10.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 150/7


VERORDENING (EG) Nr. 514/2008 VAN DE COMMISSIE

van 9 juni 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 376/2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten en van de Verordeningen (EG) nr. 1439/95, (EG) nr. 245/2001, (EG) nr. 2535/2001, (EG) nr. 1342/2003, (EG) nr. 2336/2003, (EG) nr. 1345/2005, (EG) nr. 2014/2005, (EG) nr. 951/2006, (EG) nr. 1918/2006, (EG) nr. 341/2007, (EG) nr. 1002/2007, (EG) nr. 1580/2007 en (EG) nr. 382/2008, en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1119/79

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 59, lid 3, en artikel 62, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (2), en met name op artikel 134 en artikel 161, lid 3, in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 204 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is de verordening met ingang van 1 juli 2008 van toepassing op enkele belangrijke sectoren van de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten. De Commissie moet daarom de noodzakelijke maatregelen treffen om de betrokken sectorale verordeningen te wijzigen of in te trekken, zodat de verordening met ingang van bovengenoemde datum op de juiste wijze ten uitvoer kan worden gelegd.

(2)

Krachtens artikel 130 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 kan de Commissie, onverminderd de gevallen waarin op grond van die verordening invoercertificaten moeten worden overgelegd, invoercertificaten verplicht stellen voor de invoer van één of meer producten van de sectoren waarop de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten betrekking heeft. Op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is een invoercertificaat verplicht voor het beheer van de invoerregeling voor gedopte, volwitte en halfwitte rijst, om rekening te kunnen houden met de in te voeren hoeveelheden, en voor het beheer van de invoerregeling van suiker in het kader van preferentiële regelingen.

(3)

Wat betreft de uitvoer worden op grond van artikel 167 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 uitvoerrestituties voor de producten van artikel 162, lid 1, uitsluitend toegekend na overlegging van een uitvoercertificaat. Overeenkomstig artikel 161 kan de Commissie uitvoercertificaten verplicht stellen voor de uitvoer van één of meer producten.

(4)

In verband met het beheer van de in- en uitvoer is de Commissie bevoegd om te bepalen voor welke producten een in- of uitvoercertificaat moet worden overgelegd. Daarbij dient de Commissie rekening te houden met de passende instrumenten voor het beheer van de markten, en met name voor de controle op de invoer.

(5)

Deze situatie biedt de mogelijkheid om de bestaande regels in de verschillende sectoren grondig te bestuderen en de huidige praktijk met betrekking tot de certificaten te heroverwegen teneinde deze te vereenvoudigen en de administratieve belasting voor de lidstaten en de ondernemingen te verlagen. Omwille van de duidelijkheid moeten deze regels worden geïntegreerd in Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (3).

(6)

Een systeem van invoer-/uitvoercertificaten is het passende mechanisme voor het beheer van tariefcontingenten voor de in- en uitvoer op basis van een andere methode dan de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend (het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt”), gezien de beperkte toegestane omvang en het grote aantal aangevraagde hoeveelheden.

(7)

Een systeem van invoer-/uitvoercertificaten is ook het beste mechanisme voor de controle op bepaalde landbouwproducten die worden ingevoerd in het kader van preferentiële regelingen, gezien het grote voordeel van het verlaagde recht en de noodzaak om marktontwikkelingen te voorspellen.

(8)

Gezien het brede scala aan uitvoeringsvoorschriften en technische bepalingen met betrekking tot het beheer van de uitvoer met uitvoerrestituties in talrijke sectoren van de markt lijkt het in deze fase beter om deze bepalingen in de sectorale verordeningen te laten.

(9)

In de graansector moeten invoer- en uitvoercertificaten worden beschouwd als een indicatie van de handel op middellange termijn en de verwachte ontwikkeling van de markt. Zij vormen een belangrijk instrument voor het opstellen van de balans van de markt, die wordt gebruikt om de voorwaarden vast te stellen voor de verkoop van granen uit interventievoorraden op de EU-markt of voor uitvoer, dan wel om te bepalen of een uitvoerheffing moet worden toegepast. Vanwege hun grote invloed op de handelsstromen en op de interne markt moet daarom voor spelt, zachte tarwe en mengkoren, gerst, maïs, sorgho, durumtarwe, meel van zachte tarwe en spelt, en maniok een invoercertificaat worden overgelegd, en moet voor spelt, zachte tarwe en mengkoren, gerst, maïs, durumtarwe, rogge, haver en meel van zachte tarwe en spelt een uitvoercertificaat worden overgelegd.

(10)

In de rijstsector vormt de op basis van de certificaten verkregen informatie over de verwachte in- en uitvoer het uitgangspunt voor het markttoezicht, met name gezien de belangrijke positie die rijst in de consumptie binnen de Gemeenschap inneemt. Deze informatie wordt ook gebruikt om te controleren of vergelijkbare producten bij de juiste tariefpost zijn ingedeeld. Daarnaast wordt op grond van de artikelen 137 en 139 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 met de afgegeven certificaten rekening gehouden bij de berekening van de invoerrechten voor gedopte, volwitte en halfwitte rijst. Daarom moet een invoercertificaat verplicht worden gesteld voor gedopte, volwitte, halfwitte en breukrijst en moet een uitvoercertificaat verplicht worden gesteld voor gedopte, volwitte en halfwitte rijst.

(11)

In de suikersector is markttoezicht zeer belangrijk en zijn exacte gegevens over de uitvoer noodzakelijk. Daarom moet de uitvoer van suiker worden gecontroleerd en moet een uitvoercertificaat worden overgelegd. Bij invoer hoeft alleen een certificaat te worden overgelegd indien preferentiële invoerrechten van toepassing zijn, onverminderd de regels inzake de invoer van producten in het kader van een tariefcontingent.

