22.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/3


VERORDENING (EG) Nr. 1033/2008 VAN DE COMMISSIE

van 20 oktober 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 802/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte,

Gelet op Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (1), en met name op artikel 23, lid 1,

Na raadpleging van het Adviescomité voor concentraties,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (2) worden de procedureregels voor de aanmelding en beoordeling van concentraties uiteengezet. Wegens de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, dient het voor concentraties gebruikte aanmeldingsformulier, waarop aan de hand van een lijst van alle lidstaten bepaalde inlichtingen worden gevraagd, te worden bijgewerkt.

(2)

Met betrekking tot de indiening van documenten of verklaringen door personen, ondernemingen of ondernemersverenigingen in het kader van de procedure lijkt het wenselijk de procedure waarbij dit soort documenten of verklaringen als niet-vertrouwelijk kunnen worden aangemerkt, te verduidelijken.

(3)

Op 8 juni 2004 heeft het Gemengd Comité van de EER de Besluiten nr. 78/2004 en nr. 79/2004 vastgesteld. Met deze besluiten werd Verordening (EG) nr. 139/2004 in de EER-overeenkomst opgenomen. Teneinde rekening te houden met deze besluiten en ter wille van de rechtszekerheid en de transparantie dienen aanpassingen te worden aangebracht in de aanmeldingsformulieren, met name formulier RS voor gemotiveerde kennisgevingen, dat de bij verwijzingen vóór aanmelding, overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004, mee te delen inlichtingen betreft.

(4)

Om ervoor te zorgen dat de Commissie in staat is naar behoren de verbintenissen te beoordelen die de aanmeldende partijen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aanbieden om een concentratie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar te maken, dient van de aanmeldende partijen te worden verlangd dat zij nadere inlichtingen verschaffen over de aangeboden verbintenissen, en met name dat zij specifieke informatie indienen wanneer de verbintenissen bestaan in de afstoting van een bedrijfsonderdeel.

(5)

Om de Commissie de zekerheid te bieden dat de verbintenissen tijdig en correct ten uitvoer worden gelegd, lijkt het passend te verduidelijken dat de verbintenissen nadere gegevens kunnen omvatten over de door de partijen voorgestelde passende mechanismen, daaronder begrepen de benoeming van een gevolmachtigde die de Commissie moet bijstaan bij het toezicht op de tenuitvoerlegging van de verbintenissen.

(6)

Verordening (EG) nr. 802/2004 dient daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 802/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan artikel 18 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   Wanneer personen, ondernemingen of ondernemersverenigingen lid 2 of lid 3 niet naleven, mag de Commissie aannemen dat de betrokken documenten of verklaringen geen vertrouwelijke informatie bevatten.”.

2.

In artikel 20 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

„1 bis.   Naast de vereisten van lid 1, dienen de betrokken ondernemingen tegelijkertijd met het aanbieden van verbintenissen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 één origineel en tien kopieën in van de gegevens en documenten die op het in bijlage IV bij deze verordening opgenomen formulier RM betreffende corrigerende maatregelen (formulier RM) worden verlangd. De ingediende gegevens moeten correct en volledig zijn.”.

3.

Het volgende artikel 20 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 20 bis

Gevolmachtigden

1.   De door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen kunnen de benoeming, op kosten van de betrokken ondernemingen, omvatten van een onafhankelijke gevolmachtigde (of gevolmachtigden) die de Commissie bijstaat (of bijstaan) bij het toezicht op de inachtneming van de verbintenissen, of die de opdracht heeft (of hebben) de verbintenissen ten uitvoer te leggen. De gevolmachtigde kan worden benoemd door de partijen, nadat de Commissie diens identiteit heeft goedgekeurd, of door de Commissie. De gevolmachtigde voert zijn taken onder toezicht van de Commissie uit.

2.   De Commissie kan dergelijke in de verbintenissen vervatte bepalingen inzake gevolmachtigden als voorwaarden en verplichtingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aan haar beschikking verbinden.”.

4.

De bijlagen worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 oktober 2008.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1.


