8.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 299/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1104/2008 VAN DE RAAD
van 24 oktober 2008
over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 66,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (2) („Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd), en de verder uitgewerkte versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie. |
(2) |
De ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) is toevertrouwd aan de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad (3) en van Besluit 2001/886/JBZ van de Raad (4). Die rechtsinstrumenten vervallen op 31 december 2008. Deze verordening moet dan ook een aanvulling vormen op de genoemde instrumenten tot een datum die door de Raad moet worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (5). |
(3) |
SIS II is opgezet bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (6). Deze verordening laat die instrumenten onverlet. |
(4) |
Bepaalde tests van SIS II zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad (7) en Besluit 2008/173/EG van de Raad (8). |
(5) |
De ontwikkeling van SIS II moet worden voortgezet en voltooid in het kader van de algemene planning voor SIS II die de Raad op 6 juni 2008 heeft goedgekeurd. |
(6) |
De lidstaten en de Commissie dienen gezamenlijk een integrale test van SIS II uit te voeren, overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. De validering van de test dient zo spoedig mogelijk na de voltooiing ervan plaats te vinden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ. |
(7) |
De lidstaten dienen de uitwisseling van aanvullende informatie te testen. |
(8) |
De Schengenuitvoeringsovereenkomst bepaalt dat SIS 1+ een technisch ondersteunende functie omvat (C.SIS). Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ bepalen dat het centrale SIS II bestaat uit een technisch ondersteunende functie en een uniforme nationale interface (NI-SIS). De technisch ondersteunende functie van het centrale SIS II wordt gevestigd in Straatsburg (Frankrijk), met een back-up in St. Johann im Pongau (Oostenrijk). |
(9) |
Om de eventuele problemen in verband met migratie van SIS 1+ naar SIS II beter op te vangen, dient een tijdelijke migratiearchitectuur voor het Schengeninformatiesysteem te worden opgezet en getest. De tijdelijke migratiearchitectuur mag de operationele beschikbaarheid van SIS 1+ niet beperken. De Commissie moet een converter ter beschikking stellen. |
(10) |
De signalerende lidstaat dient verantwoordelijk te zijn voor de juistheid en de actualiteit van de gegevens, alsmede voor de rechtmatige opneming van de gegevens in het Schengeninformatiesysteem. |
(11) |
De Commissie is en blijft verantwoordelijk voor het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur. Deze verantwoordelijkheid omvat het onderhoud en de verdere ontwikkeling van SIS II en de communicatie-infrastructuur, waarbij fouten altijd dienen te worden gecorrigeerd. De Commissie dient voor coördinatie en ondersteuning van de gezamenlijke activiteiten te zorgen. De Commissie dient met name de nodige technische en operationele ondersteuning aan de lidstaten te verstrekken op het niveau van het centrale SIS II, onder meer door een helpdesk beschikbaar te stellen. |
(12) |
De lidstaten zijn en blijven verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het onderhoud van hun nationale systemen (N.SIS II). |
(13) |
Frankrijk blijft verantwoordelijk voor de technisch ondersteunende functie van SIS 1+. Die verantwoordelijkheid is uitdrukkelijk vastgelegd in de Schengenuitvoeringsovereenkomst. |
(14) |
De vertegenwoordigers van de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten dienen hun maatregelen in het kader van de Raad te coördineren. Voor die organisatorische activiteit dient een kader te worden uitgezet. |
(15) |
De Commissie moet gemachtigd worden om taken die haar bij deze verordening worden opgedragen en taken die verband houden met de uitvoering van de begroting uit te besteden aan derden, zoals nationale overheidsdiensten, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom), nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (9). Bij een dergelijke uitbesteding moeten de voor het SIS geldende voorschriften betreffende gegevensbescherming en gegevensbeveiliging en betreffende de rol van de betrokken gegevensbeschermingsautoriteiten, in het bijzonder de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst en van deze verordening in acht worden genomen. |
(16) |
Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (10), is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie. |
(17) |
De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, die is benoemd op grond van Besluit 2004/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 houdende benoeming van de in artikel 286 van het EG-Verdrag voorziene onafhankelijke controleautoriteit (11), is bevoegd toe te zien op de activiteiten van de instellingen en organen van de Gemeenschap die verband houden met de verwerking van persoonsgegevens. De Schengenuitvoeringsovereenkomst bevat specifieke bepalingen over de bescherming en de beveiliging van persoonsgegevens. |
