17.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 189/28


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2008/588/GBVB VAN DE RAAD

van 15 juli 2008

betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens aangenomen, met in hoofdstuk III een lijst van maatregelen die zowel in de Europese Unie als in derde landen met dat doel moeten worden getroffen.

(2)

De Europese Unie geeft momenteel actief uitvoering aan deze strategie en aan de in hoofdstuk III ervan genoemde maatregelen, met name door het verlenen van financiële steun aan specifieke projecten die worden uitgevoerd door multilaterale instellingen, zoals het voorlopige technische secretariaat van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO).

(3)

Op 17 november 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB (1) betreffende de universalisering en versterking van multilaterale overeenkomsten op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor aangenomen. Dat gemeenschappelijk standpunt roept er onder meer toe op te streven naar ondertekening en ratificatie van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT).

(4)

De staten die het CTBT hebben ondertekend, hebben besloten een voorbereidende commissie — met handelingsbekwaamheid — op te richten die, in afwachting van de oprichting van de CTBTO, tot taak heeft voor de uitvoering van het CTBT te zorgen.

(5)

Een spoedige inwerkingtreding en universalisering van het CTBT en de versterking van het systeem voor toezicht en verificatie van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO zijn belangrijke doelstellingen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens. Met de kernproef die de Democratische Volksrepubliek Korea in oktober 2006 heeft uitgevoerd, is in dit verband nogmaals benadrukt hoe belangrijk het is dat het CTBT spoedig in werking treedt en dat het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO versneld moet worden opgebouwd en versterkt.

(6)

De Voorbereidende Commissie van de CTBTO gaat na hoe zij haar verificatiesysteem het best kan versterken, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van capaciteit op het gebied van het toezicht op edelgassen en door inspanningen die gericht zijn op de volledige integratie van de ondertekenende staten die betrokken zijn bij de uitvoering van de verificatieregeling. Het is derhalve passend de Voorbereidende Commissie van de CTBTO met de technische uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden te belasten.

(7)

De Raad heeft, in het licht van bovenstaande, Gemeenschappelijk Optreden 2006/243/GBVB (2) vastgesteld en vervolgens Gemeenschappelijk Optreden 2007/468/GBVB (3) betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO op het gebied van opleiding en voor het opzetten en versterken van de capaciteit van haar systeem van toezicht en verificatie en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens. Voortzetting van deze EU-steun is gerechtvaardigd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Om te zorgen voor een continue en praktische uitvoering van enkele onderdelen van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens steunt de Europese Unie de activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Comprehensive Nuclear Test Ban Treaty Organisation (CTBTO) met betrekking tot de volgende doelstellingen:

a)

versterking van de capaciteit van het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO, ook op het gebied van de opsporing van radionucliden,

b)

vergroting van de capaciteit van de staten die het CTBT hebben ondertekend om hun verificatietaken in het kader van het CTBT te kunnen vervullen, en om volledig profijt te kunnen trekken van de deelname aan de regelingen uit hoofde van het verdrag en van mogelijke civiele en wetenschappelijke toepassingen.

2.   De door de Europese Unie te steunen projecten hebben de volgende specifieke doelstellingen:

a)

continue steun voor de ontwikkeling, door de Voorbereidende Commissie van de CTBTO, van capaciteit op het gebied van het toezicht op en de verificatie van edelgassen voor het opsporen en identificeren van mogelijke kernexplosies;

b)

technische steun aan Afrikaanse landen, met als doel de volledige integratie van de ondertekenende staten in het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO.

De projecten worden uitgevoerd ten behoeve van alle staten die het CTBT hebben ondertekend.

In de bijlage gaat een nadere omschrijving van bovenbedoelde projecten.

Artikel 2

1.   Het voorzitterschap draagt, bijgestaan door de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (SG/HV), de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden. De Commissie wordt hierbij volledig betrokken.

2.   De technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten is in handen van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO. Zij verricht deze taak onder toezicht van de SG/HV, die het voorzitterschap bijstaat. De SG/HV treft daartoe de nodige regelingen met de Voorbereidende Commissie van de CTBTO.

3.   Het voorzitterschap, de SG/HV en de Commissie verstrekken elkaar geregeld informatie over de projecten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

Artikel 3

1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten bedraagt 2 316 000 EUR.

