26.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/99


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2008

betreffende de financiële steun van de Gemeenschap voor 2008 voor bepaalde communautaire referentielaboratoria op het gebied van diergezondheid en levende dieren

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1570)

(Slechts de teksten in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Spaanse en de Zweedse taal zijn authentiek)

(2008/332/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name op artikel 28, lid 2,

Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (2), en met name op artikel 32, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 28, lid 1, van Beschikking 90/424/EEG kan steun van de Gemeenschap worden toegekend aan de communautaire referentielaboratoria op het gebied van diergezondheid en levende dieren.

(2)

Verordening (EG) nr. 1754/2006 van de Commissie van 28 november 2006 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van financiële steun van de Gemeenschap aan de communautaire referentielaboratoria voor diervoeders, levensmiddelen en diergezondheid (3) bepaalt dat de financiële steun van de Gemeenschap moet worden toegekend, als de goedgekeurde werkprogramma’s op doeltreffende wijze worden uitgevoerd en de begunstigden alle nodige informatie binnen bepaalde termijnen verstrekken.

(3)

Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1754/2006 worden de relaties tussen de Commissie en de communautaire referentielaboratoria vastgelegd in een partnerschapsovereenkomst die vergezeld gaat van een meerjarig werkprogramma.

(4)

De Commissie heeft de door de communautaire referentielaboratoria ingediende werkprogramma’s en bijbehorende begrotingsramingen voor het jaar 2008 geëvalueerd.

(5)

Bijgevolg moet financiële steun van de Gemeenschap worden toegekend aan de communautaire referentielaboratoria die zijn aangewezen voor de uitvoering van de functies en de taken waarin in de volgende wetsbesluiten is voorzien:

Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (4),

Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (5),

Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (6),

Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (7),

Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond-en-klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (8),

Richtlijn 93/53/EEG van de Raad van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (9),

Richtlijn 95/70/EG van de Raad van 22 december 1995 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen ter bestrijding van bepaalde ziekten van tweekleppige weekdieren (10),

Richtlijn 92/35/EEG van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardenpest (11),

Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (12),

Beschikking 2000/258/EG van de Raad van 20 maart 2000 houdende aanwijzing van een specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren (13),

Verordening (EG) nr. 882/2004 voor brucellose,

Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (14),

Beschikking 96/463/EG van de Raad van 23 juli 1996 tot aanwijzing van de referentie-instantie die verantwoordelijk is voor de uniformisering van de methoden voor het testen van raszuivere fokrunderen en van de evaluatie van de testresultaten (15).

(6)

De financiële steun voor het functioneren en de organisatie van workshops van de communautaire referentielaboratoria moet ook in overeenstemming zijn met de in Verordening (EG) nr. 1754/2006 vastgestelde subsidiabiliteitsvoorschriften.

(7)

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder a), en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (16) moeten programma’s om dierziekten uit te roeien of te bewaken (veterinaire maatregelen) worden gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds. In de onderhavige gevallen en bij gebreke van naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke gevallen worden de door de lidstaten en door de begunstigden van steun uit het ELGF verrichte uitgaven voor administratieve en personeelskosten echter niet door het ELGF gefinancierd. Met het oog op de financiële controle zijn de artikelen 9, 36 en 37 van die verordening van toepassing.

(8)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN

Artikel 1

Voor klassieke varkenspest kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Institut für Virologie der Tierärztlichen Hochschule Hannover, Hannover, Duitsland, voor het vervullen van de in bijlage IV bij Richtlijn 2001/89/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat instituut voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 241 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008, waarvan maximaal 18 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over diagnosetechnieken voor klassieke varkenspest.

Artikel 2

Voor de ziekte van Newcastle kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Veterinary Laboratories Agency (VLA), New Haw, Weybridge, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage V bij Richtlijn 92/66/EEG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 78 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 3

Voor aviaire influenza kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Veterinary Laboratories Agency (VLA), New Haw, Weybridge, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage VII bij Richtlijn 2005/94/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 414 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 4

Voor de vesiculaire varkensziekte kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage III bij Richtlijn 92/119/EEG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 135 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 5

Voor mond-en-klauwzeer kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, of the Biotechnology and Biological Sciences Research Council (BBSRC), Pirbright, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage XVI bij Richtlijn 2003/85/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 312 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 6

