15.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 127/84


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2008/369/GBVB VAN DE RAAD

van 14 mei 2008

betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Na de aanneming van Resolutie 1596 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 18 april 2005 (UNSCR 1596 (2005)) heeft de Raad op 13 juni 2005 Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo vastgesteld.

(2)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 31 maart 2008 Resolutie 1807 (2008) (UNSCR 1807 (2008)) aangenomen, die voorziet in nieuwe ontheffingen van de beperkende maatregelen in verband met het wapenembargo, de bevriezing van activa en het reisverbod, in een reeks criteria die het krachtens Resolutie 1533 (2004) van de Verenigde Naties (UNSCR 1533 (2004)) ingestelde Sanctiecomité moet hanteren bij het aanwijzen van personen en entiteiten waarvoor de activabevriezing en het reisverbod gelden, en in verlenging van die maatregelen tot en met 31 december 2008.

(3)

Duidelijkheidshalve dienen de maatregelen die zijn opgelegd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB en de maatregelen die moeten worden opgelegd krachtens UNSCR 1807 (2008) in één wetgevingsinstrument te worden opgenomen.

(4)

Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB moet derhalve worden ingetrokken.

(5)

Optreden van de Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De rechtstreekse of onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht van wapens en alle soorten aanverwant materiaal, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor aan alle niet-gouvernementele entiteiten en personen die actief zijn op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo (DRC) door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, ongeacht de vraag of de goederen oorspronkelijk van het grondgebied van de lidstaten vandaan komen, is verboden.

2.   Tevens is verboden:

a)

de verstrekking, verkoop, levering en overdracht van technische bijstand, de tussenhandel en andere aan militaire activiteiten gerelateerde diensten, en de levering, de fabricage, het onderhoud en het gebruik van wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, direct of indirect, aan alle niet-gouvernementele entiteiten en personen die actief zijn op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo;

b)

de verstrekking van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor elke verstrekking, levering, overdracht en uitvoer van wapens en soortgelijk materieel, en voor elke verstrekking, verkoop, levering en overdracht van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandel en andere diensten, direct of indirect, aan alle niet-gouvernementele entiteiten en personen die actief zijn op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo.

Artikel 2

1.   Artikel 1 is niet van toepassing op:

a)

het leveren, verkopen en overdragen van wapens en aanverwant materieel en het verlenen van technische bijstand, financiering, tussenhandel en andere diensten die verband houden met wapens en aanverwant materieel uitsluitend bestemd ter ondersteuning van of voor gebruik door de VN-missie in de Democratische Republiek Congo (MONUC);

b)

het leveren, verkopen of overdragen van beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar de Democratische Republiek Congo worden uitgevoerd;

c)

het leveren, verkopen of overdragen van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend voor humanitaire of beschermende doeleinden bestemd is, of de verstrekking van technische bijstand en opleiding in verband met dergelijke niet-dodelijke uitrusting.

2.   Het leveren, verkopen of overdragen van wapens en aanverwant materieel of het verstrekken van diensten of technische bijstand en opleiding als vermeld in lid 1, is onderworpen aan een door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vooraf te verlenen vergunning.

3.   De lidstaten stellen het krachtens UNSCR 1533 (2004) ingestelde Sanctiecomité vooraf in kennis van elke zending van wapens en aanverwant materieel naar de Democratische Republiek Congo en van elke verlening van technische bijstand, financiering, tussenhandel en andere diensten in verband met militaire activiteiten in de Democratische Republiek Congo die afwijkt van de in lid 1, onder a) en b), genoemde. Die kennisgevingen omvatten alle relevante gegevens, waaronder, indien van toepassing, de eindgebruiker, de voorgenomen leveringsdatum en de route van de zending.

4.   De lidstaten nemen de onder lid 1 bedoelde leveringen per geval in overweging met volledige inachtneming van de criteria in de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer. De lidstaten eisen toereikende waarborgen tegen misbruik van de krachtens lid 2 verleende vergunningen en treffen zo nodig maatregelen voor het terughalen van de geleverde wapens en aanverwant materieel.