(12)

Om te voorkomen dat illegale hennepteelt de gemeenschappelijke ordening van vezelhennep verstoort, dient te worden voorzien in een controle op de invoer van hennep en hennepzaad om te zorgen voor bepaalde garanties ten aanzien van het tetrahydrocannabinolgehalte van de betrokken producten. Voor de invoer daarvan moet daarom een invoercertificaat verplicht worden gesteld.

(13)

Voor groenten en fruit moet de informatie op basis van de invoercertificaten worden gebruikt om te controleren of de tariefposten voor soortgelijke producten, bijvoorbeeld gedroogde of bevroren knoflook, worden geëerbiedigd of om tariefcontingenten te beheren.

(14)

De appelproducenten in de Gemeenschap kampen sedert enige tijd met problemen die onder meer zijn toe te schrijven aan een aanzienlijke stijging van de invoer van appelen uit bepaalde derde landen van het zuidelijke halfrond. De controle op de invoer van appelen moet derhalve worden verbeterd. Het passende instrument daarvoor is een mechanisme op basis van invoercertificaten, zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (4). Voor bananen is een invoercertificaat verplicht op grond van Verordening (EG) nr. 2014/2005 van de Commissie van 9 december 2005 met betrekking tot de certificaten in het kader van de regeling voor de invoer in de Gemeenschap van bananen die in het vrije verkeer zijn gebracht met toepassing van het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde invoertarief (5). Om een compleet overzicht te krijgen van de producten waarvoor een certificaat verplicht is, moeten de desbetreffende vereisten ook worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 376/2008.

(15)

Voor zuivelproducten is de uit de certificaten verkregen informatie over de verwachte invoer tegen verlaagde rechten van belang voor het markttoezicht. Wat betreft de invoer tegen verlaagd tarief van rundvlees moet voor bepaalde producten een certificaat verplicht worden gesteld om de omvang van de handel met derde landen te controleren.

(16)

Voor de invoer van ethylalcohol uit landbouwproducten moet een certificaat verplicht worden gesteld omdat markttoezicht in een gevoelige bedrijfstak noodzakelijk is.

(17)

Om een helder en compleet overzicht te krijgen van de verplichtingen met betrekking tot de certificaten voor de handel in landbouwproducten, moet de lijst van producten waarvoor in- of uitvoercertificaten verplicht zijn, worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie.

(18)

Voor de toepassing van artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 376/2008 moeten de maximumhoeveelheden worden vastgesteld waarvoor geen invoer-, uitvoer- of voorfixatiecertificaat hoeft te worden overgelegd, mits deze in- of uitvoer niet plaatsvindt in het kader van een preferentiële regeling. De lijst van de betrokken producten moet worden aangepast aan de wijziging van de certificaatverplichtingen.

(19)

Verordening (EG) nr. 376/2008 en de volgende verordeningen moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd:

Verordening (EG) nr. 1439/95 van de Commissie van 26 juni 1995 tot vaststelling van bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3013/89 van de Raad inzake de invoer en de uitvoer van producten van de sector schapen- en geitenvlees (6);

Verordening (EG) nr. 245/2001 van de Commissie van 5 februari 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (7);

Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten (8);

Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (9);

Verordening (EG) nr. 2336/2003 van de Commissie van 30 december 2003 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 670/2003 van de Raad tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten (10);

Verordening (EG) nr. 1345/2005 van de Commissie van 16 augustus 2005 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoercertificatenregeling in de sector olijfolie (11);

Verordening (EG) nr. 2014/2005;

Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (12);

Verordening (EG) nr. 1918/2006 van de Commissie van 20 december 2006 inzake de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor olijfolie van oorsprong uit Tunesië (13);

Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie van 29 maart 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten (14);

Verordening (EG) nr. 1002/2007 van de Commissie van 29 augustus 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2184/96 van de Raad betreffende de invoer van rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte (15);

Verordening (EG) nr. 1580/2007;

Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie van 21 april 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees (Herschikking) (16);

(20)

Verordening (EEG) nr. 1119/79 van de Commissie van 6 juni 1979 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoercertificaten in de sector zaaizaad (17) moet derhalve worden ingetrokken.

(21)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 376/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

1.   Onverminderd afwijkende bepalingen in de communautaire regelgeving die specifiek voor bepaalde producten gelden, met name de producten van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad (18) en de daarbij behorende uitvoeringsbepalingen, worden bij de onderhavige verordening de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de regeling inzake invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten (hierna „certificaten” genoemd), waarin is voorzien in de hoofdstukken II en III van deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (19) en in Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad (20), of die worden ingesteld bij de onderhavige verordening.

2.   Voor de volgende producten moet een certificaat worden overgelegd:

a)

bij invoer, wanneer de producten worden aangegeven voor het vrije verkeer:

i)

de producten van deel I van bijlage II, ingevoerd onder alle voorwaarden, behalve in het kader van tariefcontingenten, tenzij daarin anders is bepaald;

ii)

producten die worden ingevoerd in het kader van tariefcontingenten die worden beheerd met een andere methode dan die op basis van de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend (het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt”), overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2545/93 (21);

iii)

producten die worden ingevoerd in het kader van tariefcontingenten die worden beheerd met een methode op basis van de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend, overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2545/93, die uitdrukkelijk worden genoemd in deel I van bijlage II bij de onderhavige verordening;

b)

bij uitvoer:

i)

de producten van deel II van bijlage II;

ii)

de producten van artikel 162, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 waarvoor een uitvoerrestitutie, ook als die 0 bedraagt, of een uitvoerheffing is vastgesteld;

iii)

producten die worden uitgevoerd in het kader van een contingent of waarvoor een uitvoercertificaat moet worden overgelegd om in aanmerking te komen voor de toepassing van een contingent dat door een derde land wordt beheerd en in dat derde land is geopend voor de invoer van producten uit de Gemeenschap;

3.   Voor de producten als bedoeld in lid 2, onder a), punten i) en iii), en van lid 2, onder b), punt i), gelden het bedrag van de zekerheid en de geldigheidsduur die worden vastgesteld in bijlage II.