BIJLAGE

De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 802/2004 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

De eerste alinea van punt 1.1 komt als volgt te luiden:

„Dit formulier geeft aan welke informatie aanmeldende partijen moeten verstrekken wanneer zij een voornemen tot fusie, overname of andere concentratie bij de Europese Commissie aanmelden. De regels van de Europese Unie inzake concentratiecontrole zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna „de EG concentratieverordening” genoemd) en in Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd), waaraan dit formulier CO als bijlage is gehecht (1). De tekst van deze verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie. Uw aandacht wordt gevestigd op de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) (2).

b)

De laatste zin van de tweede alinea van punt 1.1 komt als volgt te luiden:

„Fusies die de omzetdrempels niet halen, vallen mogelijk onder de bevoegdheid van de autoriteiten in de lidstaten en/of de autoriteiten in de EVA-Staten die met concentratiecontrole zijn belast.”.

c)

Voetnoot 1 in punt 3.5 komt als volgt te luiden:

„(1)

Zie artikel 57 van de EER-overeenkomst en met name artikel 2, lid 1, van protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst. Een zaak komt voor samenwerking in aanmerking wanneer de totale omzet van de betrokken ondernemingen op het grondgebied van de EVA-staten ten minste 25 % bedraagt van de totale omzet die zij behalen in het door de EER-overeenkomst bestreken grondgebied, of wanneer ten minste twee betrokken ondernemingen een omzet van meer dan 250 miljoen EUR op het grondgebied van de EVA-staten behalen, of wanneer de concentratie een daadwerkelijke mededinging op het grondgebied van de EVA-staten of op een wezenlijk deel daarvan aanzienlijk belemmert, met name als het resultaat van het in leven roepen of het versterken van een machtspositie.”.

d)

In rubriek 10 komt punt b) als volgt te luiden:

„b)

Heeft u op vraag a) bevestigend geantwoord, en leidt de totstandbrenging van de gemeenschappelijke onderneming volgens u niet tot een coördinatie tussen onafhankelijke ondernemingen waardoor de mededinging wordt beperkt in de zin van artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst (3), geef dan de redenen aan waarop u dat oordeel baseert.

e)

In rubriek 10 komt de inleidende tekst van punt c) als volgt te luiden:

„Geef, ongeacht uw antwoorden op de punten a) en b) en om de Commissie in staat te stellen zich een volledig oordeel over de zaak te vormen, aan waarom volgens u is voldaan aan de criteria van artikel 81, lid 3, van het EG-Verdrag en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst (4). Volgens artikel 81, lid 3, kunnen de bepalingen van artikel 81, lid 1, namelijk buiten toepassing worden verklaard:

2)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

De tweede alinea van punt 1.1 komt als volgt te luiden:

„Voor het invullen van dit formulier wordt uw aandacht gevestigd op Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna „de EG-concentratieverordening” genoemd) en Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd), waaraan dit formulier als bijlage is gehecht (5). De tekst van deze verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie. Uw aandacht wordt gevestigd op de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) (6).

b)

In punt 1.2 komt in de tweede alinea het vierde streepje als volgt te luiden:

„—

een lidstaat of EVA-staat binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van het afschrift van de aanmelding gegronde bezwaren heeft gemaakt betreffende de aangemelde concentratie, of”.

c)

Voetnoot 3 in punt 3.5 komt als volgt te luiden:

„(3)

Zie artikel 57 van de EER-overeenkomst en met name artikel 2, lid 1, van protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst. Een zaak komt voor samenwerking in aanmerking wanneer de totale omzet van de betrokken ondernemingen op het grondgebied van de EVA-staten ten minste 25 % bedraagt van de totale omzet die zij behalen in het door de EER-overeenkomst bestreken grondgebied, of wanneer ten minste twee betrokken ondernemingen een omzet van meer dan 250 miljoen EUR op het grondgebied van de EVA-staten behalen, of wanneer de concentratie een daadwerkelijke mededinging op het grondgebied van de EVA-staten of op een wezenlijk deel daarvan aanzienlijk belemmert, met name als het resultaat van het in leven roepen of het versterken van een machtspositie.”.

d)

In rubriek 8 komt punt b) als volgt te luiden:

„b)

Heeft u op vraag a) bevestigend geantwoord, en leidt de totstandbrenging van de gemeenschappelijke onderneming volgens u niet tot een coördinatie tussen onafhankelijke ondernemingen waardoor de mededinging wordt beperkt in de zin van artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst (7), geef dan de redenen aan waarop u dat oordeel baseert.

e)

In rubriek 8 komt de aanhef van punt c) als volgt te luiden:

„c)