Artikel 3

De in artikel 4, lid 1, en artikel 5, leden 1 en 2, voorziene beperkende maatregelen worden opgelegd aan de volgende personen en, in voorkomend geval, entiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen:

personen of entiteiten die het wapenembargo en de aanverwante maatregelen als genoemd in artikel 1 schenden;

politieke en militaire leiders van buitenlandse gewapende groeperingen die in de Democratische Republiek Congo actief zijn en de ontwapening en de vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders belemmeren;

politieke en militaire leiders van Congolese milities die steun van buiten de Democratische Republiek Congo ontvangen en de deelneming van hun strijders aan het ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieproces belemmeren;

politieke en militaire leiders die in de Democratische Republiek Congo actief zijn en in strijd met het vigerende internationale recht kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten;

personen die in de Democratische Republiek Congo actief zijn en ernstige schendingen van het internationale recht begaan waarbij kinderen en vrouwen het doelwit zijn in gewapende conflicten, worden gedood en verminkt, en het slachtoffer zijn van seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing.

De betrokken personen en entiteiten worden in de bijlage genoemd.

Artikel 4

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied van de in artikel 3 bedoelde personen te beletten.

2.   Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

3.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer het Sanctiecomité:

a)

vooraf en per geval bepaalt dat de binnenkomst of doorreis op humanitaire gronden, die ook een geloofsplicht kunnen inhouden, gewettigd is;

b)

concludeert dat een ontheffing zou bijdragen tot de doelstellingen van de betrokken resoluties van de Veiligheidsraad, te weten vrede en nationale verzoening in de Democratische Republiek Congo en stabiliteit in de regio;

c)

vooraf en per geval toestemming geeft voor de doorreis van personen die terugkeren naar het grondgebied van de staat waarvan zij onderdaan zijn of die deelnemen aan inspanningen om plegers van ernstige schendingen van de mensenrechten of het internationale humanitaire recht voor de rechter te brengen.

4.   In de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 machtiging verleent tot binnenkomst in of doorreis via zijn grondgebied van door het Sanctiecomité aangewezen personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de personen waarop zij betrekking heeft.

Artikel 5

1.   Alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks in bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in artikel 3 bedoelde personen of entiteiten, of die worden gehouden door entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap rechtstreeks of onrechtstreeks berust bij die personen of entiteiten, dan wel bij personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, als genoemd in de bijlage, worden bevroren.

2.   Tegoeden, andere financiële activa of economische middelen worden rechtstreeks noch onrechtstreeks aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde personen of entiteiten ter beschikking gesteld.

3.   Lidstaten mogen ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden of andere financiële activa en economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten, overeenkomstig het nationaal recht, voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of andere financiële activa en economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité en goedkeuring door dit comité;

e)

het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht of uitspraak; in dat geval kunnen de tegoeden, andere financiële activa en economische middelen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of de uitspraak ten uitvoer te leggen mits het retentierecht of de uitspraak vóór de aanwijzing van de betrokken persoon of entiteit door het Sanctiecomité is ingegaan, respectievelijk is gedaan, en niet ten goede komt aan een in artikel 3 genoemde persoon of entiteit, een en ander na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité.

4.   De in lid 3, onder a), b) en c), bedoelde ontheffingen kunnen worden verleend na kennisgeving aan het Sanctiecomité door de betrokken lidstaat van zijn voornemen om, waar van toepassing, toestemming te verlenen voor de toegang tot dergelijke tegoeden, andere financiële activa en economische middelen en bij uitblijven van een negatief besluit van het Sanctiecomité binnen vier werkdagen na deze kennisgeving.

5.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen, of

b)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan voor de datum waarop beperkende maatregelen op de betrokken rekeningen van toepassing werden,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.

Artikel 6

De Raad stelt de lijst in de bijlage vast en wijzigt deze op basis van door het Sanctiecomité genomen besluiten.

Artikel 7

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag van de vaststelling ervan.

Artikel 8

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt zo nodig herzien, gewijzigd of ingetrokken op basis van door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties genomen besluiten.

Artikel 9

Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 14 mei 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

A. BAJUK


(1)  PB L 152 van 15.6.2005, blz. 22. Gemeenschappelijk Standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2008/179/GBVB (PB L 57 van 1.3.2008, blz. 37).


