8.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 35/5


VERORDENING (EG) Nr. 115/2007 VAN DE COMMISSIE

van 7 februari 2007

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 60/2004, wat betreft de toewijzing aan de Gemeenschapsbegroting van de bedragen die worden geheven voor overtollige, niet van de markt weggewerkte hoeveelheden suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,

Gelet op de Akte van Toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), is bepaald dat de ten laste van de lidstaten geheven bedragen voor de overtollige hoeveelheden die niet overeenkomstig artikel 6, lid 2, van die verordening van de markt zijn weggewerkt, uiterlijk op 31 december van 2006, 2007, 2008 en 2009 in vier gelijke tranches aan de Gemeenschapsbegroting worden toegewezen.

(2)

In Beschikking 2006/776/EG van de Commissie van 13 november 2006 betreffende de bedragen die moeten worden geheven voor de hoeveelheden niet-weggewerkte overtollige suiker (2) is bepaald welk bedrag elke betrokken lidstaat moet betalen voor de hoeveelheden overtollige suiker die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 832/2005 van de Commissie van 31 mei 2005 betreffende de bepaling van de overtollige hoeveelheid suiker, isoglucose en fructose voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (3), en waarvoor uiterlijk op 31 maart 2006 nog geen adequaat bewijs is geleverd dat die suiker is weggewerkt.

(3)

Overeenkomstig artikel 6, lid 3, onder a), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (4) worden de overeenkomstig artikel 2 van die verordening vastgestelde rechten uiterlijk op de eerste werkdag na de 19e van de tweede maand die volgt op de maand waarin de vaststelling heeft plaatsgehad, in de boekhouding opgenomen.

(4)

Op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 60/2004 moeten de betrokken lidstaten uiterlijk op 31 maart 2006 aan de Commissie het bewijs leveren dat de bedoelde overtollige hoeveelheid van de markt is weggewerkt. In bepaalde gevallen moest evenwel aanvullende informatie over het overgelegde bewijs worden ingewonnen. Vanwege de late ontvangst van die aanvullende informatie en de tijd die nodig was om deze grondig te onderzoeken, was het onmogelijk de betrokken lidstaten uiterlijk op 31 oktober 2006 in kennis te stellen van de bedragen die zij moesten betalen. Met het oog op de naleving van de voorschriften in Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 moet de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 60/2004 gestelde termijn voor de betaling van de eerste tranche bijgevolg worden aangepast.

(5)

Verordening (EG) nr. 60/2004 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 60/2004 wordt vervangen door:

„2.   Als voor een deel van de overtollige hoeveelheid of die hoeveelheid in haar geheel niet overeenkomstig lid 1 het bewijs van de wegwerking van de markt wordt geleverd, wordt ten laste van de nieuwe lidstaat een bedrag geheven dat gelijk is aan de niet-weggewerkte hoeveelheid, vermenigvuldigd met de hoogste uitvoerrestituties die in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 november 2005 voor witte suiker van GN-code 1701 99 10 hebben gegolden. Van het totale bedrag wordt uiterlijk op 31 januari 2007, 31 december 2007, 31 december 2008 en 31 december 2009 telkens 25 % toegewezen aan de Gemeenschapsbegroting. Het totale bedrag wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de productieheffingen voor het verkoopseizoen 2005/2006.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 9 van 15.1.2004, blz. 8. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1667/2005 (PB L 269 van 14.10.2005, blz. 3).

(2)  PB L 314 van 15.11.2006, blz. 35.

(3)  PB L 138 van 1.6.2005, blz. 3.

(4)  PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2028/2004 (PB L 352 van 27.11.2004, blz. 1).