10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/3


VERORDENING (EG) Nr. 804/2007 VAN DE COMMISSIE

van 9 juli 2007

tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1941/2006 van de Raad van 11 december 2006 tot vaststelling, voor 2007, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3) is bepaald dat 10 794 t kabeljauw in 2007 in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) mag worden gevangen door vaartuigen die de vlag van Polen voeren.

(2)

De gegevens die de Commissie heeft verkregen op basis van de door haar inspecteurs verrichte controles met betrekking tot de vangsten uit het betrokken bestand, stroken niet met de door Polen aan de Commissie toegezonden gegevens.

(3)

Uit de gegevens waarover de Commissie beschikt, blijkt dat Poolse vaartuigen in 2007 in de Oostzee drie keer meer vis uit dat bestand hebben gevangen dan door Polen is gemeld. Derhalve moeten de aan Polen voor 2007 toegewezen vangstmogelijkheden voor het betrokken bestand worden geacht volledig te zijn opgebruikt.

(4)

Krachtens artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 moet Polen met ingang van de datum waarop het vangstquotum voor het betrokken bestand wordt geacht volledig te zijn opgebruikt, een voorlopig verbod uitvaardigen op de visserij op dat bestand, alsmede op het aan boord houden, overladen en aanvoeren van de hoeveelheden welke na die datum zijn gevangen.

(5)

Aangezien Polen geen dienstige maatregelen heeft getroffen, dient de Commissie eigener beweging te bepalen op welke datum het aan Polen toegewezen quotum voor de visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, wordt geacht volledig te zijn opgebruikt en dient zij de visserij op dat bestand met ingang van die datum onmiddellijk te verbieden. Met ingang van die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, na die datum is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2007 aan Polen is toegewezen voor de visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening als volledig opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, is verboden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening tot en met 31 december 2007. In die periode is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2007.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 (PB L 409 van 30.12.2006, blz. 11, gerectificeerd in PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6).

(3)  PB L 367 van 22.12.2006, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 609/2007 van de Commissie (PB L 141 van 2.6.2007, blz. 33).