Geef, ongeacht uw antwoorden op de punten a) en b) en om de Commissie in staat te stellen zich een volledig oordeel over de zaak te vormen, aan waarom volgens u is voldaan aan de criteria van artikel 81, lid 3, van het EG-Verdrag en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst (8). Volgens artikel 81, lid 3, kunnen de bepalingen van artikel 81, lid 1, namelijk buiten toepassing worden verklaard:

3)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt A van de inleiding komt als volgt te luiden:

„A.   Doel van dit formulier

Dit formulier geeft aan welke informatie de verzoekende partijen zouden moeten verstrekken wanneer zij, overeenkomstig artikel 4, leden 4 of 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna „de EG-concentratieverordening” genoemd), een gemotiveerde kennisgeving tot verwijzing vóór aanmelding indienen (9).

Uw aandacht wordt gevestigd op de EG-concentratieverordening en op Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd), waaraan dit formulier RS als bijlage is gehecht. De tekst van deze verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie. Uw aandacht wordt gevestigd op de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) (10).

De ondervinding heeft geleerd dat het zowel voor de partijen als voor betrokken autoriteiten bijzonder nuttig is reeds vooraf contacten te leggen. Er kan dan nauwkeurig worden bepaald hoeveel en welke informatie precies moet worden verstrekt. Het verdient dan ook aanbeveling dat de partijen de Commissie en de betrokken lidstaat of lidstaten of EVA-staat of EVA-staten raadplegen in verband met de vereiste hoeveelheid en het soort informatie waarop zij voornemens zijn hun gemotiveerde kennisgeving te baseren.

b)

De laatste zin van de derde alinea van punt B van de inleiding komt als volgt te luiden:

„Ten slotte dienen de partijen zich er ook rekenschap van te geven dat, ingeval een verwijzing plaatsvindt op basis van onjuiste, misleidende of onvolledige informatie in het formulier RS, de Commissie en/of de lidstaten en de EVA-staten kunnen overwegen om een verwijzing na aanmelding uit te voeren teneinde een verwijzing vóór aanmelding te rectificeren.”.

c)

In punt B van de inleiding komen de eerste en tweede zin van punt a) als volgt te luiden:

„Overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van de EG-concentratieverordening is de Commissie verplicht gemotiveerde kennisgevingen onverwijld aan de lidstaten en de EVA-staten door te zenden. De termijnen voor het onderzoeken van een gemotiveerde kennisgeving beginnen te lopen bij de ontvangst van de kennisgeving door de betrokken lidstaat of lidstaten of EVA-staat of EVA-staten.”.

d)

In punt B van de inleiding komt de laatste zin van de tweede alinea van punt d) als volgt te luiden:

„Voor zover mogelijk, dient u ook aan te geven waar de Commissie of de betrokken lidstaat of lidstaten en EVA-staat of EVA-staten de verlangde, voor u niet beschikbare informatie zou of zouden kunnen verkrijgen.”.

e)

In punt B van de inleiding komt punt e) als volgt te luiden:

„e)

U kan de Commissie verzoeken de gemotiveerde kennisgeving als volledig te beschouwen, ondanks het feit dat niet alle in dit formulier verlangde informatie werd gegeven, indien u van mening bent dat de Commissie of de betrokken lidstaat of lidstaten of EVA-staat of EVA-staten bepaalde, in dit formulier verlangde informatie voor hun onderzoek wellicht niet nodig heeft of hebben.

De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u afdoende redenen geeft waarom de informatie voor het onderzoek van het verzoek tot verwijzing vóór aanmelding niet relevant of noodzakelijk is. U dient die toelichting te verschaffen tijdens uw eerste contacten met de Commissie en de betrokken lidstaat of lidstaten en EVA-staat of EVA-staten, en u dient een schriftelijk verzoek tot ontheffing in te dienen waarin u de Commissie vraagt om u, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening, van de verplichting tot het verstrekken van deze informatie te ontslaan. De Commissie kan de bevoegde autoriteit of autoriteiten in de betrokken lidstaat of lidstaten of EVA-staat of EVA-staten raadplegen alvorens een besluit te nemen over het al dan niet ingaan op een dergelijk verzoek.”.

f)

In punt D van de inleiding komt de tweede alinea als volgt te luiden:

