31.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/1


VERORDENING (EG) Nr. 906/2007 VAN DE RAAD

van 23 juli 2007

tot beëindiging van het tussentijds nieuw onderzoek van antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 1910/2006 betreffende de invoer van televisiecamerasystemen van oorsprong uit Japan zijn ingesteld en tot intrekking van de antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 1910/2006 zijn ingesteld

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 11, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   GELDENDE MAATREGELEN

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2042/2000 van de Raad (2) werden definitieve antidumpingrechten ingesteld op televisiecamerasystemen van oorsprong uit Japan, momenteel vallende onder de GN-codes ex 8525 80 19, ex 8528 49 35, ex 8528 49 91, ex 8528 59 90, ex 8529 90 92, ex 8529 90 97, ex 8537 10 91, ex 8537 10 99 en 8543 70 90 (GN-codes sinds 1 januari 2007).

(2)

In december 2006 bevestigde de Raad deze maatregelen bij Verordening (EG) nr. 1910/2006 (3) na een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening (hierna de „oorspronkelijke maatregelen” genoemd).

B.   PROCEDURE

(3)

Op 4 april 2006 heeft de Commissie een klacht ontvangen over vermeende schade veroorzakende dumping door de invoer van bepaalde camerasystemen van oorsprong uit Japan.

(4)

De klacht werd ingediend door Grass Valley Nederland BV namens communautaire producenten die overeenkomstig artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening samen een groot deel van de totale productie van bepaalde camerasystemen voor hun rekening nemen.

(5)

Het bij de klacht gevoegde voorlopige bewijsmateriaal inzake dumping en de aanmerkelijke schade als gevolg daarvan werd voldoende geacht om tot inleiding van een antidumpingprocedure over te gaan.

(6)

De Commissie heeft door de bekendmaking van een bericht (hierna het „bericht van inleiding” genoemd) in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4) dienovereenkomstig een antidumpingprocedure ingeleid betreffende de invoer in de Gemeenschap van bepaalde camerasystemen, momenteel vallende onder de GN-codes ex 8525 80 19, ex 8525 80 91, ex 8528 49 10, ex 8528 49 35, ex 8528 49 91, ex 8528 59 10, ex 8528 59 90, ex 8529 90 92, ex 8529 90 97, ex 8537 10 91, ex 8537 10 99, ex 8543 70 90 en ex 9002 90 00 (GN-codes sinds 1 januari 2007), van oorsprong uit Japan.

(7)

In het bericht van inleiding werd het product omschreven als bepaalde camerasystemen van oorsprong uit Japan bestaande uit:

a)

een camerakop:

i)

met geïntegreerde zoeker, zoekeraansluiting of zoekerfunctie;

ii)

met geïntegreerd optisch blok, frontmodule of gelijkaardige inrichting (zie onderstaande beschrijving), dan wel met een aansluiting of aansluitingsmogelijkheid daarvoor;

iii)

in dezelfde behuizing als de camera-adapter of in een afzonderlijke behuizing;

b)

een camera-adapter die al dan niet deel uitmaakt van de camerakop;

c)

een optisch blok, frontmodule of soortgelijke inrichting met een of meer beeldsensoren met een effectieve diagonaal van het lichtgevoelige scanoppervlak van ten minste 6 mm, al dan niet geïntegreerd in de camerakop;

d)

een zoeker; al dan niet geïntegreerd in de camerakop;

e)

een basisstation of camerabesturingseenheid („CCU” of camera control unit) die door middel van een kabel of anderszins, bijvoorbeeld door een draadloze verbinding, met de camera is verbonden;

f)

een bedieningspaneel („OCP” of operational control panel) of soortgelijke inrichting voor het bedienen van afzonderlijke camera's (met name voor kleurinstelling, lensopening of diafragma);

g)

een centraal regelpaneel („MCP” of master control panel) of centrale regeleenheid („MSU” of master set-up unit) voor het overzicht en de afstandsbediening van verschillende camera's;

h)

een adapter zoals een „large lens adapter” of „superXpander” die het mogelijk maakt boxtype lenzen op draagbare camera's te gebruiken,

die hetzij als een geheel of afzonderlijk worden ingevoerd, van oorsprong uit Japan.

De camerasystemen behoeven niet noodzakelijkerwijs uit alle bovengenoemde onderdelen te bestaan.

De hierboven genoemde verschillende onderdelen (behalve de camerakop) van een camerasysteem kunnen niet afzonderlijk functioneren en kunnen niet voor andere camerasystemen dan die van een bepaalde producent worden gebruikt.

Lenzen en recorders die niet in dezelfde behuizing zijn opgenomen als de camerakop vallen niet onder de productomschrijving.

Het betrokken product kan worden gebruikt voor omroep en nieuwsgaring, het digitaal opnemen van films en voor andere professionele doeleinden, zoals onder meer voor het maken van materiaal voor onderwijs, amusement, reclame en documentair videomateriaal, zowel voor interne als externe distributie.

