30.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 260/8


VERORDENING (EG) Nr. 956/2008 VAN DE COMMISSIE

van 29 september 2008

tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (1), en met name op artikel 7, lid 3, tweede alinea, artikel 23, eerste alinea, en artikel 23 bis, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) bij dieren. Zij is van toepassing op de productie en het in de handel brengen van levende dieren en producten van dierlijke oorsprong, en in een aantal specifieke gevallen op de uitvoer daarvan.

(2)

Artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 999/2001 bepaalt dat het gebruik van van dieren afkomstige eiwitten in de voeding van herkauwers verboden is. In artikel 7, lid 3, van die verordening wordt echter bepaald dat onder bepaalde voorwaarden van dat verbod mag worden afgeweken voor het voederen van jonge dieren van herkauwende soorten met van vis afkomstige eiwitten. Deze voorwaarden omvatten een wetenschappelijke beoordeling van de voedingsbehoeften van jonge herkauwers en een beoordeling van de controleaspecten van deze afwijking.

(3)

In deel II van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 worden de afwijkingen van de verbodsbepalingen van artikel 7, lid 1, van die verordening en de specifieke voorwaarden voor de toepassing van die afwijkingen vastgesteld.

(4)

Op 24 januari 2007 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een advies over de beoordeling van de gezondheidsrisico's van het voederen van herkauwers met vismeel in verband met het TSE-risico goedgekeurd. De EFSA komt in haar advies tot de conclusie dat het risico van TSE in vis, hetzij door directe voedering, hetzij door versterking van de infectiviteit, gering is. In het advies wordt ook gesteld dat, als er een risico van TSE in vismeel bestaat, dit veroorzaakt zou kunnen zijn door het van zoogdieren afkomstige voeder waarmee deze vissen recentelijk zijn gevoederd of door met vlees- en beendermeel (VBM) verontreinigd vismeel.

(5)

Op 19 maart 2008 is een door directoraat-generaal Gezondheid en consumenten met hulp van een aantal wetenschappelijke deskundigen opgesteld verslag voltooid. In dat verslag wordt geconcludeerd dat vismeel een zeer goed verteerbare eiwitbron is met een verteerbaarheid die lager is dan die van melk maar hoger dan die van de meeste eiwitten van plantaardige oorsprong en met een goed aminozuurprofiel in vergelijking met de plantaardige eiwitbronnen die in melkvervangers worden gebruikt, en dat het voederen van jonge dieren van herkauwende soorten met vismeel kan worden toegestaan.

(6)

Rekening houdend met de voorwaarde betreffende de uitvoering van een beoordeling van de controleaspecten, als bedoeld in artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 999/2001, wordt het potentiële risico van het voederen van jonge dieren van herkauwende soorten met vismeel gecompenseerd door de bestaande stringente verwerkingsregels die voor de productie van vismeel gelden en door de controles die op elke zending ingevoerd vismeel worden verricht voordat zij in de Gemeenschap in het vrije verkeer wordt gebracht.

(7)

Om ervoor te zorgen dat het gebruik van vismeel alleen wordt toegestaan voor jonge dieren van herkauwende soorten, moet dit gebruik bovendien worden beperkt tot de productie van melkvervangers die in droge staat worden gedistribueerd en na oplossing in een bepaalde hoeveelheid vloeistof worden toegediend en die bestemd zijn voor het voederen aan jonge dieren van herkauwende soorten als aanvulling op of ter vervanging van moedermelk voordat het spenen is voltooid. Bovendien moeten stringente uitvoeringsvoorschriften worden vastgesteld voor de productie, de verpakking, de etikettering en het vervoer van vismeel bevattende melkvervangers die voor dergelijke dieren zijn bestemd.

(8)

Voor de duidelijkheid en de samenhang moeten dezelfde voorschriften worden vastgesteld voor het aanbrengen van vermeldingen op het begeleidende document van vismeel bevattende diervoeders die zijn bestemd voor niet-herkauwers.

(9)

In punt E.1. van deel III van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 wordt bepaald dat de uitvoer naar derde landen van van herkauwers afkomstige verwerkte dierlijke eiwitten en van producten die dergelijke verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, verboden is.

(10)

Het gebruik van dergelijke eiwitten voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren is thans echter binnen de Gemeenschap toegestaan. Voor de samenhang van de communautaire wetgeving moet de uitvoer van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, met inbegrip van voeder in blik, dat van herkauwers afkomstige verwerkte dierlijke eiwitten bevat, naar derde landen worden toegestaan.

(11)

Verordening (EG) nr. 999/2001 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 september 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1.


