2.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 172/15


BESCHIKKING Nr. 626/2008/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 30 juni 2008

inzake de selectie en machtiging van systemen die mobiele satellietdiensten (MSS) leveren

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Zoals de Raad in zijn conclusies van 3 december 2004 heeft bevestigd, is een efficiënt en coherent gebruik van het radiospectrum van essentieel belang voor de ontwikkeling van elektronischecommunicatiediensten en draagt dit bij tot de stimulering van groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid; de toegang tot het spectrum moet worden vergemakkelijkt om de efficiëntie te verbeteren en innovatie alsmede een grotere flexibiliteit voor de gebruikers en meer keuze voor de consument te bevorderen, waarbij rekening moet worden gehouden met doelstellingen van algemeen belang.

(2)

Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 14 februari 2007 met als titel „Naar een Europees radiospectrumbeleid” (3) het belang van communicatie onderstreept voor plattelandsgebieden en minder ontwikkelde regio’s, die op doeltreffende wijze zouden kunnen worden geholpen door de verspreiding van de breedbandtechniek, mobiele communicatie bij lagere frequentie en nieuwe draadloze technologieën om tot een universele dekking in de 27 lidstaten te komen met het oog op een duurzame ontwikkeling van alle gebieden. Het Europees Parlement heeft tevens opgemerkt dat de regelingen van de lidstaten voor de toewijzing en exploitatie van spectrum sterk verschillen en dat deze verschillen ernstige belemmeringen vormen voor de verwezenlijking van een goed functionerende interne markt.

(3)

De Commissie heeft in haar mededeling van 26 april 2007 over het Europese ruimtebeleid tevens als doelstelling geformuleerd dat de introductie van innovatieve diensten voor satellietcommunicatie moet worden vergemakkelijkt, met name door de vraag in afgelegen en landelijke gebieden te bundelen, terwijl zij benadrukt dat er pan-Europese vergunningen voor satellietdiensten en spectrum moeten komen.

(4)

Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (4) is gericht op de bevordering van een efficiënt gebruik en de waarborging van een effectief beheer van de radiofrequenties en de nummervoorraad, het opheffen van de nog resterende belemmeringen voor het leveren van de desbetreffende netwerken en diensten, de waarborging dat er geen sprake is van verschil in behandeling en de bevordering van de aanleg en ontwikkeling van trans-Europese netwerken en de interoperabiliteit van pan-Europese diensten.

(5)

De introductie van nieuwe systemen die mobiele satellietdiensten (MSS) leveren, zal bijdragen tot de ontwikkeling van de interne markt en de concurrentie bevorderen door de beschikbaarheid van pan-Europese diensten en eind-tot-eindconnectiviteit op te voeren en efficiënte investeringen te stimuleren. MSS vormen een innovatief alternatief platform voor verschillende soorten pan-Europese telecommunicatie- en omroep/multicastingdiensten, ongeacht de locatie van eindgebruikers, zoals zeer snelle toegang tot internet/intranet, mobiele multimedia en openbare bescherming en rampenbestrijding. MSS zouden met name de dekking van landelijke gebieden in de Gemeenschap kunnen verbeteren, waarmee de digitale kloof in geografisch opzicht wordt overbrugd, en de culturele verscheidenheid en de pluriformiteit van de media worden versterkt, terwijl tegelijkertijd overeenkomstig de doelstellingen van de vernieuwde Lissabonstrategie wordt bijgedragen tot het concurrentievermogen van de Europese industrie voor informatie- en communicatietechnologie. Richtlijn 89/552/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn Audiovisuele mediadiensten) (5) moet, waar zulks relevant is, van toepassing zijn op audiovisuele mediadiensten die met systemen voor MSS worden doorgegeven.

(6)

Satellietcommunicatie is van nature een grensoverschrijdende zaak en komt derhalve in aanmerking voor internationale of regionale naast nationale regelgeving. Pan-Europese satellietdiensten zijn een belangrijk onderdeel van de interne markt en kunnen een aanzienlijke bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Unie, zoals de uitbreiding van de geografische dekking van breedband overeenkomstig het i2010-initiatief (6). Nieuwe toepassingen van mobiele satellietsystemen zullen de komende jaren naar voren komen.

(7)

Beschikking 2007/98/EG van de Commissie van 14 februari 2007 betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 2 GHz-frequentieband voor de implementatie van systemen voor mobiele satellietdiensten (7) bepaalt dat de lidstaten deze frequentiebanden met ingang van 1 juli 2007 beschikbaar stellen voor systemen die in de Gemeenschap MSS leveren.