(18) |
Aangezien de doelstellingen, namelijk het opzetten van de tijdelijke migratiearchitectuur en de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van de geplande maatregel beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(19) |
Deze verordening neemt de grondrechten in acht en gaat uit van de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgelegd. |
(20) |
De Schengenuitvoeringsovereenkomst dient te worden gewijzigd om de integratie van SIS 1+ in de tijdelijke migratiearchitectuur mogelijk te maken. |
(21) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis overeenkomstig de bepalingen van titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden na de aanneming van deze verordening te beslissen of het dit instrument in zijn nationale wetgeving zal omzetten. |
(22) |
Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (12). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(23) |
Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (13). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(24) |
Deze verordening heeft geen gevolgen voor de regelingen voor de gedeeltelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan het Schengenacquis, als bepaald in respectievelijk Besluit 2000/365/EG en Besluit 2002/192/EG. |
(25) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (14), die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (15) inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst. |
(26) |
Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (16), die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3, van Besluit 2008/146/EG van de Raad (17) betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van die overeenkomst. |
(27) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999, juncto artikel 3 van Besluit 2008/261/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (18), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Algemeen doel
1. Het Schengeninformatiesysteem (SIS) dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (SIS 1+), wordt vervangen door een nieuw systeem, het Schengeninformatiesysteem II (SIS II), waarvan de instelling, de werking en het gebruik wordt geregeld door Verordening (EG) nr. 1987/2006.
2. SIS II wordt overeenkomstig de in deze verordening bepaalde procedures en taakverdeling door de Commissie en de lidstaten als één enkel geïntegreerd systeem ontwikkeld en operationeel gemaakt.
Artikel 2
Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„centrale SIS II”: de technisch ondersteunende functie van SIS II, die een databank, de SIS II-databank, bevat, en een uniforme nationale interface (NI-SIS); |
b) |
„C.SIS”: de technisch ondersteunende functie van SIS 1+, die de referentiedatabank voor SIS 1+ bevat, en een uniforme nationale interface (N.COM); |
c) |
„N.SIS”: het nationale SIS 1+-systeem, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met C.SIS; |
d) |
„N.SIS II”: het nationale SIS II-systeem, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met het centrale SIS II; |
e) |
„converter”: een technisch instrument dat een consistente en betrouwbare verbinding tussen C.SIS en het centrale SIS II mogelijk maakt, en de in artikel 10, lid 3, bepaalde functies waarborgt; |
f) |
„integrale test”: de test bedoeld in artikel 55, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1987/2006; |
g) |
„test betreffende aanvullende informatie”: de functionele tests tussen de Sirene-bureaus. |
Artikel 3
Onderwerp en toepassingsgebied
Deze verordening omschrijft de taken en verantwoordelijkheden van de Commissie, Frankrijk en de andere lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ met betrekking tot de volgende taken:
a) |
het onderhoud en de verdere ontwikkeling van SIS II; |
b) |
een integrale test van SIS II; |
c) |
een test betreffende aanvullende informatie; |
d) |
de verdere ontwikkeling en het testen van een converter; |
e) |
het opzetten en testen van een tijdelijke migratiearchitectuur; |
f) |
de migratie van SIS 1+ naar SIS II. |
Artikel 4
Technische componenten van de migratiearchitectuur
Voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II zijn de volgende componenten nodig:
a) |
het C.SIS en de verbinding met de converter; |
b) |
de communicatie-infrastructuur voor SIS 1+ waardoor het C.SIS kan communiceren met het N.SIS; |
c) |
het N.SIS; |
d) |
het centrale SIS II, de NI-SIS en de communicatie-infrastructuur voor SIS II waardoor het centrale SIS II kan communiceren met de N.SIS II en de converter; |
e) |
het N.SIS II; |
f) |
de converter. |
Artikel 5
Voornaamste verantwoordelijkheden in de ontwikkeling van SIS II
1. De Commissie blijft het centrale SIS II, de communicatie-infrastructuur en de converter ontwikkelen.
2. Frankrijk stelt het C.SIS beschikbaar en laat het functioneren, overeenkomstig de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.
