31.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 198/35 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 30 juli 2007
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot het gebruik van halon 2402 in Bulgarije
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3594)
(2007/540/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (1), en met name op artikel 4, lid 4, onder iv),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Tijdens de bij artikel 4, lid 4, onder iv), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 voorziene toetsing, en na overleg met de lidstaten, is de Commissie tot de volgende bevindingen gekomen met betrekking tot het gebruik van halon 2402. |
(2) |
Overeenkomstig de verplichtingen van het Protocol van Montreal betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen is de productie van halon 2402 in ontwikkelde landen stopgezet op 1 januari 1994. Sindsdien kan halon 2402 alleen nog worden verkregen bij gespecialiseerde opslagfaciliteiten die halon hebben opgeslagen dat door alternatieven is vervangen. |
(3) |
Halon 2402 wordt in Bulgarije nog steeds gebruikt in bepaalde toepassingen voor brand- en explosiebestrijding in militaire landvoertuigen, schepen en luchtvaartuigen. Roemenië heeft meegedeeld dat het geen halon 2402 meer gebruikt. |
(4) |
Bij de vervanging van brandbestrijdingsapparatuur met halonen door alternatieve middelen voor brandbestrijding moet rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van technisch en economisch haalbare alternatieven of technologieën die met het oog op milieu en gezondheid aanvaardbaar zijn. Wanneer apparatuur voor brand- en explosiebeveiliging bij militaire toepassingen wordt aangepast door de installatie van apparatuur zonder halonen, moet dit zodanig worden gepland dat een onaanvaardbare aantasting van de verdedigingsmogelijkheden van de lidstaten wordt voorkomen. Vaak moeten er speciale begrotingsmiddelen en een bepaalde tijd voor omschakeling op een alternatief worden uitgetrokken om de alternatieve brandbeschermingsmiddelen zodanig aan te passen dat ze veilig en effectief kunnen functioneren. Op dit ogenblik bestaan er geen technisch en economisch haalbare alternatieven voor dergelijke toepassingen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 4, onder v), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 moet halonen bevattende apparatuur die niet in de lijst van kritische toepassingen van bijlage VII is opgenomen, uiterlijk op 31 december 2003 buiten gebruik worden gesteld en moeten de halonen overeenkomstig artikel 16 worden teruggewonnen. Om een vrijstelling voor het gebruik van halon 2402 in kritische toepassingen toe te staan in Bulgarije, dat op 1 januari 2007 tot de Europese Unie is toegetreden, moet bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 2037/2000 zodanig worden aangepast dat dit branddovend middel in specifieke toepassingen mag worden gebruikt. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 2037/2000 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 2037/2000 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 30 juli 2007.
Voor de Commissie
Stavros DIMAS
Lid van de Commissie
(1) PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
BIJLAGE
Aan bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 2037/2000 wordt de volgende tekst toegevoegd:
„Gebruik van halon 2402, uitsluitend in Bulgarije:
— |
in luchtvaartuigen voor de beveiliging van bemanningscabines, motorgondels, vrachtruimten, droge ruimten (dry bays) en voor het inert maken van brandstoftanks, |
— |
in bemande ruimten en motorkamers van militaire landvoertuigen en zeeschepen.”. |