(8)

Onder het technisch beheer van radiospectrum, zoals georganiseerd door Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) (8) in het algemeen en Beschikking 2007/98/EG in het bijzonder, vallen niet de procedures voor de toewijzing van spectrum en de verlening van gebruiksrechten voor radiofrequenties.

(9)

Met uitzondering van artikel 8 van Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn) (9) worden de exploitanten van mobiele satellietdiensten uit hoofde van het bestaande communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie op nationaal niveau geselecteerd en gemachtigd.

(10)

De regelgeving van de Internationale Telecommunicatie-Unie (ITU) voorziet in procedures voor de coördinatie van satellietradiofrequenties als instrument om schadelijke interferentie onder controle te houden, maar bevat geen informatie inzake selectie of machtiging.

(11)

Om te voorkomen dat de lidstaten beslissingen nemen die tot een versnippering van de interne markt zouden kunnen leiden en de in artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG genoemde doelstellingen zouden kunnen ondermijnen, moeten de selectiecriteria voor mobiele satellietsystemen bij uitzondering worden geharmoniseerd zodat de selectieprocedure ertoe leidt dat in de gehele Europese Unie MSS beschikbaar is. Vanwege de hoge aanloopinvesteringen die voor de ontwikkeling van mobiele satellietdiensten nodig zijn en de grote technologische en financiële risico’s die daarmee gepaard gaan, is een schaalvoordeel voor dergelijke systemen in de vorm van een brede pan-Europese geografische dekking nodig, zodat ze economisch levensvatbaar blijven.

(12)

Bovendien is voor een succesvolle lancering van MSS coördinatie van het regelgevend optreden van de lidstaten nodig. Verschillen in de nationale selectieprocedures zouden toch nog tot een versnippering van de interne markt kunnen leiden door uiteenlopende toepassing van de selectiecriteria, zoals de weging van de criteria, of verschillende tijdschema’s voor de selectieprocedures. Dit zou leiden tot een lappendeken van geselecteerde aanvragers, wat in tegenspraak is met de pan-Europese aard van deze MSS. Wanneer door verschillende lidstaten verschillende exploitanten van mobiele satellietsystemen worden geselecteerd, kan dit leiden tot complexe situaties met schadelijke interferentie of kan dit zelfs betekenen dat een geselecteerde exploitant geen pan-Europese satellietdienst kan leveren, bijvoorbeeld wanneer aan deze exploitant in verschillende lidstaten verschillende radiofrequenties worden toegewezen. Daarom moet de harmonisatie van de selectiecriteria worden aangevuld met de vaststelling van een gemeenschappelijk selectiemechanisme dat voor een gecoördineerd selectieresultaat voor alle lidstaten zorgt.

(13)

Aangezien bij de machtiging van de geselecteerde exploitanten van mobiele satellietsystemen voorwaarden aan deze machtigingen worden verbonden en derhalve rekening moet worden gehouden met een breed scala van nationale bepalingen op het gebied van elektronische communicatie, moet de machtiging door de bevoegde instanties van de lidstaten worden geregeld. Om voor een consistente aanpak van de machtiging in de verschillende lidstaten te zorgen moeten er echter op communautair niveau bepalingen worden vastgesteld voor de gesynchroniseerde toewijzing van spectrum en voor geharmoniseerde machtigingsvoorwaarden, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan specifieke nationale voorwaarden die verenigbaar zijn met het communautaire recht.

(14)

MSS kunnen over het algemeen geografische gebieden bereiken die door andere elektronischecommunicatiediensten niet goed bestreken worden, zoals landelijke gebieden. Gecoördineerde selectie en machtiging van nieuwe systemen die MSS leveren moet daarom een belangrijke rol kunnen spelen bij het overbruggen van de digitale kloof door verbetering van toegankelijkheid, snelheid en kwaliteit van elektronischecommunicatiediensten in deze gebieden, waarmee aldus bijgedragen wordt tot de sociale cohesie. Het voorgestelde gebied dat door de MSS wordt bestreken (dekkingsgebied) en het tijdschema voor de levering van de MSS in alle lidstaten zijn daarom belangrijke kenmerken, waarmee bij de selectieprocedure terdege rekening moet worden gehouden.

(15)

Aangezien de lancering van MSS relatief veel tijd en complexe technische ontwikkelingsfasen vereist, moeten als onderdeel van de selectieprocedure de vorderingen bij de technische en commerciële ontwikkeling van mobiele satellietsystemen worden geëvalueerd.