„Om de behandeling van een formulier RS door de autoriteiten in de lidstaten en de EVA-staten te vergemakkelijken, wordt de partijen ten stelligste aangeraden de Commissie een vertaling van hun gemotiveerde kennisgeving mee te delen in een taal of in talen die gemakkelijk te begrijpen is of zijn voor al degenen voor wie de informatie is bestemd. Wat verzoeken tot verwijzing naar een lidstaat of naar lidstaten of naar een EVA-staat of naar EVA-staten betreft, wordt de partijen ten stelligste aangeraden een exemplaar in te sluiten van het verzoek in de taal of talen van de lidstaat of lidstaten of EVA-staat of EVA-staten waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen.”.

g)

In punt E van de inleiding komt de eerste alinea als volgt te luiden:

„Volgens artikel 287 van het Verdrag en artikel 17, lid 2, van de EG-concentratieverordening, alsmede de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst (11), zijn de Commissie, de lidstaten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-staten, hun ambtenaren en overige personeelsleden verplicht de informatie die zij bij de toepassing van de verordening hebben verkregen en die, naar haar aard, onder de geheimhoudingsplicht valt, niet openbaar te maken. Dit beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de aanmeldende partijen.

h)

In rubriek 2 wordt het volgende punt 2.4.2 ingevoegd:

„2.4.2.

Geef een uitsplitsing van de omzet die de betrokken ondernemingen in de EER behalen, en vermeld daarbij, voor zover van toepassing, de EVA-staat waarin meer dan twee derde van deze omzet wordt behaald.”.

i)

In rubriek 4 komt de aanhef van punt III als volgt te luiden:

„Voor het verstrekken van de in dit formulier verlangde gegevens vormt een relevante productmarkt een betrokken markt wanneer binnen de EER, binnen de Gemeenschap, op het grondgebied van de EVA-staten, binnen een lidstaat of binnen een EVA-staat:”.

j)

In rubriek 4 komt punt 4.1 als volgt te luiden:

„4.1.

Geef elke betrokken markt aan in de zin van deel III:

a)

de EER, de Gemeenschap of de EVA;

b)

in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening op het niveau van elk van de afzonderlijke lidstaten of EVA-staten;

c)

in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 5, van de EG-concentratieverordening op het niveau van elk van de in punt 6.3.1 van dit formulier genoemde afzonderlijke lidstaten of EVA-staten waarin de concentratie voor toetsing vatbaar is”.

k)

In rubriek 5 komen de aanhef en de punten a), b) en c), van de eerste alinea als volgt te luiden:

„Geef voor elke betrokken relevante productmarkt voor het voorgaande boekjaar:

a)

voor het EER-grondgebied, de hele Gemeenschap en voor de EVA staten als geheel;

b)

in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening voor elke lidstaat of EVA-staat afzonderlijk waarin de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten, en

c)

in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 5, van de EG-concentratieverordening voor elk van de in punt 6.3.1 van dit formulier genoemde afzonderlijke lidstaten of EVA-staten waarin de concentratie kan worden getoetst, en waarin de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten, en”.

l)

In rubriek 6 komt punt 6.2.1 als volgt te luiden:

„6.2.1.

Vermeld de lidstaat of lidstaten en EVA-staat of EVA-staten die volgens u, overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening de concentratie zou of zouden moeten onderzoeken. Geef daarbij aan of u al dan niet informeel contact met die lidstaat of lidstaten en/of EVA-staat of EVA-staten heeft gehad.”.

m)

In rubriek 6 komt de derde alinea van punt 6.2.2 als volgt te luiden:

„Verzoekt u om verwijzing van de volledige zaak, dan dient u te bevestigen dat er geen betrokken markten zijn buiten het grondgebied van de lidstaat of lidstaten en EVA-staat of EVA-staten waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen.”.

n)

In rubriek 6 komt punt 6.2.3 als volgt te luiden:

„6.2.3.

Leg uit hoe elk van de betrokken markten in de lidstaat of lidstaten en EVA-staat of EVA-staten waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen, alle kenmerken van een afzonderlijke markt in de zin van artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening vertoont.”.

o)

In rubriek 6 komt punt 6.2.5 als volgt te luiden:

„6.2.5.

