29.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 115/41


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 25 april 2008

tot wijziging van Beschikking 2006/133/EG tot tijdelijke verplichting van de lidstaten om ten aanzien van andere gebieden in Portugal dan die waarvan bekend is dat Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) er niet voorkomt, aanvullende maatregelen te nemen teneinde de verspreiding ervan tegen te gaan

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1580)

(2008/340/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 16, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Beschikking 2006/133/EG van de Commissie van 13 februari 2006 tot tijdelijke verplichting van de lidstaten om ten aanzien van andere gebieden in Portugal dan die waarvan bekend is dat Bursaphelenchus xylophilus (Steiner en Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) er niet voorkomt, aanvullende maatregelen te nemen teneinde de verspreiding ervan tegen te gaan (2), heeft Portugal maatregelen genomen tegen de verspreiding van het dennenaaltje.

(2)

Portugal heeft naar de Commissie een verslag over de uitvoering van die maatregelen in 2007 gestuurd, waaruit blijkt dat het dennenaaltje zich niet buiten de afgebakende gebieden heeft verspreid, maar in die gebieden aanwezig blijft.

(3)

De uitvoering van de Portugese maatregelen in 2007 is door het Permanent Plantenziektekundig Comité tijdens zijn vergadering van 26-27 november 2007 geëvalueerd. Het comité heeft geconcludeerd dat de door Beschikking 2006/133/EG beoogde verlaging van de infectiegraad in de afgebakende gebieden nog niet volledig was bereikt.

(4)

Daarom moet Portugal dergelijke maatregelen in de vorm van een uitroeiingsprogramma blijven nemen tot en met 31 maart 2012, een realistische periode om aanzienlijke vooruitgang bij de bestrijding van het dennenaaltje te boeken.

(5)

Om de doeltreffendheid van die maatregelen bij geïsoleerde uitbraken in de bufferzone van het afgebakende gebied te vergroten, moet een „kerngebied” worden vastgesteld in de bufferzone waar vatbare planten worden verwijderd. Rond het kerngebied moet er een zone zijn waar vatbare planten regelmatig worden gecontroleerd („veiligheidszone”).

(6)

De voorschriften voor het vervoer van vatbaar hout in de vorm van verpakkingsmateriaal afkomstig uit het afgebakende gebied moeten worden aangepast aan de internationale norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen inzake „Guidelines for regulating wood packaging material in international trade” (richtsnoeren voor de reglementering inzake verpakkingsmateriaal van hout in het internationale handelsverkeer).

(7)

Beschikking 2006/133/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2006/133/EG wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Tot en met 31 maart 2012 zorgt Portugal ervoor dat de in de bijlage vastgestelde voorwaarden worden nageleefd ten aanzien van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten die binnen de overeenkomstig artikel 5 afgebakende Portugese gebieden, of vanuit die gebieden naar andere gebieden in Portugal of naar andere lidstaten worden vervoerd.

Tot en met 31 maart 2012 voert Portugal een uitroeiingprogramma uit om de verspreiding van het dennenaaltje te bestrijden met als doel de plaag uiteindelijk uit te roeien. Dat programma bevat bijzonderheden betreffende het beheer, in het afgebakende gebied, van plantensoorten waarvan bekend is dat zij onder de in Portugal heersende omstandigheden zeer vatbaar voor het dennenaaltje zijn. Dit programma wordt jaarlijks uiterlijk op 31 december opnieuw bekeken.”.

2.

In artikel 4, tweede alinea, worden de woorden „vóór 15 december 2006 en 15 december 2007” vervangen door „jaarlijks vóór 15 december”.

3.

De bijlage bij Beschikking 2006/133/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 april 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/41/EG van de Commissie (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 51).

(2)  PB L 52 van 23.2.2006, blz. 34.