(16)

Coördinatie van satellietradiofrequenties is van kritisch belang voor de daadwerkelijke levering van MSS in de lidstaten en moet daarom in de overwegingen worden betrokken wanneer de geloofwaardigheid van aanvragers en de levensvatbaarheid van de voorgestelde mobiele satellietsystemen in de selectieprocedure worden beoordeeld.

(17)

Met de vergelijkende selectieprocedure moet ernaar worden gestreefd mobiele satellietsystmen in de 2 GHz-frequentieband onverwijld in gebruik te nemen, met inachtneming van het recht van aanvragers om op een eerlijke en niet-discriminerende basis aan de selectieprocedure deel te nemen.

(18)

Complementaire grondcomponenten vormen een onlosmakelijk onderdeel van een mobiel satellietsysteem en hebben typisch ten doel de per satelliet aangeboden diensten te verbeteren in gebieden waar een ononderbroken directzichtverbinding met de satelliet ten gevolge van onderbrekingen van de horizon door bebouwing of terreingesteldheid niet gegarandeerd is. Overeenkomstig Beschikking 2007/98/EG gebruiken complementaire grondcomponenten dezelfde frequentiebanden als MSS (1 980 tot 2 010 MHz en 2 170 tot 2 200 MHz). De machtiging van dergelijke complementaire grondcomponenten zal derhalve voornamelijk afhangen van de plaatselijke omstandigheden. Ze moeten daarom, met inachtneming van voorwaarden die bij het communautaire recht worden vastgesteld, op nationaal niveau worden geselecteerd en gemachtigd. Dit hoeft geen afbreuk te doen aan de specifieke verzoeken van de bevoegde nationale instanties aan de geselecteerde aanvragers dat zij technische informatie verstrekken die aangeeft hoe bepaalde complementaire grondcomponenten de beschikbaarheid van de voorgestelde MSS kunnen verbeteren in geografische gebieden waar de communicatie met een of meer ruimtestations niet met de vereiste kwaliteit kan worden gewaarborgd, tenzij die informatie reeds overeenkomstig titel II verstrekt is.

(19)

Vanwege de beperkte hoeveelheid beschikbaar radiospectrum zal ook het aantal ondernemingen dat kan worden geselecteerd en gemachtigd, uiteraard beperkt zijn. Als het selectieproces echter tot de conclusie leidt dat er geen gebrek aan radiospectrum is, moeten alle in aanmerking komende aanvragers geselecteerd worden. De beperkte hoeveelheid beschikbaar radiospectrum kan tot gevolg hebben dat een fusie of overname van een exploitant van MSS met of door een andere exploitant tot aanzienlijke inperking van de concurrentie leidt en daarom in het kader van de mededingingsregels onderzocht moet worden.

(20)

Het recht om de specifieke toegewezen radiofrequenties te gebruiken dient de geselecteerde aanvragers zo spoedig mogelijk na selectie te worden verleend, overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2002/20/EG.

(21)

Besluiten over intrekking van machtigingen in verband met MSS of complementaire grondcomponenten wegens niet-naleving van verplichtingen dienen op nationaal niveau te worden ten uitvoer gelegd.

(22)

De monitoring van het gebruik van radiospectrum door de geselecteerde en gemachtigde exploitanten van mobiele satellietsystemen en eventueel vereiste executiemaatregelen vinden weliswaar op nationaal niveau plaats, maar het moet voor de Commissie mogelijk blijven de concrete regeling voor een gecoördineerde monitoring- en/of executieprocedure vast te stellen. Waar nodig moet de Commissie het recht krijgen om eventuele executiemaatregelen in verband met de naleving door de exploitanten van de gemeenschappelijke machtigingsvoorwaarden, met name vereisten inzake dekking, aan de orde te stellen.

(23)

De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (10). Besluiten over de selectie van aanvragers moeten overeenkomstig de regelgevingsprocedure worden vastgesteld, gezien het belang van de communautaire procedure voor eventuele latere nationale machtigingsprocedures.

(24)

In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om de nadere regelingen voor de gecoördineerde toepassing van de handhavingsregels vast te stellen. Aangezien het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze beschikking door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële elementen, moeten ze worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bepaald in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

(25)

Aangezien de doelstelling van deze beschikking, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de selectie en machtiging van exploitanten van mobiele satellietsystemen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze beschikking niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

TITEL I

DOEL, WERKINGSSFEER EN DEFINITIES

Artikel 1

Doel en werkingssfeer

1.   Deze beschikking heeft tot doel de ontwikkeling van een op concurrentie gebaseerde interne markt voor mobiele satellietdiensten (MSS) in de gehele Gemeenschap te vergemakkelijken en gaandeweg dekking in alle lidstaten te bereiken.

