6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 118/12


VERORDENING (EG) Nr. 399/2008 VAN DE COMMISSIE

van 5 mei 2008

tot wijziging van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat de eisen voor bepaalde soorten verwerkt voeder voor gezelschapsdieren betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 20, lid 1, onder a), en artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1774/2002 stelt veterinairrechtelijke voorschriften en volksgezondheidsvoorschriften vast voor het in de handel brengen van bepaalde dierlijke bijproducten en daarvan afgeleide producten die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn.

(2)

Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 vermeldt de eisen voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van voeder voor gezelschapsdieren, hondenkluiven en technische producten. Hoofdstuk II, onder B, punt 3, van die bijlage bepaalt dat ander verwerkt voeder voor gezelschapsdieren dan blikvoeder bij de verwerking een bepaalde warmtebehandeling moet ondergaan.

(3)

De eisen voor de invoer in de Gemeenschap van ander verwerkt voeder voor gezelschapsdieren dan blikvoeder zijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 829/2007 van de Commissie (2). Het model voor het gezondheidscertificaat voor verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, met uitzondering van blikvoeder voor gezelschapsdieren, waarvan ingevoerde zendingen vergezeld moeten gaan, is gewijzigd. Overeenkomstig het nieuwe gezondheidscertificaat in hoofdstuk 3(B) van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 hoeft het verwerkte voeder voor gezelschapsdieren geen warmtebehandeling te hebben ondergaan indien de gebruikte ingrediënten van dierlijke oorsprong reeds zijn behandeld overeenkomstig de verwerkingsnormen voor het in de handel brengen van deze ingrediënten in de Gemeenschap. Deze normen bieden een adequate bescherming tegen risico’s voor de volksgezondheid en de diergezondheid.

(4)

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1774/2002 bepaalt dat de bepalingen van die verordening die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde producten, waaronder dat verwerkte voeder voor gezelschapsdieren, niet gunstiger of minder gunstig mogen zijn dan de bepalingen die van toepassing zijn op de productie en het in de handel brengen van die producten in de Gemeenschap. Daarom moeten die bepalingen die van toepassing zijn op de invoer van dat verwerkte voeder voor gezelschapsdieren in de Gemeenschap ook van toepassing zijn op de productie van dat verwerkte voeder voor gezelschapsdieren in de Gemeenschap.

(5)

Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 moet bijgevolg worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 mei 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1432/2007 van de Commissie (PB L 320 van 6.12.2007, blz. 13).

(2)  PB L 191 van 21.7.2007, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1256/2007 (PB L 282 van 26.10.2007, blz. 30).


BIJLAGE

In bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 komt hoofdstuk II, onder B, punt 3, als volgt te luiden:

„3.

Verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, met uitzondering van blikvoeder, moet:

a)

een warmtebehandeling tot een kerntemperatuur van ten minste 90 °C in het eindproduct ondergaan;

b)

een warmtebehandeling van de ingrediënten van dierlijke oorsprong tot ten minste 90 °C ondergaan, of

c)

wat de ingrediënten van dierlijke oorsprong betreft, worden bereid met uitsluitend:

i)

vlees of vleesproducten die een warmtebehandeling tot een kerntemperatuur van ten minste 90 °C hebben ondergaan;

ii)

de volgende dierlijke bijproducten of verwerkte producten die overeenkomstig de eisen van deze verordening zijn verwerkt: melk en producten op basis van melk, gelatine, gehydrolyseerd eiwit, eiproducten, collageen, bloedproducten, verwerkte dierlijke eiwitten met inbegrip van vismeel, gesmolten vet, visolie, dicalciumfosfaat, tricalciumfosfaat of smaakgevende ingewanden.

Na de warmtebehandeling moeten alle nodige voorzorgen worden genomen om te voorkomen dat het verwerkte voeder voor gezelschapsdieren aan verontreiniging wordt blootgesteld.

Het verwerkte voeder voor gezelschapsdieren moet in nieuwe verpakkingen worden verpakt.”.