Voor de producten als bedoeld in lid 2, onder a), punt ii), en lid 2, onder b), punten ii) en iii), gelden specifieke uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de geldigheidsduur en het bedrag van de zekerheid, die worden vastgelegd in specifieke communautaire regels voor de desbetreffende producten.

4.   Voor de toepassing van het in lid 1 bedoelde systeem van uitvoer- en voorfixatiecertificaten is, als een restitutie is vastgesteld voor producten die niet in deel II van bijlage II worden vermeld en de marktdeelnemer geen aanvraag indient voor deze restitutie, de marktdeelnemer niet verplicht een certificaat over te leggen voor de uitvoer van de betrokken producten.

2.

Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

„8.   Onverminderd artikel 1, lid 3, wordt de geldigheidsduur van de invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor elk product vastgesteld in bijlage II.”;

3.

Artikel 14, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Onverminderd artikel 1, lid 3, wordt het bedrag van de zekerheid voor invoer- en uitvoercertificaten vastgesteld in bijlage II. Wanneer een uitvoerheffing wordt vastgesteld, kan een aanvullend bedrag van toepassing zijn.

Een certificaataanvraag wordt afgewezen tenzij bij de bevoegde instantie uiterlijk om 13.00 uur van de dag van indiening van de aanvraag een voldoende zekerheid is gesteld.”;

4.

Bijlage II wordt vervangen door de tekst van bijlage I bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Schapen- en geitenvlees

Verordening (EG) nr. 1439/95 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

1.   Bij deze verordening worden specifieke uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten dat ten uitvoer is gelegd bij Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (22) voor de producten van deel XVIII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (23).

2.   De Verordeningen (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (24) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

2.

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

1.   In artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 is bepaald voor welke producten een certificaat moet worden overgelegd.

2.   Titel II van deze verordening is van toepassing op de invoer van producten van deel XVIII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (25) die zijn ingevoerd in het kader van tariefcontingenten die worden beheerd met andere methoden dan die op basis van de chronologische volgorde van de indiening van aanvragen overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 (26).

3.

De artikelen 4, 5 en 6 worden geschrapt.

Artikel 3

Hennep en vlas

Verordening (EG) nr. 245/2001 wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 17 bis, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Voor de producten die zijn vermeld in de afdelingen D, F en L van deel I van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 376/2008 (27) is de geldigheidsduur van het invoercertificaat in die afdelingen vastgesteld.

Artikel 4

Zuivelproducten

Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 is bepaald voor welke producten een certificaat moet worden overgelegd (28). De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij die verordening, onverminderd artikel 24, leden 3 en 4, van de onderhavige verordening.

De Verordeningen (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (29) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

2.

In artikel 3 worden de leden 1 en 3 geschrapt.

3.

Aan artikel 24 worden de volgende leden toegevoegd:

„3.   Een certificaataanvraag wordt afgewezen tenzij bij de bevoegde instantie uiterlijk om 13.00 uur van de dag van indiening van de aanvraag een zekerheid is gesteld van 10 euro per 100 kilogram nettogewicht van het product.

4.   Het certificaat is geldig vanaf de dag van feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 tot en met het einde van de derde daaropvolgende maand.”

Artikel 5

Granen en rijst

Verordening (EG) nr. 1342/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

1.   Bij deze verordening worden specifieke uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten dat ten uitvoer is gelegd bij Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (30) voor de producten van de delen I en II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (31).

2.   De Verordeningen (EG) nr. 376/2008, (EG) nr. 1301/2006 (32) en (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie (33) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

2.

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.   De geldigheidsduur van de invoer- en uitvoercertificaten wordt als volgt vastgesteld:

a)

voor de producten van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 376/2008, met uitzondering van de in de punten b) en c) hieronder bedoelde producten: zoals vastgesteld in die bijlage;

b)

tenzij anders bepaald, voor producten die worden in- of uitgevoerd in het kader van tariefcontingenten die worden beheerd met een andere methode dan die op basis van de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend (het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt”), overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EG) nr. 2545/1993 van de Commissie (34): vanaf de dag van feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008, tot en met het einde van de tweede daaropvolgende maand;

c)

voor uitgevoerde producten waarvoor een restitutie is vastgesteld en voor producten waarvoor op de dag waarop het certificaat wordt aangevraagd, een uitvoerheffing is vastgesteld: vanaf de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008, tot en met het einde van de vierde daaropvolgende maand.

2.   In afwijking van lid 1 is een uitvoercertificaat voor de in deel II, afdeling A, van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 376/2008 genoemde producten, waarvoor geen restitutie of vooraf vastgestelde restitutie is vastgesteld, geldig gedurende zestig dagen na de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1, van die verordening.

3.   In afwijking van lid 1 is een uitvoercertificaat waarvoor een restitutie is vastgesteld voor producten van de GN-codes 1702 30, 1702 40, 1702 90 en 2106 90, geldig tot en met:

a)

30 juni voor aanvragen die uiterlijk op 31 mei van elk verkoopseizoen worden ingediend;

b)

30 september voor aanvragen die worden ingediend in de periode van 1 juni van dat verkoopseizoen tot en met 31 augustus van het volgende verkoopseizoen;

c)

30 dagen vanaf de datum van afgifte van het certificaat voor aanvragen die worden ingediend in de periode van 1 tot en met 30 september van hetzelfde verkoopseizoen.