3. De lidstaten blijven het N.SIS II ontwikkelen.
4. De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten onderhouden het N.SIS overeenkomstig de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.
5. De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten stellen de communicatie-infrastructuur voor SIS 1+ beschikbaar en laten deze functioneren.
6. De Commissie coördineert de activiteiten en verstrekt de nodige ondersteuning voor de uitvoering van de in de leden 1 tot en met 3 genoemde taken en verantwoordelijkheden.
Artikel 6
Verdere ontwikkeling
De maatregelen die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van SIS II als bedoeld in artikel 5, lid 1, met name de nodige maatregelen voor het corrigeren van fouten, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17, lid 2.
De maatregelen die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van SIS II als bedoeld in artikel 5, lid 3, worden voor zover het de uniforme nationale interface betreft die zorgt voor de compatibiliteit van N.SIS II met het centrale SIS II, vastgesteld volgens de procedure van artikel 17, lid 2.
Artikel 7
Voornaamste activiteiten
1. De Commissie voert samen met de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten een integrale test uit.
2. Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur opgezet, die door de Commissie samen met Frankrijk en met de andere aan SIS 1+ deelnemende lidstaten word getest.
3. De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten verrichten de migratie van SIS 1+ naar SIS II.
4. De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten testen de uitwisseling van aanvullende informatie.
5. De Commissie verstrekt op het niveau van het centrale SIS II de nodige ondersteuning voor de in de leden 1 tot en met 4 genoemde activiteiten.
6. De in de leden 1 tot en met 3 genoemde activiteiten worden gecoördineerd door de Commissie en door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten in het kader van de Raad.
Artikel 8
Integrale test
1. Met de integrale test wordt niet begonnen dan nadat de Commissie heeft verklaard dat volgens haar de mate van succes van de tests als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 189/2008 voldoende hoog is om deze test aan te vatten.
2. Er wordt een integrale test uitgevoerd, die ten doel heeft met name te bevestigen dat de Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten in technisch opzicht alles in gereedheid hebben gebracht voor de verwerking van SIS II-gegevens, en dat het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van SIS 1+.
3. De integrale test wordt uitgevoerd door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten voor het N.SIS II en door de Commissie voor het centrale SIS II.
4. De integrale test verloopt volgens een gedetailleerd schema dat door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, in samenwerking met de Commissie is opgesteld.
5. De integrale test is gebaseerd op de technische specificaties die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, in samenwerking met de Commissie zijn opgesteld.
6. De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, stellen de criteria vast om te bepalen of in technisch opzicht alles in gereedheid is gebracht voor de verwerking van SIS II-gegevens en het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van SIS 1+.
7. De testresultaten worden door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, en de Commissie geanalyseerd aan de hand van de in lid 6 vermelde criteria. De testresultaten wordt gevalideerd overeenkomstig artikel 55, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1987/2006.
8. De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+ mogen wel deelnemen aan de integrale test. Hun resultaten hebben geen invloed op de algehele validering van de test.
Artikel 9
Test betreffende aanvullende informatie
1. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ voeren functionele Sirene-tests uit.
2. De Commissie stelt het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur daarvan beschikbaar tijdens de uitvoering van de test betreffende aanvullende informatie.
3. De test betreffende aanvullende informatie verloopt volgens een gedetailleerd schema dat door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, is opgesteld.
4. De test betreffende aanvullende informatie is gebaseerd op de technische specificaties die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, zijn opgesteld.
5. De testresultaten worden door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, geanalyseerd.
6. De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+ mogen wel deelnemen aan de test betreffende de aanvullende informatie. Hun resultaten hebben geen invloed op de algehele validering van de test.
Artikel 10
Tijdelijke migratiearchitectuur
1. Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur opgezet. De converter verbindt het centrale SIS II en het C.SIS gedurende een overgangsperiode. De N.SIS zijn verbonden met het C.SIS en de N.SIS II met het centrale SIS II.
2. De Commissie zorgt voor een converter, het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur daarvan, als onderdeel van de tijdelijke SIS-migratiearchitectuur.
