28.2.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 58/32 |
VERORDENING (EG) Nr. 319/2006 VAN DE RAAD
van 20 februari 2006
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, lid 2, derde alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (3) wordt een belangrijke hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker doorgevoerd. De maatregelen waarin die verordening voorziet, omvatten onder meer een aanmerkelijke verlaging in stappen van de institutionele steunprijs voor communautaire suiker. |
(2) |
Wegens de verlaging van de marktsteun in de sector suiker moet de inkomenssteun voor telers van suikerbieten worden verhoogd. Die ondersteuning dient de vorm aan te nemen van een betaling aan die telers. De ontwikkeling van het totaalbedrag daarvan moet parallel verlopen aan de geleidelijke verlaging van de marktsteun. |
(3) |
De ontkoppeling van aan de producenten toegekende rechtstreekse steun en de invoering van een bedrijfstoeslagregeling zijn wezenlijke onderdelen van het proces van hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, waarmee wordt beoogd over te schakelen van een beleid van prijs- en productiesteun op een beleid van inkomenssteun aan de landbouwers. Voor allerlei landbouwproducten zijn die onderdelen reeds gerealiseerd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (4). |
(4) |
Ter verwezenlijking van de doelstellingen van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid dient de steun voor suikerbieten, suikerriet en cichorei voor de productie van suiker of inulinestroop te worden ontkoppeld en in de bedrijfstoeslagregeling te worden geïntegreerd. |
(5) |
Bijgevolg moeten de bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening worden aangepast. |
(6) |
Om in de lidstaten die de in Verordening (EG) nr. 320/2006 van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (5) vastgestelde herstructureringssteun voor ten minste 50 % van de in Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde quota hebben toegekend, de gevolgen van de herstructurering te kunnen opvangen, dient de telers van suikerbiet en suikerriet voor maximaal vijf opeenvolgende jaren steun te worden toegekend. |
(7) |
De hoogte van de individuele inkomenssteun dient te worden berekend op basis van de steun die de landbouwer heeft gekregen in de context van de gemeenschappelijke marktordening voor de sector suiker in een of meer door de lidstaten te bepalen verkoopseizoenen. |
(8) |
Om de steunregeling naar behoren te kunnen toepassen en de begrotingsuitgaven te kunnen beheersen dient ervoor te worden gezorgd dat de betrokken inkomenssteun in totaal binnen de grenzen blijft van een nationaal totaalbedrag dat is berekend op basis van een historisch referentiejaar, waarbij in de eerste vier jaar rekening wordt gehouden met aanvullende bedragen op basis van afgeleide prijzen. |
(9) |
De telers van suikerbieten en cichorei in de nieuwe lidstaten ontvangen vanaf de toetreding de prijssteun in het kader van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (6). Daarom dient de bij artikel 143 bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde toenameregeling niet te worden toegepast op de suikerbetaling en op de suikerbieten- en cichoreicomponent in het kader van de bedrijfstoeslagregeling. Om dezelfde redenen kunnen de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen, bovendien de uit de hervorming van de suikersector voortvloeiende steun verlenen in de vorm van een afzonderlijke rechtstreekse betaling die buiten die regeling valt. |
(10) |
Om de bedrijfstoeslagregeling in de nieuwe lidstaten naar behoren te kunnen toepassen, moeten er bepalingen worden opgenomen voor specifieke problemen die het gevolg zijn van de overgang van de regeling inzake een enkele areaalbetaling naar de bedrijfstoeslagregeling. |
(11) |
De lidstaten die ervoor hebben gekozen of ervoor zullen kiezen de bedrijfstoeslagregeling pas vanaf 1 januari 2007 toe te passen, moeten voor 2006 aan de telers van suikerbieten, suikerriet en cichorei voor de productie van suiker en inulinestroop inkomenssteun kunnen toekennen in de vorm van een betaling op basis van het aantal hectaren die in bepaalde verkoopseizoenen waren beteeld met te leveren suikerbieten, suikerriet of cichorei. Net als voor de berekening van de suikerbieten- en cichoreicomponent in het kader van de bedrijfstoeslagregeling, moeten de lidstaten de in aanmerking te nemen verkoopseizoenen kunnen bepalen op basis van de representativiteit ervan. |
(12) |
Om ervoor te zorgen dat eventuele problemen door de overschakeling van de bestaande regeling op de bedrijfstoeslagregeling kunnen worden opgelost, dient door wijziging van artikel 155 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 aan de Commissie de bevoegdheid te worden verleend om de nodige overgangsbepalingen vast te stellen. |
