24.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/67


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2007/246/GBVB VAN DE RAAD

van 23 april 2007

tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 27 februari 2007 heeft de Raad van de Europese Unie ter uitvoering van Resolutie 1737 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („UNSCR 1737 (2006)”) Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1) aangenomen.

(2)

Op 24 maart 2007 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1747 (2007) („UNSCR 1747 (2007)”) aangenomen, waarbij de werkingssfeer van de bij UNSCR 1737 (2006) opgelegde beperkende maatregelen werd uitgebreid.

(3)

UNSCR 1747 (2007) verbiedt de aankoop van wapens en aanverwant materieel van Iran.

(4)

UNSCR 1747 (2007) roept voorts alle staten op waakzaamheid en terughoudendheid te betrachten bij de rechtstreekse of indirecte levering, verkoop of overdracht aan Iran van bepaalde conventionele wapens als omschreven ten behoeve van het VN-register van Conventionele Wapens, alsmede bij de verlening van technische bijstand of opleiding, financiële bijstand, investeringen, tussenhandel en andere diensten, en bij de overdracht van financiële middelen of diensten in verband met de levering, verkoop, overdracht, vervaardiging of gebruik van dergelijke artikelen, teneinde een destabiliserende accumulatie van wapens te voorkomen. Overeenkomstig deze doelstellingen van UNSCR 1747 (2007) en het beleid van de EU om geen wapens aan Iran te verkopen, acht de Raad het passend om de levering, verkoop en overdracht aan Iran van alle wapens en aanverwant materieel, alsmede van het verlenen van daarmee verband houdende bijstand, investeringen en diensten, te verbieden.

(5)

Bij UNSCR 1747 (2007) worden de sancties wat betreft financiën en reizen die bij UNSCR 1737 (2006) zijn opgelegd, uitgebreid tot nog meer personen en entiteiten die zich bezighouden met, direct betrokken zijn bij, dan wel medewerking verlenen aan, proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens.

(6)

UNSCR 1747 (2007) doet voorts een beroep op alle staten en internationale financiële instellingen om geen nieuwe verbintenissen aan te gaan voor subsidies, financiële bijstand en concessionele leningen aan de regering van Iran, behalve voor humanitaire of ontwikkelingsdoeleinden.

(7)

De Raad heeft voorts personen en entiteiten geïdentificeerd die voldoen aan de criteria van artikel 4, lid 1, onder b), en artikel 5, lid 1, onder b), van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB; deze personen en entiteiten moeten daarom worden opgenomen in de lijst in bijlage II van dat gemeenschappelijk standpunt.

(8)

Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is een optreden van de Gemeenschap nodig,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1, lid 1, wordt het volgend punt toegevoegd:

„c)

wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, waaronder begrepen wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen hiervoor. Dit verbod geldt niet voor gevechtsvoertuigen die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de EU en haar lidstaten in Iran;”

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

De lidstaten gaan geen nieuwe verbintenissen aan voor subsidies, financiële bijstand en concessionele leningen aan de regering van Iran, ook niet via hun deelneming in internationale financiële instellingen, behalve voor humanitaire of ontwikkelingsdoeleinden.”.

3)

De bijlagen I en II worden vervangen door de bijlagen I en II bij onderhavig gemeenschappelijk standpunt.

Artikel 2

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag van zijn vaststelling.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Luxemburg, 23 april 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

F.-W. STEINMEIER


(1)  PB L 61 van 28.2.2007, blz. 49.


BIJLAGE I

„A.   ENTITEITEN

(1)

Ammunition and Metallurgy Industries Group (AMIG) (alias Ammunition Industries Group). Overige informatie: de AMIG controleert de 7th of Tir, die wordt vermeld in Resolutie 1737 (2006) wegens zijn rol in het centrifugeprogramma van Iran. De AMIG op haar beurt is eigendom en valt onder zeggenschap van de Defence Industries Organisation (DIO), die wordt vermeld in Resolutie 1737 (2006).

(2)

Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI) (Iraanse organisatie voor atoomenergie). Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(3)

Sepah Bank en Sepah Bank International. Overige informatie: de Sepah Bank verleent steun aan de Aerospace Industries Organisation (AIO) en de ondergeschikte entiteiten daarvan, onder andere de Shahid Hemmat Industrial Group (SHIG) en de Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG), die beide worden vermeld in Resolutie 1737 (2006).

