28.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 310/3


VERORDENING (EG) Nr. 1388/2007 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2007

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 382/2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (1), en met name op artikel 20,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (2), en met name op artikel 71, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de wetgeving toegankelijker te maken en de administratieve rompslomp voor marktdeelnemers en overheid te verminderen, dient het gemeenschappelijk landbouwbeleid optimaal te worden vereenvoudigd.

(2)

Verordening (EG) nr. 1786/2003 voorziet in één steun voor alle in artikel 1 van die verordening vermelde in aanmerking komende producten, ongeacht de betrokken specifieke kenmerken of productieprocedés. Bijgevolg vervallen bepaalde voorwaarden inzake de productieprocedés van kunstmatig gedroogde voedergewassen die erop gericht waren in de zon gedroogde voedergewassen en kunstmatig gedroogde voedergewassen gemakkelijker van elkaar te onderscheiden. Als gevolg hiervan kunnen de handelsgebruiken evolueren en kan de ontwikkeling van efficiëntere en milieuvriendelijkere productieprocedés worden bevorderd. Voorts dient te worden verduidelijkt dat de erkenning van de verwerkingsbedrijven onderworpen blijft aan de voorwaarde dat zij gedroogde voedergewassen moeten kunnen produceren die aan de in artikel 9 van Verordening nr. (EG) nr. 1786/2003 vastgestelde eisen voldoen.

(3)

Om dezelfde redenen vervalt de noodzaak van de in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 382/2005 van de Commissie (3) vastgestelde verplichtingen met betrekking tot de vervaardiging van voedergewassen; als gevolg hiervan zouden de administratieve en controlekosten moeten dalen.

(4)

Om de doeltreffendheid van de controle ter plaatse bij de verwerkingsbedrijven te verbeteren, dient te worden verduidelijkt dat bepaalde gegevens ter beschikking van de bevoegde autoriteiten moeten worden gesteld en dat in de controleverslagen moet worden gerapporteerd over de onderzochte documenten.

(5)

Teneinde de gegevens inzake het overzicht van het energieverbruik voor de productie van kunstmatig gedroogde voedergewassen te vervolledigen, moet een parameter worden toegevoegd.

(6)

Verordening (EG) nr. 382/2005 moet derhalve worden gewijzigd.

(7)

Aangezien het verkoopseizoen 2007-2008 reeds begonnen is en moet worden voorkomen dat marktdeelnemers van de sector naargelang van het moment waarop zij hun aanvraag hebben ingediend, een verschillende behandeling krijgen, dient deze verordening pas met ingang van het verkoopseizoen 2008-2009 van toepassing te worden.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het gezamenlijke Comité van beheer voor granen en rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 382/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.

„gedroogde voedergewassen”: de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1786/2003 genoemde producten.

2.

„andere dergelijke voedergewassen”: alle door middel van een warmtebehandeling kunstmatig gedroogde kruidachtige voedergewassen van GN-code 1214 90 90, en met name:

de kruidachtige leguminosen,

de kruidachtige gramineeën,

de in bijlage IX, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 genoemde graansoorten die als hele, groene plant met onrijpe korrels zijn geoogst;

3.

„verwerkingsbedrijf”: het in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1786/2003 bedoelde bedrijf voor de productie van gedroogde voedergewassen dat is erkend door de lidstaat waaronder het ressorteert;

4.

„koper van te drogen en/of te vermalen voedergewassen”: de in artikel 10, onder c), iii), van Verordening (EG) nr. 1786/2003 bedoelde natuurlijke of rechtspersoon die is erkend door de lidstaat waaronder hij ressorteert, en die bij producenten verse voedergewassen koopt om deze te leveren aan verwerkingsbedrijven;

5.

„partij”: een bepaalde hoeveelheid voedergewassen, van uniforme kwaliteit wat samenstelling en vocht- en eiwitgehalte betreft, die het verwerkingsbedrijf in één keer verlaat;

6.

„mengsel”: een voor diervoeding bestemd product dat bestaat uit enerzijds gedroogde voedergewassen die door het verwerkingsbedrijf zijn gedroogd en/of vermalen, en anderzijds toevoegingen.

„Toevoegingen” zijn producten van een andere aard dan gedroogde voedergewassen, met inbegrip van bindmiddelen en agglomererende stoffen, dan wel producten van dezelfde aard die elders zijn gedroogd en/of vermalen.

Een gedroogd voedergewas dat toevoegingen bevat die niet meer dan 3 % van het totale gewicht van het eindproduct uitmaken, wordt echter niet als een mengsel beschouwd mits het gehalte aan totale stikstof in de droge stof van de toevoegingen ten hoogste 2,4 % bedraagt;

7.

