1.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/27


RICHTLIJN 2008/53/EG VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2008

tot wijziging van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft voorjaarsviremie van de karper (SVC)

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (1), en met name op artikel 61, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2006/88/EG stelt bepaalde veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan vast. Deze voorschriften houden rekening met de lijsten van exotische en niet-exotische ziekten in deel II van bijlage IV bij die richtlijn en de gevoelige soorten.

(2)

Voorjaarsviremie van de karper (SVC) is opgenomen in de lijst van niet-exotische ziekten in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.

(3)

In het kader van de besprekingen in de Raad die tot de vaststelling van Richtlijn 2006/88/EG hebben geleid, heeft de Commissie een verklaring afgelegd dat zij begrip heeft voor de zorgen die door verscheidene karperproducerende lidstaten zijn geuit in verband met de gevolgen van de vaststelling van geharmoniseerde communautaire bepalingen voor SVC. De Commissie heeft daarom verklaard dat zij na de inwerkingtreding van Richtlijn 2006/88/EG, maar vóór de datum van toepassing daarvan, op verzoek en op grond van aan haar voorgelegde argumenten opnieuw zal beoordelen of SVC opgenomen moet blijven in de lijst in deel II van bijlage IV bij die richtlijn. De Commissie heeft van verscheidene lidstaten verzoeken om een herbeoordeling ontvangen.

(4)

Deel I van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG stelt de criteria vast voor de opneming van ziekten in de lijsten van exotische en niet-exotische ziekten. Volgens de criteria voor de opneming van ziekten in de lijst van niet-exotische ziekten moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de ziekte bij insleep in een lidstaat die er vrij van is, aanzienlijke economische consequenties kan hebben, in de vorm van productieverliezen of van met de ziekte en de bestrijding verband houdende jaarlijkse uitgaven die meer dan 5 % van de productiewaarde van de gevoelige soort aquacultuurdieren in de regio bedragen.

(5)

Overeenkomstig de informatie van de belangrijkste karperproducerende lidstaten is SVC reeds een endemische ziekte. De laatste 20 tot 25 jaar heeft SVC echter grote verliezen voor de bedrijfstak veroorzaakt.

(6)

Bovendien moet worden bekeken of SVC op het niveau van de lidstaten kan worden bestreden en of een dergelijke bestrijding kosteneffectief is. Gezien de hydrografische situatie en de structuur van de karperaquacultuur in de belangrijkste karperproducerende lidstaten zouden de kosten in verband met maatregelen tot uitroeiing van die ziekte onevenredig zijn met de door de ziekte veroorzaakte economische verliezen. Op grond van de recente ontvangen informatie blijkt SVC niet te voldoen aan alle criteria voor opneming in de lijst van niet-exotische ziekten in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.

(7)

Bijgevolg moet SVC worden geschrapt uit de lijst van niet-exotische ziekten in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.

(8)

In artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG wordt bepaald dat de lidstaten maatregelen kunnen nemen voor de preventie van de insleep of voor de bestrijding van niet in deel II van bijlage IV daarbij vermelde ziekten, wanneer die ziekten een aanzienlijk risico voor de gezondheidssituatie van aquacultuurdieren of wilde waterdieren in die lidstaten vormen. Die maatregelen mogen niet verder gaan dan wat geschikt en noodzakelijk is voor de preventie van de insleep of voor de bestrijding van dergelijke ziekten.

(9)

Overeenkomstig artikel 63 van Richtlijn 2006/88/EG van de Commissie blijft Beschikking 2004/453/EG van 29 april 2004 ter uitvoering van Richtlijn 91/67/EEG van de Raad wat betreft maatregelen tegen bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren (2) voor de toepassing van Richtlijn 2006/88/EG van kracht in afwachting van de aanneming van de voorschriften overeenkomstig artikel 43 van die richtlijn, die uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn moeten worden aangenomen.

(10)

Krachtens Beschikking 2004/453/EG is het grondgebied van Denemarken, Ierland, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk geheel of gedeeltelijk als SVC-vrij erkend of aan bestrijdings- en uitroeiingmaatregelen onderworpen. Die lidstaten kunnen bijgevolg aanvullende garanties voor het binnenbrengen van voor SVC gevoelige soorten op hun grondgebied eisen.

(11)

De lidstaten die overeenkomstig Beschikking 2004/453/EG aanvullende garanties mogen eisen, moeten in staat worden gesteld om maatregelen overeenkomstig artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG, waaronder beperkingen op het in de handel brengen en op de invoer, te blijven toepassen om SVC te bestrijden en hun ziektevrije status te behouden.

