16.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 47/8


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1962/2006 van de Commissie van 21 december 2006 ter uitvoering van artikel 37 van de Akte van toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie

( Publicatieblad van de Europese Unie L 408 van 30 december 2006 )

Verordening (EG) nr. 1962/2006 komt als volgt te luiden:

VERORDENING (EG) Nr. 1962/2006 VAN DE COMMISSIE

van 21 december 2006

ter uitvoering van artikel 37 van de Akte van toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, en met name op artikel 4, lid 3,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, en met name op artikel 37,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 37 van de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie is bepaald dat de Commissie passende vrijwaringsmaatregelen kan treffen bij niet-naleving door Bulgarije van in het kader van de toetredingsonderhandelingen aangegane verbintenissen, waardoor de werking van de interne markt ernstig wordt verstoord, met inbegrip van verbintenissen inzake sectoraal beleid betreffende economische activiteiten met grensoverschrijdende gevolgen, of bij onmiddellijke dreiging van een dergelijke verstoring; er is een onmiddellijke dreiging dat de niet-naleving door Bulgarije van zijn verbintenis om de verordeningen (1)  (2) in acht te nemen tot een ernstige verstoring van de interne markt voor luchtvervoer zal leiden.

(2)

Op basis van artikel 80 van het EG-Verdrag heeft de Gemeenschap een gemeenschappelijk luchtvervoersbeleid vastgesteld; dit beleid omvat regels voor de totstandbrenging van een interne markt voor luchtvervoersdiensten (3) en gemeenschappelijke regels voor de totstandbrenging en instandhouding van een hoog uniform niveau van veiligheid van de burgerluchtvaart in Europa (4). Beide soorten regels hebben directe gevolgen voor het verlenen van luchtvervoersdiensten tussen de lidstaten.

(3)

Bulgarije heeft zich er tijdens de toetredingsonderhandelingen toe verbonden de communautaire regels inzake luchtvervoer volledig toe te passen met ingang van de datum van toetreding tot de Europese Unie.

(4)

Naar aanleiding van de ondertekening van de toetredingsakte op 25 april 2005, heeft het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) van 16 tot en met 20 mei 2005 een bezoek gebracht aan de bevoegde burgerluchtvaartautoriteit van Bulgarije om na te gaan of die autoriteit in staat is de voorschriften van de communautaire regelgeving en de veiligheidsnormen van de gezamenlijke luchtvaartautoriteiten (JAA) toe te passen. Het bezoek heeft ernstige en aanhoudende tekortkomingen aan het licht gebracht in het bestuurlijke vermogen van de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit om te zorgen voor het veiligheidstoezicht dat nodig is om de communautaire voorschriften inzake luchtwaardigheidscertificaten en onderhoud van luchtvaartuigen ten uitvoer te leggen.

(5)

Gezien de ernstige tekortkomingen die door het EASA en de JAA zijn vastgesteld, is de wederzijdse erkenning op het gebied van de veiligheid in het kader van het JAA-systeem in oktober 2005 aan Bulgarije geweigerd.

(6)

De corrigerende maatregelen die in oktober en november 2005 en mei 2006 door de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit zijn ingediend, werden door het EASA als ontoereikend beschouwd, waarvan de Commissie akte heeft genomen.

(7)

In haar op 26 september 2006 vastgestelde mededeling inzake de stand van de voorbereidingen van Bulgarije en Roemenië op het EU-lidmaatschap (5) heeft de Commissie bevestigd dat Bulgarije vooruitgang heeft geboekt in de voorbereidingen op het lidmaatschap, maar heeft zij eveneens een aantal gebieden vermeld waarop nog steeds problemen bestaan, zoals de veiligheid van de luchtvaart; als Bulgarije niet de noodzakelijke corrigerende maatregelen neemt, zal de Commissie passende maatregelen nemen om de goede werking van de interne markt op deze gebieden te garanderen.

(8)

De Commissie heeft Bulgarije in haar mededeling aangespoord om een plan met corrigerende maatregelen in te dienen om alle tekortkomingen aan te pakken en dat plan volgens een strikt tijdschema uit te voeren, in nauwe samenwerking met en onder toezicht van het EASA, om aldus aan de toepasselijke communautaire voorschriften inzake veiligheid van de luchtvaart te voldoen. In de mededeling werd aangekondigd dat het EASA vóór de toetreding van Bulgarije een inspectie zou houden om te verifiëren of het plan is uitgevoerd. In de mededeling komt de Commissie tot de conclusie dat Bulgarije, als het niet de noodzakelijke maatregelen neemt, riskeert dat de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat, de toegang tot de interne luchtvaartmarkt beperkt en dat in Bulgarije geregistreerde vliegtuigen die niet aan de EU-voorschriften op het gebied van de veiligheid van de burgerluchtvaart voldoen, aan passende vrijwaringsmaatregelen worden onderworpen.

