21.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 310/21


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 mei 2008

betreffende de door Nederland ten uitvoer gelegde staatssteun ter stimulering en vergemakkelijking van de herstructurering van de tuinbouwsector (C 74/03 ex N 450/01)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1847)

(Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)

(2008/875/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde bepalingen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1), en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

I.   PROCEDURE

(1)

Bij brief van 27 juni 2001, geregistreerd op 4 juli 2001, heeft de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie de Commissie overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag in kennis gesteld van de participatie in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in de sector glastuinbouw die bedrijven en terreinen aankoopt (geregistreerd onder nr. N 450/01).

(2)

Bij brieven van 11 maart 2002, 15 juli 2002, 17 december 2002 en 21 oktober 2003, respectievelijk geregistreerd op 12 maart 2002, 18 juli 2002, 26 december 2002 en 25 oktober 2003, hebben de Nederlandse autoriteiten de Commissie schriftelijke gegevens verstrekt.

(3)

Bij brief van 10 december 2003 (2) heeft de Commissie Nederland meegedeeld dat zij besloten had de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden ten aanzien van de bovenbedoelde aanmelding.

(4)

Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (3). De Commissie heeft de belanghebbenden verzocht hun opmerkingen binnen een maand kenbaar te maken. De Commissie heeft geen opmerkingen van belanghebbenden ontvangen.

(5)

Bij brief van 11 januari 2004, geregistreerd op 21 januari 2004, hebben de Nederlandse autoriteiten aanvullende gegevens verstrekt. In 2004 hebben verscheidene bijeenkomsten van de Nederlandse autoriteiten en de Commissie plaatsgevonden. Voorts hebben de Nederlandse autoriteiten bij brief van 18 mei 2005, geregistreerd op 23 mei 2005, opmerkingen over de inleiding van de procedure ingediend.

II.   BESCHRIJVING

(6)

In 2001 hebben de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) (4) en de besloten vennootschap Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publiek Private Sector BV (OPP) aangekondigd een vennootschap te willen oprichten, „Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland Beheer BV” (SGN). Deze vennootschap zou bedrijven en terreinen in de glastuinbouwsector aankopen, tijdelijk beheren en verkopen om de herstructurering in de tuinbouwsector te stimuleren en te vergemakkelijken.

(7)

Na de oprichting van SGN zouden het Productschap Tuinbouw (PT) (5), het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), OPP en SGN een commanditaire vennootschap oprichten. In deze commanditaire vennootschap zou SGN de beherende vennoot zijn en de andere partners de stille vennoten. De commanditaire vennootschap (CV) zou bedrijven en terreinen in de glastuinbouwsector aankopen, tijdelijk beheren en verkopen om de herstructurering in de tuinbouwsector te stimuleren en te vergemakkelijken.

(8)

Voor de oprichting van de CV was een startkapitaal nodig. Deze kapitaalinbreng zou als volgt worden uitgesplitst:

Ministerie van LNV (via het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)): kapitaal: 2 268 500 EUR; achtergestelde leningen, marktwaarde: 2 268 500 EUR

PT (6): kapitaal: 2 722 500 EUR; achtergestelde leningen, marktwaarde: 2 722 500 EUR

OPP: kapitaal: 4 991 000 EUR

SGN: kapitaal: 150 000 EUR

(9)

Het rendement op het in de CV ingebrachte kapitaal en de achtergestelde leningen is vastgesteld op 15 % in kasmiddelen per jaar tijdens de gehele looptijd van het project (15 jaar). De aandeelhouders krijgen jaarlijks dividend uitgekeerd. Het rendement en het dividend worden tegen de marktkoers vastgesteld.

(10)

De CV en SGN zouden worden opgericht om de ruimtelijke herstructurering in de tuinbouwsector te stimuleren. Het doel hiervan is de tuinbouwers in specifieke gebieden te concentreren, zodat de sector zich gemakkelijker kan aanpassen aan de eisen op het gebied van de ruimtelijke ordening en de ecologische duurzaamheid.

(11)

Op grond van haar statuten mag de CV zich niet inlaten met activiteiten op het gebied van vastgoedontwikkeling of speculaties die de grondprijzen zouden kunnen beïnvloeden. Haar activiteiten mogen alleen bestaan uit het aankopen, verkopen en tijdelijk beheren van eigendommen. Het aankopen, verkopen en tijdelijk beheren van grond door de CV en haar beherende vennoot SGN moeten gebeuren tegen de marktprijs. Het aankopen, verkopen en tijdelijk beheren onder de marktprijs zijn op grond van haar statuut verboden. De particuliere ondernemingen in de sector worden door de autoriteiten noch verplicht noch aangemoedigd om met (in het bijzonder) de CV samen te werken.

