12.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/30


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2007

tot opheffing van het verbod op het verkeer van bepaalde dierlijke producten op het eiland Cyprus krachtens Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad en tot vaststelling van de voorwaarden voor het verkeer van die producten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1911)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/330/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte (1), en met name op artikel 4, lid 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In afwachting van de hereniging van Cyprus wordt ingevolge artikel 1, lid 1, van Protocol 10 bij de Akte van Toetreding de invoering van het acquis opgeschort in de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

(2)

Om redenen van volks- en diergezondheid verbiedt Verordening (EG) nr. 866/2004 het verkeer van dierlijke producten over de lijn tussen de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en de gebieden waar dit wel het geval is.

(3)

Als eerste stap en in het licht van de productie in gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, kunnen de verboden voor verse vis en honing worden opgeheven.

(4)

Er moet voor worden gezorgd dat de volks- en de diergezondheid door de opheffing van de verboden niet in gevaar wordt gebracht. Het is ook nodig dat de voedselveiligheid wordt gewaarborgd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie (2) die specifieke regels vaststelt met betrekking tot goederen die van oorsprong zijn uit gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en die worden binnengebracht in gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering wel feitelijk het gezag uitoefent. Bijgevolg moet de handel in de desbetreffende producten aan bepaalde voorwaarden worden onderworpen.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De verboden krachtens artikel 4, lid 9, van Verordening (EG) nr. 866/2004 betreffende het verkeer van dierlijke producten over de lijn tussen de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en de gebieden waarover zij wel feitelijk het gezag uitoefent, zijn niet langer van toepassing ten aanzien van de dierlijke producten als bedoeld in de bijlagen I en II bij deze beschikking.

De handel in die producten wordt onderworpen aan de in de respectieve bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128, gerectificeerd in PB L 206 van 9.6.2004, blz. 51. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1283/2005 van de Commissie (PB L 203 van 4.8.2005, blz. 8).

(2)  PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3.


BIJLAGE I

Verse vis

A.   Dierlijk product: verse vis

B.   Voorwaarden

1.

Verse vis moet rechtstreeks worden uitgeladen van vissersvaartuigen die hun vangsten gedurende maximaal 24 uur aan boord bewaren. Die vissersvaartuigen moeten opereren overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, deel I, onderdeel A, en hoofdstuk II, van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1).

Door de diensten van de Commissie aangewezen onafhankelijke deskundigen moeten de vaartuigen inspecteren en aan de Commissie een lijst toezenden van de vaartuigen die aan de voorschriften voldoen. De Commissie deelt die lijst mee aan de bevoegde veterinaire autoriteit van de Republiek Cyprus en publiceert haar ook op haar website.

2.

Elke zending verse vis moet vergezeld gaan van een document dat is afgegeven overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1480/2004. Dat document moet worden afgegeven door de Turks-Cypriotische kamer van koophandel, die daartoe door de Commissie in overeenstemming met de regering van de Republiek Cyprus is gemachtigd, of door een ander daartoe in overeenstemming met de laatste gemachtigd orgaan. Dat document moet worden afgegeven overeenkomstig de procedure van artikel 4, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 866/2004 en moet een verklaring bevatten dat de vis rechtstreeks wordt uitgeladen van vissersvaartuigen die voorkomen op de in punt 1 vermelde lijst van vaartuigen die aan de voorschriften voldoen, welke lijst zoals voorgeschreven zal worden verstrekt.

3.

De verse vis moet voor winkels, restaurants of rechtstreekse verkoop aan de consument bestemd zijn.


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22.


BIJLAGE II

Honing voor menselijke consumptie

A.   Dierlijk product: honing voor menselijke consumptie

B.   Voorwaarden

1.

De honing moet volledig worden geproduceerd door producenten die in die gebieden van de Republiek Cyprus wonen waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

2.

De honing moet worden vervoerd

a)

in bulk; of

b)

in voor de markt bestemde recipiënten die door een daartoe uitgeruste onderneming zijn gevuld overeenkomstig bijlage I, deel A, punt II, bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1).

3.

Elke zending honing moet vergezeld gaan van een document dat is afgegeven overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1480/2004. Dat document moet worden afgegeven door de Turks-Cypriotische kamer van koophandel, die daartoe door de Commissie in overeenstemming met de regering van de Republiek Cyprus is gemachtigd, of door een ander daartoe in overeenstemming met de laatste gemachtigd orgaan. Dat document moet worden afgegeven overeenkomstig de procedure van artikel 4, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 866/2004 en moet een verklaring bevatten dat de honing voldoet aan de in punt 1 vastgestelde voorwaarden.

4.

Voordat de handel in honing kan beginnen, moeten tien honingmonsters in de productieketen worden genomen door onafhankelijke deskundigen die door de Commissie zijn aangewezen. Die monsters moeten worden geanalyseerd en de resultaten van de analyse moeten aan de Commissie worden toegezonden. De Commissie deelt de resultaten van de analyses mee aan de bevoegde veterinaire autoriteit van de Republiek Cyprus en publiceert ze ook op haar website.

De analyses moeten worden uitgevoerd in een erkend laboratorium, als omschreven in artikel 2, onder f), van Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (2). De monsters moeten als volgt worden onderverdeeld:

a)

zes monsters worden getest op antibiotica (groep B1) en carbamaten en pyretroïden (groep B2 - antiparasitaire middelen);

b)

vier monsters worden getest op bestrijdingsmiddelen (groep B3a voor organische chloorverbindingen, groep B3b voor organische fosforverbindingen) en zware metalen (groep B3c).

5.

De monsterneming en de analyse, als bedoeld in punt 4, moeten elk jaar worden herhaald.

6.

Het verkeer van honing overeenkomstig deze beschikking is onderworpen aan de voorschriften van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing (3).


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

(2)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10.

(3)  PB L 10 van 12.1.2002, blz. 47.