15.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 41/11


VERORDENING (EG) Nr. 133/2008 VAN DE COMMISSIE

van 14 februari 2008

betreffende de invoer van raszuivere fokrunderen uit derde landen en de toekenning van uitvoerrestituties voor deze dieren

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 31, lid 4, en artikel 33, lid 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 2342/92 van de Commissie van 7 augustus 1992 betreffende de invoer van raszuivere fokrunderen uit derde landen en de toekenning van uitvoerrestituties voor deze dieren en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1544/79 (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Levende raszuivere fokrunderen van GN-code 0102 10 mogen met vrijstelling van invoerrechten in de Gemeenschap worden ingevoerd. Bij uitvoer voor de betrokken vrouwelijke dieren die niet ouder zijn dan 60 maanden, wordt een hogere restitutie verleend dan voor levende runderen van GN-code 0102 90.

(3)

Met het oog op de correcte toepassing van bovenbedoelde communautaire regeling, moet het begrip raszuiver fokrund worden gepreciseerd. In dit verband moet de in artikel 1 van Richtlijn 77/504/EEG van de Raad van 25 juli 1977 betreffende raszuivere fokrunderen (4) vastgestelde definitie van toepassing zijn.

(4)

De ingevoerde dieren moeten, om te verzekeren dat zij werkelijk voor de fokkerij worden bestemd, vergezeld gaan van het stamboekcertificaat en het zoötechnische certificaat alsmede van het voor deze fokrunderen normaal vereiste gezondheidscertificaat, en de importeur moet bovendien de verbintenis aangaan om de dieren pas na een bepaalde termijn te slachten.

(5)

Bij gebreke van een zekerheid om te waarborgen dat deze dieren pas na de bedoelde termijn zullen worden geslacht, moet worden bepaald dat, indien deze termijn niet in acht wordt genomen, de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5) moeten worden toegepast.

(6)

De Gemeenschap heeft met de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) bilaterale vrijhandelsovereenkomsten gesloten. Deze landen kunnen krachtens deze overeenkomsten van sommige bepalingen of verplichtingen worden vrijgesteld, terwijl toch de verplichting wordt gehandhaafd dat bij het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen van de dieren het stamboekcertificaat moet worden overgelegd, alsmede het gezondheidscertificaat dat van toepassing is op raszuivere fokdieren.

(7)

Er moet worden bepaald welke gezondheidsdocumenten vrouwelijke raszuivere fokrunderen bij uitvoer moeten vergezellen en welke resultaten van de beoordeling van de genetische waarde daarbij hetzij in het stamboekcertificaat moeten worden vermeld hetzij bij dit certificaat moeten worden gevoegd, teneinde te garanderen dat deze dieren ook werkelijk voor de fok worden bestemd.

(8)

Bij de invoer in de Gemeenschap moet worden nagegaan of de raszuivere fokrunderen niet eerst uit de Gemeenschap zijn uitgevoerd met toekenning van een uitvoerrestitutie. Voor dieren waarvoor een uitvoerrestitutie is verleend, moet een overeenkomstig bedrag worden terugbetaald alvorens die dieren opnieuw in de Gemeenschap worden ingevoerd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de inning van invoerrechten en de toekenning van uitvoerrestituties worden levende runderen als raszuivere fokdieren van GN-code 0102 10 aangemerkt wanneer zij voldoen aan de definitie in artikel 1 van Richtlijn 77/504/EEG. Bovendien worden alleen koeien die niet ouder zijn dan zes jaar als vrouwelijke raszuivere fokrunderen aangemerkt.

Artikel 2

1.   Bij het in het vrije verkeer brengen van raszuivere fokrunderen van GN-code 0102 10 moet de importeur aan de douaneautoriteiten van de betrokken lidstaat voor ieder dier de volgende documenten overleggen:

a)

het overeenkomstig Beschikking 96/510/EG van de Commissie (6) opgestelde stamboek- en fokkerijcertificaat;

b)

het gezondheidscertificaat voor raszuivere fokrunderen of een gewaarmerkte kopie van dit certificaat of het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst (GVDB) dat is opgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie (7).

2.   Bovendien moet de importeur aan de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring overleggen volgens welke het betrokken dier, behoudens overmacht, niet binnen 24 maanden na de dag van invoer zal worden geslacht.

3.   Uiterlijk aan het einde van de 27e maand na die waarin de runderen in het vrije verkeer zijn gebracht, levert de importeur aan de douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer het bewijs dat het dier:

a)

niet is geslacht vóór het einde van de in lid 2 bedoelde termijn, of

b)

vóór het verstrijken van deze termijn is geslacht om gezondheidsredenen of is gestorven als gevolg van een ziekte of een ongeval.