(12)

Volgens de Nederlandse autoriteiten zal de maatregel de tuinbouwers geen direct of indirect voordeel opleveren dat de mededinging zou kunnen beïnvloeden of beperken, aangezien de CV de bedrijven of terreinen altijd tegen een marktprijs zal moeten verkopen, wil zij haar winstmarge handhaven, de haalbaarheid realiseren en haar activiteiten kunnen voortzetten.

(13)

De maatregel heeft een looptijd van 15 jaar en is niet cumuleerbaar met andere steunmaatregelen. In totaal is voor de steunmaatregel een begroting van 15 123 000 EUR uitgetrokken.

(14)

De Commissie heeft de procedure ten aanzien van de aangemelde steunmaatregel ingeleid, omdat de Commissie op basis van de verstrekte beperkte informatie niet kon beoordelen of de maatregel verenigbaar was met artikel 87 van het Verdrag. In het besluit tot inleiding van de procedure heeft de Commissie toegelicht welke informatie nodig is om te kunnen beoordelen of de aangemelde maatregel staatssteun vormt en zo ja, of deze steun verenigbaar is met de interne markt.

(15)

De aanmelding bevatte gegevens over de oprichting van SGN, die 50 % van haar startkapitaal uit overheidsmiddelen zou financieren (7). Daarnaast zou de overheid de belangrijkste deelneemster zijn, die de CV startkapitaal verschaft. Bij de inleiding van de procedure kon de Commissie niet vaststellen of het beginsel van „een particuliere investeerder in een markteconomie” in acht was genomen bij de vaststelling van de participaties door de Nederlandse autoriteiten, noch of van de regeling gebruik kon worden gemaakt om ondernemingen in moeilijkheden te redden. De Commissie bleef derhalve bij haar standpunt, dat de inbreng van overheidskapitaal in SGN en de CV de Nederlandse glastuinbouwsector een voordeel kon opleveren en bijgevolg steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag vormt.

III.   OPMERKINGEN VAN NEDERLAND

(16)

Bij brief van 18 mei 2005 heeft de Commissie opmerkingen over de inleiding van de procedure van de Nederlandse autoriteiten ontvangen. Daarnaast zijn aanvullende gegevens verstrekt bij brieven van 11 januari 2004 en verscheidene bilaterale bijeenkomsten in de loop van 2004.

(17)

In hun brief van 11 januari 2004 hebben de Nederlandse autoriteiten de volgende informatie verstrekt:

Het bestuur van SGN heeft gepreciseerd dat „sale-and-lease back”-constructies van bedrijven en terreinen uitgesloten zijn en dat dit expliciet zal worden vermeld in de verkoopcontracten.

Het haalbaarheidsonderzoek inzake de verkoop en ruimtelijke herstructurering is uitgevoerd (door Deloitte & Touche, een auditbedrijf). Het onderzoek bevat berekeningen over de economische haalbaarheid van het investeringsbeleid, alsook een rendementsverwachting.

Het bestuur van SGN heeft erop gewezen en verzekerd, dat de berekeningen en rendementsverwachtingen van het onderzoek van Deloitte & Touche als basis hebben gediend voor de in het ondernemingsplan vastgestelde rendementsverwachting van 15 %, die marktconform is.

(18)

Tijdens de bilaterale bijeenkomsten hebben de Nederlandse autoriteiten verklaard dat het dividend van 15 % zal worden verdeeld volgens de risicoparticipaties van de verschillende aandeelhouders. Dit zou de volgende verdeling geven: 50 % voor OPP, 25 % voor PT en 25 % voor het ministerie van LNV.

(19)

LTO-Nederland en OPP hebben elk een aandeel van 50 % in SGN, de beherende vennoot van de CV. Bij een eventuele winst van SGN wordt deze gelijkelijk verdeeld tussen LTO-Nederland en OPP.