BIJLAGE

a)   Lijst van personen, bedoeld in artikel 3, artikel 4 en artikel 5

 

Naam

Voornaam

Bijnamen

Geslacht

Titel, functie

Adres

(huisnr., straatnaam, postcode, stad, land)

Geboortedatum

Geboorteplaats

(stad, land)

Paspoort nr./identiteitskaart nr.

(met vermelding van het afgevende land en van de datum en plaats van afgifte)

Nationaliteit

Datum van aanwijzing

Overige informatie

1.

BWAMBALE

Frank Kakolele

Frank Kakorere, Frank Kakorere Bwambale

M

 

 

 

 

 

 

1.11.2005

Voormalig leider van de RCD-ML; heeft invloed op de politiediensten en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de RCD ML, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt.

2.

KAKWAVU BUKANDE

Jérôme

Jérôme Kakwavu

M

 

 

 

 

 

Congolese

1.11.2005

Bekend als „Commandant Jérôme”. Voormalig voorzitter van de UCD/FAPC. De FAPC heeft de controle over illegale grensposten tussen Uganda en de DRC — een belangrijke transitroute voor wapenhandel. Als hoofd van de FAPC heeft hij invloed op de politiediensten en voert hij nog steeds het commando over, en controleert hij de activiteiten van, de strijdkrachten van de FAPC, die betrokken zijn bij wapensmokkel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Heeft sinds december 2004 de rang van generaal in de FARDC.

3.

KATANGA

Germain

 

M

 

 

 

 

 

Congolese

1.11.2005

Sinds maart 2005 onder huisarrest in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van de FRPI bij mensenrechtenschendingen. Op 18 oktober 2007 door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Hoofd van de FRPI. In december 2004 benoemd tot generaal van de FARDC. Is betrokken bij wapenhandel en schendt bijgevolg het wapenembargo.

4.

KAMBALE

Kisoni

Dr. Kisoni, Kidubai, Kambale KISONI

M

 

 

24.5.1961

Mulashe, DRC

C0323172

Congolese

29.3.2007

Handelaar in goud, eigenaar van Butembo Airlines en Congocom Trading House in Butembo. Op 5 juli 2007 overleden in Butembo, DRC. Kisoni heeft de militia helpen financieren door handel in goud (dat hij kocht van de FNI en verkocht aan Uganda Commercial Impex (UCI Ltd)) en smokkel over de grens tussen de DRC en Uganda. Kisoni’s steun aan een illegale gewapende groepering (FNI) door een persoonlijke commerciële relatie met NJABU (een persoon waartegen reeds sancties golden uit hoofde van Resolutie 1596 (2005)) is in strijd met het wapenembargo en de Resoluties 1493 (2003) en 1596 (2005).

5.

LUBANGA

Thomas

 

M

 

 

 

Ituri

 

Congolese

1.11.2005

In maart 2005 gearresteerd in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van de UPC/L bij mensenrechtenschendingen. Voorzitter van de UPC/L, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt.

6.

MANDRO

Khawa Panga

Kawa Panga, Kawa Panga Mandro, Kawa Mandro, Yves Andoul Karim, Mandro Panga Kahwa, Yves Khawa Panga Mandro

M

 

 

20.8.1973

Bunia

 

Congolese

1.11.2005

Bekend als „Chief Kahwa”, „Kawa”. Voormalig voorzitter van de PUSIC, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt. Zit sinds april 2005 in de gevangenis van Bunia wegens sabotage van het vredesproces in Ituri.

7.

MPAMO

Iruta Douglas

Mpano, Douglas Iruta Mpamo

M

 

Bld Kanyamuhanga 52, Goma

28.12.1965/29.12.1965

Bashali, Masisi/Goma, DRC

(formerly Zaire)

 

Congolese

1.11.2005

Gevestigd in Goma. Eigenaar/manager van de Compagnie Aérienne des Grands Lacs en van de Great Lakes Business Company, waarvan vliegtuigen zijn gebruikt om bijstand te verlenen aan gewapende groepen en milities die in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) worden genoemd. Is ook verantwoordelijk voor het achterhouden van vlucht- en ladinggegevens, kennelijk met de bedoeling het wapenembargo te helpen omzeilen.

8.

