9.12.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 330/6 |
RICHTLIJN 2008/113/EG VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2008
tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde verscheidene micro-organismen op te nemen als werkzame stoffen
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij de Verordeningen (EG) nr. 1112/2002 (2) en (EG) nr. 2229/2004 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Op die lijst komen ook de werkzame stoffen in de bijlage bij deze richtlijn voor. |
(2) |
Bij Verordening (EG) nr. 1095/2007 van de Commissie (4) is in Verordening (EG) nr. 2229/2004 een nieuw artikel 24 ter ingevoegd op grond waarvan werkzame stoffen waarvoor duidelijke aanwijzingen bestaan dat mag worden verwacht dat zij geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van mens en dier of op het grondwater en geen onaanvaardbaar milieueffect hebben, in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG kunnen worden opgenomen zonder dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om uitvoerig wetenschappelijk advies is gevraagd. |
(3) |
Voor de in de bijlage bij deze richtlijn vermelde werkzame stoffen heeft de Commissie overeenkomstig artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 de uitwerking op de gezondheid van mens en dier en op het grondwater, en het milieueffect voor een aantal door de kennisgevers voorgestelde toepassingen onderzocht en is zij tot de conclusie gekomen dat die werkzame stoffen aan de eisen van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 voldoen. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Commissie voor de in de bijlage bij deze richtlijn vermelde werkzame stoffen aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid ontwerpevaluatieverslagen ter bestudering voorgelegd. Deze verslagen zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 11 juli 2008 afgerond in de vorm van de evaluatieverslagen van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 moet de Commissie de EFSA verzoeken uiterlijk op 31 december 2010 haar standpunt over de ontwerpevaluatieverslagen te geven. |
(5) |
Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die de in de bijlage bij deze richtlijn vermelde werkzame stoffen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. De in de bijlage bij deze richtlijn vermelde werkzame stoffen moeten derhalve in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn. |
(6) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat een werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de opneming voortvloeien. |
(7) |
Onverminderd de verplichtingen zoals vastgelegd in Richtlijn 91/414/EEG ten gevolge van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de in de bijlage vermelde werkzame stoffen bevatten, opnieuw te onderzoeken en ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG, met name in artikel 13 en bijlage I, is voldaan. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen naargelang het geval wijzigen, vervangen of intrekken overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG. In afwijking van bovenstaande termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de in die richtlijn vastgestelde uniforme beginselen. |
(8) |
Bij eerdere opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie (5) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft tot problemen kan leiden. Om verdere problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten daarom worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang tot een dossier verschaft dat aan de vereisten van bijlage II bij die richtlijn voldoet. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe vastgestelde richtlijnen tot wijziging van bijlage I geen nieuwe verplichtingen op. |
(9) |
Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
De lidstaten dienen uiterlijk op 31 oktober 2009 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 november 2009.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 3
1. De lidstaten moeten, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, zo nodig bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de in de bijlage vermelde werkzame stoffen bevatten, uiterlijk op 31 oktober 2009 wijzigen of intrekken.
Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name dat aan de voorwaarden van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG met betrekking tot de in de bijlage vermelde werkzame stoffen is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de tekst betreffende die werkzame stoffen, en dat de houders van de toelatingen in het bezit zijn van of toegang hebben tot dossiers die overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13 van die richtlijn aan de eisen van bijlage II bij die richtlijn voldoen.
2. In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de tekst in bijlage I bij die richtlijn betreffende de in de bijlage vermelde werkzame stoffen, overeenkomstig de uniforme beginselen in bijlage VI bij die richtlijn een nieuwe evaluatie uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat een van de in de bijlage vermelde werkzame stoffen bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 30 april 2009 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen. Aan de hand van die evaluatie bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van die richtlijn.
Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:
a) |
als het een product betreft dat een van de in de bijlage vermelde werkzame stoffen als enige werkzame stof bevat, indien nodig en uiterlijk op 30 april 2014 de toelating wordt gewijzigd of ingetrokken, of |
b) |
als het gewasbeschermingsmiddel naast een van de in de bijlage vermelde werkzame stoffen nog een of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 30 april 2014 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de richtlijnen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd, wordt gewijzigd of ingetrokken. |
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op 1 mei 2009.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 december 2008.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.
(2) PB L 168 van 27.6.2002, blz. 14.
(3) PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13.
(4) PB L 246 van 21.9.2007, blz. 19.
(5) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.