(4)

Cruise Missile Industry Group (alias Naval Defence Missile Industry Group). Overige informatie: productie en ontwikkeling van kruisraketten. Verantwoordelijk voor raketten van de marine, onder andere kruisraketten.

(5)

Defence Industries Organisation (DIO). Overige informatie: a) overkoepelende entiteit onder controle van het MODAFL; ondergeschikte entiteiten zijn betrokken geweest bij de productie van componenten in het kader van het centrifugeprogramma en bij het rakettenprogramma; b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(6)

Esfahan Nuclear Fuel Research and Production Centre (NFRPC) en Esfahan Nuclear Technology Centre (ENTC). Overige informatie: deze centra zijn onderdelen van de Nuclear Fuel Production and Procurement Company, die onder de zeggenschap van de Iraanse organisatie voor atoomenergie (AEOI) ressorteert en betrokken is bij verrijkingsactiviteiten. De AEOI wordt vermeld in Resolutie 1737 (2006).

(7)

Fajr Industrial Group. Overige informatie: a) voorheen „Instrumentation Factory Plant” geheten; b) ondergeschikte entiteit van de AIO; c) betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran.

(8)

Farayand Technique. Overige informatie: a) betrokken bij het nucleaire programma van Iran (centrifugeprogramma); b) genoemd in IAEA-rapporten.

(9)

Kala-Electric (alias Kalaye Electric). Overige informatie: a) leverancier van de PFEP — Natanz, b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(10)

Karaj Nuclear Research Centre. Overige informatie: onderdeel van de onderzoeksdivisie van het AEOI.

(11)

Kavoshyar Company. Overige informatie: Bedrijf onder zeggenschap van de AEOI, dat geprobeerd heeft glasvezels, ovens voor vacuümkamers en laboratoriumuitrusting voor het nucleaire programma van Iran te verkrijgen.

(12)

Mesbah Energy Company. Overige informatie: a) leverancier van de A40-onderzoeksreactor — Arak, b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(13)

Novin Energy Company (alias Pars Novin). Overige informatie: Het bedrijf opereert binnen de AEOI en heeft voor de AEOI fondsen overgemaakt naar entiteiten die betrokken zijn bij het nucleaire programma van Iran.

(14)

Parchin Chemical Industries. Overige informatie: dochteronderneming van de DIO, die munitie, explosieven en vaste brandstoffen voor raketwapens en raketten levert.

(15)

Pars Aviation Services Company. Overige informatie: deze onderneming verzorgt het onderhoud van verschillende vliegtuigen, waaronder de MI-171 die wordt gebruikt door de luchtmacht van de Iraanse Revolutionaire Garde (IRGC).

(16)

Pars Trash Company. Overige informatie: a) betrokken bij het nucleaire programma van Iran (centrifugeprogramma), b) genoemd in IAEA-rapporten.

(17)

Qods Aeronautics Industries. Overige informatie: Dit bedrijf produceert onbemande vliegtuigen (unmanned aerial vehicles (UAV)), parachutes, paragliders, paramotors, enz. De IRGC laat zich erop voorstaan deze producten te gebruiken als onderdeel van haar doctrine van de asymmetrische oorlogsvoering.

(18)

Fajr Industrial Group. Overige informatie: ondergeschikt entiteit van de AIO, heeft voor de AIO uitrusting aangekocht voor het raketprogramma.

(19)

7th of Tir. Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van DIO, waarvan algemeen wordt aangenomen dat het rechtstreeks betrokken is bij het nucleaire programma van Iran; b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(20)

Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van de AIO, b) betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran.

(21)

Shahid Hemmat Industrial Group (SHIG). Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van AIO, b) betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran.

(22)

Sho'a' Aviation. Overige informatie: produceert microlight vliegtuigen die de IRGC naar eigen zeggen gebruikt als onderdeel van haar doctrine van asymmetrische oorlogsvoering.

(23)

Ya Mahdi Industries Group. Overige informatie: ondergeschikte entiteit van de AIO, betrokken bij de internationale aankoop van uitrusting voor raketten.

B.   NATUURLIJKE PERSONEN

(1)

Fereidoun Abbasi-Davani. Overige informatie: Hoofdwetenschapper van het ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten (MODAFL), met banden met het Instituut voor toegepaste wetenschappen, en nauw samenwerkend met Mohsen Fakhrizadeh-Mahabadi.

