8.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/42


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 juli 2008

tot wijziging van Richtlijn 82/894/EEG van de Raad inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap teneinde bepaalde ziekten in de lijst van aangifteplichtige ziekten op te nemen en besmettelijke varkensverlamming van die lijst te schrappen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3943)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/650/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 82/894/EEG van de Raad inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap bevat de criteria voor de melding van dierziekten waarvan de aanwezigheid door de getroffen lidstaat aan de Commissie en de andere lidstaten gemeld moet worden.

(2)

Snelle aangifte van en informatieverstrekking over de aanwezigheid van die ziekten in de Gemeenschap is essentieel voor de bestrijding ervan en voor het verkeer van en de handel in levende dieren en dierlijke producten.

(3)

Overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (2) moeten de lidstaten het in bepaalde gevallen melden als een van de in bijlage IV bij die richtlijn vermelde ziekten bij aquacultuurdieren is bevestigd.

(4)

In bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG, waarin de dierziekten staan die aan de Commissie en de andere lidstaten gemeld moeten worden, worden wat visziekten betreft alleen infectieuze hematopoëtische necrose, infectieuze zalmanemie en virale hemorragische septikemie genoemd.

(5)

In bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG zijn epizoötische hematopoëtische necrose, epizoötisch ulceratief syndroom, besmetting met Bonamia exitiosa, besmetting met Bonamia ostreae, besmetting met Marteilia refringens, besmetting met Microcytos mackini, besmetting met Perkinsus marinus, Koiherpesvirus, besmetting met het taura-syndroom-virus, besmetting met het wittevlekkenvirus en besmetting met het yellow-head-virus ook als aangifteplichtige ziekten aangemerkt.

(6)

Die ziekten moeten daarom aan bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG worden toegevoegd. Ook moet bijlage II bij die richtlijn in verband met bepaalde bijzonderheden betreffende aquacultuurdieren worden aangepast.

(7)

Bij Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (3) is besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) van de lijst met zieken in bijlage I bij Richtlijn 92/119/EEG van de Raad (4) geschrapt, zodat aangifte van deze ziekte bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten niet meer verplicht is.

(8)

Die ziekte moet daarom van de lijst met ziekten in bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG worden geschrapt.

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG worden vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 augustus 2008.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 juli 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 378 van 31.12.1982, blz. 58. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/216/EG van de Commissie (PB L 67 van 5.3.2004, blz. 27).

(2)  PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2008/53/EG van de Commissie (PB L 117 van 1.5.2008, blz. 27).

(3)  PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2007/729/EG van de Commissie (PB L 294 van 13.11.2007, blz. 26).

(4)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/10/EG van de Commissie (PB L 63 van 1.3.2007, blz. 24).


BIJLAGE

BIJLAGE I

Ziekten waarvoor een aangifteplicht bestaat

A.   Ziekten bij landdieren

Paardenpest

Afrikaanse varkenspest

Aviaire influenza

Bluetongue

Boviene spongiforme encefalopathie

Klassieke varkenspest

Besmettelijke boviene pleuropneumonie

Dourine

Paardenencefalomyelitis (alle vormen, met inbegrip van Venezolaanse paardenencefalomyelitis)

Infectieuze anemie bij paarden

Mond-en-klauwzeer

Kwade droes

Besmettelijke nodulaire dermatose (lumpy skin disease)

Newcastle disease

Pest van kleine herkauwers („Peste des petits ruminants”)

Riftdalkoorts

Runderpest

Schapen- en geitenpokken

Kleine bijenkastkever (Aethina tumida)

Vesiculaire varkensziekte

Tropilaelapsmijt

Vesiculaire stomatitis

B.   Ziekten bij waterdieren

Epizoötische hematopoëtische necrose

Epizoötisch ulceratief syndroom

Virale hemorragische septikemie

Besmetting met het wittevlekkenvirus

Besmetting met het yellow-head-virus

Besmetting met het taura-syndroom-virus

Infectieuze hematopoëtische necrose

Infectieuze zalmanemie

Besmetting met Perkinsus marinus

Besmetting met Microcytos mackini

Besmetting met Marteilia refringens

Besmetting met Bonamia ostreae

Besmetting met Bonamia exitiosa

Koiherpesvirus

BIJLAGE II

A.   Gegevens met betrekking tot de primaire en de secundaire haard van de in bijlage I, onder A en B, vermelde ziekten, die bij de op grond van de artikelen 3 en 4 vereiste melding moeten worden verstrekt:

1.