MUDACUMURA

Sylvestre

 

M

 

 

 

 

 

Rwandese

1.11.2005

Bekend als „Radja”, „Mupenzi Bernard”, „General Major Mupenzi”. Veldcommandant van de FDLR; heeft invloed op de politiediensten en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de FDLR, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt.

9.

MURWANASHYAKA

Dr. Ignace

Ignace

M

 

 

14.5.1963

Butera (Rwanda)/Ngoma, Butare (Rwanda)

 

Rwandese

1.11.2005

Verblijft in Duitsland. voorzitter van de FDLR; heeft invloed op de politiediensten en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van de strijdkrachten van de FDLR, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt.

10.

MUSONI

Straton

IO Musoni

M

 

 

6.4.1961

(mogelijk 4.6.1961)

Mugambazi, Kigali, Rwanda

 

Rwandees paspoort, verlopen op 10.9.2004

29.3.2007

Verblijft in Neuffen, Duitsland. Eerste vicevoorzitter van de Democratische Krachten voor de bevrijding van Rwanda (FDLR) in Europa. Als leider van de FDLR, een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de DRC, belemmert Musoni de ontwapening en de vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders, waarmee hij UNSCR 1649 (2005) schendt.

11.

MUTEBUTSI

Jules

Jules Mutebusi, Jules Mutebuzi

M

 

 

 

Zuid-Kivu

 

Congolese

(Zuid-Kivu)

1.11.2005

Zit momenteel in gevangenschap in Rwanda. Bekend als „Colonel Mutebutsi”. Voormalig regionaal militair onderbevelhebber van de FARDC van het 10e MR in april 2004; ontslagen wegens ongedisciplineerd gedrag; heeft zich samen met andere afvallige elementen van de voormalige RCD-G aangesloten bij de troepen die in mei 2004 de stad Bukavu met geweld hebben ingenomen. Is betrokken bij wapenhandel buiten de structuren van de FARDC om en bij de bevoorrading van in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities; schendt bijgevolg het wapenembargo.

12.

NGUDJOLO

Matthieu Cui

Cui Ngudjolo

M

 

 

 

 

 

 

1.11.2005

„Kolonel” of „Generaal”. Chef-staf van de FNI en voormalig chef-staf van de FRPI; heeft invloed op de politiediensten en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de FRPI, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt. Is in oktober 2003 in Bunia gearresteerd door de MONUC.

13.

NJABU

Floribert Ngabu

Floribert Njabu, Floribert Ndjabu, Floribert Ngabu Ndjabu

M

 

 

 

 

 

 

1.11.2005

In Kinshasa gearresteerd en onder huisarrest sinds maart 2005 in verband met de betrokkenheid van de FNI bij mensenrechtenschendingen. Hoofd van de FNI, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt.

14.

NKUNDA

Laurent

Laurent Nkunda Bwatare, Laurent Nkundabatware, Laurent Nkunda Mahoro Batware, Laurant Nkunda Batware

M

 

 

6.2.1967/2.2.1967

Noord-Kivu/Rutshuru

 

Congolese

1.11.2005

Verblijfplaats momenteel onbekend. Waargenomen in Rwanda en Goma. Bekend als „General Nkunda”. Voormalig generaal van de RCD-G. Heeft zich samen met andere afvallige elementen van de voormalige RCD-G aangesloten bij de troepen die in mei 2004 de stad Bukavu met geweld hebben ingenomen. Is betrokken bij wapenhandel buiten de structuren van de FARDC om, en schendt bijgevolg het wapenembargo.

Oprichter van het National Congress for the People’s Defense, 2006; hoge officier van de Rally for Congolese Democracy-Goma (RCD-G), 1998-2006; officier van het Rwandan Patriotic Front (RPF), 1992-1998.

15.

NYAKUNI

James

 

M

 

 

 

 

 

Ugandese

1.11.2005

Zakenrelatie van Commandant Jérôme; houdt zich vooral bezig met smokkel over de grens tussen de DRC en Uganda; wordt onder meer verdacht van smokkel van wapens en militair materieel in ongecontroleerde trucks. Schendingen van het wapenembargo; steunverlening aan gewapende groepen en milities die in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) worden genoemd, onder meer in de vorm van financiële steun, waardoor die groepen en milities militaire operaties kunnen ontplooien.

16.