(20)

In hun brief van 18 mei 2005 hebben de Nederlandse autoriteiten inlichtingen verstrekt over de CV en haar activiteiten. De Nederlandse autoriteiten hebben verklaard dat het haalbaarheidsonderzoek is uitgevoerd nadat LTO het initiatief had genomen om een grondbedrijf op te starten, en dat het als basis voor het ondernemingsplan en het investeringsrendement heeft gediend. Alle financiele risico's zijn opgenomen in het ondernemingsplan. Zowel particuliere als publieke partners zijn benaderd om deel te nemen in de onderneming. De particuliere investeerders die zijn benaderd om als partner deel te nemen aan het project, waren niet bekend met de modus operandi en de aanpak van de door SGN voorgestelde activiteiten (8). Uiteindelijk betekende dit een te grote onzekerheid voor deze particuliere investeerders en hebben zij afgezien van de kapitaalinbreng in de CV. Aangezien in het haalbaarheidsonderzoek sprake was van een investeringsrendement voor de activiteiten die door de CV zouden worden ontwikkeld, en het risico niet groter zou zijn dan op de markt, hebben de publieke partners besloten te participeren in het bedrijf.

(21)

De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat de CV de „actor” op de markt is. Aangezien stille vennoten per definitie geen beheersactiviteiten mogen uitoefenen, worden deze uitgeoefend door SGN als beherende vennoot. SGN handelt in deze namens de CV.

(22)

De Nederlandse autoriteiten hebben verklaard dat bij de activiteiten van SGN, wat het beheer van de CV betreft, vrijwel uitsluitend kleine en middelgrote ondernemingen betrokken zijn. De publieke partners verschaffen uitsluitend kapitaal en achtergestelde leningen aan de CV. De investeringsbesluiten moeten gebaseerd zijn op het vooruitzicht van een rendement, en het ondernemingsplan is een leidraad voor de investeringen. Aangezien het projectgebaseerde activiteiten betreft, zullen in latere stadia ook andere particuliere investeerders participeren. Naast het kapitaal en de achtergestelde leningen mag geen andere steun voor hetzelfde doel worden verleend.

(23)

De Nederlandse autoriteiten hebben verklaard dat de CV niet de bedoeling heeft individuele ondernemingen te steunen, wel het Nederlandse beleid inzake ruimtelijke ordening te ondersteunen en de duurzame ontwikkeling van de glastuinbouwsector in specifieke gebieden te stimuleren. Hiertoe koopt en verkoopt de CV grond in strategische gebieden (9). De verkoop en het weer uitgeven van gronden en eigendommen moet tegen marktprijzen gebeuren, zodat het rendement van de CV kan worden gehaald (10). De CV investeert niet in bedrijven in moeilijkheden en sale-and-lease-back contracten worden expliciet uitgesloten.

(24)

Ten slotte hebben de Nederlandse autoriteiten verzekerd dat de aanbestedingsvoorschriften in acht zijn genomen omdat, aangezien gecertificeerde taxateurs betrokken zijn bij de aankoop van gronden en eigendommen door de CV, de overdrachten ruim onder het in artikel 7 van Richtlijn 2004/18/EG (11) vastgestelde maximum van 206 000 EUR zullen blijven en de taxateur in overleg met de andere bij de aankoop of verkoop van de eigendom betrokken partij moet worden geselecteerd.

IV.   BEOORDELING VAN DE STEUN

(25)

De CV en haar beherende vennoot SGN zouden zich in de glastuinbouwsector bezighouden met de aankoop van gronden en eigendommen voor de productie van tuinbouwproducten. In de eerste plaats moet worden nagegaan of de participatie in de CV en haar beherende vennoot SGN kan worden beschouwd als staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag en zo ja, of deze steun verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

(26)

Overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde bedrijven of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

(27)

Zoals blijkt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europse Gemeenschappen kan steun aan een onderneming het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden en de mededinging vervalsen, wanneer die onderneming op een markt opereert die openstaat voor intracommunautair handelsverkeer (12). De CV en haar beherende vennoot SGN zijn actief op de markt voor grond, en in het bijzonder grond voor de productie van tuinbouwproducten. Op deze twee markten vindt een actief intracommunautair handelsverkeer plaats (13).