BIJLAGE
Aan het einde van de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt de volgende tekst toegevoegd:
Nr. |
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-naam |
Zuiverheid (1) |
Inwerkingtreding |
Geldigheidsduur |
Bijzondere bepalingen |
„199 |
Bacillus thuringiensis subsp. aizawai STAM: ABTS-1857 Kweekverzameling: nr. SD-1372, STAM: GC-91 Kweekverzameling: nr. NCTC 11821 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Bacillus thuringiensis subsp. Aizawai ABTS-1857 (SANCO/1539/2008) en GC-91 (SANCO/1538/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
200 |
Bacillus thuringiensis subsp. israeliensis (serotype H-14) STAM: AM65-52 Kweekverzameling: nr. ATCC - 1276 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Bacillus thuringiensis subsp. israeliensis (serotype H-14) AM65-52 (SANCO/1540/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
201 |
Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki STAM: ABTS351 Kweekverzameling: nr. ATCC SD-1275 STAM: PB 54 Kweekverzameling: nr. CECT 7209 STAM: SA 11 Kweekverzameling: nr. NRRL B-30790 STAM: SA 12 Kweekverzameling: nr. NRRL B-30791 STAM: EG 2348 Kweekverzameling: nr. NRRL B-18208 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki ABTS 351 (SANCO/1541/2008), PB 54 (SANCO/1542/2008), SA 11, SA 12 en EG 2348 (SANCO/1543/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
202 |
Bacillus thuringiensis subsp. Tenebrionis STAM: NB 176 (TM 14 1) Kweekverzameling: nr. SD-5428 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Bacillus thuringiensis subsp. tenebrionis NB 176 (SANCO/1545/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
203 |
Beauveria bassiana STAM: ATCC 74040 Kweekverzameling: nr. ATCC 74040 STAM: GHA Kweekverzameling: nr. ATCC 74250 |
Niet van toepassing |
Max. beauvericinegehalte: 5 mg/kg |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Beauveria bassiana ATCC 74040 (SANCO/1546/2008) en GHA (SANCO/1547/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
204 |
Cydia pomonella Granulovirus (CpGV) |
Niet van toepassing |
Verontreinigende micro-organismen (Bacillus cereus) < 1 × 106 CFU/g |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Cydia pomonella Granulovirus (CpGV) (SANCO/1548/2008) (en met name met de aanhangsels I en II) dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
205 |
Lecanicillium muscarium (vroeger Verticilium lecanii) STAM: Ve 6 Kweekverzameling: nr. CABI (=IMI) 268317, CBS 102071, ARSEF 5128 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Lecanicillium muscarium (vroeger Verticilium lecanii) Ve 6 (SANCO/1861/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
206 |
Metarhizium anisopliae var. anisopliae (vroeger Metarhizium anisopliae) STAM: BIPESCO 5/F52 Kweekverzameling: nr. M.a. 43; nr. 275-86 (acroniemen V275 of KVL 275); nr. KVL 99-112 (Ma 275 of V 275); nr. DSM 3884; nr. ATCC 90448; nr. ARSEF 1095 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Metarhizium anisopliae var. anisopliae (vroeger Metarhizium anisopliae) BIPESCO 5 en F52 (SANCO/1862/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
207 |
Phlebiopsis gigantea STAM: VRA 1835 Kweekverzameling: nr. ATCC 90304 STAM: VRA 1984 Kweekverzameling: nr. DSM16201 STAM: VRA 1985 Kweekverzameling: nr. DSM 16202 STAM: VRA 1986 Kweekverzameling: nr. DSM 16203 STAM: FOC PG B20/5 Kweekverzameling: nr. IMI 390096 STAM: FOC PG SP log 6 Kweekverzameling: nr. IMI 390097 STAM: FOC PG SP log 5 Kweekverzameling: nr. IMI390098 STAM: FOC PG BU 3 Kweekverzameling: nr. IMI 390099 STAM: FOC PG BU 4 Kweekverzameling: nr. IMI 390100 STAM: FOC PG 410.3 Kweekverzameling: nr. IMI 390101 STAM: FOC PG97/1062/116/1.1 Kweekverzameling: nr. IMI 390102 STAM: FOC PG B22/SP1287/3.1 Kweekverzameling: nr. IMI 390103 STAM: FOC PG SH 1 Kweekverzameling: nr. IMI 390104 STAM: FOC PG B22/SP1190/3.2 Kweekverzameling: nr. IMI 390105 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Phlebiopsis gigantea (SANCO/1863/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
208 |
Pythium oligandrum STAM: M1 Kweekverzameling: nr. ATCC 38472 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Pythium oligandrum M1 (SANCO/1864/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
209 |
Streptomyces K61 (vroeger S. griseoviridis) STAM: K61 Kweekverzameling: nr. DSM 7206 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Streptomyces (vroeger Streptomyces griseoviridis) K61 (SANCO/1865/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
210 |
Trichoderma atroviride (vroeger T. harzianum) STAM: IMI 206040 Kweekverzameling nr. IMI 206040, ATCC 20476; STAM: T11 Kweekverzameling: nr. Spaanse typekweekverzameling CECT 20498, identiek met IMI 352941 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Trichoderma atroviride (vroeger T. harzianum) IMI 206040 (SANCO/1866/2008) respectievelijk T-11 (SANCO/1841/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
211 |
Trichoderma polysporum STAM: Trichoderma polysporum IMI 206039 Kweekverzameling nr. IMI 206039, ATCC 20475 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Trichoderma polysporum IMI 206039 (SANCO/1867/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
212 |
Trichoderma harzianum Rifai STAM: Trichoderma harzianum T-22; Kweekverzameling: nr. ATCC 20847 STAM: Trichoderma harzianum ITEM 908; Kweekverzameling: nr. CBS 118749 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Trichoderma harzianum T-22 (SANCO/1839/2008) respectievelijk ITEM 908 (SANCO/1840/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
213 |
Trichoderma asperellum vroeger (T. harzianum) STAM: ICC012 Kweekverzameling: nr. CABI CC IMI 392716 STAM: Trichoderma asperellum (vroeger T. viride T25) T11 Kweekverzameling: nr. CECT 20178 STAM: Trichoderma asperellum (vroeger T. viride TV1) TV1 Kweekverzameling: nr. MUCL 43093 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Trichoderma asperellum (vroeger T. harzianum) ICC012 (SANCO/1842/2008) en Trichoderma asperellum (vroeger T. viride T25 en TV1) T11 en TV1 (SANCO/1868/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
214 |
Trichoderma gamsii (vroeger T. viride) STAM: ICC080 Kweekverzameling: nr. IMI CC Number 392151 CABI |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Trichoderma viride (SANCO/1868/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. |
215 |
Verticillium albo-atrum (vroeger Verticillium dahliae) STAM: Verticillium albo-atrum isolaat WCS850 Kweekverzameling: nr. CBS 276.92 |
Niet van toepassing |
Geen relevante onzuiverheden |
1 mei 2009 |
30 april 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Verticillium albo-atrum (vroeger Verticillium dahliae) WCS850 (SANCO/1870/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.” |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.