21.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 104/20


VERORDENING (EG) Nr. 439/2007 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2007

tot uitvoering van Besluit 2006/526/EG inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Besluit 2006/526/EG van de Raad van 17 juli 2006 inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (1), en met name op artikel 9,

Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2006/526/EG (hierna „het besluit” genoemd) bepaalt dat de Commissie in overleg met de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken in het kader van de partnerschapsprocedure maatregelen moet vaststellen voor de uitvoering van deel twee van het besluit.

(2)

De door de Commissie uit hoofde van artikel 9 van het besluit vastgestelde maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de beginselen van gezond financieel beheer, partnerschap, complementariteit en subsidiariteit, en de eigen inbreng van de autonome regering van Groenland in het ontwikkelingsproces alsook een adequaat toezicht en controle door de autonome regering van Groenland zelf en de Commissie waarborgen.

(3)

Uit hoofde van artikel 11, lid 2, van het besluit en rekening houdend met de specifieke behoeften en capaciteiten van de autonome regering van Groenland en de wijze waarop zij de overheidsuitgaven beheert, wordt financiële steun in de vorm van begrotingssteun toegekend.

(4)

Er moeten bepalingen worden vastgesteld voor de opstelling en goedkeuring door de autonome regering van Groenland en de Commissie van het in artikel 6 van het besluit bedoelde indicatief programmeringsdocument voor de duurzame ontwikkeling van Groenland en voor de tenuitvoerlegging, follow-up, evaluatie en toetsing alsmede voor rapportage. Die bepalingen moeten betrekking hebben op de deelname van de Commissie aan die activiteiten.

(5)

Over de in deze verordening vervatte maatregelen is overleg gepleegd met de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité Groenland, dat is ingesteld bij artikel 10 van het besluit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden de procedures vastgesteld voor de programmering, tenuitvoerlegging, controle, toetsing en evaluatie van de financiële steun van de Gemeenschap aan Groenland van 1 januari 2007 tot 31 december 2013, die door de Commissie wordt beheerd in overeenstemming met Besluit 2006/526/EG en het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 2

Complementariteit en partnerschap

1.   De programmering, tenuitvoerlegging, controle, toetsing en evaluatie van de steun verlopen in nauw overleg tussen de autonome regering van Groenland, de regering van Denemarken en de Commissie.

2.   De autonome regering van Groenland zorgt ervoor dat de plaatselijke autoriteiten en het maatschappelijke middenveld tijdens het programmeringsproces voldoende worden geraadpleegd.

3.   De autonome regering van Groenland, de regering van Denemarken en de Commissie bevorderen de coördinatie en samenhang tussen uit hoofde van deze verordening genomen maatregelen, maatregelen uitgevoerd met bijdragen uit het EOF en acties uitgevoerd door de Europese Investeringsbank enerzijds, en bijdragen van de regering van Denemarken anderzijds.

Artikel 3

Programmering

1.   Acties die in het kader van het besluit financiële steun van de Gemeenschap ontvangen, worden zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze verordening geprogrammeerd door goedkeuring van een programmeringsdocument voor de duurzame ontwikkeling van Groenland overeenkomstig het model in de bijlage bij deze verordening.

2.   De autonome regering van Groenland stelt na overleg met de actoren in het ontwikkelingsproces een voorstel voor het programmeringsdocument op en maakt daarbij gebruik van de opgedane ervaring en beste praktijken.

Het voorstel voor het programmeringsdocument wordt aangepast aan de behoeften en beantwoordt aan de specifieke situatie van Groenland. Het omvat een prioriteitenlijst van de activiteiten en ontwikkelt de eigen plaatselijke inbreng in de samenwerkingprogramma’s.

Het voorstel wordt uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening aan de Commissie voorgelegd.

3.   De autonome regering van Groenland, de regering van Denemarken en de Commissie wisselen van gedachten over het ontwerp-programmeringsdocument, rekening houdend met de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de responsstrategie.

