31.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 139/28


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 25 mei 2007

betreffende de niet-opneming van thiodicarb in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2165)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/366/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG mag een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van die richtlijn reeds op de markt zijn, op de markt worden gebracht terwijl die stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht.

(2)

Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 703/2001 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de tweede fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Thiodicarb is in die lijst opgenomen.

(3)

Voor thiodicarb zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 en (EG) nr. 703/2001 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 451/2000 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor thiodicarb was het Verenigd Koninkrijk de rapporterende lidstaat en was alle relevante informatie ingediend op 19 januari 2004.

(4)

Het evaluatieverslag is door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst en op 14 december 2005 bij de Commissie ingediend in de vorm van de conclusie van de EFSA betreffende de intercollegiale toetsing van de risico-evaluatie van de werkzame stof thiodicarb (4). Dit verslag is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 14 juli 2006 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor thiodicarb.

(5)

Tijdens de evaluatie van deze werkzame stof is een aantal problemen vastgesteld. Uit de risico-evaluatie voor gebruik als insecticide bleek een acuut voedingsrisico te bestaan voor peuters als gevolg van de consumptie van behandelde tafeldruiven en voor volwassenen als gevolg van de consumptie van wijn. Verder is uit de risico-evaluatie voor het gebruik van thiodicarb als molluscicide gebleken dat er belangrijke leemten in de gegevens bestonden, met name wat de blootstelling van de toedieners en de mogelijke besmetting van het grondwater betreft, en zo was het niet mogelijk om op grond van de beschikbare informatie te concluderen dat thiodicarb voldeed aan de criteria voor opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(6)

De Commissie heeft de kennisgever verzocht haar zijn opmerkingen over de resultaten van de intercollegiale toetsing te doen toekomen en aan te geven of hij al dan niet van plan was om de stof verder te ondersteunen. De kennisgever heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht. Ondanks de door de kennisgever aangevoerde argumenten blijven de hierboven vermelde problemen echter bestaan en de evaluaties op basis van de verstrekte en tijdens de vergaderingen van deskundigen van de EFSA beoordeelde gegevens hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die thiodicarb bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a), en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen.

(7)

Thiodicarb mag bijgevolg niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

(8)

De nodige maatregelen moeten worden genomen om erop toe te zien dat de verleende toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die thiodicarb bevatten, binnen een bepaalde termijn worden ingetrokken en niet worden verlengd, en dat voor dergelijke producten geen nieuwe toelatingen worden verleend.

(9)

De looptijd van eventuele door de lidstaten toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die thiodicarb bevatten, moet worden beperkt tot twaalf maanden, zodat de bestaande voorraden nog gedurende één extra groeiseizoen mogen worden gebruikt.

(10)

Deze beschikking loopt niet vooruit op eventuele latere acties van de Commissie met betrekking tot deze werkzame stof in het kader van Richtlijn 79/117/EEG van de Raad van 21 december 1978 houdende verbod van het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen bevattende bepaalde actieve stoffen (5).

(11)

Deze beschikking laat de indiening van een aanvraag voor thiodicarb overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG met het oog op de eventuele opneming van deze stof in bijlage I, onverlet.

(12)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Thiodicarb wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten zorgen ervoor dat:

a)

toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die thiodicarb bevatten, vóór 25 november 2007 worden ingetrokken;

b)

met ingang van de datum van bekendmaking van deze beschikking geen toelatingen voor thiodicarb bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden verleend en geen toelatingen voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen meer worden verlengd.

Artikel 3

Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen moeten zo snel mogelijk aflopen en in elk geval op 25 november 2008.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 mei 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/25/EG van de Commissie (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 34).

(2)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).

(3)  PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.

(4)  EFSA Scientific Report (2005) 55, 1-76, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance thiodicarb.

(5)  PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 229 van 29.6.2004, blz. 5).