(2)

Dawood Agha-Jani. Functie: hoofd PFEP (Natanz). Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(3)

Ali Akbar Ahmadian. Titel: viceadmiraal. Functie: hoofd van de gezamenlijke staf van de Iraanse revolutionaire garde (IRGC).

(4)

Behman Asgarpour. Functie: operationeel directeur (Arak). Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(5)

Bahmanyar Morteza Bahmanyar. Functie: hoofd van het departement financiën en begroting, AIO. Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran.

(6)

Ahmad Vahid Dastjerdi. Functie: hoofd van de AIO. Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran.

(7)

Ahmad Derakhshandeh. Functie: voorzitter en directeur van de Sepah Bank. Overige informatie: de Sepah Bank verleent steun aan de AIO en de ondergeschikte entiteiten daarvan, onder andere de SHIG en de SBIG, die beide worden vermeld in Resolutie 1737 (2006).

(8)

Reza-Gholi Esmaeli. Functie: hoofd van het departement handel en internationale aangelegenheden, AIO. Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran.

(9)

Mohsen Fakhrizadeh-Mahabadi. Overige informatie: hoofdwetenschapper van het MODAFL en voormalig hoofd van het Centrum voor natuurkundig onderzoek (PHRC). Het IAEA heeft verzocht hem te mogen ondervragen over de activiteiten van het PHRC tijdens de periode waarin hij hoofd van het centrum was, hetgeen Iran geweigerd heeft.

(10)

Mohammad Hejazi. Titel: brigadegeneraal Functie: commandant van de Bassij weermacht.

(11)

Mohsen Hojati. Functie: hoofd van de Fajr Industrial Group. Overige informatie: de Fajr Industrial Group wordt vermeld in Resolutie 1737 (2006) wegens haar rol in het programma voor ballistische raketten.

(12)

Mehrdada Akhlaghi Ketabachi. Functie: hoofd van de SBIG. Overige informatie: de SBIG wordt vermeld in Resolutie 1737 (2006) wegens haar rol in het programma voor ballistische raketten.

(13)

Ali Hajinia Leilabadi. Functie: algemeen directeur Mesbah Energy Company. Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(14)

Naser Maleki. Functie: hoofd van de SHIG. Overige informatie: de SHIG wordt vermeld in Resolutie 1737 (2006) wegens haar rol in het programma voor ballistische raketten. Naser Maleki is voorts een functionaris van het MODAFL die toezicht houdt op de werkzaamheden in verband met het programma voor de ballistische raket Shahab-3. De Shahab-3 is de huidige ballistische raket voor de lange afstand van Iran.

(15)

Jafar Mohammadi. Functie: technisch adviseur AEOI (beheert de productie van kleppen voor centrifuges). Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(16)

Ehsan Monajemi. Functie: directeur bouwprojecten, Natanz. Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(17)

Mohammad Mehdi Nejad Nouri. Titel: Luitenant-generaal. Functie: rector van de Malek Ashtar universiteit voor defensietechnologie. Overige informatie: het departement scheikunde van de Ashtar universiteit voor defensietechnologie is verbonden aan het MODAFL en heeft experimenten met beryllium uitgevoerd. Hij is betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(18)

Mohammad Qannadi. Functie: vicepresident onderzoek en ontwikkeling AEIO. Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran.

(19)

Amir Rahimi. Functie: hoofd van het Esfahan Nuclear Fuel Research and Production Center. Overige informatie: het centrum is onderdeel van de Nuclear Fuel Production and Procurement Company (van de AEOI), die op haar beurt betrokken is bij verrijkingsactiviteiten.

(20)

Morteza Rezaie. Titel: brigadegeneraal. Functie: plaatsvervangend bevelhebber van de IRGC.

(21)

Morteza Safari. Titel: viceadmiraal. Functie: bevelhebber van de marine van de IRGC.

(22)

Yahya Rahim Safavi. Titel: Generaal-majoor. Functie: bevelhebber, IRGC (Pasdaran). Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma en het programma voor ballistische raketten van Iran.

(23)

Seyed Jaber Safdari. Overige informatie: directeur van de verrijkingsinstallaties in Natanz.

(24)

Hosein Salimi. Titel: generaal. Functie: bevelhebber van de luchtmacht, IRGC (Pasdaran). Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran.

(25)

Qasem Soleimani. Titel: brigadegeneraal. Functie: bevelhebber van de Qods strijdkrachten.