(28)

Het kapitaal en de achtergestelde leningen worden gefinancieerd uit de begrotingen van het ministerie van LNV (via het Bureau Beheer Landbouwgronden, in totaal 4 537 000 EUR), het PT (5 445 000 EUR), het OPP (4 991 000 EUR) en SGN (150 000 EUR). Het PT is een bij wet ingestelde overheidsinstantie, het OPP een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan 100 % van de aandelen in handen is van overheidsinstanties en SGN een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan 50 % in handen is van het OPP (en 50 % van LTO Nederland, een particuliere organisatie). Gelet op de structuren van de kapitaalinbreng in de CV kan worden geconcludeerd dat de regering participeert in deze CV en dat dit kapitaal (ten dele indirect) afkomstig is uit overheidsmiddelen.

(29)

De onderhavige maatregel is selectief aangezien wordt geïnvesteerd om bedrijven en terreinen in de tuinbouwsector aan te kopen, tijdelijk te beheren en weer te verkopen om de ruimtelijke herstructurering in de tuinbouwsector te stimuleren en te vergemakkelijken. Deze activiteiten stimuleren ontwikkelingen in de tuinbouwsector en bijgevolg ook de productie van tuinbouwproducten.

(30)

Overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het Verdrag is er evenwel geen sprake van steun wanneer geen voordeel wordt toegekend, aangezien de maatregel in dat geval de mededinging niet vervalst en het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloedt. Bijgevolg moeten de gevolgen van de maatregel worden bepaald om vast te stellen of aan de betrokken sectoren een voordeel wordt toegekend.

(31)

Overeenkomstig de mededeling van de Commissie inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 (nu 87 en 88) van het EG-Verdrag en van artikel 5 van Richtlijn 80/723/EEG op openbare bedrijven in de industriesector (14) (hierna „de mededeling van 1993” genoemd) wordt een kapitaalinjectie als steun beschouwd wanneer deze geschiedt onder omstandigheden die voor een particuliere investeerder die handelt onder normale marktvoorwaarden niet aanvaardbaar zouden zijn. Om vast te stellen of deze maatregel een voordeel oplevert, moet bijgevolg het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie worden toegepast (15).

(32)

De Commissie merkt op, dat deze beslissing op geen enkele manier vooruitloopt of afdoet aan een verdere analyse door de Commissie op het gebied van openbare aanbestedingen en die hierop van toepassing zijnde regelgeving.

(33)

De gevolgen van de maatregel dienen op de volgende niveaus te worden onderzocht: de kapitaalinjectie en de participatie van de overheid in de CV, voordeel voor SGN, de andere vennoten van de CV en eventueel toekomstige belanghebbenden en voordeel voor derden (16).

(34)

Voor de modellen van het ondernemingsplan voor de CV is een conservatieve planningsbenadering toegepast. Het eerste model is vastgesteld op de grondslag van een planning over een periode van 10 jaar, het tweede over een periode van 15 jaar. Op basis van de berekeningen in het ondernemingsplan en de vastgestelde financiële risico's is gekozen voor een periode van 15 jaar als investeringsperiode.

(35)

Het ondernemingsplan bestrijkt een gemiddeld grondaanbod van 140 hectare, dat geleidelijk zou worden aangekocht. Gedurende de eerste drie jaar zou geen grond worden verkocht, alleen de aankoop- en verhuuractiviteiten zouden worden gebruikt om de investering veilig te stellen (als onderpand; er wordt een minimale beschikbare oppervlakte grond gegarandeerd). Na deze eerste jaren wordt de jaarlijkse verkoop bepaald op 50 hectare. Als eigen vermogen wordt een minimum van 27 miljoen EUR vastgesteld. Om de risico's te beperken, wordt het eigen vermogen iets hoger vastgesteld. Dit wordt echter gedaan door middel van achtergestelde leningen en niet door middel van een rechtstreekse inbreng van kapitaal. Volgens de overgelegde berekeningen is de netto contante waarde van de investering positief.

(36)

Voorts werd noodzakelijk geacht dat de onderneming zo flexibel mogelijk is en een projectgebaseerde aanpak moet volgen om te kunnen inspelen op de economische cyclus. In het ondernemingsplan is sprake van een investeringsrendement van 17,13 % per jaar. Rekening houdend met de marktrisico's is het investeringsrendement uiteindelijk vastgesteld op 15 % per jaar voor een totale investeringsperiode van 15 jaar.

(37)

In zaak T-296/97, Alitalia (17), is bepaald dat het gedrag van een particuliere investeerder in een markteconomie is ingegeven door de vooruitzichten ten aanzien van de rendabiliteit.