3. De converter converteert gegevens in twee richtingen tussen C.SIS en het centrale SIS II en houdt C.SIS en het centrale SIS II synchroon.
4. De Commissie test de communicatie tussen het centrale SIS II en de converter.
5. Frankrijk test de communicatie tussen C.SIS en de converter.
6. De Commissie en Frankrijk testen de communicatie tussen het centrale SIS II en C.SIS via de converter.
7. Samen met de Commissie verbindt Frankrijk C.SIS via de converter met het centrale SIS II.
8. Samen met Frankrijk en de andere aan SIS 1+ deelnemende lidstaten test de Commissie de tijdelijke SIS-migratiearchitectuur in haar geheel, overeenkomstig een door de Commissie verstrekt testschema.
9. Indien nodig stelt Frankrijk gegevens voor testdoeleinden beschikbaar.
Artikel 11
Migratie van SIS 1+ naar SIS II
1. Voor de migratie van C.SIS naar het centrale SIS II stelt Frankrijk de databank van SIS 1+ beschikbaar; de Commissie voert de databank van SIS 1+ in het centrale SIS II in.
2. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ migreren uiterlijk 30 september 2009 van N.SIS naar N.SIS II, met behulp van de tijdelijke migratiearchitectuur en met ondersteuning van Frankrijk en van de Commissie. Indien nodig kan deze datum worden gewijzigd volgens de in artikel 17, lid 2, bepaalde procedure.
3. De migratie van het nationale systeem van SIS 1+ naar SIS II bestaat uit de gegevenslading van N.SIS II, als dat N.SIS II een gegevensbestand (een „nationale kopie”) met een volledige of gedeeltelijke kopie van de SIS II-databank moet bevatten, gevolgd door een overschakeling van N.SIS naar N.SIS II voor elke lidstaat. De migratie verloopt volgens een gedetailleerd schema dat wordt opgesteld door de Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad.
4. De Commissie biedt bijstand ter coördinatie en ondersteuning van de gemeenschappelijke activiteiten tijdens de migratie.
5. De in het migratieproces voorziene overschakeling wordt uitgevoerd na de in artikel 8, lid 7, bedoelde validering.
Artikel 12
Materieel rechtelijk kader
Tijdens de migratie blijven de bepalingen van titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst van toepassing op het Schengeninformatiesysteem.
Artikel 13
Samenwerking
1. De Commissie en de lidstaten werken samen ten behoeve van de uitvoering van alle door deze verordening bestreken activiteiten, overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden.
2. De Commissie verstrekt met name de nodige ondersteuning op het niveau van het centrale SIS II voor het testen en de migratie van N.SIS II.
3. De lidstaten verstrekken met name de nodige ondersteuning op het niveau van N.SIS II voor het testen van de tijdelijke migratiearchitectuur.
Artikel 14
Registratie van verrichtingen in het centrale SIS II
1. Onverminderd de desbetreffende bepalingen van titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst zorgt de Commissie ervoor dat elke toegang tot en uitwisseling van persoonsgegevens in het centrale SIS II wordt geregistreerd, zodat kan worden nagegaan of de opzoeking rechtmatig is en de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, de goede werking van het centrale SIS II en de nationale systemen, en de integriteit en de beveiliging van de gegevens kunnen worden bewaakt.
2. De registers bevatten met name de datum en het tijdstip van de gegevenstransmissie, de voor bevraging gebruikte gegevens, de verwijzing naar de toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit die met de verwerking van de gegevens is belast.
3. De registers mogen alleen voor de in lid 1 genoemde doeleinden worden gebruikt en worden ten vroegste één jaar en uiterlijk drie jaar na de aanleg ervan verwijderd.
4. Registers kunnen langer worden bewaard indien zij nodig zijn in het kader van lopende controleprocedures.
5. De nationale autoriteiten die belast zijn met het nagaan of de bevraging rechtmatig is, het bewaken van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, de interne controle en de zorg voor de goede werking van het centrale SIS II en de integriteit en de beveiliging van de gegevens, hebben binnen de grenzen van hun bevoegdheid en op verzoek toegang tot deze registers om ervoor te zorgen dat zij hun taken kunnen vervullen.
Artikel 15
Kosten
1. De kosten die voortvloeien uit de migratie, de integrale test, de test betreffende de aanvullende informatie, onderhouds- en ontwikkelingsmaatregelen op het niveau van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.