Bij deze beschikking wordt een communautaire procedure ingesteld voor de gemeenschappelijke selectie van exploitanten van mobiele satellietsystemen die overeenkomstig Beschikking 2007/98/EG de 2 GHz-frequentieband gebruiken, die bestaat uit radiospectrum van 1 980 tot 2 010 MHz voor aarde-ruimtecommunicatie en van 2 170 tot 2 200 MHz voor ruimte-aardecommunicatie. Voorts worden bepalingen vastgesteld voor de gecoördineerde machtiging door de lidstaten van de geselecteerde exploitanten voor het gebruik van het toegewezen radiospectrum binnen deze band voor de exploitatie van mobiele satellietsystemen.

2.   De exploitanten van mobiele satellietsystemen worden via een communautaire procedure overeenkomstig titel II geselecteerd.

3.   De geselecteerde exploitanten van mobiele satellietsystemen worden door de lidstaten overeenkomstig titel III gemachtigd.

4.   De exploitanten van complementaire grondcomponenten van mobiele satellietsystemen worden door de lidstaten overeenkomstig titel III gemachtigd.

Artikel 2

Definities

1.   De definities van Richtlijn 2002/21/EG en Richtlijn 2002/20/EG zijn ook voor deze beschikking van toepassing.

2.   Daarnaast zijn tevens de volgende definities van toepassing:

a)

onder „mobiele satellietsystemen” wordt verstaan: elektronischecommunicatienetwerken en de bijbehorende voorzieningen waarmee radiocommunicatiediensten kunnen worden geleverd tussen een mobiel grondstation en een of meer ruimtestations of tussen mobiele grondstations via een of meer ruimtestations dan wel tussen een mobiel grondstation en een of meer complementaire grondcomponenten die op vaste locaties worden gebruikt. Een dergelijk systeem omvat ten minste één ruimtestation;

b)

onder „complementaire grondcomponenten” van mobiele satellietsystemen wordt verstaan: grondstations die op vaste locaties worden gebruikt om de beschikbaarheid van de MSS te verbeteren in geografische gebieden binnen het dekkingsgebied van de satelliet(en) van het systeem waar de communicatie met een of meer ruimtestations niet met de vereiste kwaliteit kan worden gewaarborgd.

TITEL II

SELECTIEPROCEDURE

Artikel 3

Vergelijkende selectieprocedure

1.   Door de Commissie wordt een vergelijkende selectieprocedure georganiseerd voor de selectie van exploitanten van mobiele satellietsystemen. De Commissie wordt bijgestaan door het in artikel 10, lid 1, bedoelde comité voor communicatie.

2.   De aanvragers krijgen een eerlijke en niet-discriminerende mogelijkheid om deel te nemen aan de vergelijkende selectieprocedure, die transparant is.

De oproep voor aanvragers wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

3.   Toegang tot documenten die met de vergelijkende selectieprocedure verband houden, met inbegrip van de aanvragen, wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (11).

4.   De Commissie kan externe deskundigen om advies en hulp vragen voor de analyse en/of beoordeling van de aanvragen. Deze externe deskundigen worden op basis van hun deskundigheid en hoge mate van onafhankelijkheid en onpartijdigheid gekozen.

Artikel 4

Ontvankelijkheid van aanvragen

1.   De volgende ontvankelijkheidseisen zijn van toepassing:

a)

de aanvrager is in de Gemeenschap gevestigd;

b)

in de aanvraag wordt de gevraagde hoeveelheid radiospectrum, met als maximum 15 MHz voor aarde-ruimtecommunicatie en 15 MHz voor ruimte-aardecommunicatie voor een aanvrager, vermeld en worden verklaringen en bewijsmateriaal verstrekt over het gevraagde radiospectrum, de vereiste mijlpalen en de selectiecriteria;

c)

bij de aanvraag wordt een verklaring gevoegd waarin de aanvrager toezegt dat:

i)

het voorgestelde mobiele satellietsysteem vanaf het tijdstip dat de levering van de MSS begint, een dekkingsgebied van ten minste 60 % van het totale landoppervlak van de lidstaten heeft;

ii)

de MSS in alle lidstaten en voor ten minste 50 % van de bevolking beschikbaar is en ten minste 60 % van het totale landoppervlak van elke lidstaat bestrijkt op een door de aanvrager aan te geven tijdstip doch niet later dan zeven jaar na de datum van bekendmaking van het overeenkomstig artikel 5, lid 2, of artikel 6, lid 3, door de Commissie genomen besluit.