(38)

In zijn arrest in zaak T-228/99, Westdeutsche Landesbank (18), oordeelt het Gerecht van eerste aanleg dat het gemiddelde rendement geen automatisch criterium kan zijn om te bepalen of er sprake is van staatssteun en wat de omvang daarvan is. Het gebruik van het gemiddelde rendement stemt overeen met de gedachte dat een verstandige particuliere investeerder, te weten een investeerder die winstmaximalisatie wenst zonder echter te veel risico's te lopen ten opzichte van andere marktdeelnemers, bij de berekening van de voor zijn investering te verwachten passende vergoeding in beginsel een minimumrendement zou vereisen dat gelijk is aan het gemiddelde rendement van de betrokken sector. In het arrest in zaak C-305/89, Italië/Commissie (19), is het Hof van oordeel dat een particuliere investeerder, waarmee de deelneming van een publiek investeerder die doelstellingen van economisch beleid nastreeft, moet worden vergeleken, zich niet noodzakelijkerwijs zal gedragen als een gewone investeerder die zijn kapitaal belegt om daaruit op min of meer korte termijn een rendement te halen, maar zich ten minste zal moeten gedragen als een particuliere holding of een particuliere groep ondernemingen die een structuurbeleid voert en die wordt geleid door het uitzicht op rendement op langere termijn.

(39)

Daar de overheid participeert in een commanditaire vennootschap, zal de staat, als eigenaar van (een deel van) het aandelenkapitaal, uitsluitend aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap tot de liquidatiewaarde van de activa. Zo zal het financiële risico van de investering waarin de overheid zou participeren, beperkt zijn.

(40)

Het ondernemingsplan is goed doordacht en gebaseerd op gematigde verwachtingen. De CV en SGN gaan beide uit van een langetermijnvisie met een gematigd groeimodel. De financiële risico's die samenhangen met de economische cyclus worden op die manier uitgesloten om de kans op een investeringsrendement en de hoogte daarvan te vergroten. Het plan bevat beleidsdoelstellingen, cijfers betreffende de rendementsverwachting en berekeningen van het financiële risico. Uitgaande van de conclusies van het haalbaarheidsonderzoek van Deloitte & Touche kan het project als haalbaar worden beschouwd. De terughoudendheid van de particuliere markt ten aanzien van het financieren van de startfase van het project had te maken met de onbekendheid met de herstructurering van land en de specifieke kenmerken van de landbouw- en glastuinbouwmarkt.

(41)

De kapitaalinjecties waren in het onderhavige geval gebaseerd op redelijke rendementsverwachtingen op middellange tot lange termijn. De verschillende partijen verlangden een investeringsrendement van 15 % per jaar over een periode van 15 jaar. Dit rendement was in overeenstemming met het gemiddelde rendement in de betrokken sector (20). De investeerders hebben dezelfde criteria gehanteerd als kapitaalverstrekkers onder normale marktvoorwaarden.

(42)

De Commissie ziet niet in waarom een investeerder in een markteconomie geen kapitaal zou mogen verstrekken, wanneer kan worden verwacht dat deze initiële investeringen de onderneming zal helpen om rendabel te worden.

(43)

Op grond hiervan kan worden gesteld, dat de Nederlandse autoriteiten met het verstrekken van een startkapitaal van 15 123 000 EUR geen voordeel aan het stallingsbedrijf hebben toegekend en hebben gehandeld als een investeerder en kredietgever in een markteconomie.

(44)

Uit de door de Nederlandse autoriteiten verstrekte informatie blijkt dat de aankoop, het beheer en de wederverkoop van terreinen en bedrijven tegen marktprijzen geschiedt. De beslissing om te participeren in een vennootschap was gebaseerd op de noodzakelijke flexibiliteit van de onderneming en de mogelijkheid om op basis van projecten te werken. Dankzij een projectgebaseerde aanpak kunnen particuliere investeerders deelnemen aan verschillende projecten, wat het financiële risico vermindert en het rendement op de startinvestering garandeert (21). Door de regelingen tot oprichting van de CV en SGN wordt gegarandeerd dat de marktpositie van de CV zelf, en namens haar van SGN, niet verschilt van die van andere investeerders en dat zij alleen activiteiten uitoefenen voor de hierboven genoemde doeleinden (waarbij investeringen in de ontwikkeling van de betrokken locaties expliciet worden uitgesloten). Voorts geldt voor de grond en de eigendommen die de CV, en namens haar SGN, zou willen aankopen, de marktprijs voor grond en eigendommen, die wordt vastgesteld met de hulp van onafhankelijke taxateurs die door de kopende en verkopende partij worden ingeschakeld. Als beherende vennoot kan SGN aansprakelijk worden gesteld voor tekorten van de CV.