(13) |
Om bepaalde recentelijk ingevoerde betalingen als rechtstreekse betaling te kunnen aanmerken, moet bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 worden aangepast. |
(14) |
De in de bijlagen II, VIII en VIII bis bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde nationale maxima moeten worden aangepast om rekening te houden met de inkomenssteun die bij wijze van suikerbetaling wordt verleend. |
(15) |
Bij de implementatie van de steun voor energiegewassen zijn er moeilijkheden vastgesteld. Artikel 90 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet daarom worden gewijzigd. |
(16) |
Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
in artikel 33, lid 1, wordt punt a) vervangen door:
; |
2) |
aan artikel 37, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Voor suikerbieten, suikerriet en cichorei die voor de productie van suiker of inulinestroop worden gebruikt, wordt het referentiebedrag berekend en aangepast overeenkomstig bijlage VII, punt K.” ; |
3) |
in artikel 40 wordt lid 2 vervangen door: „2. Indien de hele referentieperiode door het geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden werd beïnvloed, berekent de lidstaat het referentiebedrag op basis van de periode van 1997 tot en met 1999 of, in het geval van suikerbiet, suikerriet of cichorei, op basis van het meest recente verkoopseizoen voorafgaand aan de overeenkomstig bijlage VII, punt K, gekozen representatieve periode. In dit geval is lid 1 van overeenkomstige toepassing.” ; |
4) |
artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
in artikel 43, lid 2, wordt punt a) vervangen door:
; |
6) |
aan artikel 63, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Wat echter de opneming van de met de betalingen voor suikerbieten, suikerriet en cichorei overeenkomende component in de bedrijfstoeslagregeling betreft, kunnen de lidstaten tot uiterlijk 31 maart 2006 besluiten de in de eerste alinea vastgestelde afwijking toe te passen.” ; |
7) |
aan artikel 71 bis wordt het volgende lid toegevoegd: „3. Elke nieuwe lidstaat die de regeling inzake een enkele areaalbetaling heeft toegepast, kan in aanvulling op de in artikel 44, lid 2, vastgestelde subsidiabiliteitsvoorwaarden bepalen dat onder „subsidiabele hectare” wordt verstaan, landbouwgrond van het bedrijf die op 30 juni 2003 landbouwkundig in goede staat verkeerde, ongeacht of hij op die datum al dan niet werd bebouwd. Nieuwe lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling heeft toegepast, kunnen ook bepalen dat de minimumgrootte van het in aanmerking komende areaal per bedrijf waarvoor toeslagrechten worden vastgesteld en waarvoor betalingen worden toegekend, de minimumgrootte is van het in aanmerking komende areaal van het bedrijf die overeenkomstig artikel 143 ter, lid 5, was vastgesteld.” ; |
8) |
artikel 71 quater wordt vervangen door: „Artikel 71 quater Maximum De nationale maxima voor de nieuwe lidstaten worden vastgesteld in bijlage VIII bis. Deze maxima zijn, met uitzondering van de gedroogde voedergewassen, suikerbieten- en cichoreicomponenten ervan, berekend met inachtneming van de in artikel 143 bis vastgestelde toenameregeling en derhalve dienen zij niet te worden verlaagd. Artikel 41, lid 1 bis, is van overeenkomstige toepassing.” ; |
9) |
in artikel 71 quinquies wordt lid 1 vervangen door: „1. Elke nieuwe lidstaat past op zijn nationale maximum een lineaire procentuele verlaging toe, die een nationale reserve vormt. Onverminderd de toepassing van artikel 71 ter, lid 3, bedraagt deze verlaging niet meer dan 3 %. Zij kan echter meer dan 3 % bedragen, mits voor de toepassing van lid 3 van dit artikel een grotere verlaging nodig is.” ; |
10) |
artikel 71 quinquies, lid 6, eerste alinea, wordt vervangen door de volgende alinea: „6. In afwijking van artikel 46 mogen, behoudens overdracht door feitelijke of verwachte vererving en toepassing van lid 3, toeslagrechten die zijn verleend met gebruikmaking van de nationale reserve, gedurende een periode van vijf jaar vanaf de toekenning ervan niet worden overgedragen.” ; |
11) |
aan artikel 71 quinquies wordt het volgende lid toegevoegd: „7. Nieuwe lidstaten mogen de nationale reserve gebruiken om op basis van objectieve criteria en op zodanige wijze dat een gelijke behandeling van de landbouwers wordt gewaarborgd en markt- en concurrentieverstoringen worden vermeden, referentiebedragen vast te stellen voor landbouwers in gebieden waar aan een of andere vorm van overheidssteun gekoppelde herstructurerings- en/of ontwikkelingsprogramma's gaande zijn om te voorkomen dat het land verlaten wordt en/of om specifieke nadelen voor landbouwers in die gebieden te compenseren.” ; |
