29.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 24/39


WIJZIGINGEN VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VAN HET HOF VAN JUSTITIE

HET HOF,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 223, zesde alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 139, zesde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verzoeken om een prejudiciële beslissing die aan het Hof van Justitie kunnen worden voorgelegd op de gebieden bedoeld in titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie of in titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, welke betrekking hebben op de instandhouding en de ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, vergen in bepaalde gevallen dat het Hof snel antwoordt wegens de spoedeisendheid van de voor de nationale rechter dienende zaak;

(2)

De normale prejudiciële procedure, zoals die is georganiseerd door artikel 23 van het Statuut van het Hof en door de bepalingen van het Reglement voor de procesvoering, stelt het Hof niet in staat de hem voorgelegde vragen te beantwoorden met de snelheid die in bovenbedoelde gevallen is vereist. De versnelde procedure waarin artikel 104 bis van het Reglement voor de procesvoering voorziet voor verzoeken om een prejudiciële beslissing, bestaat uit dezelfde gedeelten als de normale prejudiciële procedure en kan slechts bij wijze van uitzondering worden toegepast, daar de tijdwinst vooral wordt verkregen door in alle gedeelten van de procedure aan het betrokken verzoek om een prejudiciële beslissing voorrang te verlenen boven alle andere aanhangige zaken;

(3)

De snelle behandeling van een niet-onaanzienlijk aantal verzoeken om een prejudiciële beslissing is slechts mogelijk door de invoering van een prejudiciële spoedprocedure die de onderdelen van de prejudiciële procedure beperkt en vereenvoudigt.

Met de goedkeuring van de Raad, gegeven op 20 december 2007.

STELT DE NAVOLGENDE WIJZIGINGEN VAN ZIJN REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VAST:

Artikel 1

Het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 19 juni 1991 (PB L 176 van 4.7.1991, blz. 7, met rectificatie in PB L 383 van 29.12.1992, blz. 117), zoals gewijzigd op 21 februari 1995 (PB L 44 van 28.2.1995, blz. 61), 11 maart 1997 (PB L 103 van 19.4.1997, blz. 1, met rectificatie in PB L 351 van 23.12.1997, blz. 72), 16 mei 2000 (PB L 122 van 24.5.2000, blz. 43), 28 november 2000 (PB L 322 van 19.12.2000, blz. 1), 3 april 2001 (PB L 119 van 27.4.2001, blz. 1), 17 september 2002 (PB L 272 van 10.10.2002, blz. 24 met rectificatie in PB L 281 van 19.10.2002, blz. 24), 8 april 2003 (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 17), 19 april 2004 (PB L 132 van 29.4.2004, blz. 2), 20 april 2004 (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 107), 12 juli 2005 (PB L 203 van 4.8.2005, blz. 19), 18 oktober 2005 (PB L 288 van 29.10.2005, blz. 51) en 18 december 2006 (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 44), wordt gewijzigd als volgt:

1.

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

a)

Lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

„1.   Het Hof vormt, overeenkomstig artikel 16 van het Statuut, uit zijn midden kamers bestaande uit vijf en drie rechters, en voegt de rechters daaraan toe.

Het Hof wijst de uit vijf rechters bestaande kamer of kamers aan die voor een periode van een jaar wordt of worden belast met de zaken bedoeld in artikel 104 ter.

De toevoeging van de rechters aan de kamers en de aanwijzing van de kamer of de kamers die is of zijn belast met de zaken bedoeld in artikel 104 ter worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.”

b)

Aan lid 2 worden de volgende twee alinea’s toegevoegd:

„Voor de in artikel 104 ter bedoelde zaken wordt de rechter-rapporteur uit de rechters van de overeenkomstig lid 1 aangewezen kamer gekozen op voorstel van de president van die kamer. Indien de kamer beslist de zaak niet volgens de spoedprocedure te behandelen, kan de president van het Hof de zaak toewijzen aan een aan een andere kamer toegevoegde rechter-rapporteur.

De president van het Hof treft de noodzakelijke maatregelen bij afwezigheid of verhindering van een rechter-rapporteur.”

2.

Na artikel 104 bis wordt de volgende tekst ingevoegd:

„Artikel 104 ter

1.   Een prejudiciële verwijzing waarin een of meer vragen aan de orde zijn die betrekking hebben op de gebieden bedoeld in titel VI van het betreffende de Unie of in titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag, kan, op verzoek van de nationale rechterlijke instantie of bij wijze van uitzondering ambtshalve, worden behandeld volgens een spoedprocedure die afwijkt van de bepalingen van dit reglement.

Het verzoek van de nationale rechterlijke instantie bevat een uiteenzetting van de omstandigheden, rechtens en feitelijk, die de spoedeisendheid aantonen en toepassing van deze afwijkende procedure rechtvaardigen, en in de mate van het mogelijke een voorstel voor een antwoord op de prejudiciële vragen.

Wanneer de nationale rechterlijke instantie geen verzoek om toepassing van de spoedprocedure heeft ingediend, kan de president van het Hof, indien toepassing van deze procedure voorshands nodig lijkt, de hieronder bedoelde kamer vragen, te onderzoeken of de verwijzing volgens die procedure moet worden behandeld.