2.   Voor het beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven gelden de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 2 bedoelde uitgaven, die als subsidie worden verstrekt. Daartoe sluit zij een financieringsovereenkomst met de Voorbereidende Commissie van de CTBTO. In die financieringsovereenkomst wordt bepaald dat de Voorbereidende Commissie van de CTBTO er zorg voor draagt dat de bijdrage van de Europese Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.

4.   De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit gemeenschappelijk optreden te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.

Artikel 4

Het voorzitterschap brengt, bijgestaan door de SG/HV, aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden, op basis van de geregelde verslagen die worden opgesteld door de Voorbereidende Commissie van de CTBTO. Deze verslagen zullen de basis vormen voor de evaluatie door de Raad. De Commissie wordt hierbij volledig betrokken. Zij verstrekt informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het verstrijkt 18 maanden na de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de Voorbereidende Commissie van de CTBTO of na verloop van 6 maanden indien voor die datum geen financieringsovereenkomst is gesloten.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BARNIER


(1)  PB L 302 van 20.11.2003, blz. 34.

(2)  PB L 88 van 25.3.2006, blz. 68.

(3)  PB L 176 van 6.7.2007, blz. 31.


BIJLAGE

Steun van de Europese Unie voor activiteiten tot versterking van de toezichts- en verificatiecapaciteit van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

I.   INLEIDING

De opbouw van een goed werkend systeem voor toezicht en verificatie van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO is een cruciaal element in de voorbereiding van de uitvoering van het CTBT, zodra dat verdrag in werking is getreden. De ontwikkeling van de capaciteit van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO op het gebied van toezicht op edelgassen levert een belangrijk instrument op waarmee kan worden beoordeeld of een waargenomen explosie een kernexplosie is. Bovendien hangen de operabiliteit en de prestaties van het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO af van de bijdragen van alle staten die het CTBT hebben ondertekend. Daarom is het van belang de ondertekenende staten de gelegenheid te geven volledig deel te nemen en bij te dragen aan het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO.

Het voorstel is gebaseerd op de volgende twee onderdelen:

a)

toezicht op edelgassen;

b)

technische bijstand.

II.   BESCHRIJVING VAN DE PROJECTEN

1.   Projectonderdeel toezicht op edelgassen: metingen van radioactief xenon en gegevensanalyse ter ondersteuning van de CTBTO bij de uitvoering van de verificatieregeling edelgassen

Achtergrond

1.

De gemelde metingen van edelgassen door diverse teams na de gebeurtenissen in de DVK op 9 oktober 2006 hebben aangetoond dat metingen van radioactief xenon mogelijk zijn en dat deze gegevens nuttig zijn voor verificatiedoeleinden. Er moet echter nog heel wat onderzoek worden verricht voordat met zekerheid kan worden bepaald welk potentieel deze technologie heeft voor CTBT-doeleinden.

2.

Uit de resultaten van het Internationaal Edelgasexperiment (INGE) van de afgelopen 8 jaar blijkt duidelijk dat de achtergrond van radioactief xenon veel complexer is dan aanvankelijk werd gedacht. Er bleken namelijk antropogene bronnen te zijn die aanvankelijk niet waren voorzien, zoals installaties voor de productie van radio-isotopen voor medische toepassingen. Sommige van deze installaties zijn van start gegaan na de onderhandelingen over het CTBT. Er moet nog steeds een complete inventaris worden opgemaakt van bronnen van radioactief xenon. In samenhang met dit punt is er de variatie van de atmosferische achtergrond van de concentratie van xenonactiviteit in plaats, samenstelling en tijd.

3.

Gemeenschappelijk Optreden 2007/468/GBVB van de Raad (het tweede CTBTO-gemeenschappelijk optreden) was bedoeld voor het bestuderen en meten van de xenonachtergrond in verscheidene delen van de wereld gedurende beperkte perioden. Doel van het tweede CTBTO-gemeenschappelijk optreden was verbetering van de kennis en het begrip van de impact van bronnen, atmosferisch transport en de invloed van regionale weerkundige kenmerken. De metingen worden thans verricht op verschillende afstanden van bekende antropogene bronnen, zoals kerncentrales en radiofarmaceutische installaties. De resultaten van het tweede CTBTO-gemeenschappelijk optreden zullen worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling en de validering van methodologieën voor het indelen in categorieën van metingen die zijn gedetecteerd door doeltreffende edelgassystemen.

Doelstellingen van het nieuwe project

4.