Ingeval een lidstaat of lidstaten en/of een EVA-staat of EVA-staten bevoegd wordt of worden om de hele zaak of een onderdeel ervan te onderzoeken na een verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening stemt u er dan in toe dat de in dit formulier verschafte informatie wordt gebruikt door de betrokken lidstaat of lidstaten en/of EVA-staat of EVA-staten in het kader van zijn of hun nationale procedures ten aanzien van die zaak of een onderdeel daarvan? JA of NEEN”.

p)

In rubriek 6 komt punt 6.3.1 als volgt te luiden:

„6.3.1.

Geef voor elke lidstaat of EVA-staat aan of de concentratie al dan niet vatbaar is voor toetsing krachtens de nationale mededingingswetgeving. Daarbij dient u voor elke lidstaat of EVA-staat telkens één vakje aan te kruisen.

Is de concentratie vatbaar voor toetsing krachtens de nationale mededingingswetgeving in elk van de volgende lidstaten of EVA-staten? U dient voor elke lidstaat of EVA-staat te antwoorden. Antwoord voor elke lidstaat of EVA-staat JA of NEEN. Wordt voor een lidstaat of EVA-staat geen JA of NEEN aangegeven, dan geldt zulks als een JA voor die lidstaat of EVA-staat.

België:

JA

NEEN

Bulgarije:

JA

NEEN

Tsjechië:

JA

NEEN

Denemarken:

JA

NEEN

Duitsland:

JA

NEEN

Estland:

JA

NEEN

Ierland:

JA

NEEN

Griekenland:

JA

NEEN

Spanje:

JA

NEEN

Frankrijk:

JA

NEEN

Italië:

JA

NEEN

Cyprus:

JA

NEEN

Letland:

JA

NEEN

Litouwen:

JA

NEEN

Luxemburg:

JA

NEEN

Hongarije:

JA

NEEN

Malta:

JA

NEEN

Nederland:

JA

NEEN

Oostenrijk:

JA

NEEN

Polen:

JA

NEEN

Portugal:

JA

NEEN

Roemenië:

JA

NEEN

Slovenië:

JA

NEEN

Slowakije:

JA

NEEN

Finland:

JA

NEEN

Zweden:

JA

NEEN

Verenigd Koninkrijk:

JA

NEEN

IJsland:

JA

NEEN

Noorwegen:

JA

NEEN

Liechtenstein:

JA

NEEN”

q)

In rubriek 6 komt punt 6.3.2 als volgt te luiden:

„6.3.2.

Geef voor elke lidstaat of EVA-staat voldoende financiële of andere gegevens die aantonen dat de concentratie volgens het toepasselijke nationale mededingingsrecht al dan niet aan de vereiste bevoegdheidsdrempels voldoet.”.

r)

In rubriek 6 wordt het volgende punt 6.3.3 ingevoegd:

„6.3.3.

Leg uit waarom de zaak door de Commissie dient te worden onderzocht. Leg met name uit of de concentratie ook buiten het grondgebied van een bepaalde lidstaat of EVA-staat de mededinging ongunstig zou kunnen beïnvloeden.”.

s)

In rubriek 6 wordt punt 6.3.4 geschrapt.

4)

De volgende bijlage IV wordt toegevoegd:

„BIJLAGE IV

Formulier RM betreffende informatie over overeenkomstig artikel 6, lid 2, en artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 ingediende verbintenissen

FORMULIER RM BETREFFENDE CORRIGERENDE MAATREGELEN

INLEIDING

In dit formulier wordt aangegeven welke gegevens en documenten de betrokken ondernemingen, tegelijkertijd met het aanbieden van verbintenissen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004, moeten indienen. De Commissie heeft de verlangde gegevens nodig om te kunnen nagaan of, dankzij de verbintenissen, de concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden verklaard, doordat zij beletten dat de daadwerkelijke mededinging aanzienlijk wordt belemmerd. De Commissie kan ontheffing verlenen van de verplichting bepaalde inlichtingen ten aanzien van de aangeboden verbintenissen, daaronder begrepen documenten, te verstrekken of van enige andere in dit formulier vastgestelde vereisten, wanneer zij van oordeel is dat de naleving van die verplichtingen of vereisten voor het onderzoek van de zaak niet nodig is. De hoeveelheid verlangde inlichtingen varieert naar gelang het type en de structuur van de voorgestelde corrigerende maatregel. Zo zijn bijvoorbeeld voor corrigerende maatregelen in de vorm van een afsplitsing doorgaans gedetailleerdere gegevens nodig dan bij afstoting van zelfstandig functionerende bedrijfsonderdelen. De Commissie staat open voor voorafgaand overleg met de partijen over de omvang van de verlangde inlichtingen. Wanneer u van opvatting bent dat bepaalde in dit formulier verlangde inlichtingen niet noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de Commissie, kunt u met de Commissie contact opnemen en vragen van bepaalde verplichtingen ontheven te worden. Geeft u afdoende redenen waarom deze gegevens niet relevant zijn.