De beslissing om een verwijzing volgens de spoedprocedure te behandelen wordt door de aangewezen kamer genomen op rapport van de rechter-rapporteur, de advocaat-generaal gehoord. De samenstelling van de kamer wordt overeenkomstig artikel 11 quater bepaald op de dag van de toewijzing van de zaak aan de rechter-rapporteur indien de nationale rechterlijke instantie om toepassing van de spoedprocedure heeft gevraagd, of, indien de toepassing van deze procedure wordt onderzocht op verzoek van de president van het Hof, op de dag van dit verzoek.

2.   Een prejudiciële verwijzing als bedoeld in het voorgaande lid wordt, wanneer de nationale rechterlijke instantie om toepassing van de spoedprocedure heeft verzocht of wanneer de president de aangewezen kamer heeft gevraagd te onderzoeken of de verwijzing volgens deze procedure moet worden behandeld, onverwijld door de griffier ter kennis gebracht van de partijen in het geding voor de nationale rechterlijke instantie, van de lidstaat waaronder die rechterlijke instantie ressorteert, alsmede van de instellingen bedoeld in artikel 23, eerste alinea, van het Statuut overeenkomstig laatstgenoemde bepaling.

De beslissing om de prejudiciële verwijzing al dan niet volgens de spoedprocedure te behandelen wordt onmiddellijk betekend aan de nationale rechterlijke instantie alsmede aan de partijen en aan de in voorgaande alinea bedoelde lidstaat en instellingen. In de beslissing om de prejudiciële verwijzing volgens de spoedprocedure te behandelen wordt bepaald binnen welke termijn laatstgenoemden memories of schriftelijke opmerkingen kunnen indienen. In de beslissing kan worden gepreciseerd op welke rechtspunten die memories of schriftelijke opmerkingen betrekking moeten hebben, en kan de maximumlengte van die schrifturen worden bepaald.

Onmiddellijk na de in de eerste alinea bedoelde betekening wordt de prejudiciële verwijzing tevens meegedeeld aan de andere in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden dan de geadresseerden van deze betekening, en de beslissing om de prejudiciële verwijzing al dan niet volgens de spoedprocedure te behandelen wordt onmiddellijk na de in de tweede alinea bedoelde betekening aan deze belanghebbenden meegedeeld.

De partijen en de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden worden zo snel mogelijk op de hoogte gebracht van de vermoedelijke datum van de terechtzitting.

Wanneer de verwijzing niet volgens de spoedprocedure wordt behandeld, wordt de procedure voortgezet overeenkomstig de bepalingen van artikel 23 van het Statuut en de toepasselijke bepalingen van dit reglement.

3.   De prejudiciële verwijzing die volgens de spoedprocedure wordt behandeld, alsmede de ingediende memories of schriftelijke opmerkingen worden betekend aan de andere in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden dan de partijen en de belanghebbenden bedoeld in de eerste alinea van het voorgaande lid. Bij de prejudiciële verwijzing wordt een vertaling en in voorkomend geval een resumé gevoegd overeenkomstig artikel 104, lid 1.

De ingediende memories of schriftelijke opmerkingen worden bovendien betekend aan de partijen en de andere belanghebbenden bedoeld in de eerste alinea van het voorgaande lid.

De datum van de terechtzitting wordt aan de partijen en de andere belanghebbenden meegedeeld samen met de in de voorgaande alinea’s bedoelde betekeningen.

4.   In gevallen van uiterste spoedeisendheid kan de kamer beslissen het in lid 2, tweede alinea, van dit artikel bedoelde schriftelijke gedeelte van de procedure achterwege te laten.

5.   De aangewezen kamer beslist na de advocaat-generaal te hebben gehoord.

Zij kan beslissen om zitting te houden met 3 rechters. Zij bestaat in dat geval uit de president van de aangewezen kamer, de rechter-rapporteur en de eerste of, in voorkomend geval, de eerste twee rechters die uit de in artikel 11 quater, lid 2, bedoelde lijst zijn aangewezen bij de samenstelling van de aangewezen kamer overeenkomstig lid 1, vierde alinea, van dit artikel.

Zij kan ook beslissen de zaak naar het Hof terug te wijzen voor toewijzing ervan aan een grotere rechtsprekende formatie. De spoedprocedure wordt voor deze nieuwe formatie voortgezet, in voorkomend geval na heropening van de mondelinge behandeling.

6.   De processtukken die in dit artikel worden genoemd, worden geacht te zijn ingediend door toezending aan de griffie, per telefax of door middel van enig ander technisch communicatiemiddel waarover het Hof beschikt, van een kopie van het ondertekende origineel en van de stukken en bescheiden waarop een beroep wordt gedaan, samen met de staat bedoeld in artikel 37, lid 4. Het origineel van het stuk en de hierboven genoemde bijlagen worden ter griffie van het Hof neergelegd.

De betekeningen en mededelingen waarin dit artikel voorziet, kunnen worden verricht door toezending van een kopie van het document per telefax of door middel van enig ander technisch communicatiemiddel waarover het Hof en de geadresseerde beschikt.”

Artikel 2

De onderhavige wijzigingen van het Reglement voor de procesvoering, die authentiek zijn in de in artikel 29, lid 1, van het reglement genoemde talen, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op die van de bekendmaking.

Vastgesteld te Luxemburg op 15 januari 2008.