12) |
aan artikel 71 sexies, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Nieuwe lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling hebben toegepast, kunnen echter als een enkele regio worden beschouwd.” ; |
13) |
in hoofdstuk VI van Titel III wordt het volgende artikel toegevoegd: „Artikel 71 quaterdecies Landbouwers die geen subsidiabele hectaren hebben In afwijking van artikel 36 en artikel 44, lid 2, wordt een landbouwer aan wie betalingen werden verleend als bedoeld in artikel 47 of die in een in artikel 47 bedoelde sector actief was en toeslagrechten krijgt overeenkomstig artikel 71 quinquies, maar die in het eerste jaar van de toepassing van de toeslagregeling geen subsidiabele hectaren heeft in de zin van artikel 44, lid 2, door de lidstaat gemachtigd om af te wijken van de verplichting een aantal subsidiabele hectaren te leveren dat overeenstemt met het aantal toeslagrechten, mits hij minstens 50 % handhaaft van de tijdens de referentieperiode uitgeoefende landbouwactiviteit, uitgedrukt in grootvee-eenheden (GVE). In geval van overdracht van toeslagrechten komt de verkrijger uitsluitend in aanmerking voor deze afwijking indien alle toeslagrechten waarvoor de afwijking geldt, worden overgedragen.” ; |
14) |
in artikel 90 wordt de eerste alinea vervangen door: „De steun wordt uitsluitend verleend voor oppervlakten waarvan de productie onder een contract tussen de landbouwer en de verwerkende industrie of onder een contract tussen de landbouwer en de verzamelaar valt, tenzij de verwerking door de landbouwer zelf op het bedrijf wordt uitgevoerd.” ; |
15) |
aan titel IV worden de volgende hoofdstukken toegevoegd: „HOOFDSTUK 10 sexies SUIKERBETALING Artikel 110 decies Overgangsbetaling voor suiker 1. In het geval dat artikel 71 wordt toegepast kunnen de landbouwers in aanmerking komen voor een overgangsbetaling voor suiker met betrekking tot het jaar 2006. Deze betaling wordt toegekend binnen de grenzen van de in bijlage VII, punt K, vastgestelde bedragen. 2. Onverminderd artikel 71, lid 2, wordt het bedrag van de overgangsbetaling voor suiker per landbouwer door de lidstaten bepaald volgens objectieve en niet-discriminerende criteria, zoals:
het bovenstaande geldt met betrekking tot een door de lidstaten vóór 30 april 2006 vast te stellen representatieve periode, die voor elk product kan verschillen en die bestaat uit een of meer van de verkoopseizoenen 2004/2005, 2005/2006 en 2006/2007. Indien het verkoopseizoen 2006/2007 in de representatieve periode is begrepen, wordt evenwel ten aanzien van landbouwers voor wie in het verkoopseizoen 2006/2007 een afstand van quota geldt in de zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, dit verkoopseizoen vervangen door het verkoopseizoen 2005/2006 (7). In het geval dat het verkoopseizoen 2006/2007 wordt gekozen, worden de in de eerste alinea opgenomen verwijzingen naar artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 gelezen als verwijzingen naar artikel 6 van Verordening (EG) nr. 318/2006 van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (8). 3. De artikelen 143 bis en 143 quater zijn niet van toepassing op de overgangsbetaling voor suiker. HOOFDSTUK 10 septies COMMUNAUTAIRE STEUN VOOR TELERS VAN SUIKERBIETEN EN SUIKERRIET Artikel 110 decies Toepassingsgebied 1. In de lidstaten die de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde herstructureringssteun hebben toegekend voor ten minste 50 % van de in bijlage III van Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde suikerquota, wordt aan telers van suikerbieten en suikerriet communautaire steun toegekend. 2. De steun wordt toegekend voor maximaal vijf opeenvolgende jaren vanaf het verkoopseizoen waarin de in lid 1 bedoelde drempel van 50 % is bereikt en loopt uiterlijk tot en met het verkoopseizoen 2013/2014. Artikel 110 novodecies Subsidiabiliteitsvoorwaarden De steun wordt toegekend voor de hoeveelheden quotumsuiker verkregen uit suikerbieten of suikerriet die zijn geleverd op grond van overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 318/2006 gesloten leveringscontracten. Artikel 110 vicies Bedrag van de steunmaatregel De steun wordt uitgedrukt per ton witte suiker van standaardkwaliteit. Het bedrag van de steun is gelijk aan de helft van het bedrag, dat wordt verkregen door het bedrag van het in bijlage VII, punt K.2, bedoelde maximum voor de betrokken lidstaat in het overeenkomstige jaar, te delen door het totaal van de in bijlage III van Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde quota voor suiker en inulinestroop. |
16) |
in artikel 143 ter, lid 3, wordt het laatste streepje vervangen door:
; |