4.   In afwijking van lid 1 kan op verzoek van de marktdeelnemer worden bepaald dat de geldigheidsduur van een uitvoercertificaat waarvoor een restitutie is vastgesteld, voor producten van de GN-codes 1107 10 19, 1107 10 99 en 1107 20 00 afloopt op:

a)

30 september van het lopende kalenderjaar, voor certificaten die worden afgegeven in de periode van 1 januari tot en met 30 april;

b)

het einde van de elfde maand na de maand van afgifte, voor certificaten die worden afgegeven in de periode van 1 juli tot en met 31 oktober;

c)

30 september van het volgende kalenderjaar, voor certificaten die worden afgegeven in de periode van 1 november tot en met 31 december.

5.   In vak 22 van de certificaten die worden afgegeven overeenkomstig het bepaalde in de leden 2, 3 en 4, wordt een van de in bijlage X vastgestelde vermeldingen opgenomen.

6.   Wanneer voor invoer van oorsprong en van herkomst uit bepaalde derde landen een bijzondere geldigheidsduur van de invoercertificaten is vastgesteld, moet(en) in de vakken 7 en 8 van de certificaataanvraag en van het certificaat het land (de landen) van oorsprong en van herkomst worden vermeld. Het certificaat verplicht tot invoer uit dat land (die landen).

7.   In afwijking van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008 zijn de rechten die uit de in lid 1, onder b), en lid 4 van het onderhavige artikel bedoelde certificaten voortvloeien, niet overdraagbaar.

3.

Artikel 7 wordt geschrapt.

4.

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

1.   Een uitvoercertificaat voor een product waarvoor een restitutie of een heffing is vastgesteld, wordt afgegeven op de derde werkdag na de dag waarop de aanvraag werd ingediend, tenzij de Commissie in die periode een van de bijzondere maatregelen heeft genomen als bedoeld in artikel 9 van deze verordening, artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1501/1995 of artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1518/1995 (35) van de Commissie en mits de hoeveelheid waarvoor certificaten zijn aangevraagd, is meegedeeld overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder a), van deze verordening.

De eerste alinea geldt niet voor certificaten die worden afgegeven in het kader van een openbare inschrijving noch voor certificaten als bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 376/2008, die worden afgegeven voor voedselhulptransacties in de zin van artikel 10, lid 4, van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw (36). In dit geval worden de uitvoercertificaten afgegeven op de eerste werkdag na die waarop de offerte is aanvaard.

2.   Voor producten waarvoor geen restitutie of heffing is vastgesteld, wordt het uitvoercertificaat afgegeven op de dag waarop de aanvraag wordt ingediend.

5.

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

1.   De Commissie kan de volgende besluiten nemen:

a)

een aanvaardingspercentage vaststellen voor de aangevraagde hoeveelheden waarvoor nog geen uitvoercertificaten zijn afgegeven;

b)

aanvragen waarvoor nog geen uitvoercertificaten zijn afgegeven, afwijzen;

c)

de indiening van certificaataanvragen gedurende ten hoogste vijf werkdagen schorsen.

De in punt c) hierboven bedoelde schorsing kan worden verlengd volgens de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure.

2.   Indien de gevraagde hoeveelheden worden verlaagd of geweigerd, wordt de voor het certificaat gestelde zekerheid onmiddellijk vrijgegeven voor de hoeveelheid waarvoor de aanvraag niet wordt ingewilligd.

3.   De belanghebbende kan zijn certificaataanvraag intrekken binnen drie werkdagen na de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een aanvaardingspercentage als bedoeld in lid 1, onder a), indien dit percentage lager is dan 80 %. De lidstaten geven in dat geval de zekerheid vrij.

4.   De op grond van lid 1 genomen maatregelen gelden niet voor de uitvoer van goederen in verband met communautaire of nationale voedselhulp in het kader van internationale overeenkomsten of aanvullende programma's of in verband met andere communautaire maatregelen inzake de kosteloze levering van voedsel.”.

6.

Artikel 11 wordt geschrapt.

7.

Artikel 12 wordt vervangen door:

„Artikel 12

De in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde zekerheid die moet worden gesteld overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (37), wordt als volgt vastgesteld:

a)

voor de producten van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 376/2008, met uitzondering van de in de punten b) en c) hieronder bedoelde producten: zoals vastgesteld in die bijlage;

b)

tenzij anders bepaald, voor producten die worden in- of uitgevoerd in het kader van een tariefcontingent:

i)

30 euro per ton voor ingevoerde producten;

ii)

3 euro per ton voor zonder restitutie uitgevoerde producten;

c)

voor uitgevoerde producten waarvoor een restitutie is vastgesteld en voor certificaten voor producten waarvoor op de dag waarop het certificaat wordt aangevraagd, een uitvoerheffing is vastgesteld:

i)

20 euro per ton voor producten van de GN-codes 1102 20, 1103 13, 1104 19 50, 1104 23 10, 1108, 1702 en 2106;

ii)

10 euro per ton voor andere producten.

8.

De bijlagen I, II, III, XI, XII en XIII worden geschrapt.

9.

Bijlage X wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 6

Ethylalcohol uit landbouwproducten

Verordening (EG) nr. 2336/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De producten waarvoor een invoercertificaat moet worden overgelegd, zijn vermeld in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (38). De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid die moet worden gesteld overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (39), zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij Verordening (EG). nr. 376/2008.

2.

De artikelen 6, en 8 worden geschrapt.

Artikel 7

Olijfolie

Verordening (EG) nr. 1345/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 1, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (40) is bepaald in welke gevallen bij invoer van producten van de GN-codes 0709 90 39, 0711 20 90 en 2306 90 19 een invoercertificaat moet worden overgelegd. De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid die moet worden gesteld, zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij die verordening.

2.

Artikel 3 wordt geschrapt.

