6.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 31/9


VERORDENING (EG) Nr. 110/2007 VAN DE COMMISSIE

van 5 februari 2007

tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om rechten op invoer voor het in Verordening (EG) nr. 704/2006 bedoelde contingent voor bevroren rundvlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 704/2006 van de Commissie van 8 mei 2006 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (1 juli 2006-30 juni 2007) (2), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 704/2006 is de hoeveelheid van het contingent waarvoor de importeurs van de Gemeenschap een aanvraag om rechten op invoer kunnen indienen op basis van de hoeveelheden rundvlees van GN-code 0201, 0202, 0206 10 95 of 0206 29 91, die zij voor eigen rekening overeenkomstig de betrokken douanebepalingen hebben ingevoerd in de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 april 2006, vastgesteld op 53 000 t. Aangezien rechten op invoer zijn aangevraagd voor een grotere hoeveelheid dan die welke op grond van artikel 1 beschikbaar is, moet overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 704/2006 een verminderingscoëfficiënt worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Elke overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 704/2006 in januari 2007 ingediende aanvraag om rechten op invoer wordt ingewilligd voor 4,743334 % van de gevraagde rechten.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 6 februari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 februari 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1899/2004 (PB L 328 van 31.10.2004, blz. 67).

(2)  PB L 122 van 9.5.2006, blz. 8.