(26)

Mohammad Reza Zahedi. Titel: brigadegeneraal. Functie: bevelhebber van de landmacht van de IRGC.

(27)

Generaal Zolqadr. Functie: onderminister van Binnenlandse Zaken, belast met veiligheid, officier van de IRGC.”


BIJLAGE II

„A.   Natuurlijke personen

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

1.

Reza AGHAZADEH

Geboren: 15/3/1949 Paspoortnummer: S4409483 geldig 26/4/2000 — 27/4/2010 Plaats van afgifte: Teheran Geboren te Khoy

Directeur Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI). AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

2.

Amir Moayyed ALAI

 

Betrokken bij beheer van assemblage en engineering van centrifuges. Iran moet op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad alle met verrijking verband houden activiteiten opschorten, incl., dus ook alle centrifugegerelateerde werkzaamheden. Op 27 augustus 2006 heeft Alai een speciale onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor zijn rol bij het beheer van de assemblage en engineering van centrifuges.

3.

Mohammed Fedai ASHIANI

 

Betrokken bij productie van ammoniumuranylcarbonaat (AUC) en beheer van verrijkingscomplex van Natanz. Iran moet alle verrijkingsgerelateerde activiteiten opschorten. Op 27 augustus 2006 heeft Ashiani een speciale onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor zijn rol bij het AUC-productieproces en bij het beheer en het engineeringdesign van het Natanz-complex (Kashan).

4.

Haleh BAKHTIAR

 

Betrokken bij productie van 99,9 % geconcentreerd magnesium. Op 27 augustus 2006 heeft Bakhtiar een speciale onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor haar rol bij de productie van 99,9 % geconcentreerd magnesium. Magnesium van een dergelijke zuiverheid wordt gebruikt voor de productie van uraniummetaal, dat kan worden gegoten in materiaal voor een kernwapen. Iran heeft de IAEA de toegang geweigerd tot een document over de productie van hemisferen van uraniummetaal, die alleen van toepassing is op het gebruik van kernwapens.

5.

Morteza BEHZAD

 

Betrokken bij het maken van centrifugecomponenten. Iran moet alle verrijkingsgerelateerde activiteiten opschorten, ook i.v.m. centrifuges. Op 27 augustus 2006 heeft Behzad een speciale onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor zijn rol bij het maken van complexe, gevoelige centrifugecomponenten.

6.

Dr. Hoseyn (Hossein) FAQIHIAN

Adres van NFPC: AEOI-NFPD, P.O.Box: 11365-8486, Teheran/Iran

Plaatsvervangend Directeur-Generaal Nuclear Fuel Production and Procurement Company (NFPC), onderdeel van AEOI. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006). NFPC is betrokken bij verrijkingsgerelateerde activiteiten die Iran op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad moet opschorten.

7.

Seyyed Hussein (Hossein) HUSSEINI (HOSSEINI)

 

AEOI-official betrokken bij project van zwaarwateronderzoeksreactor (IR40) in Arak. UNSCR 1737 (2006) gelast Iran alle met zwaarwater verband houdende werkzaamheden op te schorten.

8.

M. Javad KARIMI SABET

 

Voorzitter Novin Energy Company. In augustus 2006 heeft Karimi Sabet een onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor zijn rol bij het ontwerp, de bouw, de installatie en inwerkingstelling van de nucleaire faciliteiten van Natanz.

9.

Said Esmail KHALILIPOUR

 

Plaatsvervangend Directeur AEOI. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

10.

Ali Reza KHANCHI

Adres van NRC: AEOI-NRC P.O.Box: 11365-8486 Teheran/Iran; Fax: (+9821) 8021412

Directeur Teheran Nuclear Research Center van AEOI. IAEA wil opheldering van Iran over plutoniumscheidingsexperimenten in TNRC, incl. over de aanwezigheid van deeltjes hoogverrijkt uranium in het milieu, aangetroffen in monsters genomen op de Karaj Waste Storage Facility, waar zich containers bevinden met verarmde uraniumdoelen die gebruikt zijn bij dergelijke experimenten. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

11.

Hamid-Reza MOHAJERANI

 

Betrokken bij productiebeheer van Uranium Conversion Facility (UCF) van Isfahan. Op 27 augustus 2006 heeft Mohajerani een speciale onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor zijn rol bij het beheer bij UCF en de planning, de bouw en de installatie van de UF-6-eenheid (UF6 is het uitgangsmateriaal voor verrijking).

