17.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 276/1


VERORDENING (EG) Nr. 1009/2008 VAN DE RAAD

van 9 oktober 2008

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 68 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (2) is bepaald dat, als er rundvleesbetalingen zijn, de betrokken extra betalingen die de lidstaat aan landbouwers doet, worden verleend onder de bij titel IV, hoofdstuk 12, van die verordening vastgestelde voorwaarden.

(2)

Op grond van artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 komen alleen dieren die zijn geïdentificeerd en geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten (3), in aanmerking voor rechtstreekse betalingen als bedoeld in titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

(3)

In artikel 7, lid 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 is bepaald dat elke houder van dieren de bevoegde autoriteit binnen een door de lidstaat vastgestelde termijn van drie tot zeven dagen na de betrokken gebeurtenis in kennis moet stellen van alle verplaatsingen van dieren van en naar het bedrijf en elke geboorte of sterfte van een dier op het bedrijf onder vermelding van de data van die gebeurtenissen.

(4)

Verduidelijkt moet echter worden wat de bij artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde verplichting inhoudt. Het enkele feit dat de datum van de geboorte, de dood of een verplaatsing van een dier niet binnen de in artikel 7, lid 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bedoelde termijn ter kennis van de bevoegde autoriteit is gebracht, dient er niet automatisch toe te leiden dat dit dier van elke betaling wordt uitgesloten. Het begin van de aanhoudperiode voor het dier mag ook worden beschouwd als een geschikt tijdstip om met het oog op de verlening van de in titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde betalingen te controleren of het dier daadwerkelijk is geïdentificeerd en geregistreerd.

(5)

Artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De draagwijdte van deze wijziging blijft beperkt tot de vaststelling van voorwaarden waaronder dieren voor de betrokken betalingen in aanmerking komen. Deze wijziging brengt geen verandering in de traceerbaarheid van de dieren, aangezien de landbouwers verplicht blijven aan alle bij Verordening (EG) nr. 1760/2000 vastgestelde identificatie- en registratievoorschriften te voldoen.

(7)

De bij artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde verplichting dient te gelden voor alle betalingen die onder titel IV, hoofdstuk 12, van die verordening vallen. Aangezien het kalenderjaar de referentieperiode is die voor het beheer van die betalingen is vastgesteld, moet deze wijziging van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2008 om te gelden voor alle betrokken betalingen in het hele kalenderjaar 2008,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Niettemin wordt een dier ook geacht voor de betaling in aanmerking te komen indien de bij artikel 7, lid 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bepaalde gegevens ter kennis van de bevoegde autoriteit zijn gebracht op de eerste dag van de aanhoudperiode voor het dier, zoals bepaald overeenkomstig de procedure van artikel 144, lid 2, van deze verordening.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 9 oktober 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. BUSSEREAU


(1)  Advies van 8 juli 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.

(3)  PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1.