2.   De aanvraag wordt bij de Commissie ingediend. De Commissie kan van aanvragers verlangen dat zij binnen een gespecificeerde periode van vijf tot twintig werkdagen aanvullende informatie betreffende vervulling van de ontvankelijkheidseisen verstrekken. Als deze informatie niet binnen de gespecificeerde periode wordt verstrekt, wordt de aanvraag geacht onontvankelijk te zijn.

3.   De Commissie beslist of de aanvraag ontvankelijk is. Een beslissing van de Commissie over aanvragen die niet ontvankelijk zijn, wordt met redenen omkleed en volgens de raadplegingsprocedure van artikel 10, lid 2, genomen.

4.   De Commissie deelt de aanvragers onmiddellijk mee of hun aanvraag als ontvankelijk wordt beschouwd en publiceert de lijst van ontvankelijke aanvragers.

Artikel 5

Eerste selectiefase

1.   Binnen 40 werkdagen na de publicatie van de lijst van ontvankelijke aanvragers beoordeelt de Commissie of de aanvragers het vereiste technische en commerciële ontwikkelingsniveau van hun respectieve mobiele satellietsystemen hebben aangetoond. Bij deze beoordeling wordt uitgegaan van de succesvolle voltooiing van mijlpalen één tot en met vijf die in de bijlage worden vermeld. Gedurende de hele eerste selectiefase wordt rekening gehouden met de geloofwaardigheid van de aanvragers en de levensvatbaarheid van de voorgestelde mobiele satellietsystemen.

2.   Indien de totale vraag naar radiospectrum, aangevraagd door in aanmerking komende aanvragers die niet krachtens lid 1 van dit artikel zijn afgewezen, niet groter is dan de beschikbare hoeveelheid radiospectrum die in artikel 1, lid 1, is vastgesteld, bepaalt de Commissie in een met redenen omkleed besluit volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 10, lid 3, dat alle in aanmerking komende aanvragers worden geselecteerd en bepaalt zij voor welke respectieve frequenties elke geselecteerde aanvrager een machtiging krijgt om deze in elke lidstaat te gebruiken overeenkomstig titel III.

3.   De Commissie deelt de aanvragers onmiddellijk mee of hun aanvraag als voor de tweede selectiefase in aanmerking komend wordt beschouwd of overeenkomstig lid 2 is geselecteerd. De Commissie publiceert de lijst van in aanmerking komende of geselecteerde aanvragers. In aanmerking komende aanvragers die de selectieprocedure niet wensen te vervolgen en geselecteerde aanvragers die de radiofrequenties niet wensen te gebruiken, stellen de Commissie daarvan binnen 30 werkdagen na deze publicatie schriftelijk in kennis.

Artikel 6

Tweede selectiefase

1.   Indien de totale vraag naar radiospectrum, aangevraagd door in aanmerking komende aanvragers die niet in de eerste selectiefase zijn afgewezen, groter is dan de beschikbare hoeveelheid radiospectrum die krachtens artikel 1, lid 1, is vastgesteld, selecteert de Commissie de in aanmerking komende aanvragers door na te gaan in hoeverre de door hen voorgestelde mobiele satellietsystemen aan de volgende gewogen selectiecriteria voldoen:

a)

voordelen voor de consument en de mededinging (wegingsfactor 20 %), bestaande uit de volgende twee subcriteria:

i)

het aantal eindgebruikers en het scala aan MSS die worden aangeboden op de datum waarop de ononderbroken levering van commerciële MSS begint;

ii)

de datum waarop de ononderbroken levering van commerciële MSS begint;

b)

spectrumefficiëntie (wegingsfactor 20 %), bestaande uit de volgende twee subcriteria:

i)

de totale hoeveelheid van het vereiste spectrum;

ii)

de geaggregeerde datastroomcapaciteit;

c)

pan-EU geografische dekking (wegingsfactor 40 %), bestaande uit de volgende drie subcriteria:

i)

het aantal lidstaten waar ten minste 50 % van de bevolking zich in het dekkingsgebied bevindt op de datum waarop de ononderbroken levering van commerciële MSS begint;

ii)

de mate van geografische dekking, gebaseerd op het dekkingsgebied van het totale landoppervlak van de lidstaten, op de datum waarop de ononderbroken levering van commerciële MSS begint;

iii)