BIJLAGE

De bijlage bij Beschikking 2006/133/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 1, onder e), wordt vervangen door:

„e)

vatbaar hout in de vorm van pakkisten, kratten, trommels of vergelijkbare verpakkingen, laadborden, laadkisten of andere laadplateaus, en opzetranden voor laadborden, al dan niet daadwerkelijk gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen moet onderworpen worden aan één van de goedgekeurde maatregelen, als aangegeven in bijlage I bij de internationale norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen inzake „Guidelines for regulating wood packaging material in international trade”. Het moet een merkteken dragen waaruit blijkt dat de behandeling heeft plaatsgevonden, alsmede waar en door wie die behandeling is uitgevoerd, of het moet vergezeld gaan van het bedoelde plantenpaspoort waarin wordt verklaard dat de maatregelen zijn uitgevoerd.”.

2)

Punt 2, onder a), wordt vervangen door:

„a)

Vatbare planten moeten als volgt worden behandeld:

i)

vatbare planten die gekweekt zijn op plaatsen waar of in de onmiddellijke omgeving waarvan sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus geen symptomen van het dennenaaltje zijn waargenomen, en die bij officiële controles vrij zijn bevonden van sporen of symptomen van het dennenaaltje moeten, wanneer zij de plaats van productie verlaten, vergezeld gaan van bovenbedoeld plantenpaspoort;

ii)

vatbare planten die gekweekt zijn op plaatsen waar of in de onmiddellijke omgeving waarvan sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus symptomen van het dennenaaltje zijn waargenomen, of die door het dennenaaltje aangetast zijn gebleken, mogen de plaats van productie niet verlaten en moeten door verbranding worden vernietigd;

iii)

vatbare planten die gekweekt zijn op plaatsen zoals bossen en openbare of particuliere tuinen, en die ofwel aangetast blijken te zijn door het dennenaaltje, ofwel symptomen van een gebrekkige gezondheid vertonen of zich in herstelgebieden bevinden, moeten:

indien zij in de periode van 1 november tot en met 1 april als zodanig zijn aangemerkt, binnen die periode worden geveld, of

indien zij in de periode van 2 april tot en met 31 oktober als zodanig zijn aangemerkt, onmiddellijk worden geveld, en

op de aanwezigheid van het dennenaaltje worden getest wanneer dergelijke vatbare planten zich bevinden in het deel van de afgebakende gebieden dat overeenkomstig artikel 5 als bufferzone is aangewezen. Als de aanwezigheid wordt bevestigd, moeten de aangetaste planten en alle vatbare planten in een zone binnen een straal van ten minste 50 m rond de aangetaste planten en in elk geval binnen een straal die ten minste tien vatbare planten bestrijkt, worden vernietigd (kerngebied). Alle vatbare planten in een zone binnen een straal van ten minste 50 m rond het kerngebied moeten elke twee maanden officieel worden gecontroleerd gedurende een periode van ten minste één jaar nadat de aangetaste planten zijn verwijderd (veiligheidszone). Als tijdens die periode een andere aanwezigheid van het dennenaaltje in de omgeving wordt bevestigd, moet het afgebakende gebied worden gewijzigd overeenkomstig artikel 5, eerste alinea;”.

3)

In punt 2, onder e), wordt de inleidende zin vervangen door:

„e)

vatbaar hout in de vorm van bij het vellen van de bomen ontstaan afval, moet onder officieel toezicht op daartoe geschikte plaatsen worden verbrand of in spaanders van minder dan 3 cm dik en breed worden gehakt en op het terrein worden achtergelaten;”.

4)

Punt 2, onder g), wordt vervangen door:

„g)

vatbaar hout in de vorm van pakkisten, kratten, trommels of vergelijkbare verpakkingen, laadborden, laadkisten of andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal, tussenschotten en dwarsbalken, met inbegrip van hout dat niet meer zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft, moet onderworpen worden aan één van de goedgekeurde maatregelen, als aangegeven in bijlage I bij de internationale norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen inzake „Guidelines for regulating wood packaging material in international trade”.”.