27.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 85/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 274/2008 VAN DE RAAD
van 17 maart 2008
tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 918/83 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 26,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Goederen die worden ingevoerd met vrijstelling van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief (GDT) overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad (1), veroorzaken, gelet op de beperkingen met betrekking tot de ingevoerde hoeveelheden of waarden, het gebruik en/of de douanecontroles na invoer, waarschijnlijk geen grote schade voor bedrijven in de Gemeenschap. Het is derhalve passend om handelsbeschermende maatregelen die zijn ingesteld op basis van artikel 133 van het Verdrag, niet toe te passen op de invoer van goederen die in aanmerking komen voor douanevrijstelling. |
(2) |
De invoer van roerende goederen en voorwerpen bestemd voor de meubilering van een tweede woning is onderworpen aan dezelfde beperkingen en controles als de invoer van diezelfde goederen en voorwerpen door natuurlijke personen die hun normale verblijfplaats overbrengen vanuit een derde land. Ofschoon de administratieve lasten voor de betrokkenen en de douanediensten van de lidstaten dezelfde zijn, komt eerstgenoemde invoer niet in aanmerking voor vrijstelling van btw, in tegenstelling tot laatstgenoemde. Voorts zijn de economische voordelen van een douanevrijstelling voor de invoer van roerende goederen en voorwerpen bestemd voor de meubilering van een tweede woning klein in verhouding tot de extra controlekosten. Het is derhalve passend de bepalingen met betrekking tot de vrijstelling van douanerechten voor deze goederen te schrappen. |
(3) |
De in artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 918/83 vastgelegde maximumwaarde van 22 ECU is sinds 1991 niet verhoogd, terwijl de douanerechten aanzienlijk verlaagd of zelfs afgeschaft zijn. Het is dan ook passend de maximumwaarde voor kleine zendingen met een te verwaarlozen waarde te verhogen. |
(4) |
Om te voorkomen dat met vrijstelling van btw ingevoerde goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, aan douanerechten worden onderworpen, dienen de in Verordening (EEG) nr. 918/83 opgenomen bepalingen ter zake van dergelijke invoer te worden gewijzigd om rekening te houden met Richtlijn 2007/74/EG van de Raad van 20 december 2007 betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die door uit derde landen komende reizigers worden ingevoerd (2). Het is derhalve passend vrijstelling van douanerechten te verlenen wanneer de overeenkomstig Richtlijn 2007/74/EG uitgevoerde nationale btw-wetgeving in vrijstelling van btw voorziet. In dit verband dient te worden gegarandeerd dat deze bepalingen met betrekking tot douanevrijstellingen ook van toepassing zijn in de gebieden die zijn genoemd in artikel 6 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (3). |
(5) |
Verordening (EEG) nr. 918/83 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 918/83 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Artikel 1, lid 1, wordt vervangen door: „1. In deze verordening worden de gevallen bepaald waarin wegens bijzondere omstandigheden een vrijstelling van rechten bij invoer, rechten bij uitvoer en op basis van artikel 133 van het Verdrag ingestelde maatregelen wordt toegestaan wanneer goederen in het vrije verkeer worden gebracht dan wel uit het douanegebied van de Gemeenschap worden uitgevoerd.”. |
2. |
Titel IV in hoofdstuk I wordt geschrapt. |
3. |
In artikel 27 wordt de waarde 22 ECU vervangen door 150 EUR. |
4. |
Artikel 45 wordt vervangen door: „Artikel 45 Goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers komende uit een derde land, worden van rechten bij invoer vrijgesteld, op voorwaarde dat deze invoer is vrijgesteld van btw krachtens bepalingen van nationaal recht die zijn vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 2007/74/EG van de Raad van 20 december 2007 betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers komende uit derde landen (4). Ten aanzien van goederen die worden ingevoerd in de in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (5) genoemde gebieden, gelden dezelfde bepalingen inzake douanevrijstelling als ten aanzien van goederen die in een ander deel van het grondgebied van de betrokken lidstaat worden ingevoerd. |
5. |
De artikelen 46 tot en met 49 worden geschrapt. |
6. |
In artikel 127 wordt het volgende lid toegevoegd: „3. Goederen die overeenkomstig deze verordening met vrijstelling van douanerechten mogen worden ingevoerd, worden evenmin onderworpen aan kwantitatieve beperkingen uit hoofde van maatregelen die op basis van artikel 133 van het Verdrag zijn ingesteld.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 december 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
I. JARC
(1) PB L 105 van 23.4.1983, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(2) PB L 346 van 29.12.2007, blz. 6.
(3) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/8/EG (PB L 44 van 20.2.2008, blz. 11).
(4) PB L 346 van 29.12.2007, blz. 6.
(5) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/8/EG (PB L 44 van 20.2.2008, blz. 11).”.