RUBRIEK 1

Beschrijving van de verbintenis

1.1.   Verschaf nadere gegevens over:

i)

het doel van de aangeboden verbintenissen, en

ii)

de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging ervan.

1.2.   Bestaan de aangeboden verbintenissen in de afstoting van een bedrijfsonderdeel, dan vermeldt u de specifieke gegevens in rubriek 5.

RUBRIEK 2

Zijn de verbintenissen geschikt om mededingingsbezwaren weg te nemen?

2.   Verschaf inlichtingen waaruit blijkt dat de aangeboden verbintenissen geschikt zijn om de door de Commissie vastgestelde aanzienlijke belemmering van een daadwerkelijke mededinging weg te nemen.

RUBRIEK 3

Afwijking van modelteksten

3.   Geef aan waarin de aangeboden verbintenissen afwijken van de desbetreffende teksten met modelverbintenissen die door de diensten van de Commissie zijn bekendgemaakt, zoals die van tijd tot tijd worden herzien. Licht toe waarom u van deze modellen afwijkt.

RUBRIEK 4

Samenvatting van de verbintenissen

4.   Geef een niet-vertrouwelijke samenvatting van de aard en de omvang van de aangeboden verbintenissen. Geef ook aan waarom deze verbintenissen volgens u geschikt zijn om eventuele aanzienlijke belemmeringen van een daadwerkelijke mededinging weg te nemen. De Commissie kan deze samenvatting gebruiken bij de markttest van de door de partijen aangeboden verbintenissen.

RUBRIEK 5

Gegevens over een af te stoten bedrijfsonderdeel

5.   Bestaan de aangeboden verbintenissen in de afstoting van een bedrijfsonderdeel, verschaf dan de volgende inlichtingen en documenten.

Algemene informatie over het af te stoten bedrijfsonderdeel

Verstrek de volgende gegevens over de bestaande bedrijfsvoering van het af te stoten bedrijfsonderdeel en de reeds geplande veranderingen.

5.1.   Geef een algemene beschrijving van het af te stoten bedrijfsonderdeel, daaronder begrepen de daarvan deel uitmakende entiteiten, hun statutaire zetel en hun plaats van werkelijke leiding, andere productielocaties of locaties voor de levering van diensten, de algemene organisatiestructuur en andere gegevens betreffende de administratieve structuur van het af te stoten bedrijfsonderdeel.

5.2.   Geef aan of, en zo ja welke, juridische obstakels er zijn voor de overdracht van het af te stoten bedrijfsonderdeel of de af te stoten activa, daaronder begrepen rechten van derden en vereiste bestuurlijke goedkeuringen enz.

5.3.   Geef een lijst, waarin u een beschrijving geeft van de geproduceerde producten of verleende diensten, met name hun technische en andere kenmerken, de betrokken merken, de omzet die met elk van deze producten of diensten wordt behaald, en alle innovaties of nieuwe producten of diensten die gepland staan.

5.4.   Geef een beschrijving van het niveau waarop de essentiële functies van het af te stoten bedrijfsonderdeel worden vervuld indien deze niet op het niveau van het af te stoten bedrijfsonderdeel worden vervuld. Daarbij gaat het onder meer om functies zoals onderzoek en ontwikkeling, productie, verkoop en marketing, logistiek, relaties met klanten, relaties met leveranciers, IT-systemen, enz. Geef in uw beschrijving de rol die elk van deze andere niveaus speelt, de relaties met het af te stoten bedrijfsonderdeel en de voor deze functie ingezette middelen (medewerkers, activa, financiële middelen, enz.).

5.5.   Geef een nadere beschrijving van de banden tussen het af te stoten bedrijfsonderdeel en andere ondernemingen die onder de zeggenschap van de aanmeldende partijen staan (ongeacht de richting van de band), zoals:

levering, productie, distributie, dienstverlening of andere contracten;

gedeelde materiële of immateriële activa;

gedeelde of gedetacheerde medewerkers;

gedeelde IT- of andere systemen, en

gedeelde klanten.