Artikel 8

Bananen

Verordening (EG) nr. 2014/2005 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

1.   In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (41) is bepaald in welke gevallen bij invoer van bananen van GN-code 0803 00 19 een invoercertificaat moet worden overgelegd. Het certificaat wordt door de lidstaten afgegeven aan elke belanghebbende die daarom verzoekt, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap.

2.   De invoercertificaataanvragen kunnen in elke lidstaat worden ingediend.

3.   De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid die moet worden gesteld overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (42), zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij Verordening (EG). nr. 376/2008.

De geldigheidsduur loopt in ieder geval af op 31 december van het jaar waarin het certificaat is afgegeven.

4.   Behalve in geval van overmacht wordt de zekerheid geheel of gedeeltelijk verbeurd indien de transactie niet of slechts gedeeltelijk binnen die termijn heeft plaatsgevonden.

5.   In afwijking van het bepaalde in artikel 34, lid 4, van Verordening (EG) nr. 376/2008 moet het in artikel 32, lid 1, onder a), van diezelfde verordening bedoelde bewijs van het gebruik van het invoercertificaat, worden geleverd binnen 30 dagen na de datum waarop de geldigheidsduur van het invoercertificaat is verstreken, behoudens overmacht.

Artikel 9

Suiker

Verordening (EG) nr. 951/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 is bepaald voor welke producten een uitvoercertificaat moet worden overgelegd. (43).

De geldigheidsduur van het uitvoercertificaat en het bedrag van de zekerheid die moet worden gesteld, zijn vastgesteld in deel II van bijlage II bij die verordening en gelden voor alle gevallen als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van die verordening.

2.

In artikel 8 worden de leden 1, 2 en 3 geschrapt.

3.

Artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 is bepaald voor welke producten een invoercertificaat moet worden overgelegd.

De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid die moet worden gesteld, zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij die verordening en gelden voor alle gevallen als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a), van die verordening.”.

4.

Artikel 11, lid 2, wordt vervangen door:

2.   „Wanneer een certificaat voor de in lid 1, eerste alinea, bedoelde producten betrekking heeft op een hoeveelheid van ten hoogste 10 ton, mag een gegadigde op dezelfde dag en bij dezelfde bevoegde autoriteit slechts één enkele aanvraag indienen en mag slechts één voor een hoeveelheid van ten hoogste tien ton afgegeven certificaat worden gebruikt voor uitvoer.”.

5.

In artikel 12 wordt lid 1 geschrapt.

Artikel 10

Olijfolie uit Tunesië

Verordening (EG) nr. 1918/2006 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 3, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Het invoercertificaat is geldig gedurende 60 dagen vanaf de dag van feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 (44), en de zekerheid bedraagt 15 euro per 100 kilogram nettogewicht.

Artikel 11

Knoflook

Verordening (EG) nr. 341/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 is bepaald voor welke producten een invoercertificaat moet worden overgelegd. (45). De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid die moet worden gesteld, zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij die verordening.

2.

In artikel 6 wordt lid 2 geschrapt.

3.

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Artikel 6, leden 3 en 4, is van overeenkomstige toepassing voor B-certificaten.”.

b)

lid 4 wordt geschrapt.

4.

Bijlage II wordt geschrapt.

Artikel 12

Rijst

Verordening (EG) nr. 1002/2007 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 3, lid 2, tweede alinea, wordt vervangen door:

„Voor producten van de GN-codes 1006 20 en 1006 30 mag de zekerheid echter niet lager zijn dan is bepaald in artikel 12, onder b) i), van Verordening (EG) nr. 1342/2003.”.

Artikel 13

Appelen

Artikel 134 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Lid 1 wordt vervangen door:

„1.   In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (46) is bepaald in welke gevallen bij invoer van appelen van GN-code 0808 10 80 een invoercertificaat moet worden overgelegd.

2.

Lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Bij de indiening van zijn aanvraag stelt de importeur een zekerheid overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 om de naleving van de verplichting tot invoer tijdens de geldigheidsduur van het invoercertificaat te garanderen.

Behalve in geval van overmacht wordt de zekerheid geheel of gedeeltelijk verbeurd indien de invoer niet of slechts gedeeltelijk heeft plaatsgevonden tijdens de geldigheidsduur van het invoercertificaat.

De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 376/2008.”.

3.

Lid 6 wordt vervangen door:

„6.   De invoercertificaten zijn uitsluitend geldig voor invoer van oorsprong uit het op het certificaat vermelde land.”

Artikel 14

Rundvlees

Verordening (EG) nr. 382/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 is bepaald voor welke producten een invoercertificaat moet worden overgelegd (47). De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid die moet worden gesteld, zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij die verordening.

2.

De artikelen 3 en 4 worden geschrapt.

3.

Artikel 5, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Bij invoer in het kader van een tariefcontingent geldt het volgende:

a)

een certificaataanvraag wordt afgewezen tenzij bij de bevoegde instantie uiterlijk om 13.00 uur van de dag van indiening van de aanvraag een zekerheid is gesteld van 5 euro per levend dier en 12 euro per 100 kilogram nettogewicht voor andere producten;

b)

het certificaat is geldig vanaf de dag van feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 tot en met het einde van de derde daaropvolgende maand.

c)

de instantie die het invoercertificaat afgeeft, vermeldt in vak 20 van het invoercertificaat of van de uittreksels daarvan het in het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschappen (Taric) vermelde volgnummer van het contingent.”.

Artikel 15

Overgangsbepaling

1.   Deze verordening heeft geen betrekking op de geldigheidsduur en het bedrag van de zekerheid van certificaten in het kader van tariefcontingentperiodes die nog lopen op de in artikel 17 vastgestelde datum van inwerkingtreding van de verordening.