Voor visziekten kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Statens Veterinære Serumlaboratorium, Århus, Denemarken, voor het vervullen van de in bijlage C bij Richtlijn 93/53/EEG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 212 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 7

Voor ziekten van tweekleppige weekdieren kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Ifremer, La Tremblade, Frankrijk, voor het vervullen van de in bijlage B bij Richtlijn 95/70/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat instituut voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt maximaal 100 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 8

Voor paardenpest kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Laboratorio Central de Sanidad Animal de Algete, Algete (Madrid), Spanje, voor het vervullen van de in bijlage III bij Richtlijn 92/35/EEG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 70 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 9

Voor bluetongue kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage II, deel B, bij Richtlijn 2000/75/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 313 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 10

Voor rabiësserologie kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFSSA, Laboratoire d’études sur la rage et la pathologie des animaux sauvages, Nancy, Frankrijk, voor het vervullen van de in bijlage II bij Beschikking 2000/258/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 200 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 11

Voor brucellose kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFSSA, Laboratoire d’études et de recherches en pathologie animale et zoonoses, Maisons-Alfort, Frankrijk, voor het vervullen van de in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 882/2004 vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt maximaal 246 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008, waarvan maximaal 26 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over diagnosetechnieken voor brucellose.

Artikel 12

Voor Afrikaanse varkenspest kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Centro de Investigación en Sanidad Animal, Valdeolmos, Madrid, Spanje, voor het vervullen van de in bijlage V bij Richtlijn 2002/60/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat onderzoekscentrum voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt maximaal 160 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 13

Voor de uniformisering van methoden voor het testen van raszuivere fokrunderen en van de evaluatie van de testresultaten kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Interbull Centre, Institutionen för husdjursgenetik, Sveriges lantbruksuniversitet (Department of Animal Breeding and Genetics, Swedish University of Agricultural Sciences) Uppsala, Zweden voor het vervullen van de in bijlage II bij Beschikking 96/463/EG vermelde functies en taken.

De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat centrum voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 90 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2008.

Artikel 14

Deze beschikking is gericht tot

Institut für Virologie der Tierärztlichen Hochschule, Bischofscholer Damm 15, D-3000 Hannover,

Veterinary Laboratories Agency (VLA) Weybridge, New Haw, Addelstone Surrey KT15 3NB, Verenigd Koninkrijk,

AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Woking, Surrey GU24 ONF, Verenigd Koninkrijk,

Statens Veterinære Serumlaboratorium, Hangovej 2, DK-8200 Århus N,

Ifremer, BP 133, F-17390 La Tremblade,

Laboratorio Central de Sanidad Animal de Algete, Ctra. de Algete km. 8, E-281100 Algete (Madrid),

AFSSA, Laboratoire d’études sur la rage et la pathologie des animaux sauvages, site de Nancy, Domaine de Pixérécourt, BP 9, F-54220 Malzéville,

AFSSA, Laboratoire d’études et de recherches en pathologie animale et zoonoses, 23, avenue du Général-de-Gaulle, F-94706 Maisons-Alfort, Cedex,

Centro de Investigación en Sanidad Animal, Ctra. de Algete a El Casar, E-28130 Valdeolmos (Madrid),

Interbull Centre, Institutionen för husdjursgenetik, Sveriges lantbruksuniversitet, Box 7023, S-75007 Uppsala.

Gedaan te Brussel, 24 april 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(2)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 301/2008 (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 85.

(3)  PB L 331 van 29.11.2006, blz. 8.

(4)  PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG van de Commissie (PB L 294 van 13.11.2007, blz. 26).

(5)  PB L 260 van 5.9.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 352).

(6)  PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

(7)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/10/EG van de Commissie (PB L 63 van 1.3.2007, blz. 24).

(8)  PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG.

(9)  PB L 175 van 19.7.1993, blz. 23. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG.

(10)  PB L 332 van 30.12.1995, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG.

(11)  PB L 157 van 10.6.1992, blz. 19. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG.

(12)  PB L 327 van 22.12.2000, blz. 74. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG.

(13)  PB L 79 van 30.3.2000, blz. 40. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2003/60/EG van de Commissie (PB L 23 van 28.1.2003, blz. 30).

(14)  PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG.

(15)  PB L 192 van 2.8.1996, blz. 19.

(16)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening laatstelijke gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1437/2007 (PB L 322 van 7.12.2007, blz. 1).