(12)

Bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

Richtlijn 2006/88/EG bepaalt dat de lidstaten uiterlijk op 1 mei 2008 nationale maatregelen conform die richtlijn moeten vaststellen en met ingang van 1 augustus 2008 de nationale bepalingen moeten toepassen. Om de lidstaten voldoende tijd te geven moeten de nationale maatregelen conform Richtlijn 2006/88/EG, als gewijzigd bij deze richtlijn, uiterlijk op 1 augustus 2008 worden vastgesteld en moeten de nationale bepalingen met ingang van 1 augustus 2008 worden toegepast.

(14)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

De lidstaten dienen uiterlijk op 1 augustus 2008 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 augustus 2008.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 april 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.

(2)  PB L 156 van 30.4.2004, blz. 5, gerectificeerd in PB L 202 van 7.6.2004, blz. 4. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2006/272/EG (PB L 99 van 7.4.2006, blz. 31).


BIJLAGE

Deel II van bijlage IV wordt vervangen door:

„DEEL II

Lijst van ziekten

EXOTISCHE ZIEKTEN

 

ZIEKTE

GEVOELIGE SOORTEN

VIS

Epizoötische hematopoïetische necrose

Regenboogforel (Oncorhynchus mykiss) en baars (Perca fluviatilis)

Epizoötisch ulceratief syndroom

Genera: Catla, Channa, Labeo, Mastacembelus, Mugil, Puntius en Trichogaster

WEEKDIEREN

Besmetting met Bonamia exitiosa

Australische platte oester (Ostrea angasi) en Chileense oester (O. chilensis)

Besmetting met Perkinsus marinus

Japanse oester (Crassostrea gigas) en Noord-Amerikaanse oester (C. virginica)

Besmetting met Microcytos mackini

Japanse oester (Crassostrea gigas), Noord-Amerikaanse oester (C. virginica), Olympia platte oester (Ostrea conchaphila) en Europese platte oester (O. edulis)

SCHAALDIEREN

Besmetting met het taura-syndroom-virus (TSV)

Noordelijke witte garnaal (Penaeus vannamei), Pacifische blauwe garnaal (P. stylirostris) en Pacifische witte garnaal (P. vannamei)

Besmetting met het yellow-head-virus (YHV)

Azteken-garnaal (Penaeus aztecus), noordelijke roze garnaal (P. duorarum), kurumagarnaal (P. japonicus), grote tijgergarnaal (P. monodon), noordelijke witte garnaal (P. setiferus), Pacifische blauwe garnaal (P. stylirostris) en Pacifische witte garnaal (P. vannamei)


NIET-EXOTISCHE ZIEKTEN

 

ZIEKTEN

GEVOELIGE SOORTEN

VIS

Virale hemorragische septikemie (VHS)

Haring (Clupea spp.), houtingen (Coregonus sp.), snoek (Esox lucius), schelvis (Gadus aeglefinus), Pacifische kabeljauw (G. macrocephalus), Atlantische kabeljauw (G. morhua), Pacifische zalmsoorten (Oncorhynchus spp.), regenboogforel (O. mykiss), meun (Onos mustelus), zeeforel (Salmo trutta), tarbot (Scophthalmus maximus), sprot (Sprattus sprattus) en vlagzalm (Thymallus thymallus)

Infectieuze hematopoïetische necrose (IHN)

Ketazalm (Oncorhynchus keta), cohozalm (O. kisutch), masouzalm (O. masou), regenboogforel (O. mykiss), rode zalm (O. nerka), Amagozalm (O. rhodurus), chinook zalm (O. tshawytscha) en Atlantische zalm (Salmo salar)

Koi herpes virus (KHV)

Gewone karper en koikarper (Cyprinus carpio)

Infectieuze zalmanemie (ISA)

Regenboogforel (Oncorhynchus mykiss), Atlantische zalm (Salmo salar) en zeeforel (S. trutta)

WEEKDIEREN

Besmetting met Marteilia refringens

Australische platte oester (Ostrea angasi), Chileense oester (O. chilensis), Europese platte oester (O. edulis), Argentijnse platte oester (O. puelchana), mossel (Mytilus edulis) en Middellandse Zeemossel (M. galloprovincialis)

Besmetting met Bonamia ostreae

Australische platte oester (Ostrea angasi), Chileense oester (O. chilensis), Olympia platte oester (O. conchaphila), Aziatische oester (O. denselammellosa), Europese platte oester (O. edulis) en Argentijnse platte oester (O. puelchana)

SCHAALDIEREN

Besmetting met het wittevlekkenvirus

Alle tienpotige kreeftachtigen (orde Decapoda)”