2. De kosten die voortvloeien uit de migratie, het testen, het onderhoud en de ontwikkeling van de nationale systemen komen ten laste van de betrokken lidstaat.
3. De kosten van de activiteiten op het niveau van SIS 1+, zoals extra activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+, worden verdeeld overeenkomstig artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.
Artikel 16
Wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst
De bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst worden als volgt gewijzigd:
1. |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 92 bis 1. Vanaf de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad (19) en van Besluit 2008/839/JBZ van de Raad (20), en op basis van de definities in artikel 2 daarvan, kan de technische architectuur van het Schengeninformatiesysteem worden aangevuld met:
2. N.SIS II kan in de plaats komen van het in artikel 92 van deze overeenkomst bedoelde nationale deel; in dat geval hoeven de lidstaten geen nationaal gegevensbestand aan te houden. 3. De centrale SIS II-databank is beschikbaar om op het grondgebied van elk van de lidstaten geautomatiseerde bevraging mogelijk te maken. 4. Voor lidstaten die hun nationale deel vervangen door een N.SIS II gaan de verplichte taken van de technisch ondersteunende functie ten opzichte van dat nationale deel als bedoeld in artikel 92, leden 2 en 3, over in verplichte taken ten opzichte van het centrale SIS II, onverminderd de verplichtingen als bedoeld in Besluit 2008/839/JBZ en in artikel 5, lid 1, en artikel 10, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1104/2008. 5. Het centrale SIS II levert de diensten die nodig zijn voor het invoeren en verwerken van SIS-gegevens, de onlinebijwerking van de nationale kopieën van N.SIS II, de synchronisatie en de samenhang tussen de nationale kopieën van N.SIS II en de centrale SIS II-databank, en voor het proces voor de initialisering en het herstel van de nationale kopieën van N.SIS II. 6. Frankrijk, dat verantwoordelijk is voor de technisch ondersteunende functie, de andere lidstaten en de Commissie werken samen om ervoor te zorgen dat een opzoeking in de gegevensbestanden van N.SIS II of in de SIS II-databank, een resultaat oplevert dat gelijkwaardig is aan het resultaat van een opzoeking in het in artikel 92, lid 2, bedoelde gegevensbestand van de nationale delen. |
2. |
Artikel 119, lid 1, eerste zin, wordt vervangen door: „De kosten verbonden aan de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie als bedoeld in artikel 92, lid 3, met inbegrip van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie en de kosten voor activiteiten die verband houden met taken die Frankrijk verricht overeenkomstig Besluit 2008/839/JBZ en Verordening (EG) nr. 1104/2008, worden door de lidstaten gemeenschappelijk gedragen.”. |
3. |
Artikel 119, tweede alinea, komt als volgt te luiden: „Elke lidstaat draagt de kosten verbonden aan de inrichting en werking van zijn nationale deel van het Schengeninformatiesysteem en aan de taken die aan de nationale systemen zijn opgedragen bij Besluit 2008/839/JBZ en Verordening (EG) nr. 1104/2008.”. |
Artikel 17
Comité
1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 ingestelde comité.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
Artikel 18
Verslaglegging
De Commissie dient na afloop van iedere periode van zes maanden, en voor het eerst na het eerste halfjaar van 2009, bij het Europees Parlement en de Raad een voortgangsverslag in over de ontwikkeling van SIS II en de migratie van SIS 1+ naar SIS II.
Artikel 19
Inwerkingtreding en geldigheidsduur
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. De verordening vervalt op de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006, en onder geen beding later dan 30 juni 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Gedaan te Luxemburg, 24 oktober 2008.
Voor de Raad
De voorzitster
M. ALLIOT-MARIE
(1) Advies uitgebracht op 24 september 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19.
(3) PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4.
(4) PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1.
(5) PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.
(6) PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.
(7) PB L 57 van 1.3.2008, blz. 1.
(8) PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14.
(9) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(10) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(11) PB L 12 van 17.1.2004, blz. 47.
(12) PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.
(13) PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.
(14) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(15) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.
(16) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(17) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1.
(18) PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3.
(19) PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1.
(20) PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43.”