(8)

Het product waarop de oorspronkelijke maatregelen betrekking hebben, valt geheel en al onder de hierboven vermelde productdefinitie.

(9)

De Commissie heeft derhalve door middel van hetzelfde bericht overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening een tussentijds nieuw onderzoek geopend naar de maatregelen die bij Verordening (EG) nr. 2042/2000 werden ingesteld. Met dit tussentijds nieuw onderzoek werd beoogd na te gaan of Verordening (EG) nr. 2042/2000 moest worden gewijzigd of ingetrokken wanneer zou worden vastgesteld dat er maatregelen moesten worden ingesteld ten aanzien van bepaalde camerasystemen van oorsprong uit Japan, die derhalve ook op televisiecamerasystemen betrekking zouden hebben waarop maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2042/2000 van toepassing zijn. In dit geval zou het niet juist zijn om de bij Verordening (EG) nr. 2042/2000 ingestelde maatregelen nog langer te handhaven en zou Verordening (EG) nr. 2042/2000 dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd.

(10)

Verordening (EG) nr. 2042/2000 zou op 29 december 2006 vervallen. Vóór deze datum verlengde de Raad, zoals vermeld in overweging 2 hierboven, bij Verordening (EG) nr. 1910/2006, die op 22 december 2006 in werking trad, de geldende definitieve antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van televisiecamerasystemen. Het met betrekking tot Verordening (EG) nr. 2042/2000 geopende nieuwe onderzoek werd daarom automatisch uitgebreid tot Verordening (EG) nr. 1910/2006.

(11)

De Commissie heeft de haar bekende betrokken producenten/exporteurs, importeurs en verenigingen van respectievelijk importeurs en exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer, gebruikers, leveranciers van grondstoffen en de klagende communautaire producent officieel van de opening van het onderzoek in kennis gesteld. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en konden binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn een verzoek indienen om te worden gehoord; aan alle betrokkenen werden vragenlijsten toegezonden.

C.   INTREKKING VAN DE KLACHT, BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE EN INTREKKING VAN DE GELDENDE DEFINITIEVE ANTIDUMPINGMAATREGELEN

(12)

Grass Valley Nederland BV heeft bij schrijven van 12 april 2007 aan de Commissie de klacht officieel ingetrokken. Bij hetzelfde schrijven heeft Grass Valley eveneens zijn steun ingetrokken voor de oorspronkelijke maatregelen ten aanzien van de invoer van televisiecamerasystemen van oorsprong uit Japan, die overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1910/2006 na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen waren ingesteld.

(13)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de basisverordening kan de procedure worden beëindigd wanneer de klacht wordt ingetrokken, tenzij dit strijdig met het belang van de Gemeenschap is.

(14)

De Commissie heeft de procedure met betrekking tot de invoer in de Gemeenschap van bepaalde camerasystemen van oorsprong uit Japan bij Besluit 2007/539/EG (5) beëindigd, aangezien uit het onderzoek geen overwegingen naar voren zijn gekomen waaruit zou blijken dat de beëindiging van de procedure niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

(15)

Zoals in overweging 8 vermeld, zijn eveneens definitieve antidumpingrechten van toepassing op televisiecamerasystemen van oorsprong uit Japan die vallen onder de productomschrijving van de procedure betreffende de invoer van bepaalde camerasystemen.

(16)

Zoals in overweging 12 vermeld, heeft de bedrijfstak van de Gemeenschap door middel van het hierboven genoemde schrijven laten weten dat hij deze maatregelen niet meer steunt en om intrekking ervan verzocht.

(17)

Daarom werd besloten dat de bestaande maatregelen dienden te worden ingetrokken, aangezien uit het onderzoek geen overwegingen naar voren zijn gekomen waaruit zou blijken dat de intrekking van de maatregelen niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

D.   CONCLUSIE

(18)

De belanghebbenden zijn hiervan in kennis gesteld en zijn in de gelegenheid gesteld om hierover opmerkingen te maken. Er werden geen opmerkingen ontvangen die erop wezen dat de beëindiging van het tussentijds nieuw onderzoek en de intrekking van de geldende antidumpingmaatregelen niet in het belang van de Gemeenschap zouden zijn.

(19)

Derhalve wordt geconcludeerd dat dit nieuwe onderzoek moet worden beëindigd en dat de definitieve antidumpingrechten op televisiecamerasystemen van oorsprong uit Japan moeten worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het nieuwe onderzoek van Verordening (EG) nr. 1910/2006 wordt beëindigd en de bij Verordening (EG) nr. 1910/2006 ingestelde antidumpingrechten op televisiecamerasystemen van oorsprong uit Japan worden ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

L. AMADO


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

(2)  PB L 244 van 29.9.2000, blz. 38. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1909/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 1).

(3)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 7.

(4)  PB C 117 van 18.5.2006, blz. 8.

(5)  PB L 198 van 31.7.2007, blz. 32.