het door de aanvrager genoemde tijdstip waarop de MSS beschikbaar zal zijn in alle lidstaten en voor ten minste 50 % van de bevolking en ten minste 60 % van het totale landoppervlak van elke lidstaat bestrijkt;

d)

de mate waarin de overheidsbeleidsdoelstellingen die niet onder de onder a), b) en c) bedoelde criteria vallen, bereikt worden (wegingsfactor 20 %) overeenkomstig de volgende drie subcriteria met gelijk gewicht:

i)

de levering van diensten van algemeen belang die bijdragen tot de bescherming van de volksgezondheid, de veiligheid of de zekerheid van de burgers in het algemeen of van specifieke groepen burgers;

ii)

de integriteit en veiligheid van diensten;

iii)

het scala aan diensten die verleend worden aan consumenten in landelijke of verafgelegen gebieden.

2.   Eventuele regels voor de tenuitvoerlegging van dit artikel worden door de Commissie volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 10, lid 3, vastgesteld. Gedurende de hele tweede selectiefase wordt rekening gehouden met de geloofwaardigheid van de aanvragers en de levensvatbaarheid van de voorgestelde mobiele satellietsystemen.

3.   Binnen 80 werkdagen na de publicatie van de tijdens de eerste selectiefase vastgestelde lijst van in aanmerking komende aanvragers stelt de Commissie aan de hand van het rapport van het panel van externe deskundigen, voor zover van toepassing, en volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 10, lid 3, een besluit over de selectie van aanvragers vast. In het besluit wordt bepaald welke aanvragers worden geselecteerd, gerangschikt naar de mate waarin zij aan de selectiecriteria voldoen, de argumenten waarop het besluit berust, en voor welke frequenties elke geselecteerde aanvrager wordt gemachtigd om deze in elke lidstaat te gebruiken overeenkomstig titel III.

4.   Besluiten genomen overeenkomstig artikel 5, lid 2, of artikel 6, lid 3, worden uiterlijk een maand na vaststelling door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd.

TITEL III

MACHTIGING

Artikel 7

Machtiging van de geselecteerde aanvragers

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de geselecteerde aanvragers, overeenkomstig het tijdschema en het dekkingsgebied waartoe de aanvragers zich hebben verbonden, overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder c), en volgens het nationale en communautaire recht, het gebruiksrecht krijgen voor de specifieke radiofrequentie die is bepaald in het krachtens artikel 5, lid 2, of artikel 6, lid 3, vastgestelde besluit van de Commissie, alsmede het recht om een mobiel satellietsysteem te exploiteren. Zij stellen de geselecteerde aanvragers dienovereenkomstig van deze rechten in kennis.

2.   Voor de onder lid 1 vallende rechten gelden de volgende gemeenschappelijke voorwaarden:

a)

de geselecteerde aanvragers gebruiken het toegewezen radiospectrum voor de levering van MSS;

b)

de geselecteerde aanvragers voldoen binnen 24 maanden na het overeenkomstig artikel 5, lid 2, of artikel 6, lid 3, vastgestelde selectiebesluit aan de in de bijlage vermelde mijlpalen zes tot en met negen;

c)

de geselecteerde aanvragers komen elke in hun aanvragen vermelde of tijdens de vergelijkende selectieprocedure gedane toezegging na, ongeacht of de totale vraag naar radiospectrum groter is dan de beschikbare hoeveelheid of niet;

d)

de geselecteerde aanvragers dienen een jaarlijks verslag in bij de bevoegde instanties van alle lidstaten waarin een gedetailleerd overzicht wordt gegeven van de stand van zaken bij de ontwikkeling van hun voorgesteld mobiel satellietsysteem;

e)

alle vereiste gebruiksrechten en machtigingen worden verleend voor de duur van achttien jaar vanaf de datum waarop het selectiebesluit overeenkomstig artikel 5, lid 2, of artikel 6, lid 3, is vastgesteld.

3.   De lidstaten kunnen overeenkomstig Beschikking 2007/98/EG spectrumgebruiksrechten als bedoeld in artikel 1, lid 1, toekennen voor de tijd en in de mate dat zij buiten het dekkingsgebied dat overeenkomstig deze beschikking is toegezegd door de geselecteerde aanvragers blijven.

4.   De lidstaten kunnen overeenkomstig de communautaire wetgeving, met inbegrip van de Richtlijn 2002/20/EG, objectief gegronde, niet-discriminerende, evenredige en transparante verplichtingen opleggen om de communicatie tussen de hulpdiensten en de autoriteiten tijdens ernstige rampen te waarborgen.

