19.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 360/133 |
VERORDENING (EG) Nr. 1877/2006 VAN DE COMMISSIE
van 18 december 2006
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 878/2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 voor bepaalde dierlijke bijproducten die als categorie 1- of categorie 2-materiaal zijn ingedeeld en voor technische toepassingen bestemd zijn
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 4, lid 4, artikel 5, lid 4, en artikel 32, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten vastgesteld. Die verordening definieert dierlijke bijproducten als categorie 1-, 2- en 3-materiaal, al naargelang het risico dat aan het product verbonden is. |
(2) |
Krachtens die verordening worden andere dierlijke bijproducten dan categorie 1- of categorie 3-materiaal als categorie 2-materiaal gedefinieerd, ongeacht verdere overwegingen ten aanzien van het risico dat aan die producten verbonden is. Het toegestane gebruik van dierlijke bijproducten voor voedering hangt af van de definitie van dergelijk materiaal als categorie 1-, 2- of 3-materiaal. Bepaald categorie 3-materiaal mag voor voedering worden gebruikt, maar categorie 2-materiaal is in de regel daarvan uitgesloten. |
(3) |
Bepaalde dierlijke bijproducten die als laagrisicoproducten kunnen worden beschouwd, vallen echter volgens Verordening (EG) nr. 1774/2002 niet binnen de definitie van categorie 3-materiaal. Het feit dat dergelijk materiaal automatisch als categorie 2-materiaal wordt gedefinieerd is niet in overeenstemming met de risico's van die producten. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 878/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 voor bepaalde dierlijke bijproducten die als categorie 1- of categorie 2-materiaal zijn ingedeeld en voor technische toepassingen bestemd zijn (2) is goedgekeurd zodat bepaalde als categorie 1- en categorie 2-materiaal gedefinieerde en uitsluitend voor technisch gebruik bestemde dierlijke bijproducten verder in de handel gebracht, ingevoerd, uitgevoerd en doorgevoerd kunnen blijven worden. |
(5) |
Het door de Commissie op 21 oktober 2005 goedgekeurde en op 24 oktober 2005 bij de Raad ingediende verslag over dierlijke bijproducten (3) gaat in op de problemen met de definitie van bepaald materiaal als categorie 2-materiaal en beoogt een aantal wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1774/2002 in de loop van de vanaf eind 2006 geplande herziening van die verordening. |
(6) |
In afwachting van die wijzigingen moet het mogelijk zijn bepaalde momenteel als categorie 2-materiaal gedefinieerde dierlijke bijproducten met laag risico voor gebruik in bepaalde diervoeders en technische toepassingen toe te staan. De werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 878/2004 dient bijgevolg te worden verruimd om het gebruik van bepaald categorie 2-materiaal met laag risico voor de vervaardiging van technische producten en in bepaalde diervoeders toe te staan. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 878/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 878/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De titel komt als volgt te luiden: |
2) |
Artikel 1 komt als volgt te luiden: „Artikel 1 Werkingssfeer 1. Deze verordening is van toepassing op de volgende dierlijke bijproducten die krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 als categorie 1- of categorie 2-materiaal zijn gedefinieerd en uitsluitend voor technisch gebruik bestemd zijn:
Deze verordening is evenwel niet van toepassing op dierlijke bijproducten die verkregen zijn van dieren die in artikel 4, lid 1, onder a), i) en ii), van Verordening (EG) nr. 1774/2002 genoemd worden. 2. Deze verordening is van toepassing op de volgende dierlijke bijproducten, gedefinieerd als categorie 2-materiaal in Verordening (EG) nr. 1774/2002 overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder g), van die verordening, die bestemd zijn als voeder voor andere dieren dan landbouwhuisdieren, als voeder voor pelsdieren of voor technisch gebruik, inclusief visaas:
|
3) |
Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd: „Artikel 1 bis Afwijkingen betreffende handelsdocumenten en gezondheidscertificaten In afwijking van punt 1 van hoofdstuk III van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 kunnen de in artikel 1, lid 2, van deze verordening bedoelde dierlijke bijproducten door detailhandelaars worden geleverd aan eindgebruikers die geen bedrijven zijn zonder tijdens het vervoer vergezeld te gaan van een handelsdocument of, indien vereist krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002, een gezondheidscertificaat.”. |
4) |
In artikel 2, tweede alinea, wordt de verwijzing naar „artikel 1, onder c) en d)” vervangen door de verwijzing naar „artikel 1, lid 1, onder c) en d)”. |
5) |
In artikel 3, tweede alinea, wordt de verwijzing naar „lid a) van artikel 5” vervangen door de verwijzing naar „lid 1 of 2 van artikel 5, naargelang van het geval.”. |
6) |
In artikel 4, lid 2, wordt de laatste zin vervangen door: „Met betrekking tot de in artikel 1, lid 1, bedoelde dierlijke bijproducten worden ingevoerde zendingen en zendingen in doorvoer gekanaliseerd overeenkomstig de in artikel 8, lid 4, van Richtlijn 97/78/EG van de Raad (5) beschreven controleprocedure. |
7) |
Artikel 5 komt als volgt te luiden: „Artikel 5 Eisen inzake etikettering, levering, registratie en behandeling 1. Naast de voorschriften inzake identificatie van hoofdstuk I van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden alle verpakkingen van de in artikel 1, lid 1, van deze verordening bedoelde dierlijke bijproducten voorzien van een etiket met de volgende tekst „VERBODEN IN LEVENSMIDDELEN, DIERVOEDERS, MESTSTOFFEN, COSMETISCHE PRODUCTEN, GENEESMIDDELEN EN MEDISCHE HULPMIDDELEN”. Er mag echter een ander etiket worden gebruikt indien de dierlijke bijproducten bestemd zijn voor geneesmiddelen in overeenstemming met de communautaire wetgeving. Op dergelijke etiketten wordt aangegeven: „UITSLUITEND BESTEMD VOOR GENEESMIDDELEN”. 2. Alle verpakkingen van de in artikel 1, lid 2, genoemde dierlijke bijproducten worden voorzien van een etiket met de woorden „NIET VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE”, behalve wanneer zij in voorverpakte verpakkingen worden verzonden waarop staat aangegeven dat de inhoud bestemd is als diervoeder of voor gebruik als visaas. 3. De in artikel 1 van deze verordening bedoelde dierlijke bijproducten worden geleverd aan een technisch bedrijf dat is gespecialiseerd in het gebruik van dergelijk materiaal en dat is erkend overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1774/2002. De in artikel 1, lid 2, bedoelde dierlijke bijproducten kunnen ook worden geleverd aan:
Onverminderd Verordening (EG) nr. 811/2003 van de Commissie van 12 mei 2003 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort voor vis, de begraving en verbranding van dierlijke bijproducten en bepaalde overgangsmaatregelen (11) kunnen de in artikel 1, lid 2, onder b), van deze verordening bedoelde dierlijke bijproducten ook worden geleverd aan een bedrijf of inrichting waar waterdieren worden gehouden, om te worden gebruikt voor vervoedering. 4. De eigenaar, de exploitant of hun vertegenwoordiger van de in punt 3 van dit artikel bedoelde fabrieken, bedrijven of inrichtingen:
|
8) |
In artikel 7, onder b), wordt de verwijzing naar „artikel 5, onder c)” vervangen door de verwijzing naar „artikel 5, lid 3.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 december 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 208/2006 (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 25).
(2) PB L 162 van 30.4.2004, blz. 62.
(3) COM(2005) 521 def.
(4) PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3.”.
(5) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.”.
(6) PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EG) nr. 2006/78 van de Commissie (PB L 271 van 30.9.2006, blz. 56).
(7) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).
(8) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/27/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 34).
(9) PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
(10) PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.
(11) PB L 117 van 13.5.2003, blz. 14.”.