OZIA MAZIO

Dieudonné

Ozia Mazio

M

 

 

6.6.1949

Ariwara, DRC

 

Congolese

1.11.2005

Bekend als „Omari”, „Mr Omari”. Voorzitter van de FEC in de regio Aru. Financiële banden met Commandant Jérôme en de FAPC; houdt zich bezig met smokkel over de grens tussen de DRC en Uganda, waardoor voorraden en contant geld kunnen worden geleverd aan Commandant Jérôme en diens troepen. Schendingen van het wapenembargo, onder meer door steunverlening aan gewapende groepen en milities die in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) worden genoemd.

17.

TAGANDA

Bosco

Bosco Ntaganda, Bosco Ntagenda

M

 

 

 

 

 

Congolese

1.11.2005

Bekend als „Terminator”, „Major”. Militair bevelhebber van de UPC/L; heeft invloed op de politiediensten en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de UPC/L, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt. Is in december 2004 tot generaal van de FARDC benoemd, maar weigerde de promotie, waardoor hij thans buiten de FARDC staat.


b)   Lijst van entiteiten, bedoeld in artikel 3, artikel 4 en artikel 5

 

Naam

Ook bekend als

Adres

(huisnr., straatnaam, postcode, stad, land)

Plaats van registratie

(stad, land)

Datum van registratie

Registratienummer

Voornaamste plaats van bedrijvigheid

Datum van aanwijzing

Overige informatie

18.

BUTEMBO AIRLINES (BAL)

 

 

Butembo, DRC

 

 

 

29.3.2007

Luchtvaartmaatschappij in particuliere eigendom, met als thuisbasis Butembo. Kambale Kisoni gebruikte zijn luchtvaartmaatschappij om FNI-goud, rantsoenen en wapens te vervoeren tussen Mongbwalu en Butembo. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) wordt geschonden.

19.

CONGOCOM TRADING HOUSE

 

 

Butembo, DRC

(Tel. +253 (0) 99 983 784)

 

 

 

29.3.2007

Goudhandel in Butembo. CONGOCOM is eigendom van Kambale Kisoni. Kisoni koopt bijna de gehele goudproductie van de regio Mongbwalu op, die in handen is van het FNI. Het FNI heeft aanzienlijke inkomsten uit belastingen op deze productie. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) wordt geschonden.

20.

COMPAGNIE AERIENNE DES GRANDS LACS (CAGL), GREAT LAKES BUSINESS

 

CAGL, Avenue Président Mobutu, Goma DRC (CAGL heeft ook een kantoor in Gisenyi, Rwanda); GLBC, PO Box 315, Goma, DRC (GLBC heeft ook een kantoor in Gisenyi, Rwanda)

 

 

 

 

29.3.2007

CAGL en GLBC zijn bedrijven in eigendom van Douglas MPAMO, waartegen al sancties lopen uit hoofde van UNSCR 1596 (2005). CAGL en GLBC zijn gebruikt voor het vervoer van wapens en munitie, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden.

21.

MACHANGA

 

Kampala, Uganda

 

 

 

 

29.3.2007

Goudexportbedrijf in Kampala (directeur de heer Rajua). MACHANGA kocht goud door een geregelde commerciële relatie met handelaren in de DRC die nauwe banden onderhielden met milities. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) wordt geschonden.

22.

TOUS POUR LA PAIX ET LE DEVELOPPEMENT (NGO)

TPD

Goma, North Kivu

 

 

 

 

1.11.2005

Betrokken bij schendingen van het wapenembargo, in de vorm van steunverlening aan de RCD-G, met name door het beschikbaar stellen van trucks voor het transport van wapens en troepen, alsmede door het vervoer van wapens die worden verdeeld onder delen van de bevolking in Masisi en Rutshuru (Noord-Kivu) (begin 2005).

23.

UGANDA COMMERCIAL IMPEC (UCI) LTD

 

Kajoka Street,

Kisemente Kampala, Uganda

(Tel. +256 41 533 578/9);

alternatief adres: PO Box 22709, Kampala, Uganda

 

 

 

 

29.3.2007

Goudexportbedrijf in Kampala. UCI kocht goud door een commerciële relatie met handelaren in de DRC die nauwe banden onderhielden met milities. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) wordt geschonden.