aan de Commissie worden toegezonden.

(11)

Sommige lidstaten hebben het vanwege specifieke problemen moeilijk om het in artikel 103 septies, lid 1, van Verordening 1234/2007 en artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde nationaal kader voor milieuacties, dat deel uitmaakt van de nationale strategie voor duurzame operationele programma's, tijdig voor te bereiden. Daarom moet de lidstaten gedurende een overgangsperiode worden toegestaan beslissingen over de operationele programma's voor 2009 uit te stellen tot uiterlijk 1 maart 2009. De geraamde bedragen voor alle operationele programma's dienen uiterlijk op 31 januari 2009 te worden meegedeeld en de definitief goedgekeurde bedragen uiterlijk op 15 maart 2009.

(12)

Overeenkomstig bijlage VIII, punt 15, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 moet het promotiemateriaal worden voorzien van het logo van de Europese Gemeenschap (enkel voor visuele media) en van de volgende vermelding: „Door de Europese Gemeenschap medegefinancierde campagne”. Verduidelijkt moet worden dat deze verplichting slechts geldt voor algemene verkoopbevordering en verkoopbevordering voor kwaliteitsmerken. Het dient producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en dochterondernemingen als bedoeld in artikel 52, lid 7, van de genoemde verordening, expliciet te worden verboden het logo van de Europese Gemeenschap te gebruiken voor de bevordering van hun merknaam/handelsmerk.

(13)

Overeenkomstig bijlage XIII, punt 2, onder a), zesde streepje, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 moeten de lidstaten informatie verstrekken over de hoeveelheid uit de markt genomen producten, per product en per maand. Omwille van de transparantie moeten deze hoeveelheden verder worden uitgesplitst naar voor gratis uitreiking uit de markt genomen hoeveelheden en totale uit de markt genomen hoeveelheden.

(14)

Verordening (EG) nr. 1580/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

De wijzigingen aan artikel 52, lid 5, en artikel 63, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1580/2007, dienen met het oog op een vlotte invoering ervan, met ingang van 1 januari 2010 van toepassing te worden.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1580/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 33 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De lidstaten mogen maatregelen nemen om de uitoefening van aan een rechtspersoon verleende bevoegdheden tot wijziging, goedkeuring of afwijzing van door een producentenorganisatie genomen beslissingen te beperken of te verbieden wanneer de betrokken producentenorganisatie een duidelijk omschreven onderdeel van die rechtspersoon vormt.”.

2.

Artikel 36, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

a)

het bepaalde onder b) wordt geschrapt;

b)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„De lidstaten kunnen het recht van de hier bedoelde partijen tot stemming over beslissingen inzake operationele programma's, toestaan, beperken of verbieden.”.

3.

Artikel 49, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

het bepaalde onder a) en b) wordt vervangen door:

„a)

75 % in de regio's die in aanmerking komen uit hoofde van de convergentiedoelstelling, en

b)

50 % in de overige regio's.”;

b)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„De rest van de steun wordt in de vorm van een forfaitaire betaling door de lidstaat betaald. In de steunaanvraag hoeft geen bewijsmateriaal inzake het gebruik van de steun te worden opgenomen.”.

4.

Artikel 52, lid 5, wordt vervangen door:

„5.   Alleen de door de producentenorganisatie zelf in de handel gebrachte productie van haar leden wordt meegerekend in de waarde van de in de handel gebrachte productie. Indien de productie van de leden van een producentenorganisatie overeenkomstig artikel 125 bis, lid 2, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (4) in de handel wordt gebracht door een andere producentenorganisatie die daartoe is aangewezen door de producentenorganisatie waarbij deze producenten zijn aangesloten, wordt de betrokken productie verrekend in de waarde van de in de handel gebrachte productie van de andere producentenorganisatie.

5.