(45)

Volgens de door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens is alleen het startkapitaal uit staatsmiddelen verstrekt, en zijn geen andere steun of staatsmiddelen beschikbaar voor de CV of haar beherende vennoot SGN.

(46)

Aangezien de CV een normaal rendement moet betalen aan haar investeerders, geen voordelige of bevoorrechte positie op de markt heeft en activiteiten uitoefent op basis van vrij vastgestelde marktprijzen, kan de Commissie niet stellen dat er sprake is van een concurrentievoordeel dat de CV niet had kunnen krijgen onder normale marktvoorwaarden. De Commissie is van oordeel, dat de CV zelf en haar vennoten (LTO- Nederland) of eventueel toekomstige belanghebbenden geen voordeel wordt toegekend.

(47)

Volgens de door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens gebeuren de aankoop, het beheer en de wederverkoop van de grond en de kasopstanden tegen marktprijzen. Voor de door de CV aangekochte grond en eigendommen geldt de marktprijs voor grond en eigendommen, die wordt vastgesteld met de hulp van onafhankelijke taxateurs die door de verschillende partijen worden ingeschakeld.

(48)

Door de regelingen tot oprichting van de CV en haar beherende vennoot SGN wordt gegarandeerd dat geen andere activiteiten worden uitgeoefend en dat de CV een maximaal rendement nastreeft. Het toekennen van voordelen aan bepaalde derden is niet in overeenstemming met de in de regelingen tot oprichting van de CV neergelegde doelstelling. Aangezien wordt uitgesloten dat de CV eigendommen aankoopt, verkoopt en beheert tegen andere prijzen dan de marktprijs, wordt gegarandeerd dat geen steun wordt verleend aan bedrijven in moeilijkheden.

(49)

Voor de vaststelling van de prijs van de grond worden erkende taxateurs ingeschakeld. Bij het gebruik van deze en van andere diensten, worden de voorschriften van Richtlijn 2004/18/EG nageleefd.

(50)

Daar de CV, en namens haar SGN, volgens de door de Nederlandse autoriteiten verstrekte informatie handelt zoals iedere andere marktdeelnemer ten aanzien van zijn klanten (de personen van wie de eigendom of grond wordt gekocht, en die de eigendom of grond beheren of kopen), kan worden geconcludeerd dat derden die bij de activiteiten van de CV en haar beherende vennoot SGN zijn betrokken, geen voordeel, en bijgevolg geen enkele vorm van steun wordt toegekend.

V.   CONCLUSIE

(51)

Op grond van het voorgaande is de twijfel weggenomen, die de Commissie heeft gebracht tot de inleiding van de procedure en tot de voorlopige bevindingen in het besluit tot inleiding van de procedure.

(52)

De Commissie concludeert derhalve, dat de participatie van de Nederlandse autoriteiten in de CV en SGN door middel van kapitaalinbreng en achtergestelde leningen gebaseerd is op het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie en bijgevolg geen staatssteun vormt in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De participatie van de Nederlandse autoriteiten in de commanditaire vennootschap ter stimulering en vergemakkelijking van de herstructurering van de tuinbouwsector, voor een bedrag van 15 123 000 EUR aan kapitaal en achtergestelde leningen, vormt geen staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Brussel, 20 mei 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB C 15 van 21.1.2004, blz. 24.

(2)  C(2003) 4477 def.

(3)  Zie voetnoot 1.

(4)  LTO Nederland is een privaatrechtelijke bedrijfsorganisatie in de landbouwsector.

(5)  De Nederlandse landbouw en agro-industrie kennen naast de niet-gouvernementele organisaties met rechtspersoonlijkheid nog een vorm van vertegenwoordiging, nl. het productschap (een verticale publiekrechtelijke organisatie per sector). De productschappen zijn hoofdzakelijk werkzaam op het gebied van voedselveiligheid, dierenwelzijn, kwaliteit, afzetbevordering en arbeidsomstandigheden. Een deel van hun activiteiten betreft de tenuitvoerlegging van de Europese regelgeving. De verordeningen van het Productschap Pluimvee en Eieren die producenten en ondernemingen heffingen opleggen om de verwezenlijking van een in die verordeningen genoemd specifiek doel te financieren, moeten door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit worden goedgekeurd.