De autonome regering van Groenland verstrekt alle nodige informatie, waaronder de resultaten van alle uitvoerbaarheidsstudies, om de beoordeling van het ontwerp-programmeringsdocument door de Commissie zo doeltreffend mogelijk te maken.

Discrepanties tussen de eigen analyse van de autonome regering van Groenland en die van de Commissie worden aangegeven.

4.   Uiterlijk 30 dagen nadat de autonome regering van Groenland het voorstel voor het programmeringsdocument heeft ingediend, evalueert de Commissie het voorstel om na te gaan of het alle vereiste elementen omvat om het jaarlijkse financieringsbesluit overeenkomstig artikel 6, lid 4, van het besluit goed te keuren en of het programmeringsdocument in overeenstemming is met de doelstellingen van het besluit, deze verordening en het desbetreffende beleid van de Gemeenschap.

5.   De autonome regering van Groenland is bevoegd voor het opstellen van de definitieve versie van het programmeringsdocument. De autonome regering van Groenland en de Commissie keuren gezamenlijk het programmeringsdocument goed. De Commissie keurt het programmeringsdocument goed nadat het comité Groenland zijn advies overeenkomstig artikel 10, lid 2, van het besluit heeft uitgebracht.

Artikel 4

Tenuitvoerlegging

1.   De uitgaven voor financiële steun aan Groenland uit hoofde van het besluit worden door de Commissie vastgelegd overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en artikel 11, lid 3, van het besluit.

2.   In het kader van het programmeringsdocument wordt de vastlegging van de uitgaven voorafgegaan door een jaarlijks financieringsbesluit van de Commissie betreffende sectorale begrotingssteun, gevolgd door een financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de autonome regering van Groenland. Het jaarlijkse financieringsbesluit wordt door de Commissie goedgekeurd nadat het comité Groenland zijn advies overeenkomstig artikel 10, lid 2, van het besluit heeft uitgebracht.

3.   Van het totale jaarlijkse bedrag wordt een indicatief bedrag van ten hoogste 1 % gebruikt voor de middelen die nodig zijn voor een doeltreffend beheer van de steun door de Commissie.

Artikel 5

Controle, toetsing en evaluatie

1.   De autonome regering van Groenland draagt in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor de financiële controle van de steun, onverminderd de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de tenuitvoerlegging van de financiële steun van de Gemeenschap.

De Commissie en de autonome regering van Groenland werken samen en coördineren de plannen, methoden en uitvoering van de controles teneinde de controles een maximaal effect te laten sorteren. Zij wisselen de resultaten van de verrichte controles onmiddellijk uit.

2.   De autonome regering van Groenland houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van het programmeringsdocument.

Om de doeltreffendheid en de kwaliteit van de tenuitvoerlegging van de steun na te gaan controleert en evalueert de autonome regering van Groenland de vorderingen die bij de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van het programmeringsdocument zijn gemaakt.

De autonome regering van Groenland voert het toezicht uit aan de hand van de indicatoren die in het programmeringsdocument en de jaarlijkse financieringsovereenkomst zijn vermeld. De indicatoren hebben betrekking op de specifieke kenmerken en de doelstellingen van het programma.

3.   De autonome regering van Groenland stelt jaarlijks een uitvoeringsverslag op, dat zij aan de Commissie voorlegt conform het tijdschema van de financieringsovereenkomsten die jaarlijks tussen de Commissie en de autonome regering van Groenland worden gesloten.

Dit verslag wordt ter plaatse opgesteld en wordt door de autonome regering van Groenland en de Commissie binnen 60 dagen voltooid.

Het bevat met name:

a)

een evaluatie van de in de concentratiesector(en) bereikte resultaten, getoetst aan de doelstellingen van het programmeringsdocument, de controle-indicatoren en de sectorale beleidsverplichtingen;

b)

een evaluatie van de tenuitvoerlegging van de lopende acties als vastgesteld in de financieringsovereenkomsten, en van de mate waarin het tijdschema voor vastleggingen en betalingen is nageleefd;

c)

een verklaring waarin het wettelijke en rechtmatige karakter wordt gewaarborgd.