Als rechtstreeks vervolg op de activiteiten in het kader van het tweede CTBTO-gemeenschappelijk optreden stelt de CTBTO nu een meer algemene mondiale meetcampage voor. Hierbij zal het gaan om bestudering van de invloed die plaatselijke bronnen van radioactief xenon hebben op de variabiliteit in verdeling en tijd van concentraties van radioactief xenon. Het project mikt op de verwezenlijking van de volgende doelstellingen:

Aanvulling van de kennis van de mondiale xenonachtergrond door middel van metingen gedurende langere, en dus representatievere perioden. Dit is noodzakelijk voor het onderzoek naar de invloed van regionale en seizoensgebonden weerkundige transportpatronen.

Meer empirische gegevens verkrijgen met het oog op een beter begrip van de werking van het edelgasnetwerk en van de sterke en zwakke punten, in het bijzonder van de verbanden tussen edelgasdetectie en andere technologieën van het Internationaal Toezichtsysteem (IMS) en berekeningen van atmosferisch transport. Ook kan het een goede basis bieden voor een mogelijke implementatie van capaciteit voor toezicht op edelgassen in het gehele netwerk, zoals in het protocol van het CTBT staat.

Testen van xenon-uitrusting en -logistiek onder uiteenlopende milieuomstandigheden. De beschikbare apparatuur voor xenonmetingen (het Zweedse SAUNA en het Franse SPALAX) zijn geavanceerde systemen qua potentieel voor vervoer en gebruik in moeilijke omgevingen. Er is echter behoefte aan meer ervaring om te leren hoe en onder welke omstandigheden deze systemen kunnen worden ingezet en welke logistieke en technische ondersteuning nodig is.

Voordelen

5.

Voordelen voor het verificatiesysteem:

Meer waarnemingen van de achtergrond van radioactief xenon op diverse afstanden van de gemeten bekende antropogene bronnen.

Mogelijke bijkomende input voor een mondiale inventaris van radioactief xenon.

Steun voor de ontwikkeling en validering van de methodologie voor gegevensanalyse en -interpretatie voor het IMS-netwerk.

Verdere ontwikkeling en validering van modellen van atmosferisch transport op diverse schalen en voor diverse geografische regio’s.

Aanmoediging en steun voor plaatselijke samenwerkende instellingen om deel te nemen en bij te dragen aan het INGE-experiment met nationale xenondetectiesystemen, opleiding van bedieners van plaatselijke stations en vereenvoudiging van het inwerkingstellen van een systeem.

Aanduiding van gebieden waar de werking van het netwerk kan worden beïnvloed door seizoensgebonden weerkundige omstandigheden.

Omschrijving

6.

Als onderdeel van het project wordt de aankoop beoogd van twee systemen voor xenonmeting, bij voorkeur elk met een eigen detectiemethode. De systemen, één stevig mobiel apparaat en één standaardapparaat, op bestelling ingebouwd in een transporteerbare container, zullen gebruikmaken van bestaande en beschikbare technologieën. Naast de aanbesteding voor de systemen zullen locaties worden bezocht om de infrastructuur te controleren en de meetcampage voor te bereiden. De selectie van de locaties en de duur van de metingen worden gebaseerd op uitvoerige weerkundige studies die het voorlopig technisch secretariaat (PTS) in een voorbereidende fase zal uitvoeren. De criteria voor de keuze van de locatie zullen ook worden gebaseerd op de beschikbaarheid van plaatselijke samenwerkende instellingen, logistiek en weerkundige criteria. De voorbereidingsfase zal 3 tot 6 maanden duren.

7.

Na een korte testperiode op het hoofdkwartier zullen beide systemen naar de geselecteerde locaties worden vervoerd voor metingen van radioactief xenon gedurende een representatieve periode van 6 tot 12 maanden. De systemen zullen door de leverancier worden geïnstalleerd, gekalibreerd en in werking gesteld. Voor de duur van de meting zal plaatselijk personeel worden aangenomen dat zal worden opgeleid voor de dagelijkse bediening en het dagelijkse onderhoud van het systeem. Na de metingen worden de systemen teruggegeven aan het PTS.

8.

Er wordt naar gestreefd dat belangstellende instellingen in de landen waar de metingen worden verricht nauw samenwerken en deelnemen aan alle aspecten van de uitvoering van het project. Voorts zal het PTS de instellingen van de lidstaten van de Europese Unie vragen mee te werken op specifieke gebieden, zoals laboratoriumsteun, kwaliteitscontrole, logistiek en studies naar atmosferisch transport.