„percelen landbouwgrond”: percelen die zijn geïdentificeerd met behulp van het in de artikelen 18 en 20 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie (4) bedoelde systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem;

8.

„verzamelsteunaanvraag”: de in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en in de artikelen 12 en 14 van Verordening (EG) nr. 796/2004 bedoelde steunaanvraag;

9.

„eindontvanger van een partij gedroogde voedergewassen”: de persoon die deze partij als laatste in dezelfde vorm heeft ontvangen als die waarin de partij het verwerkingsbedrijf had verlaten, om de gedroogde voedergewassen te verwerken of voor diervoeding te gebruiken.

2.

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

Subsidiabele producten

Voor de toepassing van de onderhavige verordening komen voor de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1786/2003 bedoelde steun de gedroogde voedergewassen in aanmerking die, bovenop het bepaalde in artikel 9 van die verordening, voldoen aan de eisen om als diervoeder in de handel te worden gebracht en die in ongewijzigde staat of verwerkt in een mengsel worden afgevoerd van het bedrijfsterrein van het verwerkingsbedrijf dan wel, indien zij niet op dat terrein kunnen worden opgeslagen, uit welke daarbuiten gelegen opslagplaats ook die voldoende garanties biedt voor de controle van de opgeslagen voedergewassen en vooraf door de bevoegde autoriteit is erkend.

Het recht op de steun blijft beperkt tot de hoeveelheden producten die zijn verkregen door droging van voedergewassen die zijn geproduceerd op voor landbouw in de zin van artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 gebruikte percelen.”.

3.

Artikel 5, onder a), ii), wordt vervangen door:

„ii)

een beschrijving van de technische installaties, waaronder met name de installaties voor kunstmatige droging door middel van een warmtebehandeling en de maalinrichtingen, met vermelding van het verdampingsvermogen per uur en van de bedrijfstemperatuur, en de weeginstallaties, teneinde een eindproduct te verkrijgen dat beantwoordt aan de kenmerken inzake het vochtgehalte en het minimumgehalte aan eiwitten zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1786/2003;”.

4.

Punt d) van artikel 6 wordt geschrapt.

5.

Artikel 8 wordt geschrapt.

6.

In artikel 10, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

„Om het vochtgehalte en het gehalte aan totaal ruw eiwit zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1786/2003 te bepalen, wordt elke partij gedroogde voedergewassen die het verwerkingsbedrijf verlaat of er in een mengsel wordt verwerkt, per hoeveelheid van ten hoogste 110 ton bemonsterd, waarbij de bemonstering en de gehaltebepalingen gebeuren volgens de methoden zoals omschreven in de Richtlijnen 76/371/EEG (5), 71/393/EEG (6) en 72/199/EEG (7) van de Commissie.

7.

Artikel 11, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De verwerkingsbedrijven bepalen door systematische weging de exacte hoeveelheid kunstmatig te drogen en/of te vermalen voedergewassen die hen worden geleverd voor verwerking ervan.”.

8.

Artikel 12, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De verwerkingsbedrijven voeren een afzonderlijke voorraadboekhouding voor alle categorieën gedroogde voedergewassen zoals bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1786/2003.”.

9.

Artikel 26, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Ten minste eenmaal per verkoopseizoen controleren de bevoegde autoriteiten de in artikel 12 bedoelde voorraadboekhouding van alle verwerkingsbedrijven, en in het bijzonder de samenhang tussen de voorraadboekhouding en de financiële boekhouding, met inbegrip van de bankrekeningafschriften en de desbetreffende facturen.”.

10.

Artikel 28, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Over elke controle ter plaatse wordt een controleverslag opgesteld waarin een nauwkeurig overzicht van de verschillende aspecten van de controle wordt gegeven en in het bijzonder van de onderzochte documenten en registers.”.

11.

In bijlage I wordt punt „e” vervangen door:

 

Voorwerp

Eenheid

Hoeveelheid

„e1

Gemiddeld specifiek verbruik

Megajoule per kg kunstmatig gedroogde voedergewassen

 

e2

Energieverbruik per ton verdampt water

Megajoule per kg verdampt water”

 

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 2008/2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 november 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 456/2006 (PB L 82 van 21.3.2006, blz. 1).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1276/2007 van de Commissie (PB L 284 van 30.10.2007, blz. 11).

(3)  PB L 61 van 8.3.2005, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 116/2007 (PB L 35 van 8.2.2007, blz. 7).

(4)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 18.”.

(5)  PB L 102 van 15.4.1976, blz. 1.

(6)  PB L 279 van 20.12.1971, blz. 7.

(7)  PB L 123 van 29.5.1972, blz. 6.”.