4.   Bij de in artikel 13 van het besluit bedoelde tussentijdse toetsing worden de eerste resultaten van het programmeringsdocument en hun relevantie onderzocht, wordt nagegaan in welke mate de doelstellingen zijn bereikt en worden het gebruik van de financiële middelen, het verloop van het toezicht en de uitvoering, het tempo van de betalingen en de algemene samenwerking tussen de autonome regering van Groenland en de Commissie beoordeeld.

De toetsing wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, in samenwerking met de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, op basis van de in het programmeringsdocument vastgestelde criteria, onder meer betreffende de financiële toewijzing, en rekening houdend met de in lid 3 bedoelde jaarlijkse uitvoeringsverslagen.

5.   De evaluatie van het programmeringsdocument betreft het gebruik van de middelen en de doeltreffendheid, de efficiency en het effect van de steun, en omvat conclusies en aanbevelingen, waarbij met name wordt gebruikgemaakt van eerdere evaluatieresultaten.

In de evaluatie dienen de factoren aan bod te komen die hebben bijgedragen tot het welslagen of mislukken van de tenuitvoerlegging alsook de verwezenlijkingen en resultaten, met inbegrip van de duurzaamheid.

De evaluatie van het programmeringsdocument valt onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, in overleg met de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken.

De resultaten van de evaluatie worden openbaar gemaakt.

Artikel 6

Vrijwaringsmaatregelen

1.   De Commissie schorst de betalingen en verzoekt, met opgave van redenen, de autonome regering van Groenland haar opmerkingen in te dienen en waar passend binnen een bepaalde termijn correcties aan te brengen wanneer zij na uitvoering van de nodige controles tot de conclusie komt dat:

a)

de autonome regering van Groenland niet aan haar verplichtingen heeft voldaan; of

b)

het programmeringsdocument of een deel daarvan geen volledige of gedeeltelijke bijdrage van de Gemeenschap rechtvaardigt; of

c)

de beheers- of controlesystemen ernstige tekortkomingen vertonen die tot systematische onregelmatigheden kunnen leiden.

2.   De termijn waarbinnen de autonome regering van Groenland kan reageren op een verzoek om haar opmerkingen in te dienen en waar nodig correcties toe te passen, bedraagt twee maanden, behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen waarin de Commissie een langere termijn kan toestaan.

3.   Wanneer de autonome regering van Groenland de opmerkingen van de Commissie betwist, worden de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken door de Commissie uitgenodigd op een ad-hocpartnerschapsbijeenkomst, waarop alle partijen overeenstemming trachten te bereiken over de opmerkingen en de daaruit te trekken conclusies.

Wanneer bij betwisting van de opmerkingen van de Commissie door de autonome regering van Groenland een ad-hocpartnerschapsbijeenkomst plaatsvindt, begint de in lid 5 vastgestelde periode van drie maanden waarbinnen de Commissie een besluit kan nemen, te lopen vanaf de datum van de partnerschapsbijeenkomst.

4.   Wanneer de Commissie financiële correcties voorstelt, wordt de autonome regering van Groenland in de gelegenheid gesteld door middel van een onderzoek van de betrokken dossiers aan te tonen dat de werkelijke omvang van de onregelmatigheden kleiner was dan door de Commissie ingeschat.

Behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen kan de voor dit onderzoek toegestane aanvullende periode niet meer bedragen dan twee maanden volgend op de in lid 2 bedoelde periode van twee maanden. De Commissie houdt rekening met al het door de autonome regering van Groenland binnen de bovenvermelde termijnen verstrekte bewijsmateriaal.