2.   Op verzoek van de belanghebbenden wordt de zekerheid voor invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten vrijgegeven wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het certificaat is nog geldig op de in lid 1 bedoelde datum;

b)

met ingang van de in lid 1 bedoelde datum is voor de producten niet langer een certificaat vereist;

c)

op de in lid 1 bedoelde datum is het certificaat slechts gedeeltelijk of in het geheel niet gebruikt.

Artikel 16

Slotbepaling

Verordening (EEG) nr. 1119/79 wordt ingetrokken.

Artikel 17

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is evenwel van toepassing:

a)

wat de sectoren graan, vlas en hennep, olijfolie, verse of verwerkte groenten en fruit, zaaizaad, rund- en kalfsvlees, schapen- en geitenvlees, varkensvlees, melk en zuivelproducten, eieren, vlees van pluimvee, ethylalcohol uit landbouwproducten, en andere productsectoren dan de sectoren rijst, suiker en wijn betreft, met ingang van 1 juli 2008;

b)

wat de wijnsector betreft, met ingang van 1 augustus 2008;

c)

wat de rijstsector betreft, met ingang van 1 september 2008;

d)

wat de suikersector betreft, met ingang van 1 oktober 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(2)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 248/2007 (PB L 76 van 19.3.2008, blz. 6).

(3)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(4)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 292/2008 (PB L 90 van 2.4.2008, blz. 3).

(5)  PB L 324 van 10.12.2005, blz. 3.

(6)  PB L 143 van 27.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 272/2001 (PB L 41 van 10.2.2001, blz. 3).

(7)  PB L 35 van 6.2.2001, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).

(8)  PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1565/2007 (PB L 340 van 22.12.2007, blz. 37).

(9)  PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1996/2006 (PB L 398 van 30.12.2006, blz. 1).

(10)  PB L 346 van 31.12.2003, blz. 19.

(11)  PB L 212 van 17.8.2005, blz. 13.

(12)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1568/2007 (PB L 340 van 22.12.2007, blz. 62).

(13)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 84.

(14)  PB L 90 van 30.3.2007, blz. 12.

(15)  PB L 226 van 30.8.2007, blz. 15.

(16)  PB L 115 van 29.4.2008, blz. 10.

(17)  PB L 139 van 7.6.1979, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3886/86 (PB L 361 van 20.12.1986, blz. 18).

(18)  PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18.

(19)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(20)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

(21)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.”;

(22)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(23)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(24)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”;

(25)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(26)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.”;

(27)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”;

(28)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(29)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”.

(30)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(31)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(32)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(33)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 69.”.

(34)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.”.

(35)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 55.

(36)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.”.

(37)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.”.

(38)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(39)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.”.

(40)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”.

(41)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(42)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.”.

(43)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”.

(44)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”.

(45)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”.

(46)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”.

(47)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”.


BIJLAGE I

„BIJLAGE II

DEEL I

CERTIFICAATVERPLICHTING — BIJ INVOER

Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder a), punt i), bedoelde producten en de op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geldende maxima

(de volgorde is die van de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

A.   Granen (Deel I van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (1)

0714, behalve onderverdeling 0714 20 10

Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

5 000 kg

0714 20 10

Bataten (zoete aardappelen) voor menselijke consumptie

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

500 kg

1001 10

Harde tarwe, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

5 000 kg

1001 90 99

Spelt, zachte tarwe en mengkoren, niet bestemd voor zaaidoeleinden, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

5 000 kg

1003 00

Gerst

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

5 000 kg

1005 90 00

Maïs, andere dan zaaigoed

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

5 000 kg

1007 00 90

Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

5 000 kg

1101 00 15

Meel van zachte tarwe en spelt

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

2303 10

Afvallen van zetmeelfabrieken en dergelijke afvallen

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

2303 30 00

Bostel (brouwerijafval) en afvallen van branderijen

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

ex 2308 00 40

Residuen van citrusvruchtenpulp

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

2309 90 20

Producten bedoeld in aanvullende aantekening 5 bij hoofdstuk 23 van de gecombineerde nomenclatuur

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


B.   Rijst (Deel II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (2)

1006 20

Gedopte rijst, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

30 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

1006 30

Halfwitte of volwitte rijst, ook indien gepolijst of geglansd, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

30 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

1006 40 00

Breukrijst, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

1 euro/t

Tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

1 000 kg

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


C.   Suiker (Deel III van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (3)

1701

Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent

Bepalingen van Verordening (EG) nr. 950/2006 en Verordening (EG) nr. 1100/2006

Bepalingen van Verordening (EG) nr. 950/2006 en Verordening (EG) nr. 1100/2006

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


D.   Zaaizaad (Deel V van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (4)

ex 1207 99 15

Zaaizaad voor de inzaai van henneprassen

 (5)

Tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


E.   Olijfolie en tafelolijven (Deel VII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (6)

0709 90 39

Verse olijven voor het vervaardigen van olie

100 euro/t

60 dagen vanaf de dag van de feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2

100 kg

0711 20 90

Olijven, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, voor het vervaardigen van olie, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

100 euro/t

60 dagen vanaf de dag van de feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2

100 kg

2306 90 19

Perskoeken en andere afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 gewichtspercenten

100 euro/t

60 dagen vanaf de dag van de feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2

100 kg

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


F.   Vezelvlas en -hennep (Deel VIII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (7)

5302 10 00

Hennep, ruw of geroot

 (8)

Tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


G.   Groenten en fruit (Deel IX van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (9)

0703 20 00

Knoflook, vers of gekoeld, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

50 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

ex 0703 90 00

Andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

50 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

0808 10 80

Appelen, andere

15 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


H.   Verwerkte groenten en fruit (Deel X van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (10)

ex 0710 80 95

Knoflook (11) en Allium ampeloprasum, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