Datum van verzending

2.

Tijd van verzending

3.

Land van oorsprong

4.

Naam van de ziekte en, in voorkomend geval, van het type virus

5.

Volgnummer van de haard

6.

Soort haard

7.

Referentienummer van de haard die in verband staat met deze haard

8.

Gebied en geografische ligging van het bedrijf

9.

Andere regio waarvoor beperkingen gelden

10.

Datum van bevestiging

11.

Datum waarop besmetting voor het eerst werd vermoed

12.

Geraamde datum van eerste besmetting

13.

Oorsprong van de ziekte

14.

Controlemaatregelen

15.

Aantal gevoelige dieren ter plekke: a) runderen, b) varkens, c) schapen, d) geiten, e) pluimvee, f) paardachtigen, g) in het geval van aquacultuurdieren het gewicht of het aantal gevoelige dieren × 1 000, h) wilde soorten, i) in geval van bijenziekten het aantal mogelijk betrokken bijenkasten

16.

Aantal klinisch aangetaste dieren ter plekke: a) runderen, b) varkens, c) schapen, d) geiten, e) pluimvee, f) paardachtigen, g) in het geval van aquacultuurdieren het gewicht of het aantal klinisch aangetaste dieren × 1 000, h) wilde soorten, i) in geval van bijenziekten het aantal klinisch aangetaste bijenkasten

17.

Aantal ter plekke gestorven dieren: a) runderen, b) varkens, c) schapen, d) geiten, e) pluimvee, f) paardachtigen, g) in het geval van aquacultuurdieren het gewicht of het aantal ter plekke gestorven dieren × 1 000, h) wilde soorten

18.

Aantal geslachte dieren: a) runderen, b) varkens, c) schapen, d) geiten, e) pluimvee, f) paardachtigen, g) in het geval van aquacultuurdieren voor zover van toepassing (alleen voor schaaldieren en vissen) het gewicht of het aantal geslachte dieren × 1 000, h) wilde soorten

19.

Aantal vernietigde karkassen: a) runderen, b) varkens, c) schapen, d) geiten, e) pluimvee, f) paardachtigen, g) in het geval van aquacultuurdieren voor zover van toepassing het gewicht of het aantal verwijderde dieren × 1 000, h) wilde soorten, i) in geval van bijenziekten het aantal vernietigde bijenkasten

20.

(Geschatte) datum waarop het doden is voltooid

21.

(Geschatte) datum waarop het vernietigen is voltooid

B.   Als het gaat om varkenspest, de volgende aanvullende gegevens:

1.

Afstand tot dichtstbijgelegen varkenshouderij

2.

Aantal en soort (fok-, mestvarkens en biggen (1)) varkens op de besmette bedrijven

3.

Aantal en soort (fok-, mestvarkens en biggen (1)) klinisch aangetaste varkens op de besmette bedrijven

4.

Diagnosemethode

5.

Als de besmetting niet op een bedrijf is bevestigd, aangeven of ze in een slachthuis of in een vervoermiddel is bevestigd

6.

Bevestiging van primaire haarden (2) bij wilde varkens

C.   In het geval van ziekten bij aquacultuurdieren zoals vermeld in bijlage I, onder B:

Bevestiging van haarden van exotische ziekten en van haarden van niet-exotische ziekten in voordien ziektevrije lidstaten, gebieden of compartimenten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2006/88/EG moeten als primaire haarden worden gemeld. De naam en een beschrijving van het gebied of compartiment moet worden opgenomen in het vrije tekstgedeelte.

Andere haarden dan de in het eerste streepje bedoelde moeten overeenkomstig artikel 4, lid 1, als secundaire haarden worden aangemerkt.

Secundaire haarden van ziekten bij aquacultuurdieren worden maandelijks gemeld.


(1)  Dieren jonger dan ongeveer drie maanden.

(2)  Primaire haarden bij wilde varkens zijn gevallen die voorkomen in niet-gecontroleerde gebieden, d.w.z. gebieden buiten die waarvoor beperkingen gelden in verband met klassieke varkenspest bij wilde varkens.