Het onder a) bedoelde bewijs wordt geleverd aan de hand van een verklaring die is afgegeven door de vereniging, organisatie of officiële dienst van de lidstaat die het stamboek bijhoudt of door een officiële veearts. Het onder b) bedoelde bewijs wordt geleverd aan de hand van een verklaring die is opgesteld door een door de lidstaat aangewezen officiële dienst. Deze bewijsstukken worden getoetst aan het in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad (8) bedoelde gecomputeriseerde gegevensbestand, zodra dit operationeel is.

4.   Wanneer, behalve in het in lid 3, onder b), bedoelde geval, de termijn van 24 maanden niet in acht wordt genomen, wordt het betrokken dier ingedeeld onder GN-code 0102 90 en worden de niet-geïnde invoerrechten overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 alsnog gevorderd.

5.   De bepalingen betreffende de in artikel 1 bedoelde leeftijdsgrens en de in de leden 2, 3 en 4 van dit artikel bedoelde verplichtingen gelden niet bij invoer van raszuivere fokrunderen van oorsprong en van herkomst uit IJsland, Noorwegen en Zwitserland.

6.   Dit artikel laat de toepassing van artikel 7, tweede alinea, van Richtlijn 77/504/EEG onverlet.

Artikel 3

1.   De restitutie voor vrouwelijke raszuivere fokrunderen wordt voor ieder dier slechts verleend wanneer bij het vervullen van de douaneformaliteiten bij uitvoer het origineel en een kopie worden overgelegd van:

a)

het overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Beschikking 2005/379/EG van de Commissie (9) opgestelde stamboekcertificaat of enig ander overeenkomstig lid 2 van dat artikel opgesteld document;

b)

het door het derde land van bestemming geëiste gezondheidscertificaat voor raszuivere fokdieren.

In afwijking van het bepaalde onder b) mogen de lidstaten evenwel toestaan dat voor een partij dieren slechts één enkel certificaat wordt overgelegd.

2.   Het origineel van de in lid 1 bedoelde twee certificaten wordt teruggegeven aan de exporteur en de door de douaneautoriteiten voor conform gewaarmerkte kopie ervan wordt bij de aanvraag om betaling van de restitutie gevoegd.

Artikel 4

1.   Wanneer raszuivere fokrunderen wederingevoerd worden in de Gemeenschap voordat zij in het vrije verkeer zijn gebracht, moet de toegekende uitvoerrestitutie worden terugbetaald of moeten, wanneer de restitutie nog niet is betaald, de bevoegde autoriteiten de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de betrokken bedragen niet worden uitbetaald.

2.   Wanneer bij het vervullen van de douaneformaliteiten bij invoer voor dieren van GN-code 0102 10 in het stamboekcertificaat vermeld staat dat de fokker in de Gemeenschap gevestigd is, moet de importeur bovendien bewijzen dat er geen restitutie is toegekend of dat het toegekende bedrag is terugbetaald. Wanneer dit bewijs niet kan worden geleverd, wordt aangenomen dat er voor de runderen een uitvoerrestitutie is toegekend die gelijk is aan het hoogste invoerrecht dat op de dag van wederinvoer in de Gemeenschap geldt voor runderen van GN-code 0102 90.

Artikel 5

Verordening (EEG) nr. 2342/92 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 februari 2008.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 98/2008 van de Commissie (PB L 29 van 2.2.2008, blz. 5). Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt met ingang van 1 juli 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(2)  PB L 227 van 11.8.1992, blz. 12. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1746/2005 (PB L 280 van 25.10.2005, blz. 8).

(3)  Zie bijlage I.

(4)  PB L 206 van 12.8.1977, blz. 8. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(5)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(6)  PB L 210 van 20.8.1996, blz. 53.

(7)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 11.

(8)  PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1.

(9)  PB L 125 van 18.5.2005, blz. 15.


BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EEG) nr. 2342/92 van de Commissie

(PB L 227 van 11.8.1992, blz. 12)

 

Verordening (EEG) nr. 3224/92 van de Commissie

(PB L 320 van 5.11.1992, blz. 30)

 

Verordening (EEG) nr. 3661/92 van de Commissie

(PB L 370 van 19.12.1992, blz. 16)

uitsluitend artikel 9

Verordening (EEG) nr. 286/93 van de Commissie

(PB L 34 van 10.2.1993, blz. 7)

 

Verordening (EG) nr. 774/98 van de Commissie

(PB L 111 van 9.4.1998, blz. 65)

 

Verordening (EG) nr. 1746/2005 van de Commissie

(PB L 280 van 25.10.2005, blz. 8)

 


BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 2342/92

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, leden 1 tot en met 4

Artikel 2, leden 1 tot en met 4

Artikel 2, lid 5, aanhef, eerste en tweede streepje en laatste deel

Artikel 2, lid 5

Artikel 2, lid 6

Artikel 2, lid 6

Artikel 3, eerste en tweede alinea

Artikel 3, lid 1

Artikel 3, derde alinea

Artikel 3, lid 2

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6

Bijlage I

Bijlage II