17) |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 143 ter bis Afzonderlijke suikerbetaling 1. In afwijking van artikel 143 ter kunnen de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen, tot 31 maart 2006 besluiten om met betrekking tot de jaren 2006, 2007 en 2008 een afzonderlijke suikerbetaling te verlenen aan landbouwers die in aanmerking komen op grond van de regeling inzake een enkele areaalbetaling. Dit bedrag wordt verleend op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria, zoals:
het bovenstaande geldt met betrekking tot een door de lidstaten vóór 31 maart 2006 vast te stellen representatieve periode, bestaande uit een of meer van de verkoopseizoenen 2004/2005, 2005/2006 en 2006/2007. Ten aanzien evenwel van landbouwers voor wie in het verkoopseizoen 2006/2007 een afstand van quota geldt in de zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006, wordt dit verkoopseizoen 2006/2007, indien het in de representatieve periode is begrepen, vervangen door het verkoopseizoen 2005/2006. In het geval dat het verkoopseizoen 2006/2007 wordt gekozen, worden de in de eerste alinea opgenomen verwijzingen naar artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 gelezen als verwijzingen naar artikel 6 van Verordening (EG) nr. 318/2006. 2. De afzonderlijke suikerbetaling wordt toegekend binnen de grenzen van de in bijlage VII, punt K, vastgestelde maxima. 3. In afwijking van lid 2 kan elke betrokken nieuwe lidstaat uiterlijk tot 31 maart 2006 besluiten om op basis van objectieve criteria voor de afzonderlijke suikerbetaling een lager maximum toe te passen dan dat welk in bijlage VII, punt K, is vermeld. 4. De middelen die overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 voor het verlenen van de afzonderlijke suikerbetaling beschikbaar zijn gesteld, worden niet opgenomen in het in artikel 143 ter, lid 3, bedoelde jaarlijkse totaalbedrag. In het geval dat lid 3 van dit artikel wordt toegepast, wordt het verschil tussen het in bijlage VII, punt K, vermelde maximum en het werkelijk toegepaste maximum opgenomen in het in artikel 143 ter, lid 3, bedoelde jaarlijkse totaalbedrag. 5. De artikelen 143 bis en 143 quater zijn niet van toepassing op de suikerbetaling.” ; |
18) |
in artikel 145 wordt na punt d) bis) het volgende punt ingevoegd:
; |
19) |
artikel 155 wordt vervangen door: „Artikel 155 Andere overgangsbepalingen Verdere maatregelen ter vergemakkelijking van de overgang van de regelingen die zijn vastgesteld bij de in de artikelen 152 en 153 genoemde verordeningen en bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 naar de bij de onderhavige verordening vastgestelde regelingen, met name de maatregelen die verband houden met de toepassing van de artikelen 4 en 5 van en de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1259/1999 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1251/1999, en ter vergemakkelijking van de overgang van de bij Verordening (EEG) nr. 1035/72 ingestelde regeling betreffende verbeteringsprogramma's naar de bij de artikelen 83 tot en met 87 van de onderhavige verordening ingestelde regeling, kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 144, lid 2, van de onderhavige verordening bedoelde procedure. De in de artikelen 152 en 153 genoemde verordeningen en artikelen blijven van toepassing voor de vaststelling van de in bijlage VII bedoelde referentiebedragen.” ; |
20) |
de bijlagen worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, op 20 februari 2006.
Voor de Raad
De Voorzitter
J. PRÖLL
(1) Advies uitgebracht op 19 januari 2006 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
(2) Advies uitgebracht op 26 oktober 2005 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
(3) Zie blz. 1 van dit Publicatieblad.
(4) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2183/2005 van de Commissie (PB L 347 van 30.12.2005, blz. 56).
(5) Zie blz. 42 van dit Publicatieblad.
(6) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(7) PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42.
(8) PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.”
BIJLAGE
De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 worden als volgt gewijzigd:
1) |
in bijlage I wordt na de rij voor „Hop” de volgende rij ingevoegd:
|
2) |
bijlage II wordt vervangen door: „BIJLAGE II Nationale maxima bedoeld in artikel 12, lid 2
|
3) |
aan bijlage VI wordt de volgende rij toegevoegd:
|
4) |
aan bijlage VII wordt het volgende punt toegevoegd:
|
5) |
bijlage VIII wordt vervangen door: „BIJLAGE VIII Nationale maxima bedoeld in artikel 41
|
6) |
bijlage VIII bis wordt vervangen door: „Bijlage VIII bis Nationale maxima bedoeld in artikel 71 quater
|
(1) PB L 252 van 25.9.1999, blz. 1. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.”;