12.

Houshang NOBARI

 

Betrokken bij beheer van verrijkingscomplex van Natanz. Iran moet alle verrijkingsgerelateerde activiteiten op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad opschorten. Op 27 augustus 2006 heeft Nobari een speciale onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor zijn rol bij het succesvol beheer en de uitvoering van het Natanz-complex (Kashan).

13.

Dr Javad RAHIQI

 

Directeur Nuclear Technology Centre van AEOI in Isfahan; dit superviseert de uraniumconversiefaciliteit van Isfahan. Iran moet alle verrijkingsgerelateerde activiteiten op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad opschorten, incl. uraniumconversiewerkzaamheden. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

14.

Abbas RASHIDI

 

Betrokken bij verrijkingsactiviteiten in Natanz. Iran moet alle verrijkingsgerelateerde activiteiten op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad opschorten. Op 27 augustus 2006 heeft Rashidi een speciale onderscheiding gekregen van President Ahmadinejad voor zijn rol bij het beheer en met name de succesvolle werking van de uit 164 centrifuges bestaande verrijkingscascade in Natanz.

15.

Abdollah SOLAT SANA

 

Directeur management Uranium Conversion Facility (UCF) in Isfahan; faciliteit die uitgangsmateriaal (UF6) voor verrijking in Natanz produceert. Op 27 augustus 2006 kreeg Solat Sana een speciale onderscheiding van President Ahmadinejad voor zijn rol.


B.   Rechtspersonen, entiteiten en lichamen

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

1.

Aerospace Industries Organisation, AIO

AIO, 28 Shian 5, Lavizan, Teheran

AIO superviseert Iraanse productie van raketten, incl. Shahid Hemmat Industrial Group, Shahid Bagheri Industrial Group en Fajr Industrial Group, alle drie vermeld in UNSCR 1737 (2006). Directeur van AIO en twee andere hoge functionarissen worden ook vermeld in UNSCR 1737 (2006)

2.

Armament Industries

Pasdaran Av., PO Box 19585/ 777, Teheran

Filiaal van DIO (Defence Industries Organization).

3.

Defence Technology and Science Research Centre (DTSRC) — ook bekend als Educational Research Institute/Moassese Amozeh Va Tahgiaghati (ERI/MAVT Co.)

Pasdaran Av., PO Box 19585/ 777, Teheran

Belast met O&O. Filiaal van DIO. DTSRC doet groot deel van aankopen voor DIO.

4.

Jaber Ibn Hayan

AEOI-JIHRD P.O.Box: 11365-8486; Teheran; 84, 20th Av. Entehaye Karegar Shomali Street; Teheran

Jaber Ibn Hayan is laboratorium van AEOI (Atomic Energy Organisation of Iran), betrokken bij activiteiten i.v.m. de brandstofcyclus. Bevindt zich in het nucleair onderzoekscentrum van Teheran (TNRC); vóór 2003 niet opgegeven door Iran uit hoofde van zijn garantieovereenkomst hoewel er conversie-activiteiten plaatsvonden.

5.

Marine Industries

Pasdaran Av., PO Box 19585/ 777, Teheran

Filiaal van DIO.

6.

Nuclear Fuel Production and Procurement Company (NFPC)

AEOI-NFPD, P.O.Box: 11365-8486, Teheran/Iran

Nuclear Fuel Production Division (NFPD) van AEOI doet onderzoek en ontwikkeling i.v.m. de nucleaire brandstofcyclus, incl. uraniumexploratie, winning, fijnmalen, conversie en kernafvalbeheer. NFPC is opvolger van NFPD, dochtervennootschap onder AEOI die leiding heeft bij onderzoek en ontwikkeling i.v.m. nucleaire brandstofcyclus, waaronder conversie en verrijking.

7.

Special Industries Group

Pasdaran Av., PO Box 19585/ 777, Teheran

Filiaal van DIO.

8.

TAMAS Company

 

TAMAS is betrokken bij activiteiten op het vlak van verrijking, die Iran op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad moet opschorten. TAMAS is overkoepelend orgaan waaronder vier dochtermaatschappijen ressorteren, incl. één voor uraniumwinning t/m -concentratie en een ander voor uraniumverwerking, verrijking en -afval. ”