5.   Na het verstrijken van de in lid 2 vastgestelde termijn en indien geen overeenstemming is bereikt en de autonome regering van Groenland geen correcties heeft aangebracht, neemt de Commissie, rekening houdend met de eventuele opmerkingen van de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, binnen drie maanden een besluit om:

a)

de betalingen te verminderen; of

b)

de nodige financiële correcties aan te brengen door de toewijzing geheel of gedeeltelijk in te trekken.

6.   Onverminderd het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 kan de Commissie na passende controles een tussentijdse betaling geheel of gedeeltelijk schorsen, indien zij vaststelt dat bij de betrokken uitgaven een ernstige onregelmatigheid is begaan die niet is gecorrigeerd, en zij oordeelt dat onmiddellijk optreden vereist is.

De Commissie brengt de autonome regering van Groenland op de hoogte van de maatregelen die zij heeft genomen en de motieven ervoor. Indien de motieven voor de schorsing na vijf maanden nog steeds bestaan of de autonome regering van Groenland de Commissie niet in kennis heeft gesteld van de maatregelen die zijn genomen om de ernstige onregelmatigheid te corrigeren, kunnen de verschuldigde bedragen worden teruggevorderd overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 7

Voorlichting en publiciteit

1.   De autonome regering van Groenland zorgt ervoor dat aan de overeenkomstig het besluit gefinancierde programma’s voldoende bekendheid wordt gegeven door de publieke opinie bewust te maken van de rol van de Gemeenschap bij die programma’s.

2.   De autonome regering van Groenland ziet er met name op toe dat vertegenwoordigers van de communautaire instellingen naar behoren worden betrokken bij de belangrijkste publieke activiteiten in verband met de gefinancierde programma’s.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 april 2007.

Voor de Commissie

Louis MICHEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 208 van 29.7.2006, blz. 28.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).


BIJLAGE

INDICATIEVE STRUCTUUR VAN HET PROGRAMMERINGSDOCUMENT VOOR DE DUURZAME ONTWIKKELING VAN GROENLAND

De volledige tekst met het overzicht en de hoofdstukken 1 tot en met 5 moet beperkt worden tot ongeveer 15 bladzijden, plus bijlagen.

Deel A:   Samenwerkingsstrategie

Samenvatting

Het programmeringsdocument moet beginnen met een samenvatting van een halve bladzijde. Hierin moeten de belangrijkste uitdagingen worden opgesomd waarmee Groenland op middellange en lange termijn wordt geconfronteerd, het hoofddoel van het programmeringsdocument en de belangrijkste redenen voor de keuze van de concentratiesector.

Hoofdstuk 1:   Samenwerkingsdoelstellingen van de Europese Gemeenschap

In dit hoofdstuk worden de algemene samenwerkingsdoelstellingen van de Europese Gemeenschap uitdrukkelijk genoemd zoals die zijn vastgesteld in het EG-Verdrag, het besluit en de bijbehorende gezamenlijke verklaring over de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en Groenland en het Koninkrijk Denemarken anderzijds.

Hoofdstuk 2:   Beleidsagenda van de autonome regering van Groenland

In dit hoofdstuk moet een beknopt overzicht worden gegeven van de doelstellingen van de autonome regering van Groenland zoals uiteengezet in officiële (sectorale) beleidsdocumenten, plannen op middellange of lange termijn, hervormingsstrategieën of ontwikkelingsprogramma’s. Daarbij moet een beschrijving worden gevoegd van de wijze waarop de autonome regering van Groenland van plan is deze doelstellingen te verwezenlijken, alsook een evaluatie van de desbetreffende sectorbegroting. Het hoofdstuk dient voorts een beknopte beoordeling van de institutionele capaciteit te omvatten.

Hoofdstuk 3:   Analyse van de politieke, economische en sociale situatie

Dit hoofdstuk moet een beschrijving geven van de belangrijkste problemen op het gebied van het binnenlandse beleid en relevante aspecten van het externe beleid, waaronder de politieke situatie, handelsaspecten, de economische en sociale situatie, milieuaspecten en ten slotte de duurzaamheid van het lopende beleid en de uitdagingen op middellange termijn. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de beoordeling van het macro-economisch beleid en het beheer van de overheidsuitgaven van Groenland.