Artikel 8

Complementaire grondcomponenten

1.   De lidstaten zorgen er overeenkomstig de nationale en communautaire wetgeving voor dat hun bevoegde instanties de aanvragers die overeenkomstig titel II zijn geselecteerd en krachtens artikel 7 zijn gemachtigd om het spectrum te gebruiken, de machtigingen verlenen die nodig zijn voor de levering van complementaire grondcomponenten van mobiele satellietsystemen op hun grondgebied.

2.   De lidstaten selecteren of machtigen geen exploitanten van complementaire grondcomponenten van mobiele satellietsystemen voordat de selectieprocedure van titel II wordt afgerond door een besluit van de Commissie dat is vastgesteld krachtens artikel 5, lid 2, of artikel 6, lid 3. Dit laat het gebruik van de 2 GHz-frequentieband door andere systemen dan degene die MSS leveren overeenkomstig Beschikking 2007/98/EG onverlet.

3.   Voor nationale machtigingen die worden verleend voor de exploitatie van complementaire grondcomponenten van mobiele satellietsystemen in de 2 GHz-frequentieband, gelden de volgende gemeenschappelijke voorwaarden:

a)

de exploitanten gebruiken het toegewezen radiospectrum voor de levering van complementaire grondcomponenten van mobiele satellietsystemen;

b)

complementaire grondcomponenten maken integraal deel uit van een mobiel satellietsysteem en staan onder controle van het satellietcapaciteit- en netwerkbeheersmechanisme; ze gebruiken dezelfde transmissierichting en dezelfde gedeeltes van frequentiebanden als de bijbehorende satellietcomponenten en verhogen niet de spectrumbehoefte van het bijbehorende mobiele satellietsysteem;

c)

een onafhankelijke exploitatie van complementaire grondcomponenten wanneer de satellietcomponent van het bijbehorende mobiele satellietsysteem defect is, duurt niet langer dan 18 maanden;

d)

de gebruiksrechten en machtigingen worden verleend voor een periode die niet later eindigt dan het moment waarop de machtiging van het bijbehorende mobiele satellietsysteem verstrijkt.

Artikel 9

Monitoring en handhaving

1.   Geselecteerde exploitanten zijn verantwoordelijk voor de naleving van alle voorwaarden die voor hun machtigingen gelden en voor de betaling van alle toepasselijke machtigings- en/of gebruiksvergoedingen en -heffingen die krachtens het recht van de lidstaten verschuldigd zijn.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de handhavingsregels, met inbegrip van de regels inzake sancties in geval van inbreuken op de gemeenschappelijke voorwaarden als bedoeld in artikel 7, lid 2, in overeenstemming zijn met de communautaire regelgeving en met name artikel 10 van de Richtlijn 2002/20/EG. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

De lidstaten monitoren de naleving van de gemeenschappelijke voorwaarden en nemen passende maatregelen bij niet-naleving. De lidstaten stellen de Commissie jaarlijks in kennis van de resultaten van deze monitoring, indien bepaalde gemeenschappelijke voorwaarden niet zijn nageleefd en er executiemaatregelen genomen zijn.

De Commissie kan elke veronderstelde specifieke inbreuk op de gemeenschappelijke voorwaarden onderzoeken, bijgestaan door het in artikel 10, lid 1, bedoelde comité voor communicatie. Wanneer een lidstaat een specifieke inbreuk bij de Commissie meldt, stelt de Commissie een onderzoek in, bijgestaan door het comité voor communicatie.

3.   Maatregelen ter bepaling van eventuele passende regelingen voor gecoördineerde toepassing van de in lid 2 bedoelde handhavingsregels, met inbegrip van de regels voor gecoördineerde opschorting of intrekking van machtigingen vanwege inbreuken op de in artikel 7, lid 2, bedoelde gemeenschappelijke voorwaarden, die beogen niet-essentiële elementen van deze beschikking te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 10, lid 4.

TITEL IV

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 22 van Richtlijn 2002/21/EG ingestelde comité voor communicatie.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

4.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4 en lid 5, onder b), en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijnen worden vastgesteld op één maand.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 12

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitster

M. KUCLER DOLINAR


(1)  PB C 44 van 16.2.2008, blz. 50.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 21 mei 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 23 juni 2008.

(3)  PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 364.

(4)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 717/2007 (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 32).

(5)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/65/EG (PB L 332 van 18.12.2007, blz. 27).

(6)  Mededeling van de Commissie van 1 juni 2005 getiteld „i2010 — Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”.