9.

De gegevens worden door het PTS geanalyseerd. Aan het eind van het project worden de resultaten in een workshop geëvalueerd.

2.   Projectonderdeel technische bijstand: De ondertekenende staten in Afrika integreren om volledig deel te nemen en bij te dragen aan het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO

Achtergrond

1.

Een van de unieke kenmerken van het CTBT-verificatiesysteem als wapenbeheersingsregeling is dat er in real time rechtstreeks informatie aan de deelnemende staten wordt gezonden over de naleving. De gegevens en producten van het Internationaal Toezichtsysteem (IMS) en het Internationaal Datacentrum (IDC) worden beschikbaar gesteld aan elke ondertekenende staat. Het PTS levert thans aan meer dan 840 geautoriseerde gebruikers in 96 ondertekenende staten gegevens en producten.

2.

De afgelopen twee jaar is de belangstelling onder ontwikkelingslanden voor het opzetten van nationale datacentra (NDC) beduidend toegenomen (het aantal inschrijvers is met zo’n 20 % gestegen), maar toch hebben veel ontwikkelingslanden nog steeds niet volledig toegang tot het CTBTO-systeem. Dat is met name het geval in Afrika waar het aantal staten dat nationale datacentra opzet en het aantal beveiligde ondertekenaarsaccounts (Secure Signatory Accounts (SSA’s)) laag blijft.

3.

De voorgestelde technische bijstand is bedoeld om het voor Afrikaanse staten gemakkelijker te maken deel te nemen aan het CTBT-verificatiesysteem en van de wetenschappelijke voordelen ervan te genieten. Potentiële gebruikers kunnen pas gegevens en producten vragen en benutten als zij voldoende technische achtergrondinformatie hebben gekregen. Die achtergrondinformatie moet de basisfuncties van het IDC en het IMS bestrijken, evenals de wetenschappelijke toepassingen ervan die kunnen worden afgeleid van het gebruik van IMS-gegevens en IDC-producten. Dat kan het best worden bereikt middels over een langere periode gespreide opleidingen.

4.

Daarom zit in het project ook een langdurige aanwezigheid van technische deskundigen die het PTS in iedere begunstigde staat inhuurt en die voor de duur van het project optreden als regionaal contactpersoon. In de mate van het haalbare worden er voor de begunstigde staten waar specifieke behoeften inzake de invoering van NDC’s en SSA’s en inzake de civiele en wetenschappelijke voordelen van het systeem zijn vastgesteld en geëvalueerd, plannen gemaakt voor doel gerichte opleiding en technische bijstand. Geselecteerde ondertekenende staten in Afrika, die het CTBT nog niet hebben geratificeerd, zullen ook bij dit project worden betrokken. Alle activiteiten van de contactpersonen in begunstigde staten worden strak gecoördineerd met en gesteund door het PTS, zodat de doeltreffendheid en duurzaamheid van de opleiding en de technische bijstand in dit project worden verzekerd en tevens wordt gewaarborgd dat een en ander wordt geharmoniseerd met de activiteiten in het kader van Gemeenschappelijk Optreden 2006/243/GBVB (het eerste CTBTO-gemeenschappelijk optreden).

5.

Het PTS past deze criteria toe en plant in de eerste fase van de doelgerichte technische bijstand activiteiten in zoveel mogelijk van de onderstaande Afrikaanse staten, mits het secretariaat vooraf een haalbaarheidsstudie maakt met aandacht voor de plaatselijke omstandigheden van dat moment en mits de begunstigde staten instemmen overeenkomstig het bepaalde onder IV:

in oostelijk en zuidelijk Afrika: Angola, Boeroendi, de Comoren, Ethiopië, Kenia, Lesotho, Malawi, Mozambique, Swaziland, Rwanda, Tanzania, Oeganda, Zambia en Zimbabwe;

in noordelijk en westelijk Afrika: Algerije, Benin, Tsjaad, Egypte, Gabon, Gambia, Ghana, Equatoriaal Guinea, Guinee, Guinee-Bissau, Libië, Marokko, Togo en Tunesië.

Doelstellingen van het project

6.