(6)  De participatie van het PT zal uitsluitend uit eigen middelen worden gefinancierd, er zal geen parafiscale heffing worden toegepast op de productie, verwerking of afzet van tuinbouwproducten.

(7)  De middelen in de vorm van kapitaal en achtergestelde leningen die het Productschap Tuinbouw, het Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publieke Sector b.v. en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) inbrengen, worden als staatsmiddelen beschouwd. Het Productschap Tuinbouw is een publiekrechtelijke instantie. De OPP is een dochteronderneming van een bank die voor 100 % in handen van de overheid is.

(8)  De particuliere partners waren nooit eerder actief betrokken geweest bij herstructureringsactiviteiten. Dat deze beperkt waren tot het aankopen, verkopen en beheren van de grond en dat er geen ruimte was voor andere (investerings)activiteiten, was hun niet bekend. Daarnaast gaven zij de voorkeur aan achtergestelde leningen boven kapitaalinbreng. Voor de oprichting van de CV was ook kapitaal vereist. De publieke partners hadden voldoende ervaring met de herstructurering van gebieden en terreinen en waren bekend met de betrokken markten.

(9)  Strategische gebieden zijn gebieden waar alle voorwaarden voor glastuinbouw aanwezig zijn, bijv. mogelijkheden inzake heraanleg en water- en weginfrastructuur. Deze voorwaarden zouden door derde partijen tot stand worden gebracht, aangezien de CV en haar beherende vennoot SGN zich niet mogen inlaten met dergelijke activiteiten.

(10)  Het rendement wordt gehaald door verschillende percelen aan te schaffen, deze te herstructureren en te verkopen tegen een hogere prijs, aangezien dit een waardevermeerdering betekent die niet voortvloeit uit de kapitaalinbreng, doch louter te danken is aan de locatie en de mogelijkheden in de omgeving. Voorts kunnen de marktprijsontwikkelingen meestal een voordeel opleveren.

(11)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

(12)  Zie met name het Arrest van het Hof van 13 juli 1988, zaak C-102/87, Frankrijk /Commissie, Jurispr. 1988, blz. 4067.

(13)  Grond is een verhandelbaar goed; de hoge waarde van grond en de investeer- en exploitatiemogelijkheden maken de verkoop ervan aantrekkelijk voor investeerders die op Europese of internationale schaal opereren. Er is een aanzienlijk intracommunautair handelsverkeer van tuinbouwproducten. Voor groenten en fruit bijv. was er in 2005 een intracommunautair handelsverkeer met een waarde van 7 099 miljoen EUR voor groenten en 5 899 miljoen EUR voor fruit (bron: Eurostat).

(14)  Mededeling van de Commissie — Toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag en van artikel 5 van Richtlijn 80/723/EEG op openbare bedrijven in de industriesector (PB C 307 van 13.11.1993, blz. 3).

(15)  Zie mededeling van 1993.

(16)  Deelnemers zijn personen van wie grond of eigendom wordt gekocht, en die deze beheren of aankopen.

(17)  Zaak T-296/97, Alitalia/Commissie, Jurispr. 2000, blz. II-3871, punt 84.

(18)  Zaak T-228/99, Westdeutsche Landesbank Girozentrale/Commissie, Jurispr. 2003, blz. II-435, zie met name de punten 251 en 255.

(19)  Zaak C-305/89, Italië/Commissie, Jurispr. 1991, blz. I-1603.

(20)  Investeringen in grond. De verschillende particuliere investeerders (NBM Amstelland, Arcadis, Grontmij, Groenfonds, ING, Fortis, Nationale Investerings Bank, Locatie Ontwikkelingsbedrijf, ABN AMRO, Rabobank) die zijn benaderd om deel te nemen aan het project, verklaarden dat een investering in grond meestal op middellange termijn wordt gedaan (10 tot 20 jaar) en dat de investeerders een winst van 15 % zouden moeten krijgen wanneer men vergelijkt met (min of meer) vergelijkbare of soortgelijke investeringen in grond.

(21)  Deze particuliere investeringen zullen projectmatig worden gedaan en worden gerelateerd aan de verschillende fasen van het project.