5.6.   Geef een algemene beschrijving van alle relevante materiële en immateriële activa die worden gebruikt door en/of eigendom zijn van het af te stoten bedrijfsonderdeel. Vermeld daarbij in ieder geval intellectuele-eigendomsrechten en merken.

5.7.   Geef een organisatieschema waarop het aantal medewerkers is vermeld dat momenteel op elk van de functies van het af te stoten bedrijfsonderdeel wordt ingezet, en een lijst van de medewerkers die onmisbaar zijn voor het functioneren van het af te stoten bedrijfsonderdeel, met een beschrijving van hun functies.

5.8.   Beschrijf de klanten van het af te stoten bedrijfsonderdeel, daaronder begrepen een lijst van klanten, een beschrijving van de gegevensbestanden en bescheiden die in dat verband beschikbaar zijn, vermeld de totale omzet die het af te stoten bedrijfsonderdeel met elk van de klanten behaalt (in euro en als percentage van de totale omzet van het af te stoten bedrijfsonderdeel).

5.9.   Verschaf financiële gegevens voor het af te stoten bedrijfsonderdeel, daaronder begrepen de in de voorbije twee jaar behaalde omzet en de ebitda, en de prognose voor de komende twee jaar.

5.10.   Geef een lijst, waarin u een beschrijving geeft van alle wijzigingen die zich de voorbije twee jaar hebben voorgedaan in de organisatie van het af te stoten bedrijfsonderdeel of in de banden met andere ondernemingen die onder de zeggenschap van de aanmeldende partijen staan.

5.11.   Geef een lijst, waarin u een beschrijving geeft van alle wijzigingen die voor de komende twee jaar gepland staan in de organisatie van het af te stoten bedrijfsonderdeel of in de banden met andere ondernemingen die onder de zeggenschap van de aanmeldende partijen staan.

Algemene gegevens over het af te stoten bedrijfsonderdeel zoals dat in de verbintenissen is beschreven

5.12.   Beschrijf alle punten waarop het af te stoten bedrijfsonderdeel zoals dat in de aangeboden verbintenissen werd besproken, verschilt van de aard en de omvang van het bedrijfsonderdeel zoals dat momenteel wordt geëxploiteerd.

Verwerving door een geschikte koper

5.13.   Leg uit waarom volgens u het bedrijfsonderdeel door een geschikte koper wordt verworven binnen het in de aangeboden verbintenissen voorgestelde tijdsbestek.”.


(1)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(2)  Zie met name artikel 57 van de EER-overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-overeenkomst, de protocollen nr. 21 en nr. 24 bij de EER-overeenkomst, alsmede protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtovereenkomst” genoemd). Onder „EVA-staten” wordt in dit verband verstaan de EVA-staten die partij bij de EER-overeenkomst zijn. Per 1 mei 2004 zijn deze staten IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.”.

(3)  Zie artikel 53, lid 1, van de EER-overeenkomst.”.

(4)  Zie artikel 53, lid 3, van de EER-overeenkomst.”.

(5)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(6)  Zie met name artikel 57 van de EER-overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-overeenkomst, de protocollen nr. 21 en nr. 24 bij de EER-overeenkomst, alsmede protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtovereenkomst” genoemd). Onder „EVA-staten” wordt in dit verband verstaan de EVA-staten die partij bij de EER-overeenkomst zijn. Per 1 mei 2004 zijn deze staten IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.”.

(7)  Zie artikel 53, lid 1, van de EER-overeenkomst.”.

(8)  Zie artikel 53, lid 3, van de EER-overeenkomst.”.

(9)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(10)  Zie met name artikel 57 van de EER-overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-overeenkomst, de protocollen nr. 21 en nr. 24 bij de EER-overeenkomst, alsmede protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtovereenkomst” genoemd). Onder „EVA-staten” wordt in dit verband verstaan de EVA-staten die partij bij de EER-overeenkomst zijn. Per 1 mei 2004 zijn deze staten IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.”.

(11)  Zie met name artikel 122 van de EER-overeenkomst, artikel 9 van protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst en artikel 17, lid 2, van hoofdstuk XIII van protocol nr. 4 bij de Toezichtovereenkomst.”.