23.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/10


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2008

tot wijziging van bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 4017)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/689/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (1), en met name op artikel 4, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG verbiedt het gebruik van lood, kwik, cadmium en zeswaardig chroom in materialen en onderdelen van voertuigen die na 1 juli 2003 in de handel worden gebracht, behoudens in de gevallen genoemd in bijlage II van die richtlijn en onder de aldaar vermelde voorwaarden. Krachtens artikel 4, lid 2, onder b), van Richtlijn 2000/53/EG dient bijlage II van die richtlijn door de Commissie geregeld te worden aangepast aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.

(2)

Bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG bevat een lijst van materialen en onderdelen van voertuigen die van het verbod op zware metalen van artikel 4, lid 2, onder a), van die richtlijn zijn vrijgesteld. Een aantal van deze vrijstellingen verstrijkt op een in die bijlage gespecificeerde datum. Voertuigen die in de handel worden gebracht vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de betreffende vrijstelling kunnen zware metalen bevatten in de in bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG genoemde materialen en onderdelen.

(3)

Bepaalde vrijstellingen van het verbod van artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG dienen niet te worden verlengd omdat het gebruik van lood, kwik, cadmium en zeswaardig chroom in de betreffende toepassingen dankzij de technologische vooruitgang nu kan worden vermeden.

(4)

Bepaalde materialen en onderdelen die lood, kwik, cadmium en zeswaardig chroom bevatten, moeten vrijgesteld blijven van het verbod van artikel 4, lid 2, onder a), omdat het gebruik van bovenvermelde stoffen in die specifieke materialen en onderdelen nog steeds onvermijdelijk is. In sommige gevallen moet de einddatum van de geldigheidsduur van de vrijstelling worden herzien, zodat voldoende tijd beschikbaar is om de verboden stoffen in de toekomst uit te bannen.

(5)

In bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG, als gewijzigd bij Beschikking 2005/438/EG van de Commissie van 10 juni 2005 tot wijziging van bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken (2), is in de opmerkingen, derde streepje, bepaald dat na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, van het bepaalde in artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG zijn vrijgesteld. Deze vrijstelling maakt het mogelijk om voertuigen die vóór de inwerkingtreding van het verbod op zware metalen van artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG in de handel werden gebracht, te repareren met reserveonderdelen die aan dezelfde kwaliteits- en veiligheidseisen voldoen als de oorspronkelijke onderdelen.

(6)

Reserveonderdelen voor voertuigen die in de handel werden gebracht na 1 juli 2003 maar vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de betreffende vrijstelling krachtens bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG, vallen niet onder het bepaalde in de opmerkingen, derde streepje, van die bijlage. Bijgevolg moeten reserveonderdelen voor die voertuigen vrij zijn van zware metalen, zelfs als zij dienen ter vervanging van onderdelen die oorspronkelijk zware metalen bevatten.

(7)

In sommige gevallen is het technisch onmogelijk voertuigen te repareren met andere dan de oorspronkelijke onderdelen, aangezien in dat geval de afmetingen en de functionele eigenschappen van complete voertuigsystemen zouden moeten worden veranderd. Andere reserveonderdelen passen niet in de oorspronkelijk met zware metalen bevattende onderdelen uitgeruste voertuigsystemen, waardoor die voertuigen niet kunnen worden gerepareerd en misschien voortijdig moeten worden afgedankt. Daarom dient bijlage II dienovereenkomstig te worden gewijzigd. Deze beschikking dient slechts gedurende een beperkte periode van toepassing te zijn op een beperkt aantal voertuigen en materialen en onderdelen van voertuigen.

(8)

Aangezien de veiligheid van de consument van cruciaal belang is en hergebruik, retrofitting en verlenging van de levensduur van producten gunstig zijn voor het milieu, dienen er reserveonderdelen beschikbaar te zijn voor de reparatie van voertuigen die in de handel werden gebracht tussen 1 juli 2003 en de datum waarop een bepaalde vrijstelling verstrijkt. Het gebruik van lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom in materialen en onderdelen bestemd voor reserveonderdelen voor de reparatie van dergelijke voertuigen moet derhalve worden toegelaten.

(9)

Het is dienstig de formulering van de vrijstellingen af te stemmen op die van de andere milieurichtlijnen betreffende afvalstoffen die soortgelijke vrijstellingen bevatten.