Artikel 60, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

a)

de derde alinea wordt vervangen door:

„In voorkomend geval en onverminderd artikel 103 bis, lid 3, artikel 103 quinquies, leden 1 en 3, en artikel 103 sexies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 49 van de onderhavige verordening, mag het steunniveau voor onder de onderhavige verordening vallende maatregelen niet hoger zijn dan voor maatregelen in het kader van het plattelandsontwikkelingsprogramma.”;

b)

de volgende vijfde alinea wordt toegevoegd:

„Het bepaalde in de vierde alinea geldt niet voor milieuacties die niet direct of indirect betrekking hebben op een specifiek perceel.”.

6.

Artikel 63, lid 3, onder a), wordt vervangen door:

„a)

de acties volledig worden gefinancierd met bijdragen uit de actiefondsen van de aangesloten producentenorganisaties, die geen producentenorganisatie zijn, in de vorm van betalingen uit de actiefondsen van die producentenorganisaties. De acties mogen evenwel met een aan de bijdrage van de aangesloten producentenorganisaties evenredig bedrag worden gefinancierd door in artikel 36 bedoelde leden van een unie van producentenorganisaties, die geen producentenorganisatie zijn, op voorwaarde dat deze leden producenten of coöperaties zijn.”.

7.

In artikel 120, onder a), b) en c), wordt „het vergoedingsbedrag” vervangen door „de bijdrage van de Gemeenschap”.

8.

Aan artikel 152 worden de volgende leden toegevoegd:

„9.   In afwijking van artikel 65, lid 2, derde alinea, van de onderhavige verordening kunnen de lidstaten hun besluit over de operationele programma's en actiefondsen voor 2009 om naar behoren gemotiveerde redenen uitstellen tot uiterlijk 1 maart 2009. In de goedkeuringsbesluiten kan worden vastgelegd dat de uitgaven met ingang van 1 januari 2009 subsidiabel zijn.

10.   In afwijking van artikel 99, lid 2, van de onderhavige verordening delen de lidstaten die hun besluit over de operationele programma's voor 2009 op grond van het vorige lid hebben uitgesteld, de Commissie uiterlijk op 31 januari 2009 een raming mee van het bedrag van het voor alle operationele programma's voor 2009 benodigde actiefonds. In deze mededeling worden duidelijk het totale bedrag van het actiefonds en het totale bedrag van de Gemeenschapsfinanciering van dat fonds vermeld. Deze cijfers worden verder uitgesplitst naar bedragen voor crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen en andere maatregelen.

De in de vorige alinea bedoelde lidstaten delen uiterlijk op 15 maart 2009 het definitieve, goedgekeurde bedrag van het voor alle operationele programma's voor 2009 benodigde actiefonds aan de Commissie mee, inclusief de hierboven bedoelde uitsplitsing van dat bedrag.”.

9.

De bijlagen VIII en XIII worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De punten 4 en 6 van artikel 1 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.

(3)  PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.

(4)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.”.


BIJLAGE

De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage VIII, wordt de tweede alinea van punt 15 vervangen door:

„Het voor algemene verkoopbevordering en verkoopbevordering voor kwaliteitsmerken bedoelde promotiemateriaal is voorzien van het logo van de Europese Gemeenschap (enkel voor visuele media) en van de volgende vermelding: „Door de Europese Gemeenschap medegefinancierde campagne”. Producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en dochterondernemingen als bedoeld in artikel 52, lid 7, mogen het logo van de Europese Gemeenschap onder geen beding gebruiken voor de bevordering van hun merknaam/handelsmerk.”.

2)

Bijlage XIII wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 1, onder a), wordt vervangen door:

„a)

Nationale wetgeving die is vastgesteld voor de toepassing van deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis en deel II, titel II, hoofdstuk II, sectie I bis, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, met inbegrip van de nationale strategie voor duurzame operationele programma’s die geldt voor de operationele programma’s die worden uitgevoerd in het jaar waarover wordt gerapporteerd.”;

b)

punt 2, onder a), zesde streepje, wordt vervangen door:

„—

informatie over de hoeveelheid uit de markt genomen producten, per product en per maand, en uitgesplitst naar totale uit de markt genomen hoeveelheden en voor gratis uitreiking uit de markt genomen hoeveelheden, uitgedrukt in ton;”.