(9)

In het licht van de mededeling van de Commissie is het EASA verzocht om de bovenvermelde inspectie van de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit uit te voeren. Deze inspectie heeft plaatsgevonden van 27 november tot en met 1 december 2006; de inspectie had tot doel enerzijds na te gaan of de bevoegde burgerluchtvaartautoriteit van Bulgarije voldoende voorbereid was om de gemeenschappelijke regels inzake veiligheid van de luchtvaart, die op 1 januari 2007 van kracht worden in Bulgarije, toe te passen, en anderzijds de vooruitgang te beoordelen die geboekt is bij de toepassing van de corrigerende maatregelen die na het eerste bezoek van het EASA door die burgerluchtvaartautoriteit zijn genomen om de tijdens dat eerste bezoek vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.

(10)

Het inspectieverslag van het EASA bevestigt de eerder vastgestelde tekortkomingen in het bestuurlijke vermogen van de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit om te zorgen voor het veiligheidstoezicht dat nodig is om de communautaire voorschriften inzake luchtwaardigheidscertificaten en onderhoud van luchtvaartuigen ten uitvoer te leggen, en concludeert dat de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit niet in staat is om de naleving van Verordening (EG) nr. 1592/2002 en de uitvoeringsbepalingen daarvan, namelijk de Verordeningen (EG) nr. 1702/2003 (6) en (EG) nr. 2042/2003 (7) van de Commissie, te garanderen met ingang van de datum van inwerkingtreding van de toetredingsakte.

(11)

Aangezien Bulgarije zijn verbintenis om Verordening (EG) nr. 1592/2002 en de uitvoeringsbepalingen daarvan na te leven met ingang van de datum van inwerkingtreding van de toetredingsakte niet is nagekomen, wordt bepaald dat de door de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit afgegeven certificaten niet in aanmerking komen voor de in de artikelen 8 en 57 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 vastgestelde wederzijdse erkenning.

(12)

De niet-naleving door Bulgarije van zijn verbintenis om Verordening (EG) nr. 1592/2002 en de uitvoeringsbepalingen daarvan na te leven met ingang van de datum van inwerkingtreding van de toetredingsakte kan leiden tot een verstoring van de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen waarvoor in andere lidstaten een certificaat is afgegeven en luchtvaartmaatschappijen waarvoor in Bulgarije een certificaat is afgegeven indien deze laatste onbeperkte toegang tot de interne markt van de Gemeenschap zouden krijgen. De mededinging kan met name worden verstoord wanneer luchtvaartmaatschappijen die van de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit een certificaat hebben gekregen, onbeperkte toegang tot routes in de Gemeenschap zouden krijgen zonder te voldoen aan alle regels voor de totstandbrenging van een interne markt voor het verlenen van luchtvervoersdiensten, met name de regels inzake veiligheid, terwijl hun concurrenten deze regels wel moeten naleven. Als luchtvaartmaatschappijen die van de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit een certificaat hebben gekregen toegang krijgen tot de interne markt, zou dit bovendien kunnen leiden tot een uitbreiding van hun activiteiten naar, van of binnen andere lidstaten, wat extra veiligheidsrisico's met zich zou brengen.

(13)

Om de toename van deze risico's te vermijden, moet worden bepaald dat, met het oog op de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2408/92, luchtvaartmaatschappijen die van de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteit een vergunning hebben gekregen niet als „communautaire luchtvaartmaatschappijen” worden beschouwd.

(14)

Deze maatregel laat verdere maatregelen die de Commissie eventueel moet nemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad (8) onverlet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De artikelen 8 en 57 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 zijn niet van toepassing op certificaten die door de bevoegde autoriteit van Bulgarije zijn afgegeven.

Artikel 2

Onverminderd artikel 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 worden luchtvaartmaatschappijen die van de bevoegde autoriteit van Bulgarije een exploitatievergunning hebben gekregen, niet beschouwd als „communautaire luchtvaartmaatschappij” met het oog op de toepassing van die verordening.

Artikel 3

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening zal de Commissie minstens één keer om de twaalf maanden, op eigen initiatief of wanneer Bulgarije daartoe een gemotiveerd verzoek indient, nagaan of de toepassing van deze verordening nog steeds noodzakelijk is.

Deze verordening treedt in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 december 2006.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter


(1)  Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1), Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes (PB L 240 van 24.8.1992, blz. 8) en Verordening (EEG) nr. 2409/92 van de Raad van 23 juli 1992 inzake tarieven voor luchtdiensten (PB L 240 van 24.8.1992, blz. 15).

(2)  Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1701/2003 van de Commissie (PB L 243 van 27.9.2003, blz. 5).

(3)  Verordening (EEG) nr. 2407/92, Verordening (EEG) nr. 2408/92 en Verordening (EEG) nr. 2409/92.

(4)  Verordening (EG) nr. 1592/2002.

(5)  Mededeling COM(2006) 549 van de Commissie van 26 september 2006.

(6)  Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie van 24 september 2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 243 van 27.9.2003, blz. 6). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 706/2006 (PB L 122 van 9.5.2006, blz. 16).

(7)  Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 315 van 28.11.2003, blz. 1). Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 707/2006 (PB L 122 van 9.5.2006, blz. 17).

(8)  Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15).