(10)

Richtlijn 2000/53/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(11)

De maatregelen in deze beschikking zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is opgericht bij artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (3),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2008.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/33/EG (PB L 81 van 20.3.2008, blz. 62).

(2)  PB L 152 van 15.6.2005, blz. 19.

(3)  PB L 114 van 27.4.2006, blz. 9.


BIJLAGE

„BIJLAGE II

Van de toepassing van artikel 4, lid 2, onder a), vrijgestelde materialen en onderdelen

Materialen en onderdelen

Werkingssfeer en einde van de geldigheidsduur van de vrijstelling

Te merken of herkenbaar te maken overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder b), punt iv)

Lood als legeringselement

1.

Staal voor verwerkingsdoeleinden en verzinkt staal dat niet meer dan 0,35 gewichtsprocent lood bevat

 

 

2 a).

Aluminium voor verwerkingsdoeleinden dat niet meer dan 2 gewichtsprocent lood bevat

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

 

2 b).

Aluminium dat niet meer dan 1,5 gewichtsprocent lood bevat

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

2 c).

Aluminium dat niet meer dan 0,4 gewichtsprocent lood bevat

 

 

3.

Koperlegeringen die niet meer dan 4 gewichtsprocent lood bevatten

 

 

4 a).

Lagerschalen en -zuigers

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

4 b).

Lagerschalen en -zuigers in motoren, transmissies en airco-compressoren

1 juli 2011, en na die datum als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2011 in de handel zijn gebracht

 

Lood en loodverbindingen in onderdelen

5.

Accu's

 

X

6.

Trillingsdempers

 

X

7 a).

Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

 

7 b).

Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen die niet meer dan 0,5 gewichtsprocent lood bevatten

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2006 in de handel zijn gebracht

 

7 c).

Bindmiddelen voor elastomeren die in aandrijftoepassingen worden gebruikt, met een loodgehalte van niet meer dan 0,5 gewichtsprocent

1 juli 2009

 

8 a).

Soldeer in elektronische printplaten en andere elektrische toepassingen m.u.v. toepassingen op glas

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 31 december 2010 en reserveonderdelen voor deze voertuigen (toetsing in 2009)

X (1)

8 b).

Soldeer in elektrische toepassingen op glas

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 31 december 2010 en reserveonderdelen voor deze voertuigen (toetsing in 2009)

X (1)

9.

Klepzittingen

Als reserveonderdelen voor motortypes die vóór 1 juli 2003 zijn ontwikkeld

 

10.

Elektrische onderdelen die lood in een glascomposiet of een composiet met keramische matrix bevatten, met uitzondering van glas in lampen en glazuur van bougies

 

X (2)

(voor andere dan piëzo-onderdelen in motoren)

11.

Pyrotechnische ontstekers

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2006 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

Zeswaardig chroom

12 a).

Corrosiewerende beschermlagen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2007 in de handel zijn gebracht

 

12 b).

Corrosiewerende beschermlagen van schroefmoerverbindingen voor chassistoepassingen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

13.

Absorptiekoelkasten in caravans

 

X

Kwik

14 a).

Ontladingslampen voor koplampen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

14 b).

Fluorescentiebuizen voor instrumentenpanelen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

Cadmium

15.

Accu's voor elektrische voertuigen

31 december 2008, en na die datum als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 31 december 2008 in de handel zijn gebracht

 

Opmerkingen:

Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent lood, zeswaardig chroom en kwik in homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent cadmium in homogeen materiaal wordt toegestaan.

Het hergebruik van onderdelen van voertuigen die op de datum van het verstrijken van een vrijstelling al in de handel waren, wordt zonder beperking toegestaan aangezien dit niet onder artikel 4, lid 2, onder a), valt.

Na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, zijn vrijgesteld van het bepaalde in artikel 4, lid 2, onder a) (3).


(1)  Demontage als in correlatie met nummer 10 een gemiddelde drempelwaarde van 60 g per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze clausule worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.

(2)  Demontage als in correlatie met nummer 8 een gemiddelde drempelwaarde van 60 g per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze clausule worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.

(3)  Deze clausule is niet van toepassing op wielbalansgewichten, koolborstels voor elektrische motoren en remvoeringen.”