16.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 156/28


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 13 juni 2007

betreffende de niet-opneming van carbosulfan in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2463)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/415/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG mag een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I bij die richtlijn opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van de richtlijn al op de markt zijn, op de markt worden gebracht terwijl deze stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht.

(2)

Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 703/2001 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de tweede fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG, vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden beoordeeld met het oog op hun eventuele opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Carbosulfan is in die lijst opgenomen.

(3)

Voor carbosulfan zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 en (EG) nr. 703/2001 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 451/2000 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor carbosulfan was België de rapporterende lidstaat en werd alle relevante informatie op 11 augustus 2004 ingediend.

(4)

Het evaluatieverslag is door de lidstaten en de EFSA (in haar werkgroep Evaluatie) intercollegiaal getoetst en op 28 juli 2006 bij de Commissie ingediend in de vorm van de conclusie van de EFSA betreffende de intercollegiale toetsing van de risico-evaluatie van de werkzame stof carbosulfan als pesticide (4). Dit verslag is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 24 november 2006 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor carbosulfan.

(5)

Tijdens de evaluatie van deze werkzame stof is een aantal problemen vastgesteld. Het gebruik van carbosulfan leidt tot het ontstaan van metabolieten met een gevaarlijk profiel. Dit geeft aanleiding tot bezorgdheid over de blootstelling van consumenten en het mogelijke risico van verontreiniging van het grondwater. Op basis van de door de kennisgever binnen de wettelijke termijnen ingediende gegevens kon deze bezorgdheid echter niet worden weggenomen. Bovendien bevat het technische materiaal (dit is de werkzame stof zoals zij op de markt wordt aangeboden) relevante onzuiverheden, waarvan ten minste één (N-nitrosodibutylamine) carcinogeen is. Deze onzuiverheid wordt in het technische materiaal aangetroffen in gehalten die zorgwekkend zijn. De door de kennisgever binnen de wettelijke termijnen ingediende gegevens bevatten niet voldoende informatie om deze bezorgdheid weg te nemen. Het risico voor toedieners kon dan ook niet naar behoren worden beoordeeld. Ten slotte werd in de door de kennisgever binnen de wettelijke termijnen ingediende gegevens niet in voldoende mate ingegaan op de risico’s voor vogels, zoogdieren, in het water levende organismen, bijen, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, aardwormen en niet tot de doelsoorten behorende bodemmicro-organismen en planten. Er blijft dan ook bezorgdheid bestaan ten aanzien van de risicobeoordeling voor deze soorten. Bijgevolg kon op basis van de beschikbare informatie niet worden geconcludeerd dat carbosulfan voldeed aan de criteria voor opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(6)

De Commissie heeft de kennisgever verzocht haar zijn opmerkingen over de resultaten van de intercollegiale toetsing te doen toekomen en aan te geven of hij al dan niet van plan was om de stof verder te ondersteunen. De kennisgever heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht. Ondanks de door de kennisgever aangevoerde argumenten blijven de hierboven vermelde problemen echter bestaan en de evaluaties op basis van de verstrekte en tijdens de vergaderingen van deskundigen van de EFSA beoordeelde gegevens hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die carbosulfan bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden in het algemeen aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen.

(7)

Carbosulfan mag bijgevolg niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

(8)

De nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de verleende toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die carbosulfan bevatten, binnen een bepaalde termijn worden ingetrokken en niet worden verlengd, en dat voor dergelijke producten geen nieuwe toelatingen worden verleend.

(9)

De looptijd van eventuele door de lidstaten toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen en het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die carbosulfan bevatten, moet worden beperkt tot twaalf maanden, zodat de bestaande voorraden nog gedurende één extra groeiseizoen mogen worden gebruikt.

(10)

Deze beschikking laat de indiening van een aanvraag voor carbosulfan overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG met het oog op de eventuele opneming van deze stof in bijlage I bij die richtlijn onverlet.

(11)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Carbosulfan wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten zorgen ervoor dat:

a)

toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die carbosulfan bevatten, uiterlijk op 13 december 2007 worden ingetrokken;

b)

met ingang van de datum van bekendmaking van deze beschikking geen toelatingen voor carbosulfan bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden verleend of verlengd.

Artikel 3

Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen moeten zo snel mogelijk en uiterlijk op 13 december 2008 aflopen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 juni 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/31/EG van de Commissie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 44).

(2)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).

(3)  PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.

(4)  EFSA Scientific Report (2006) 91, 1-84, Conclusion on the peer review of carbosulfan.