50 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

ex 0710 90 00

Mengsels van groenten die knoflook (11) en/of Allium ampeloprasum bevatten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

50 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

ex 0711 90 80

Knoflook (11) en Allium ampeloprasum, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

50 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

ex 0711 90 90

Mengsels van groenten die knoflook (11) en/of Allium ampeloprasum bevatten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a) iii), bedoelde tariefcontingenten

50 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

ex 0712 90 90

Gedroogde knoflook (11) en Allium ampeloprasum en mengsels van gedroogde groenten die knoflook (11) en/of Allium ampeloprasum bevatten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 1, lid 2, onder a), punt iii), bedoelde tariefcontingenten

50 euro/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


I.   Bananen (Deel XI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (12)

0803 00 19

Bananen, vers, ingevoerd met toepassing van het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde invoertarief

15 euro/t

Tot het einde van de maand volgende op de maand van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


J.   Rundvlees (Deel XV van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (13)

0102 90 05 t/m 0102 90 79

Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent

5 euro per levend dier

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

0201 en 0202

Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent

12 euro per 100 kg nettogewicht

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

0206 10 95 en 0206 29 91

Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent

12 euro per 100 kg nettogewicht

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

1602 50 10, 1602 50 31 en 1602 50 95

Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent

12 euro per 100 kg nettogewicht

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

1602 90 61 en 1602 90 69

Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent

12 euro per 100 kg nettogewicht

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


K.   Melk en zuivelproducten (Deel XVI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (14)

Hoofdstuk 04, 17, 21 en 23

Alle melk en zuivelproducten die worden ingevoerd onder andere preferentiële voorwaarden dan tariefcontingenten, met uitzondering van kaas en wrongel (GN-code 0406) van oorsprong uit Zwitserland, ingevoerd zonder certificaat, als volgt:

 

 

 

0401

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

0402

Melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

0403 10 11 t/m 0403 10 39

0403 90 11 t/m 0403 90 69

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

0404

Wei, ook indien ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen; producten bestaande uit natuurlijke bestanddelen van melk, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, elders genoemd noch elders onder begrepen

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

ex 0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's, met een vetgehalte van meer dan 75 gewichtspercenten doch minder dan 80 gewichtspercenten

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

0406

Kaas en wrongel, met uitzondering van kaas en wrongel van oorsprong uit Zwitserland, ingevoerd zonder certificaat

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

1702 19 00

Lactose (melksuiker) en melksuikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, bevattende minder dan 99 gewichtspercenten lactose (melksuiker), uitgedrukt in kristalwatervrije lactose, berekend op de droge stof

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

2106 90 51

Suikerstroop van lactose, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

ex 2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren:

Bereidingen en voedermiddelen, bevattende producten waarop Verordening (EG) nr. 1234/2007 rechtstreeks of uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1667/2006 van de Raad van toepassing is, met uitzondering van bereidingen en voedermiddelen waarop deel I van bijlage I bij eerstgenoemde verordening van toepassing is

10 euro/100 kg

Tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


L.   Andere producten (Deel XXI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (15)

1207 99 91

Hennepzaad, andere dan voor zaaidoeleinden

 (16)

Tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald

(—)

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


M.   Ethylalcohol uit landbouwproducten (Deel I van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (17)

ex 2207 10 00

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 euro per hectoliter

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

100 hl

ex 2207 20 00

Ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 euro per hectoliter

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

100 hl

ex 2208 90 91

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80% vol, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 euro per hectoliter

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

100 hl

ex 2208 90 99

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80% vol, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 euro per hectoliter

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

100 hl

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

DEEL II

CERTIFICAATVERPLICHTING — BIJ UITVOER ZONDER RESTITUTIE EN VOOR PRODUCTEN WAARVOOR OP DE DAG VAN INDIENING GEEN UITVOERHEFFING IS VASTGESTELD

Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder b), punt i), bedoelde producten en de op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geldende maxima

(de volgorde is die van de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

A.   Granen (Deel I van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)  (18)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (19)

1001 10

Harde tarwe

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

5 000 kg

1001 90 99

Spelt, zachte tarwe en mengkoren, niet bestemd voor zaaidoeleinden

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

5 000 kg

1002 00 00

Rogge

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

5 000 kg

1003 00

Gerst

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

5 000 kg

1004 00

Haver

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

5 000 kg

1005 90 00

Maïs, andere dan zaaigoed

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

5 000 kg

1101 00 15

Meel van zachte tarwe en spelt

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

500 kg

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


B.   Rijst (Deel II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (20)

1006 20

Gedopte rijst

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

500 kg

1006 30

Halfwitte of volwitte rijst, ook indien gepolijst of geglansd

3 euro/t

Tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1

500 kg

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.


C.   Suiker (Deel III van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

Nettohoeveelheden (21)

1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm

11 euro/100 kg

voor hoeveelheden van meer dan 10 t, tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

voor hoeveelheden van ten hoogste 10 t, tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1 (1) (22)

2 000 kg

1702 60 95

1702 90 95

Andere suiker in vaste vorm en suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, met uitzondering van lactose, glucose, maltodextrine en isoglucose

4,2 euro/100 kg

voor hoeveelheden van meer dan 10 t, tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

voor hoeveelheden van ten hoogste 10 t, tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1 (22)

2 000 kg

2106 90 59

Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen, andere dan stroop van isoglucose, van lactose, van glucose en van maltodextrine

4,2 euro/100 kg

voor hoeveelheden van meer dan 10 t, tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 2

voor hoeveelheden van ten hoogste 10 t, tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 22, lid 1 (22)

2 000 kg

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

DEEL III

MAXIMA VOOR UITVOERCERTIFICATEN MET RESTITUTIE

Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen uitvoercertificaten hoeven te worden overgelegd

Omschrijving en GN-code

Nettohoeveelheid (23)

A.   