Hoofdstuk 4:   Responsstrategie van de Europese Gemeenschap

In dit hoofdstuk moeten de strategische keuzes voor de EG-samenwerking worden uiteengezet met vermelding van de sectoren waarop de steun zal worden geconcentreerd. Die keuze dient logisch voort te vloeien uit:

de beleidsdoelstellingen van de Europese Gemeenschap,

een analyse van de situatie en de ontwikkelingsstrategie van Groenland, waarbij de relevantie en de duurzaamheid van de steunstrategie worden vastgesteld,

de indicatieve omvang van de beschikbare middelen,

complementariteit met de steun van andere belangrijke donoren en de eigen programma’s van de autonome regering van Groenland. Deze programma’s moeten beknopt worden beschreven.

Deel B:   Indicatief programma

Hoofdstuk 5:   Indicatief programma

Dit hoofdstuk omvat het indicatieve programma voor Groenland, dat steunt op de strategische analyse en volledig daarmee in overeenstemming is. Het indicatieve programma vormt een integrerend deel van het programmeringsdocument en moet de volgende delen omvatten:

   Doelstellingen en verwachte resultaten: dit deel moet een beknopte beschrijving omvatten van de algemene doelstellingen en het oogmerk van het programma dat over de periode 2007-2013 wordt gefinancierd en van de verwachte resultaten.

   Financieringsbedragen: dit deel moet een verdeling omvatten van de indicatieve bedragen die voor de periode 2007-2013 voor de concentratiesector (en eventueel andere sectoren) zijn gereserveerd en die moeten worden gebruikt ter ondersteuning van de in de strategie aangegeven prioriteiten. Alle bedragen moeten in euro worden uitgedrukt.

   Concentratiesector: dit deel moet informatie bevatten over de specifieke doelstellingen en verwachte resultaten voor de concentratiesector (en eventueel andere sectoren) alsmede over de belangrijkste geplande steunmaatregelen. Ook de beleidsmaatregelen en begeleidende maatregelen die door de regering van Groenland zullen worden genomen als bijdrage aan de tenuitvoerlegging van de responsstrategie moeten hierin worden vermeld. Er moet worden aangegeven welk bedrag voor de concentratiesector (en eventueel andere sectoren) wordt gereserveerd. De verschillende actoren moeten worden vermeld.

   Financieringstype: de merites van sectorale begrotingssteun moeten worden geanalyseerd en de nadere uitwerking van de aanpak beschreven.

   Risico’s en hypothesen: er moet een beschrijving worden gegeven van de gekozen hypothesen, de risico’s die de uitvoering van het programma kunnen beïnvloeden en de eventuele corrigerende maatregelen.

   Indicatoren: input-, output-, resultaat- en, voor zover mogelijk, impactindicatoren moeten worden vastgesteld voor de beleidsterreinen die onder de concentratiesector vallen. De indicatoren moeten specifiek, op korte en middellange termijn meetbaar, haalbaar, realistisch en tijdgebonden zijn, en een begin- en streefniveau alsook duidelijke termijnen omvatten om bij de jaarlijkse, tussentijdse en eindevaluatie vergelijking mogelijk te maken.

   Controle van de prestaties: de procedures voor controle van de prestaties moeten in dit deel worden beschreven aan de hand van gemakkelijk toegankelijke informatie.

   Sectoroverschrijdende onderwerpen: er moet aandacht worden besteed aan het integreren van sectoroverschrijdende onderwerpen (gender, milieu, institutionele ontwikkeling en capaciteitsopbouw) in de steunsectoren.

   Beknopte gegevens over Groenland moeten worden bijgevoegd alsmede alle andere nuttige informatie.