BIJLAGE

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Deel II wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt A wordt het volgende punt e) toegevoegd:

„e)

het vervoederen aan niet-gespeende herkauwende landbouwhuisdieren van vismeel overeenkomstig de voorwaarden van punt B bis.”;

b)

punt B wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt d) wordt vervangen door:

„d)

op het handelsdocument dat zendingen vismeel bevattende diervoeders begeleidt en op de verpakking van deze zendingen worden duidelijk de woorden „Bevat vismeel — niet geschikt voor vervoedering aan herkauwers” vermeld;”;

ii)

het volgende punt B bis wordt toegevoegd:

B bis   Voor het gebruik van vismeel als bedoeld in punt A, onder e), en vismeel bevattende diervoeders in de voeding van niet-gespeende herkauwende landbouwhuisdieren gelden de volgende voorwaarden:

a)

het vismeel wordt geproduceerd in verwerkingsbedrijven die uitsluitend van vis afgeleide producten produceren;

b)

alvorens in de Gemeenschap in het vrije verkeer te worden gebracht, wordt elke zending ingevoerd vismeel door middel van microscopisch onderzoek geanalyseerd overeenkomstig Richtlijn 2003/126/EG;

c)

het gebruik van vismeel voor jonge herkauwende landbouwhuisdieren wordt alleen toegestaan voor de productie van melkvervangers die in droge staat worden gedistribueerd en na oplossing in een bepaalde hoeveelheid vloeistof worden toegediend en die bestemd zijn voor het voederen aan niet-gespeende herkauwers als aanvulling op of ter vervanging van moedermelk voordat het spenen is voltooid;

d)

vismeel bevattende melkvervangers die zijn bestemd voor jonge herkauwende landbouwhuisdieren worden geproduceerd in inrichtingen die geen andere diervoeders voor herkauwers vervaardigen en die daartoe door de bevoegde autoriteit zijn erkend.

In afwijking van punt d) mag de productie van andere diervoeders voor herkauwers in inrichtingen die ook vismeel bevattende melkvervangers voor jonge herkauwende landbouwhuisdieren produceren, door de bevoegde autoriteit worden toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

i)

de opslag, het vervoer en de verpakking van diervoeders voor herkauwers, in bulk en verpakt, vinden plaats in faciliteiten die fysiek gescheiden zijn van de overeenkomstige faciliteiten voor vismeel in bulk en vismeel bevattende melkvervangers in bulk;

ii)

andere diervoeders voor herkauwers worden geproduceerd in faciliteiten die fysiek gescheiden zijn van de faciliteiten waar vismeel bevattende melkvervangers worden geproduceerd;

iii)

de administratie betreffende de aankoop en het gebruik van vismeel en de verkoop van melkvervangers die vismeel bevatten, wordt ten minste vijf jaar ter beschikking van de bevoegde autoriteit gehouden, en

iv)

er worden regelmatig routinetests uitgevoerd op andere diervoeders die voor herkauwers bestemd zijn, om ervoor te zorgen dat er geen verboden eiwitten, met inbegrip van vismeel, in voorkomen. De resultaten moeten ten minste vijf jaar ter beschikking van de bevoegde autoriteit worden gehouden;

e)

op het handelsdocument dat vismeel bevattende melkvervangers voor jonge herkauwende landbouwhuisdieren begeleidt en op de verpakking van een dergelijke zending worden duidelijk de woorden „Bevat vismeel — alleen bestemd voor vervoedering aan niet-gespeende herkauwers” vermeld;

f)

vismeel bevattende melkvervangers in bulk, bestemd voor jonge herkauwende landbouwhuisdieren, worden vervoerd in voertuigen die niet tegelijkertijd andere diervoeders voor herkauwers vervoeren. Indien het voertuig vervolgens voor het vervoer van andere diervoeders voor herkauwers wordt gebruikt, moet het grondig worden gereinigd volgens een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde reinigingsprocedure om versleping te voorkomen;

g)

op bedrijven waar herkauwers worden gehouden, worden maatregelen genomen om te voorkomen dat vismeel bevattende melkvervangers worden vervoerderd aan andere herkauwers dan die waarvoor de in punt A, onder e), van deel II van bijlage IV bedoelde afwijking geldt. De bevoegde autoriteit stelt een lijst op van de bedrijven waar vismeel bevattende melkvervangers worden gebruikt via een systeem van voorafgaande kennisgeving door het bedrijf of een ander systeem dat de naleving van deze bepaling waarborgt.”.

2)

In deel III wordt punt E.1. vervangen door:

E.1.   De uitvoer naar derde landen van van herkauwers afkomstige verwerkte dierlijke eiwitten en van producten die dergelijke verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, is verboden. Dat verbod geldt echter niet voor verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, met inbegrip van voeder in blik, dat van herkauwers afkomstige verwerkte dierlijke eiwitten bevat en dat een behandeling heeft ondergaan en is geëtiketteerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002.”.