De begunstigde staten zodanig veel kennis en bijstand leveren dat zij zelf de capaciteit van hun NDC’s kunnen opbouwen en/of verhogen, en opleidingen bieden aan personeel van het NDC. Het project heeft ook een sterke component inzake werkingspraktijken van IMS-stations. De begunstigde staten zullen gemakkelijker toegang krijgen tot, en, op effectieve en efficiënte wijze, gebruik kunnen maken van gegevens en producten van het IDC en zullen het onderhoud van IMS-stations op hun grondgebied kunnen verbeteren.

7.

Naar verwachting zal de interactie met de contactpersonen het aantal NDC’s in begunstigde staten doen toenemen en de deelname van deze staten aan de uitvoering van het toezichts- en verificatiesysteem van het CTBT intensiveren, evenals het effectieve en efficiënte gebruik van gegevens en producten van het IDC. Voorts moet het project de interactie en samenwerking tussen de CTBTO en wetenschappers en wetenschappelijke instellingen in die gebieden versterken.

8.

Een integraal onderdeel van het project wordt het gebruik van de capaciteiten op het gebied van e-leren die het PTS met het eerste CTBTO-gemeenschappelijk optreden heeft opgebouwd. Het zal een forum bieden waar deelnemers instructies krijgen voor het gebruik van producten voor e-leren. De feedback van dit proces door gebruikers in de begunstigde staten zal een positieve invloed hebben op de projecten voor e-leren en op die voor technische bijstand.

9.

De nadruk ligt op technische bijstand, waardoor het engagement van iedere ondertekenende staat met de door het PTS ondernomen activiteiten voor de ontwikkeling van zijn NDC duidelijker moet worden. Deze activiteiten zullen worden ondernomen volgens de bepalingen voor technische bijstand in deel I F 22 van het protocol bij het CTBT.

Voordelen

10.

Het project moet de CTBTO en de begunstigde staten een aantal grote voordelen bieden, te weten:

de NDC’s in de begunstigde staten zullen technisch gezien beter toegerust zijn voor:

het onderhoud van hun IMS-stations,

de analyse en het beheer van de gegevens en de producten;

de staten die NDC’s oprichten zullen ruwe gegevens, die het IDC in real time aanlevert, kunnen ontvangen en analyseren.

11.

Staten die een NDC oprichten krijgen van het PTS financiële, technologische en personele steun, en daarmee kunnen begunstigde staten de technische vaardigheid ontwikkelen en onderhouden die nodig is voor een volledige deelname aan het toezichts- en verificatiesysteem van het CTBT.

12.

De begunstigde staten zullen beter inzien hoe de oprichting van een NDC kan bijdragen aan de verrijking van hun eigen wetenschappelijke basis en hoe IMS-gegevens kunnen worden gebruikt voor het analyseren van gebeurtenissen in de regio.

13.

Als het aantal en de geografische spreiding van NDC-locaties die IDC-informatie ontvangen en onafhankelijk analyseren toenemen, kan het IDC efficiënter worden gebruikt, waardoor het systeem nauwkeuriger kan worden (zoals duidelijk bleek bij de eerste test van de werking van het gehele systeem die het PTS van april tot en met juni 2005 heeft gedaan).

Omschrijving

14.

Het PTS zal twee technische deskundigen als adviseur selecteren en leveren die in Afrika als contactpersoon zullen optreden voor de duur van dit project en die alle activiteiten zullen coördineren in overleg met en met goedkeuring van het management van het IDC. De begunstigde staten worden in twee groepen verdeeld over de twee contactpersonen. Het werk in iedere regio wordt in twee fasen verdeeld.

15.

Fase 1 — Technisch werkbezoek per land

De contactpersonen reizen naar de begunstigde staten, zoals hierboven beschreven, en beoordelen de bekendheid met en het gebruik van gegevens en producten van het PTS. Zij praten met de nationale autoriteiten om te weten te komen waaraan thans behoefte is en hoe een en ander wordt gezien, en om de bekendheid met gegevens en producten van het PTS en met het mogelijke gebruik ervan voor civiele en wetenschappelijke doeleinden, te vergroten. Bovendien leggen zij contact met andere daarvoor in aanmerking komende instellingen in ieder land die gebruik zouden kunnen maken van gegevens en producten van het PTS. De contactpersonen zorgen, al naar gelang dat nodig is, voor de netwerking tussen de nationale autoriteit en de daarvoor in aanmerking komende instellingen. Wanneer er een NDC bestaat, wordt de status van ieder NDC beoordeeld qua personeel en infrastructuur (ook de computer- en internetinfrastructuur), zodat er prioritaire ondersteuningsactiviteiten kunnen worden opgezet.