(7)  PB L 43 van 15.2.2007, blz. 32.

(8)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.

(9)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21.

(10)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

(11)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.


BIJLAGE

MIJLPALEN

1.   Indiening van een coördinatieverzoek bij de Internationale Telecommunicatie-Unie (ITU)

De aanvrager levert het bewijs dat de administratie die verantwoordelijk is voor de registratie bij de ITU van een mobiel satellietsysteem voor de levering van commerciële MSS binnen het grondgebied van de lidstaten, de relevante informatie van bijlage 4 van het radioreglement van de ITU heeft overgelegd.

2.   Fabricage van de satellieten

De aanvrager levert het bewijs dat er een bindende overeenkomst bestaat voor de fabricage van zijn satellieten die nodig zijn voor de levering van commerciële MSS op het grondgebied van de lidstaten. In het document worden de fabricagemijlpalen aangegeven die leiden tot de voltooiing van de fabricage van de satellieten die nodig zijn voor het verrichten van commerciële MSS. Het document wordt ondertekend door de aanvrager en de onderneming die de satellieten fabriceert.

3.   Overeenkomst voor de lancering van de satellieten

De aanvrager levert het bewijs dat er een bindende overeenkomst bestaat voor de lancering van het minimumaantal satellieten dat nodig is voor het ononderbroken leveren van een commerciële MSS op het grondgebied van de lidstaten. In het document worden de lanceringsdata en -diensten, en de contractbepalingen en -voorwaarden met betrekking tot schadevergoeding aangegeven. Het document wordt ondertekend door de exploitant van het mobiele satellietsysteem en de onderneming die de satellieten lanceert.

4.   Gateway-grondstations

De aanvrager levert het bewijs dat er een bindende overeenkomst bestaat voor de bouw en installatie van Gateway-grondstations die zullen worden gebruikt voor het leveren van commerciële MSS op het grondgebied van de lidstaten.

5.   Voltooiing van de kritische ontwerpevaluatie („Critical Design Review”)

De kritische ontwerpevaluatie is het moment in het implementatieproces van het ruimteschip waarop de ontwerp- en ontwikkelingsfase eindigt en de fabricagefase begint.

De aanvrager levert het bewijs van de afronding, uiterlijk 80 werkdagen na de indiening van de aanvraag, van de kritische ontwerpevaluatie, overeenkomstig de constructiemijlpalen in de overeenkomst voor de satellietfabricage. Het desbetreffende document, waarin de datum van voltooiing van de kritische ontwerpevaluatie vermeld staat, wordt ondertekend door de onderneming die de satellieten fabriceert.

6.   Koppeling („mating”) van de satellieten

Koppeling is het stadium in het implementatieproces van het ruimteschip waarin de communicatiemodule in de dienstmodule wordt geïntegreerd.

De aanvrager levert het bewijs dat de Test Readiness Review voor de koppeling van de communicatie- aan de dienstmodule heeft plaatsgevonden overeenkomstig de constructiemijlpalen in de overeenkomst voor de satellietfabricage. Het desbetreffende document, waarin de datum van voltooiing van de satellietkoppeling vermeld staat, wordt ondertekend door de onderneming die de satellieten fabriceert.

7.   Lancering van de satellieten

De aanvrager levert het bewijs dat het aantal satellieten dat nodig is voor het ononderbroken leveren van commerciële MSS op het grondgebied van de lidstaten succesvol gelanceerd en in een baan om de aarde gebracht is.

8.   Frequentiecoördinatie

De aanvrager levert duidelijk bewijs van de succesvolle frequentiecoördinatie van het systeem met andere mobiele satellietsystemen, overeenkomstig de relevante bepalingen van het radioreglement van de ITU. Echter, een systeem dat aantoont dat het aan de mijlpalen één tot en met zeven voldoet, is in dit stadium niet verplicht het bewijs te leveren van de afronding van de succesvolle frequentiecoördinatie met die mobiele satellietsystemen die niet adequaat en op redelijkerwijs te verwachten wijze aan de mijlpalen een tot en met zeven voldoen.

9.   Levering van MSS binnen het grondgebied van de lidstaten

De aanvrager levert het bewijs dat hij op de datum waarop de levering van de MSS begint daadwerkelijk de commerciële MSS op het grondgebied van de lidstaten ononderbroken levert met gebruikmaking van de satellieten die de aanvrager in het kader van mijlpaal drie heeft aangewezen ter dekking van de geografische zone zoals in de aanvraag vermeld.