GRANEN:

Voor elk in deel I van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad genoemd product,

5 000 kg

met uitzondering van de onderverdelingen

0714 20 10, en 2302 50

(—)

1101 00 15

500 kg

B.   

RIJST:

Voor elk in deel II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad genoemd product

500 kg

C.   

SUIKER:

Voor elk in deel III van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad genoemd product

2 000 kg

D.   

MELK EN ZUIVELPRODUCTEN

Voor elk in deel XVI van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad genoemd product

150 kg

E.   

RUNDVLEES:

Voor in deel XV van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad genoemde levende dieren

Eén dier

Voor in deel XV van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad genoemd vlees

200 kg

G.   

VARKENSVLEES:

0203

1601

1602

250 kg

0210

150 kg

H.   

SLACHTPLUIMVEE:

0105 11 11 9000

0105 11 19 9000

0105 11 91 9000

0105 11 99 9000

4 000 kuikens

0105 12 00 9000

0105 19 20 9000

2 000 kuikens

0207

250 kg

I.   

EIEREN:

0407 00 11 9000

2 000 eieren

0407 00 19 9000

4 000 eieren

0407 00 30 9000

400 kg

0408 11 80 9100

0408 91 80 9100

100 kg

0408 19 81 9100

0408 19 89 9100

0408 99 80 9100

250 kg

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.”


(1)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(2)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(3)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(4)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(5)  Er wordt geen zekerheid geëist. Zie artikel 17 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 245/2001 voor andere voorwaarden.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(6)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(7)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(8)  Er wordt geen zekerheid geëist. Zie artikel 17 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 245/2001 voor andere voorwaarden.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(9)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(10)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(11)  Het betreft mede producten waarbij het woord „knoflook” slechts een onderdeel is van de benaming. Voorbeelden daarvan, niet als limitatieve opsomming bedoeld, zijn „soloknoflook”, „olifantenknoflook”, „éénteensknoflook” en „reuzenknoflook”.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(12)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(13)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(14)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(15)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(16)  Er wordt geen zekerheid geëist. Zie artikel 17 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 245/2001 voor andere voorwaarden.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(17)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(18)  Tenzij in Verordening (EG) nr. 1342/2003 anders is bepaald.

(19)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de uitvoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten, of wanneer een uitvoerheffing is vastgesteld.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(20)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de uitvoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten, of wanneer een uitvoerheffing is vastgesteld.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(21)  Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze beperkingen gelden niet voor de uitvoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten, of wanneer een uitvoerheffing is vastgesteld.

(22)  Voor hoeveelheden van ten hoogste 10 t mag de betrokkene niet meer dan één dergelijk certificaat per uitvoertransactie gebruiken.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.

(23)  Deze beperkingen gelden niet voor de uitvoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten, of wanneer een uitvoerheffing is vastgesteld.

(—)

Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.”


BIJLAGE II

„BIJLAGE X

In artikel 6, lid 5 bedoelde vermeldingen

:

Bulgaars

:

специален срок на валидност, както е предвидено в член 6 от Регламент (ЕО) № 1342/2003

:

Spaans

:

período especial de validez conforme a lo dispuesto en el artículo 6 del Reglamento (CE) no 1342/2003

:

Tsjechisch

:

zvláštní doba platnosti stanovená v článku 6 nařízení (ES) č. 1342/2003

:

Deens

:

Særlig gyldighedsperiode, jf. artikel 6 i forordning (EF) nr. 1342/2003.

:

Duits

:

besondere Gültigkeitsdauer gemäß Artikel 6 der Verordnung (EG) Nr. 1342/2003

:

Ests

:

erikehtivusaeg ajavahemik vastavalt määruse (EÜ) nr 1342/2003 artiklile 6

:

Grieks

:

Ειδική περίοδος ισχύος όπως προβλέπεται στο άρθρο 6 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1342/2003

:

Engels

:

special period of validity as provided for in Article 6 of Regulation (EC) No 1342/2003

:

Frans

:

durées particulières de validité prévues à l’article 6 du règlement (CE) no 1342/2003

:

Italiaans

:

periodo di validità particolare di cui all'articolo 6 del regolamento (CE) n. 1342/2003

:

Lets

:

Regulas (EK) Nr. 1342/2003 6. pantā paredzētais īpašais derīguma termiņš

:

Litouws

:

specialus galiojimo terminas, kaip nustatyta Reglamento (EB) Nr. 1342/2003 6 straipsnyje

:

Hongaars

:

az 1342/2003/EK rendelet 6. cikke szerinti speciális érvényességi idő

:

Maltees

:

perjodu ta’ validità speċjali kif ipprovdut fl-Artikolu 6 tar-Regolament (KE) Nru 1342/2003

:

Nederlands

:

Bijzondere geldigheidsduur als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1342/2003

:

Pools

:

szczególny okres ważności przewidziany w art. 6 rozporządzenia (WE) nr 1342/2003

:

Portugees

:

período de eficácia especial conforme previsto no artigo 6.o do Regulamento (CE) n.o 1342/2003

:

Roemeens

:

perioadă de valabilitate specială, în conformitate cu articolul 6 din Regulamentul (CE) nr. 1342/2003

:

Slowaaks

:

osobitné obdobie platnosti podľa ustanovenia článku 6 nariadenia (ES) č. 1342/2003

:

Sloveens

:

posebno obdobje veljavnosti, kot je določeno v členu 6 Uredbe (ES) št. 1342/2003

:

Fins

:

Asetuksen (EY) N:o 1342/2003 6 artiklan mukainen erityinen voimassaolo aika

:

Zweeds

:

särskild giltighetstid enligt artikel 6 i förordning (EG) nr 1342/2003”