16.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 46/59


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2007/107/GBVB VAN DE RAAD

van 15 februari 2007

houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Republiek Moldavië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 20 februari 2006 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2006/120/GBVB (1) vastgesteld, houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Moldavië.

(2)

Op 7 juni 2006 heeft de Raad het beleid van de Europese Unie goedgekeurd, inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt ingezet in operaties buiten de Europese Unie.

(3)

Uit een evaluatie van Gemeenschappelijk Optreden 2006/120/GBVB blijkt dat het mandaat van de Speciale Vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) met twaalf maanden moet worden verlengd.

(4)

De heer Adriaan Jacobovits de Szeged heeft de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) op de hoogte gebracht van zijn voornemen om zijn functie eind februari 2007 neer te leggen. Derhalve dient met ingang van 1 maart 2007 een nieuwe SVEU te worden benoemd.

(5)

De SG/HV heeft op 31 januari 2007 aanbevolen de heer Kálmán MIZSEI te benoemen tot de nieuwe SVEU voor de Republiek Moldavië.

(6)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Benoeming

De heer Kálmán MIZSEI wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Republiek Moldavië, voor de periode van 1 maart 2007 tot en met 29 februari 2008.

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

1.   Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie in de Republiek Moldavië. Deze doelstellingen zijn onder meer:

a)

bij te dragen tot een vreedzame regeling van het conflict over Transnistrië en tot de uitvoering ervan op basis van een levensvatbare oplossing, waarbij de soevereiniteit en de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië binnen haar internationaal erkende grenzen worden geëerbiedigd;

b)

bij te dragen tot de versterking van de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden voor alle burgers van de Republiek Moldavië;

c)

goede en nauwe betrekkingen tussen de Republiek Moldavië en de Europese Unie te bevorderen, op basis van gemeenschappelijke waarden en belangen, en overeenkomstig het actieplan in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB);

d)

assistentie te verlenen bij de bestrijding van mensensmokkel en smokkel van wapens en andere goederen uit en via de Republiek Moldavië;

e)

bij te dragen tot een versterking van de stabiliteit en de samenwerking in de regio;

f)

de efficiëntie en de zichtbaarheid van het optreden van de Europese Unie in de Republiek Moldavië en in de regio te vergroten;

g)

de doeltreffendheid van de grens- en douanecontrole en de grensbewaking aan de gemeenschappelijke grens van de Republiek Moldavië en Oekraïne te vergroten, met bijzondere nadruk op het Transnistrische gedeelte, met name via een grensmissie van de Europese Unie.

2.   De SVEU steunt de werkzaamheden van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) in de Republiek Moldavië en in de regio en handelt in nauwe samenwerking met het voorzitterschap, met de missiehoofden van de Europese Unie en met de Commissie.

Artikel 3

Mandaat

1.   Ter verwezenlijking van deze beleidsdoelstellingen krijgt de SVEU het mandaat om:

a)

de Europese Unie een grotere rol te laten spelen bij de oplossing van het conflict over Transnistrië volgens de overeengekomen beleidsdoelstellingen van de Europese Unie en in nauwe samenwerking met de OVSE, door de Europese Unie via de juiste kanalen en in onderling overeengekomen fora te vertegenwoordigen en door nauwe contacten met alle betrokken actoren te ontwikkelen en in stand te houden;

b)

waar nodig, mee te werken aan de voorbereiding van bijdragen van de Europese Unie aan de uitvoering van de uiteindelijke regeling voor het conflict;

c)

de politieke ontwikkelingen in de Republiek Moldavië, de regio Transnistrië inbegrepen, op de voet te volgen, door nauwe contacten met de regering van de Republiek Moldavië en met andere binnenlandse actoren te ontwikkelen en in stand te houden, en in voorkomende gevallen het advies en de steun van de Europese Unie aan te bieden;

d)

de verdere ontwikkeling van het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de Republiek Moldavië en de regio, met name op het gebied van preventie en oplossing van conflicten, te begeleiden;

e)

via een ondersteuningsteam, geleid door een hoge politiek adviseur van de SVEU:

i)

uit politiek oogpunt zicht te houden op de ontwikkelingen en activiteiten aan de Moldavisch-Oekraïense grens;

ii)

de politieke wil van de Republiek Moldavië en Oekraïne om hun grensbeheer te verbeteren, te analyseren;

iii)

de samenwerking tussen Moldavië en Oekraïne in grensoverschrijdende aangelegenheden te bevorderen, mede met het oog op het scheppen van de voorwaarden voor een regeling van het Transnistrische conflict;

f)

bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid en de richtsnoeren voor de mensenrechten van de Europese Unie, met name ten aanzien van vrouwen en kinderen in door conflicten getroffen gebieden, voornamelijk door de ontwikkelingen op dit gebied te volgen en te sturen.

2.   Ten behoeve van zijn mandaat houdt de SVEU een overzicht over alle werkzaamheden van de Europese Unie, in het bijzonder wat de terzake dienende aspecten van het ENB-actieplan betreft.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de SG/HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

2.   Het Politiek- en veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2007 tot en met 29 februari 2008 bedraagt 1 100 000 EUR.

2.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie, met dien verstande dat voorfinanciering niet het eigendom van de Gemeenschap blijft.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 maart 2007.

4.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 6

Samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV, en in volledige samenspraak met de Commissie. De SVEU deelt het voorzitterschap en de Commissie de definitieve samenstelling van zijn team mee.

2.   De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Europese Unie.

3.   Alle niet door detachering vervulde A-ambten worden door het secretariaat-generaal van de Raad op passende wijze bekendgemaakt en tevens ter kennis gebracht van de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie, teneinde de best gekwalificeerde kandidaten te kunnen aanwerven.

4.   De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 7

Beveiliging

1.   De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (2), met name wanneer zij gerubriceerde gegevens van de Europese Unie behandelen.

2.   Overeenkomstig het beleid van de Europese Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het SVEU wordt ingezet in operaties buiten de Europese Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is:

a)

hij stelt op basis van de richtsnoeren van het secretariaat-generaal van de Raad een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veiliger personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan voor de missie behelst;

b)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering tegen grote risico's;

c)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het secretariaat-generaal van de Raad het missiegebied heeft ingedeeld;

d)

hij zorgt ervoor dat alle naar aanleiding van geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en hij brengt schriftelijk verslag uit over de uitvoering ervan en over andere veiligheidskwesties, in het kader van zijn tussentijds verslag en zijn verslag over de uitvoering van het mandaat aan de SG/HV, de Raad en de Commissie;

e)

hij zorgt ervoor dat, zo nodig en binnen zijn taken als onderdeel van de bevelsstructuur, in alle EU-componenten van een crisisbeheersingsoperatie of een operatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, een samenhangende benadering voor de beveiliging van het personeel wordt gevolgd.

Artikel 8

Rapportage

De SVEU brengt in de regel persoonlijk verslag uit aan de SG/HV en het PVC, alsook eventueel aan de bevoegde groep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de SG/HV, de Raad en de Commissie. De SVEU kan op aanbeveling van de SG/HV en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.

Artikel 9

Coördinatie

1.   Met het oog op de samenhang van het externe optreden van de Europese Unie worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de SG/HV, het voorzitterschap en de Commissie. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Commissie. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

2.   Krachtens artikel 3, tweede alinea, van het SVEU zorgen de Raad en de Commissie, overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden, voor de samenhang tussen de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en het externe optreden van de Gemeenschap. De Raad en de Commissie werken daartoe samen.

Artikel 10

Toetsing

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. De SVEU legt de SG/HV, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2007 een voortgangsverslag, en uiterlijk medio november 2007 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor. Deze verslagen vormen de basis voor de beoordeling van dit gemeenschappelijk optreden in de bevoegde groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de SG/HV aanbevelingen aan het PVC voor een beslissing van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 12

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 februari 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

W. SCHÄUBLE


(1)  PB L 49 van 21.2.2006, blz. 11.

(2)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/952/EG (PB L 346 van 29.12.2005, blz. 18).