Vervolgens zullen er technische praktijkopleidingen worden gegeven voor deelnemers uit de instellingen die in deze fase zijn aangewezen. In deze opleidingen worden technische instructies over gegevens en producten van het PTS gegeven. De opleiding wordt toegesneden op de vaardigheden van de deelnemers en er wordt rekening gehouden met de officiële talen van de begunstigde landen. Tijdens deze opleiding gebruiken de deelnemers programmatuur van het PTS die is geschreven voor NDC’s en die gebruikt kan worden voor het opvragen en analyseren van gegevens en producten van het PTS. Deelnemers (die geautoriseerde gebruikers van het PTS zijn) krijgen deze software en kunnen die in hun eigen instellingen installeren. Bovendien krijgen deelnemers die geautoriseerde gebruikers van het PTS zijn, hardware en randapparatuur, op basis van wat voor hen nodig is geoordeeld. Deze opleiding zal ook de gelegenheid bieden om de samenwerking onder het technisch personeel in instellingen in de regio te bevorderen.

16.

Fase 2 — Vervolgstappen

Na fase 1 moeten de deelnemers in staat zijn de opgedane kennis, software en hardware te gebruiken en deze nieuwe instrumenten te installeren en te bedienen op basis van wat ze tijdens de opleiding hebben geleerd. Om de verworven vaardigheden te consolideren en/of nog bestaande leemten op te vullen, keren de contactpersonen terug naar de begunstigde landen om te beoordelen hoe de deelnemers datgene wat ze tijdens de opleiding in fase 1 hebben geleerd, gebruiken. Doel van deze kortere vervolgbezoeken is ervoor te zorgen dat het plaatselijke technische personeel routinematig gebruik kan maken van gegevens en producten van het PTS. Deze inspanningen worden toegesneden op de plaatselijke behoeften en vaardigheden, waarbij de blik wordt gericht op duurzaamheid, zodat de activiteiten ook na afloop van dit project doorgaan.

17.

Ter afronding van het project wordt voor ieder begunstigd land een algemeen verslag ingediend, waarin een beschrijving wordt gegeven van de geboekte vooruitgang en van de uitgesproken en waargenomen behoeftes en de betrekkingen tussen de bezochte organisaties. Dit wordt het uitgangspunt voor verdere vervolgactiviteiten in de diverse landen.

III.   DUUR

De totale geschatte duur van de uitvoering van de projecten zal 18 maanden bedragen.

IV.   BEGUNSTIGDEN

De begunstigden van de projecten in het kader van dit gemeenschappelijk optreden zijn alle ondertekenende staten van het CTBT en de Voorbereidende Commissie van de CTBTO.

De definitieve keuze van de begunstigde landen voor het projectonderdeel technische bijstand wordt gemaakt in onderling overleg tussen het uitvoeringsorgaan en het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, in nauw overleg met de lidstaten en de Commissie in het kader van de bevoegde Raadsinstantie. Het definitieve besluit wordt gebaseerd op voorstellen van het uitvoeringsorgaan overeenkomstig artikel 2, lid 2, van dit gemeenschappelijk optreden.

V.   UITVOERINGSORGAAN

De technische uitvoering van de projecten zal in handen zijn van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO. De uitvoering van de projecten geschiedt rechtstreeks door het personeel van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO, door deskundigen uit de ondertekenende staten van het CTBT en door contractanten. In het geval van contractanten moet de levering van goederen, werken of diensten door de Voorbereidende Commissie van de CTBTO in het kader van dit gemeenschappelijk optreden plaatsvinden zoals gespecificeerd in de financieringsovereenkomst die tussen de Commissie en de Voorbereidende Commissie van de CTBTO moet worden gesloten.

Het uitvoeringsorgaan zal de volgende documenten opstellen:

a)

een tussentijds verslag na de eerste zes maanden van uitvoering van de projecten;

b)

een eindverslag uiterlijk één maand na het einde van de uitvoering van de projecten.

De verslagen worden toegezonden aan het voorzitterschap, dat wordt bijgestaan door de SG/HV.

VI.   DEELNEMING DOOR DERDE PARTIJEN

De projecten worden volledig gefinancierd uit dit gemeenschappelijk optreden. Deskundigen van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO en uit ondertekenende staten mogen als deelnemende derde partijen worden beschouwd. Zij zullen hun werkzaamheden verrichten volgens de standaardwerkwijze van deskundigen van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO.